Inloggen
JAN VAN BRAKEL - ID 8682


Kroniekberichten

Datum 12 september 1849
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Rotterdam, 11 september. Gisteren is op de werf van de scheepsbouwmeester P. Bakhuyzen te Capelle aan den IJssel de kiel gelegd van een barkschip genaamd JAN VAN BRAKEL, groot 270 à 280 lasten, voor rekening ener rederij onder boekhouderschap der heren Pistorius en Bicker Caarten alhier, gevoerd zullende worden door kapt. A.J. Delcliseur, en bestemd voor de vaart op Oost-Indië, zijnde dit het eerste schip, dat op die werf zal gebouwd worden.

Afbeelding
Datum 25 juni 1850
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Op 22 dezer was een ware feestdag voor de naburige gemeente van Cappelle op d’IJssel, daar des middags ten 4 uren met het beste gevolg op de scheepstimmerwerf van P. Bakhuyzen te water werd gelaten het barkschip JAN VAN BRAKEL, groot circa 280 lasten, gebouwd voor een rederij onder de directie van de heren Pistorius en Bicker Caarten, en zullende gevoerd worden door kapitein Ant. J. Delclisur.
De toejuichingen der talrijk zamengevloeide menigte vergezelden in zijne vaart het schip, dat het eerste is hetwelk op deze werf gebouwd werd, en de bouwmeester in alle delen tot eer verstrekt.

Afbeelding
Datum 26 februari 1851
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Schepen in lading

Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia het nieuw gebouwd en gekoperd Nederlands barkschip JAN VAN BRAKEL, kapt. A. J. Delclisur (opm: mogelijk A.J. Declisseur), hebbende een ruime campagne, bijzonder geschikt tot de overvoer van passagiers. Vertrek medio maart. Adres bij Wambersie & Crooswijck te Rotterdam.

Afbeelding
Datum 24 februari 1853
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

New York, 5 februari. De alhier van Rotterdam gearriveerde Nederlandse bark JAN VAN BRAKEL, kapt. Delclisur, heeft op de reis veel stormweder doorgestaan en daardoor zeilen verloren en andere schade bekomen.

Afbeelding
Datum 22 juli 1853
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, donderdag 21 juli. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 14 schepen, als:
Voor Amsterdam: MARGARETHA JOHANNA, kapt. M. Schou; ADMIRAAL JAN EVERTSEN, kapt. C.P. Kuyper; VAN DER WERF, kapt. P.C. Rogier; AMICITIA, kapt. D. Crap Hellingman; OTTOLINA, kapt. J.J. Prange, van Rotterdam; DRIE VRIENDEN, kapt. L.P. Anderson; LUCTOR ET EMERGO, kapt. S. Ouwehand, de beide laatsten van Middelburg.
Voor Rotterdam: PRINSES SOPHIA, kapt. J.H. Pellenwessel; HENDRINA, kapt. A. van Marion; BEZOEKIE, kapt. N. Schaap.
Voor Dordrecht: MARGARETHA IDA, kapt. H. Hagers, van Rotterdam.
Voor Schiedam: STELLA MARIS, kapt. A.P. Hulser; PRESIDENT RAM, kapt. J.R. Ulrich; JAN VAN BRAKEL, kapt. A.J. Delclisur, van Rotterdam.

Afbeelding
Datum 17 mei 1856
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 16 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 31 schepen, als:
Voor Rotterdam: NOVA ZEMBLA, kapt. C.J. Jansen; KINDERDIJK, kapt. N.N; JAN VAN BRAKEL, kapt. J.L. van Waning; BUITENZORG kapt. N.N; OTTOLINA, kapt. J.J. Prange; NEERLANDS KONINGIN, kapt. E. Vonck; JOHANNA CHRISTINA, kapt. J.H. van Santen; AMERICA, kapt. J.F. Meermans, DELFSHAVEN, kapt. C. Verhey; MINISTER PAHUD, kapt. N.N; JACOB, kapt. J.F.C. Börger.
Voor Amsterdam. CORNELIS HOUTMAN, kapt. J.H. Rolman; NEHALENNIA, kapt. R. Grivel; ST. MICHAEL, kapt. L.D. Boswijk; JAN VAN BRAKEL, kapt. W.L. Esink; JOSEPHINE BERNHARDINA, kapt. W.N. van Lindonk; LUCIPARA’S, kapt. J. Kloppenburg; GOEDE VERWACHTING, kapt. J. Boijsen; NEDERLAND EN ORANJE, kapt. L. van der Plas; JOAN MELCHIOR KEMPER, kapt. P.C. Rosier; DILIGENCE, kapt. L. Smit; JOHANNA MARIA CHRISTINA, kapt. C.N. Gorter; OOST INDIA PACKET, kapt. P.J. Cleijndert; MARIA ADOLFINA, kapt. W.C. Brandligt; STAATSRAAD VAN EWIJCK, kapt. F. de Winter; AMALIA AUGUSTA, kapt. H.A. van Marle; SCHEVENINGEN, kapt. J.K. Annokkee; JOHANNA MARIA, kapt. M.A. Overgaauw; HENRIETTE, kapt. J.M. Veen, de drie laatste van Rotterdam.
Voor Dordrecht: FORTUNA, kapt. M. de Ligny.
Voor Middelburg: CATHARINA MARIA, kapt. J.A. Ballot.

Afbeelding
Datum 05 augustus 1856
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Advertentie. Openbare vrijwillige verkoping. De notarissen Dalen en Lambert, residerende te Rotterdam, als last hebbende van hun principalen, zijn van mening, om op dinsdag, de 19e augustus 1856, des middags ten 12 ure, in het Locaal der Publieke Verkopingen, aan de Geldersche Kade te Rotterdam, in het openbaar te veilen en te verkopen:
- 1/300 Aandeel, in het Nederlands fregatschip, genaamd WILLEM DE EERSTE, gevoerd wordende door kapitein T.J. Niedveldt, en varende onder de directie van de Schiedamsche Scheepsreederij, in de jaren 1837 en 1838 nieuw gebouwd op de werf de Nijverheid van de heren Cornelis Gips & Zonen, te Dordrecht, groot 896 tonnen of 472 lasten, welk schip thans is zeilende naar Java en voor retour bevracht door de Nederlandsche Handel-Maatschappij.
- 1/300 Aandeel in hetzelfde schip.
- 1/250 Aandeel in het Nederlandse fregatschip genaamd PIETER CORNELISZOON HOOFT, gevoerd wordende door kapitein N. Koens, en varende onder directie van de Schiedamsche Scheepsreederij, in de jaren 1841-1843 nieuw gebouwd op de werf de Nijverheid, van de heren Cornelis Gips & Zonen te Dordrecht, groot 907 tonnen of 479 lasten. Hetzelve schip is thans op Java in lading en bevracht door de Nederlandsche Handel-Maatschappij.
- 1/64 Aandeel in het Nederlandse barkschip, genaamd JAN VAN SCHAFFELAAR, gevoerd wordende door kapitein F. van Hees, en varende onder directie van de heer H. Hartog te Rotterdam, in den jare 1855 nieuw gebouwd op de scheepstimmerwerf van de heren P. Bakhuijsen & Zoon te Capelle op d’IJssel, groot 662 tonnen of 350 lasten. Dit schip is thans zeilende van San-Francisco naar Hongkong, om daar een lading te negotiëren.
- 1/64 Aandeel in het Nederlandse barkschip, genaamd JAN VAN BRAKEL, gevoerd wordende door kapt. J.L. van Waning, en varende onder directie van de heren Pistorius & Bicker Caarten, te Rotterdam, in den jare 1850 nieuw gebouwd op de scheepstimmerwerf van de heer Pieter Bakhuijsen, te Capelle op d’IJssel, groot 488 tonnen of 258 lasten. Het gemelde schip is thans op deszelfs terugreis van Java naar Rotterdam, met een lading van de Nederlandsche Handel-Maatschappij.
Nadere informatiën zijn inmiddels te bekomen ten kantore vande voornoemde notarissen Dalen en Lambert, aan de Zuidblaak te Rotterdam.

Afbeelding
Datum 20 augustus 1856
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Publieke verkopingen in het Notarishuis aan de Geldersche Kade, te Rotterdam, dinsdag 19 augustus:
- 1/300e Aandeel in het Nederlands fregatschip, genaamd WILLEM DE EERSTE, verkocht voor NLG 150.
- 1/300e Aandeel in hetzelfde schip, verkocht voor NLG 150.
- 1/250e Aandeel in het Nederlandse fregatschip, genaamd PIETER CORNELISZOON HOOFT, verkocht voor NLG 260.
- 1/64e Aandeel in het Nederlandse barkschip, genaamd JAN VAN SCHAFFELAAR, verkocht voor NLG 1860.
- 1/64e Aandeel in het Nederlandse barkschip, genaamd JAN VAN BRAKEL, verkocht voor NLG 670.

Afbeelding
Datum 10 januari 1857
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 8 januari. Van een geachte zijde ontvangen wij het volgende extract uit een brief van kapitein J.L. van Waning, gezagvoerder van het barkschip JAN VAN BRAKEL (opm: rederij Pistorius en Bicker Caarten), de 10e oktober (opm: 1856) te Batavia aangekomen, hetgeen wij gaarne om het algemeen belang plaatsen:
Batavia 10 november. Ter rede heeft hier aan boord een voorval plaats gehad, hetwelk de noodlottigste gevolgen had na zich kunnen slepen. Op zekere middag onder etenstijd rook de tweede stuurman brandlucht. Hierop in het tussendek springende, zag hij dadelijk dat er een kist in brand stond. Onmiddellijk het volk aan dek sturende, heeft hij dadelijk de kist, die gelukkig niet groot was, in een strop geslagen, op laten hijsen en buitenboord onder water gevierd en zo de hele dag laten hangen. Nu had dit vier weken vroeger moeten gebeuren, dan had zonder twijfel het schip in brand gevlogen, want op de oceaan was wel geen redding denkbaar geweest. De kist stond op zee in het ruim gestuwd en was door het uitzoeken van de lading in het tussendek gekomen, dus had het schip uitgebrand, eer er bijkomen mogelijk was. De kist was gemerkt J.V. no. 22, en op het cognossement staat koopmanschappen. Het bleek echter te zijn zwavelzuur, hetwelk van zelf is ontvlamd. De afzenders te Rotterdam zijn Horn en Van Vollenhoven, de ontvangers te Soerabaja Cores de Vries. De tweede stuurman heeft bij deze gelegenheid zich zeer goed gedragen, want de eerste stuurman was aan wal en er is in het journaal behoorlijk proces-verbaal van aangetekend.

Afbeelding
Datum 21 januari 1857
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Advertentie. Johannes Hogersdijk, notaris, residerende te Rotterdam, is voornemens op dinsdag de 27e januari 1857, des namiddags ten 1 ure, in het Notarishuis aan de Geldersche kade aldaar, publiek te veilen en te verkopen:
- Een 64e aandeel in het barkschip JAN VAN BRAKEL, groot 258 lasten, gebouwd in 1850-1851. Boekhouders de heren Pistorius en Bicker Caarten, te Rotterdam.
- Een 120e aandeel in het barkschip NAGASAKI, groot 375 lasten, gebouwd in 1841. Boekhouders als boven.
- Een 80e aandeel in het barkschip FORMOSA, groot 268 lasten, gebouwd in 1840. Boekhouders als boven.
- Een 48e aandeel in het Nederlands barkschip PANTALON, groot 181 lasten, gebouwd in 1850-1851. Boekhouders de heer E. Serruijs te Rotterdam.
- Een 32e aandeel in het Nederlandse barkschip BEATRIX, groot 217 lasten, gebouwd in 1851. Boekhouders de heren Schloss & Co, te Rotterdam.
- Een 64e aandeel in het Nederlands barkschip KEMANGLEN, groot 303 lasten, gebouwd in 1854-1855. Boekhouders de heren F.S. Sparnaaij & Zoon, te Rotterdam.
Nadere informatiën zijn te bekomen ten kantore van voornoemde notaris, aan de Korte Hoogstraat, te Rotterdam.

Afbeelding
Datum 28 januari 1857
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Publieke verkopingen, te Rotterdam in het Notarishuis aan de Geldersche kade, op dinsdag 27 januari:
- Een 64e aandeel in het barkschip JAN VAN BRAKEL, groot 258 lasten, gebouwd in 1850-1851. Boekhouders de heren Pistorius en Bicker Caarten, te Rotterdam; niet gegund.
- Een 120e aandeel in het barkschip NAGASAKI, groot 375 lasten, gebouwd in 1841. Boekhouders als boven; voor NLG 300 verkocht.
- Een 80e aandeel in het barkschip FORMOSA, groot 268 lasten, gebouwd in 1840. Boekhouders als boven; niet gegund.
- Een 48e aandeel in het barkschip PANTALON, groot 181 lasten, gebouwd in 1850-1851. Boekhouder de heer K. Serruijs te Rotterdam; niet gegund.
- Een 32e aandeel in het barkschip BEATRIX, groot 217 lasten, gebouwd in 1851. Boekhouders de heren Schloss & Co, te Rotterdam; niet gegund.
- Een 64e aandeel in het barkschip KEMANGLEN, groot 303 lasten, gebouwd in 1854-1855. Boekhouders de heren F.S. Sparnaaij & Zoon, te Rotterdam; voor NLG 1700 verkocht.
- Een 32e aandeel in het barkschip TRIJNTJE FENNA, groot 309 lasten, gebouwd in Anno 1854. Boekhouders de heren Schloss & Co., te Rotterdam; niet gegund.
- Een dito aandeel; niet gegund.

Afbeelding
Datum 26 april 1857
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

St. Helena, 11 maart. Het alhier gepasseerde Nederlandse schip (opm: bark) JAN VAN BRAKEL, kapt. Delclisur, van Java naar Rotterdam bestemd, heeft zeilen verloren en een gedeelte van de lading over boord geworpen.

Afbeelding
Datum 13 oktober 1857
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 12 oktober. Volgens telegrafisch bericht is het schip (opm: bark) JAN VAN BRAKEL, kapt. Verheij, van Newport naar Ceylon bestemd, zaterdag 10 oktober lek te Plymouth binnengelopen.

Afbeelding
Datum 13 maart 1859
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Openbare vrijwillige verkoping. De notarissen Schadee, Kleij en Burger te Rotterdam zijn voornemens op dinsdag de 22e maart 1859, des namiddags ten 2 ure in het notarishuis aldaar te verkopen:
- Drie aandelen in de Rotterdamsche Stoomvaart-Vereeniging, directeur de heer James Smith, ieder groot NLG 2500, vol gefourneerd.
- Twee 1/64e aandelen in het Nederlands barkschip BILLITON, boekhouder de heer W.G. Ledeboer te Rotterdam, thans op reis van Manilla naar Australië.
- Een 64e aandeel in het Nederlands barkschip MACAO, boekhouder de heer W.C. Versluijs te Rotterdam, op reis van Rotterdam naar Java bevracht door de Nederlandsche Handel-Maatschappij.
- Een 16e aandeel in de Nederlands barkschip FORMOSA, boekhouders de heren Pistorius en Bicker Caarten te Rotterdam, thans liggende te Bremen.
- Een 64e aandeel in het Nederlands barkschip JAN VAN BRAKEL, boekhouders als boven, thans op een reis van Java naar Japan.
- Een 44e aandeel in het Nederlands brikschip PRINCES CHARLOTTE, boekhouder de heer H.H. Roelofs Heijermans te Rotterdam; thans op een reis van Java naar Japan.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen ten kantore van voornoemde notarissen.

Afbeelding
Datum 23 maart 1859
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Publieke verkopingen in het notarishuis aan de Geldersche Kade alhier op dinsdag 22 maart:
- Twee aandelen in de Stoomvaart-Vereniging de Maas te Rotterdam, directeuren de heren G. Schuurmans & Zoon, groot ieder NLG 7.500 vol gefourneerd. Laatste uitdeling NLG 300. Opgehouden.
- Een dito aandeel om 53 pct. verkocht.
- Een aandeel in de Rotterdamsche Stoomvaart-Vereeniging, directeur de heer James Smith, groot NLG 2.500; vol gefourneerd. Om 49 pct. verkocht.
- Een dito aandeel, om 49½ pct. verkocht.
- Een dito aandeel, om 49-7/8 pct. verkocht
- 1/64e aandeel in het Nederlandse barkschip BILLITON, boekhouder de heer W.G. Ledeboer te Rotterdam, thans op reis van Manilla naar Australië. Om NLG 700 verkocht.
- Een dito aandeel, om NLG 755 verkocht.
- 1/64e Aandeel in het Nederlandse barkschip MACAO, boekhouder de heer W.C. Versluijs te Rotterdam, op reis van Rotterdam naar Java bevracht door de Nederlandsche Handel-Maatschappij. Om NLG 215 verkocht.
- 1/16e Aandeel in het Nederlands barkschip FORMOSA, boekhouders de heren Pistorius en Bicker Caarten te Rotterdam, thans liggende te Bremen. Opgehouden.
- 1/64e Aandeel in het Nederlandse barkschip JAN VAN BRAKEL, boekhouders als boven; thans op een reis van Java naar Japan. Opgehouden.
- 1/44e Aandeel in het Nederlands brikschip PRINCES CHARLOTTE, boekhouder de heer H.H. Roelofs Heijermans te Rotterdam, thans op een reis van Java naar Japan. Om NLG 100 verkocht.

Afbeelding
Datum 29 april 1859
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Nagasaki, 11 februari. Met het Nederlandse schip JAN VAN BRAKEL, kapt. Verheij, 27 januari van Batavia gearriveerd, is alhier aangebracht een matroos van de bemanning van het Belgische schip CONSTANT, kapt. Uytenhoven, welke bodem, als vroeger gemeld (opm: zie NRC 251158), op de reis van Sydney naar Manilla verongelukt is. Volgens het verhaal van deze matroos, Jan Alting, is het schip 12 juni 1858 op een rots, genaamd Bordelaise, geraakt en aldaar onmiddellijk wrak geworden. De gezagvoerder, diens broeder en nog vijf man, waaronder hij was, verlieten het schip in een der boten en de rest der equipage in een andere. Zij landden daarmee op verscheidene eilanden, doch werden telkens door de inlanders verdreven van wie zij niets anders dan enig vers water konden bekomen. Op een der eilanden, door de inboorlingen Angol genaamd, bleef hij met nog enige andere achter, maar de kapitein en de overigen waren bevreesd om aan wal te komen en verlieten hen. Een der inlanders had hen gedurende 2 maanden gevoed en verzorgd, ja zelfs voor de moordaanslagen zijner stamgenoten beveiligd. Na die tijd waren al zijn kameraden op de Amerikaanse walvisvaarder MARY, kapt. Walker, aan boord gegaan, terwijl hij eindelijk door de JAN VAN BRAKEL, was opgenomen. Van de kapitein of zijn tochtgenoten had hij later niets vernomen. Bordelaise is een door gevaarlijke riffen omgeven eiland van de Carolina groep, in de Stille Oceaan, gelegen op 07º38’ N.B. 155º20’ O.L. (opm: zie o.a. ook ZZC 010659 en NRC 150959)

Afbeelding
Datum 30 april 1859
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 29 april. De Staats Courant deelt nog het volgende mede uit de laatstelijk van de Nederlandse commissaris in Japan ontvangen berichten aangaande de te Nagasaki aangekomen en van daar vertrokken Nederlandse schepen:
23 januari 1859 Aankomst van het Nederlandse koopvaardijschip ALIDA MARIA, gezagvoerder J. de Vries, van Batavia, aanvoerende sapanhout, eisgoederen (opm: opeisbare goederen, op cognossement op naam of toonder), en medicijnen.
26 januari. Vertrek van de Nederlandse schoener ANNA EN JACOB, gezagvoerder Petersen, naar Shanghai, uitvoerende steenkolen, was en andere Japanse goederen.
27 januari. Aankomst van het Nederlandse schip JAN VAN BRAKEL, gezagvoerder Verhey, vertrokken van Batavia de 17e november 1858 met een lading diverse artikelen.

Afbeelding
Datum 15 september 1859
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Batavia, 25 julij. In de Oostpost kwam onder de ingezonden stukken een brief van de heer P. Kervel, Belgisch consul alhier, waarbij een beschrijving gegeven wordt van het ongelukkig lot van de gezagvoerder en de equipage van het Belgische schip (opm: driemaster, thuishaven Antwerpen) CONSTANT, die verleden jaar in de nacht van de 9e en 10e juli op de hoogte der Carolina-eilanden (opm: Carolinen) hun schip verloren (opm: zie NRC 290459), en na 81 dagen zwerven eindelijk te Doreh, Geelvinkbaai, aankwamen, nadat zij reeds tot het verschrikkelijk besluit hadden moeten komen, twee hunner makkers te doden om hun tot spijs te verstrekken.
Voorts wordt in dat bericht melding gemaakt, dat een boot met vijf man in dezelfde nacht het wrak verlieten, en dat van deze ongelukkige sedert niets was vernomen.
Het Bataviaasch Handelsblad zegt thans in antwoord daarop door de welwillendheid van de gezagvoerder van het Nederlandse schip JAN VAN BRAKEL, de heer C. Verheij, komende van Japan, omtrent het lot dezer vijf manschappen enig nader bericht te kunnen mede delen.
Op woensdag 22 december 1858, ongeveer 3 uur in de namiddag, kwamen er namelijk twee boten van het eiland Angaur (Pelew-eilanden) (opm: Palau, 7º29’ N.B. 134º33’ O.) aan boord. In een derzelve bevond zich onder de inlanders een Europeaan, zich noemende Johan Alting, die verklaarde schipbreuk te hebben geleden met het Belgische schip CONSTANT, gezagvoerder Uittenhove (opm: P.E. Uyttenhoven), vijf maanden geleden op het Bordelaise eiland.
De gehele equipage had het schip verlaten en na 45 dagen in twee boten op de open zee te zijn geweest, besloten vijf man, waaronder deze Alting, hun makkers te verlaten, en na drie dagen zwerven kwamen zij op het eiland Angaur aan, waar zij wel ontvangen werden. Vier hunner werden na enige tijd daar te hebben vertoefd, door een Engels schip opgenomen en verlieten aldus het eiland, waar Alting door ziekte verplicht werd achter te blijven. Hij was nog twee maanden aldaar, toen de JAN VAN BRAKEL hem opnam, en hem naar Japan meenam, waar hij voor het Nederlandse opperhoofd, de heer Mr. J.H. Donker Curtius, bovengemelde verklaring aflegde. (opm: zie o.a. ook ZZC 010659 en NRC 260959)

Afbeelding
Datum 26 september 1859
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Brussel, 24 september. Enige tijd geleden is er melding gemaakt van het vergaan van het Belgische schip CONSTANT, kapt. van Uijttenhoven (opm: zie o.a. NRC 290459), welk vaartuig na op een koraalrif in de wateren der Carolingen eilanden (opm: Carolinen) te zijn gestoten, door de equipage was verlaten. Omtrent het ongelukkig lot dezer bemanning zijn thans de navolgende bijzonderheden bekend geworden:
De CONSTANT, de 14e juni 1858 uit Sydney naar Manilla vertrokken, had in de vroege morgen van 12 julij, op 70º05’ Z.B. en 155º25’ L (opm: 7º5’ Z.B. 155º25’ O.L.), het ongeluk van op een onbekend koraalrif te stoten, waarbij het schip zulk een aanmerkelijke schade bekwam, dat het binnen de tijd van een uur totaal verbrijzeld was. Ogenblikkelijk werden de twee boten (sloep en gig) te water gelaten en nadat deze van het nodige proviand waren voorzien, begaf zich de kapitein met 12 man in het eerstgenoemde vaartuig, terwijl de zes overige manschappen zich in de gig plaatsten en men gezamenlijk koers zette naar Manilla. Op de tweede dag van deze moeilijke tocht liet de kapitein op het eiland Bartholomeus aanleggen, om vers water in te nemen, doch daar dit, wegens de vijandige gezindheid die de eilanders aan de dag legden, niet zonder gevaar werd geacht, besloot hij daartoe een ander eiland aan te doen; toen men dit evenwel 48 uur later gelukkig had bereikt, bleek tot aller teleurstelling, dat daar geen drinkwater te vinden was, en er dus voor het ogenblik niets anders overbleef, dan de tocht naar Manilla voort te zetten. Nadat beide vaartuigen daartoe reeds 45 dagen op zee hadden omgezworven, zonder in al die tijd een enkel schip te hebben ontmoet, was de voorraad levensmiddelen zodanig uitgeput, dat vijf van de zes manschappen der gig verzochten, zich van de sloep te mogen scheiden, omdat hun vaartuig een snellere gang had en er dus voor hen vooruitzicht bestond, spoediger land te bereiken. Terwijl de kapitein dit toestond en hun een evenredige voorraad beschuit en water, benevens een paar sabels, bajonetten, een dieplood en een schriftelijke verklaring zijn toestemming mede gaf, verzocht de zesde, zijnde de tweede stuurman Douwes, bij de kapitein op de sloep te mogen overgaan, ten einde met deze in het lot der achterblijvende te delen. Nadat ook aan dit verzoek was voldaan, nam de bemanning der gig een hartbrekend afscheid van de overigen en stevende voorwaarts.
Het kleine vaartuig had reeds twee dagen later een der Pelew-eilanden (opm: Palau, 7º29’ N.B. 134º33’ O.L.) bereikt, waar vier man aan wal gingen, terwijl de vijfde, de matroos Voet, aan boord bleef. Nadat deze laatste een geruime tijd op de terugkomst zijner lotgenoten had gewacht, zag hij hen eindelijk opdagen in gezelschap van een neger, die, naar zijn uiterlijk te oordelen, het opperhoofd der eilanders moest zijn en hem uitnodigde, om insgelijks aan wal te komen. Voet deed dit en vernam nu, dat zijn vier metgezellen, op ongeveer een uur gaans van de aanlegplaats, bij een hut, de neger, met twee zijner landslieden en twee grote honden bij zich, hadden aangetroffen en dat de zwarte wel terstond zijn geweer op hem had aangelegd, maar op een door hen gegeven teken dat zij geen vijandige bedoelingen koesterden, hen terstond vriendelijk was tegemoet gekomen. Een der matrozen, Juchter, had hem daarop in het Spaans aangesproken en hun schipbreuk verhaald, hetwelk door het negerhoofd in gebroken Engels werd beantwoord, met de toezegging, dat hij bereid was hen in zijn bescherming te nemen. Naar zijn zeggen had hij op zijn herhaalde reizen naar Singapore het Engels een weinig aangeleerd en strekte het hem tot een bijzonder genoegen, thans ook eens blanken op zijn eiland te zien, hetwelk hem nog nooit gebeurd was. Toen hij daarop vernam, dat zij nog een vijfde makker hadden meegebracht, bood hij aan deze af te halen en waarschuwde hen van zich vooral niet te diep landwaarts in te begeven, omdat hij er niet aan twijfelde, of zij zouden alsdan door de eilanders vermoord worden. Intussen stond hij erop, dat zij hem hun wapens en messen als ook hun geld zouden afgeven, daar hij dit dan in bewaring wilde houden, zolang zij onder zijn bescherming waren. Nadat zij hierin hadden toegestemd en Juchter hem ook de hem nog overgeblevene vier schellingen had ter hand gesteld, gingen zij met hem landinwaarts. Weldra waren zij nu omringd door een aantal wilden, die zich allen wel even begerig toonden om het een en of het ander van hen te kunnen kapen, doch door hun opperhoofd genoegzaam in ontzag werden gehouden, om daaraan geen gevolg aan te geven. Een uit de volkshoop poogde nog wel zich van Juchters overjas meester te maken en zwaaide reeds de bijl, om hem, wegens zijn verzet daartegen, de hersens in te slaan, toen de negerkoning dadelijk toeschoot en Juchter een geladen geweer ter hand stelde, waarbij hij hem, ten aan horen van al zijn onderdanen, verzocht de eerste die het zou wagen slechts een hand naar de matrozen uit te steken, onverwijld een kogel door de kop te jagen.
Nadat zij zo enige dagen op het eiland hadden doorgebracht en de koning zich van hun goede gezindheid ten opzichte zijner onderdanen ten volle overtuigd had, liet hij hun de messen teruggeven en verschaft hen een hut. Wat overigens hun onderhoud betrof, daarin moesten zij zelf voorzien, door langs de kust krabben te vissen, waarin zij, met een soort van aardappelen welke het eiland opleverde, een niet onsmakelijk voedsel vonden, ofschoon zij bij die bezigheid inzonderheid van de ratten en muskieten, niet minder dan van de onuitstaanbare hitte hadden te lijden. Zo waren zij daar reeds 51 dagen geweest, toen de Amerikaanse walvisvaarder ELISA J.R. JENNY, van Fairhaven in Massachusets, het eiland passeerde. Na op een door hen gegeven teken aldaar te hebben aangelegd, verklaarde de kapt. William Marsch, zich terstond bereid hen aan boord te nemen. Door vier hunner werd dit volgaarne aangenomen, doch de matroos Alting, die zich enige dagen te voren bij de negerkoning in dienst had begeven, verklaarde liever op het eiland te willen blijven, om bij een nadere gelegenheid een heenkomen naar China te zoeken en te beproeven, of hij aldaar fortuin zou kunnen maken. Na een hartelijk afscheid zowel van hem als van de negerkoning, waarbij van hun vaartuig en de hem in bewaring gegeven voorwerpen natuurlijk niet eens gesproken werd, gingen de vier overigen scheep en kwamen de 28e februari daaraanvolgende behouden op Nieuw-Zeeland aan. Een maand later, 28 maart, bevonden zij zich te Auckland, alwaar zij voor de Belgische consul, de heer Charles de Witte, de nodige verklaringen aflegden. Juchter, die enige dagen na zijn aankomst het ongeluk had gehad van in een put te vallen en daarbij een rib te breken, kon bij deze formaliteit niet aanwezig zijn.
Tot zover loopt het rapport ten aanzien van de bemanning der gig, waarvan er drie, namelijk Juchter, Voet en van Houteghem, dezer dagen behouden te Antwerpen zijn aangekomen, terwijl de vierde, zekere Vidal, in het hospitaal te Sydney is achtergebleven.
Omtrent de overige schipbreukelingen, die in de sloep waren achtergebleven, wordt het volgende medegedeeld: na het bovenvermelde afscheid ontving iedere man per dag een ration beschuit, benevens een pint water, hetwelk na verloop van veertien dagen, tot op ¾ en later tot op de helft verminderd werd, terwijl zij bij dit ongemak te gelijkertijd veel van het ongunstig weer hadden te lijden. In de hoop van op het Philippijnse eiland Mindanao te kunnen landen, had de kapitein daarop laten aanhouden, doch was door wind en weer uit de koers geraakt, terwijl inmiddels de proviand was verbruikt en de ongelukkige, die reeds met hun kledingstukken de honger zochten te stillen eindelijk in hun wanhoop besloten, om door het lot te doen beslissen, wie hunner de overige tot voedsel zou verstrekken. De meeste waren hierbij van oordeel, dat de kapitein, als niet aan boord kunnende gemist worden, aan die loting geen deel zou nemen, terwijl anderen zich daartegen bleven verzetten en zich om verschillende andere redenen insgelijks van de loting onthielden. In dit hachelijke ogenblik vraagt een neger die te Sidney op het schip geëngageerd was, het woord: “Mannen!”, riep hij, “ieder van u heeft de een of andere reden om zijn leven liever te behouden; die redenen bestaan voor mij evenwel niet! Gij hebt allen uw betrekkingen en ik sta geheel alleen op de wereld. Welaan, ik geef mijn leven. De enige gunst, die ik nog van de goede God heb te vragen, is, dat het u nuttig moge zijn.“ Met deze uitroep stootte hij zich een dolk in het hart en stortte levenloos neer.
En toch was dit ene slachtoffer niet voldoende. Nadat dit afschuwelijk voedsel, hoe ook met de verdeling werd gerekt, verteerd was, moest er een tweede vallen. Thans werd er evenwel zonder tegenkanting geloot, waarna een tweede neger, door het lot aangewezen, door een pistoolschot van het leven beroofd en werkelijk tot voedsel gebruikt werd.
Onder zulke hachelijke omstandigheden zijn de schipbreukelingen eerst na 81 dagen omzwerven te Doreh, in de Geelvinksbaai aangekomen, alwaar door de heer P. Kervel, Belgisch consul op Java, ingevolge de door hen afgelegde verklaringen, het officieel rapport van hun wedervaren is opgemaakt. Omtrent de genoemde matroos Alting is later nog vernomen, dat hij twee maanden na het afscheid van zijn vier metgezellen, door de JAN VAN BRAKEL naar Japan aan boord genomen is, alwaar hij voor het Nederlandse opperhoofd, mr. J.H. Donker Curtius, de nodige verklaringen heeft afgelegd.

Afbeelding
Datum 17 maart 1860
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 16 maart. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 22 schepen:
Voor Rotterdam: VAN OLDENBARNEVELD, kapt. C.L.Torby Daniel (opm: fregat OLDENBARNEVELD, kapt. C.L. Torley Duwell); GERARDUS JACOBUS, kapt. J.J. Kilian; JAN VAN BRAKEL, kapt. C. Verhey, Rz; NOVA ZEMBLA, kapt. A.J.B. Hordijk; VALPARAISO, kapt. E.J. Kok; FOP SMIT, kapt. L. Hoefman.
Voor Amsterdam: AMSTERDAM, kapt. A.H. Wehdemeijer; MARIA VERONICA, kapt. T. Mulder; ZAANSTROOM, kapt. R.L. Schaap; AMERIKA, kapt. P.L. Zeeman; PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. C.C. de Wit; PETRONELLA CATHARINA, kapt. C.H. van Veen; WALVISCH, kapt. T. Schut; LOEVESTEIJN, kapt. C. Vonck; HOLLANDIA, kapt. P. Wap; IJSSEL, kapt. C. Maarschalk; SOPHIA AMALIA, kapt. C. van Veen.
Voor Dordrecht: IDA WILHELMINA, kapt. B.P. van Weyland; BIESBOSCH, kapt. J.H. Mugge; JUNO, kapt. W.J. Chevalier; SUMATRA, kapt. R. Grivel.
Voor Schiedam: STAD SCHIEDAM, kapt. F. Wulp.

Afbeelding
Datum 14 april 1860
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Hongkong, 27 februari. Het Nederlandse schip (opm: bark) JAN VAN BRAKEL, kapt. C. Verheij, dat 14 dezer alhier, na een reis van 35 dagen van Soerabaija arriveerde, is op de reis door zware stormen belopen en heeft daarin een lek bekomen en zeilen verloren. Na ontlossing van de lading zal men eerst kunnen beoordelen, welke reparatie het schip moet ondergaan.

Afbeelding
Datum 01 mei 1860
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 2 mei. Volgens particulier bericht uit Hongkong, d.d. 14 maart, was de JAN VAN BRAKEL, kapt. Verhey, overkant geweest en de metalen huid in zeer goede staat bevonden, zodat het schip slechts van een nieuwe loze kiel voorzien en onder de schuurgang gekalefaterd moest worden.

Afbeelding
Datum 10 november 1860
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Mauritius, 29 september. Het Nederlandse schip JAN VAN BRAKEL, kapt. Verhey, van de Wijnkopersbaai naar Rotterdam, is hier de 24e dezer binnengelopen om een lek te stoppen.

Afbeelding
Datum 11 november 1860
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Mauritius, 6 oktober. Het schip JAN VAN BRAKEL, alhier lek binnengelopen – zie NRC van gisteren – is bezig de lading te lossen.

Afbeelding
Datum 12 november 1860
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 11 november. Volgens bericht van Mauritius, aan assuradeurs medegedeeld, was de schade aan het schip JAN VAN BRAKEL onbeduidend. Slechts 70 ton goederen waren gelost, het lek aan de steven hersteld en de kosten zouden niet veel bedragen, omdat het schip noch in het dok noch op de sleephelling behoefde te halen. In de eerste helft van oktober zou de JAN VAN BRAKEL de reis naar hier voortzetten.

Afbeelding
Datum 16 april 1861
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Advertentie. De makelaars F.N. Montauban van Swijndregt, W. van Dam H.Hzoon, W.H. Montauban van Swijndregt, B.C.D. Hanegraaff en H. N. Montauban van Swijndregt te Rotterdam, zullen op last van hun meesters op dinsdag de 30e april des namiddags ten half een uur, in de zaal aan de Scheepmakershaven, Wijk 1, no. 499, publiek verkopen: het snelzeilend gekoperd en kopervast Nederlands barkschip JAN VAN BRAKEL (opm: thuishaven Rotterdam), laatst gevoerd door kapt. C. Verheij Bz, volgens meetbrief lang 34 el 30 duim, wijd 6 el 36 duim, hol 5 el 3 duim, en alzo groot 488 ton, met al deszelfs rondhout, staand en lopend want, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere scheeps-gereedschappen, zoals hetzelve thans is liggende in de Zalmhaven binnen deze stad.
Nog zullen afzonderlijk worden verkocht twee chronometers, van Charles Frodsham no. 2877 en 2166, benevens enige kaarten en boeken.
Nadere informaties zijn te bekomen bij bovengemelde makelaars.

Afbeelding
Datum 01 mei 1861
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Publieke verkopingen op dinsdag 30 april in de zaal op de hoek van de Scheepmakershaven en Bierstraat te Rotterdam:
-  Het Nederlands barkschip PRESIDENT VAN BUREN, groot 131 lasten, gebouwd in 1849: verkocht om NLG 7.600.
-  Het Nederlands barkschip JAN VAN BRAKEL, groot 488 ton, gebouwd in 1850: verkocht om NLG 14.600, twee chronometers à NLG 250 en NLG 202, een sextant NLG 41, boeken NLG 15, kaarten NLG 25.

Afbeelding
Datum 09 oktober 1861
Krant JB - Javabode
Type bericht Verkoop schepen

In Nederland geveilde schepen en scheepsparten:
Te Rotterdam op 13 augustus 1861:
-  Het schip (opm: bark) BROUWERSHAVEN, kapt. J.J. Bouman, gebouwd in 1841, groot 316 lasten, voor NLG 19.400 verkocht.
Te Rotterdam op 20 augustus 1861:
-  Het schip ANTHONIA GEERTRUIDA (opm: bark ANTONIA GEERTRUIDA), kapt. S. de Boer, gebouwd in 1857, groot 367 lasten, voor NLG 56.000 verkocht aan de rederij Gebr. Goedkoop te Amsterdam.
Te Amsterdam op 19 augustus 1861:
-  1/16e Part in het schip ANNA MARIA HENRIETTE (opm: schoener ANNA MARIA HENRIETTA, kapt. D. Gollards, gebouwd in 1854, groot 101 lasten: niet geveild.
-  1/140e Part in het schip (opm: bark) NIEUW LEKKERLAND, kapt. M.B. Hoffman, gebouwd in 1842, groot 351 lasten, voor NLG 115 verkocht.
-  Vier aandelen elk à NLG 1.000 in de Reederij-Societeit bij J. Rahder & Co; niet geveild, zijnde uit de hand verkocht.
Het schip (opm: bark) JAN VAN BRAKEL, vroeger in veiling verkocht aan de reder J. van Delft te Overschie, is thans genaamd HELENA en gevoerd door kapt. J.A. van Winkel.
Het schip (opm: bark) HERMAN, kapt. M. van Velthoven, wordt thans genaamd JOHANNA ELISABETH en gevoerd door kapt. N. Burhoven Junius.

Afbeelding
Datum 15 februari 1863
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 14 februari. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht  de navolgende 16 schepen:
Voor Rotterdam : HELENA EN ANNA, kapt. J. C. F. Lüpcke; JOHANNES MARTINUS, kapt. J. Kooy; KINDERDIJK, kapt. D. Zwanenburg; HEBË, kapt. A. Kiehl; LANDBOUW, kapt. E. A. Kleynenberg; BEZOEKI, kapt. C. J. A. K. Reckers.
Voor Amsterdam: HENRIETTE GEERTRUIDA, kapt. F. C. de Boer; MARGARETHA SIMONETTA, kapt. F. J. Hoffman; HENDERIKA, kapt. N. M. Oudshoorn de Groot Stiffry;
BANTAM, kapt. J. P. Claasen; TELANAK, kapt. F. H. Popken; PETRONELLA CATHARINA, kapt. C. H. van der Veen; AMSTERDAM, kapt. A. H. Wehdemeijer; MENTOR, kapt. P. P. Duinker Jr.
Voor Dordrecht: EGIDIA EN PAULINE, kapt. P. P. Hoogland.
Voor Schiedam: HELENA, kapt. H. P. Dill qq.

Afbeelding
Datum 05 mei 1864
Krant DC - Dordtsche Courant

Zeetijdingen.
Voor Dordrecht ingeklaard: HARRIET EN ELIZE, kapt. J. Gostelow, van Londen, met 110 ton gebroken glas.
Helvoet, 3 mei. Aangekomen: AGATHA CATHARINA, kapt. H.H. de Weerd, van St. Ubes; CALIFORNIE, kapt. Valk, van Palermo; FORTUNA, Hogerwerff, van Lissabon ; HUNZE, kapt. Mulder, van Triëst; Eliza, kapt. De Boer, van Alicante; KLEINKINDEREN, kapt. De Jong, van Faro; TREWARTHA, kapt. Johns, van Runcorn; ROTTERDAM, van Cardiff; BITTERN, van Liverpool; VOLUNTEER, van Leith; AURORA, kapt. De Jonge, van Libau.
Vertrokken: ROLLO, kapt. Allcock, naar Guernsey; GLEANER, kapt. Press, en JANE, kapt. Owens, beiden naar Middlésbro'; COURIER, kapt. Meuldijk, naar Sunderland; ACTIV, kapt. Hutchinson; ELVIRA, kapt. Robinson; KATE, kapt. Rhodes, en W.S.R., kapt. Spierke, allen naar Hartlepool; OCEAAN, kapt. Storm; MARY MARGRETH, kapt. Annis; ELIZABETH, kapt. Thompson, en MARY, kapt. Silverspare, allen naar Newcastle; PRINCESS ALICE, naar Harwich; WLADIMIR, kapt. Heimberg, naar Windau; AEGIR, kapt. Pehrsson, naar Elseneur;
AUGUSTE, kapt. Erichs, naar Bremen; ALBATROSS, naar Liverpool.
Brouwershaven, 2 mei. Aangekomen: JAN V. GALEN, kapt. De Boer, van Batavia; HOLLANDIA, kapt. Wap, van Banjoewangie. 8 dito, CONSTANTIA, kapt. Overgaauw, van Batavia; JAVA, kapt. Mann, van Banjoewangie; LIZLIE MAY, kapt. May, van Runcorn.
Vertrokken: HELENA, kapt. Dil, naar Macassar; JAMES LITTLEFIELD, kapt. Bartles, naar Cardiff.
Van Texel vertrokken, 3 mei, GELDERLAND, kapt. Gaaff, en NIEUW HOLLAND, kapt. Witting, beiden naar Batavia.
Te Zierikzee aangekomen, 3 mei, BILDERDIJK, kapt. A. Viëtor, v. Banjoewangie.
Helvoet, 4 mei. Aangekomen: VRIENDSCHAP, kapt. Elles, van Colberg; ALBERTA ROMELING, kapt. De Vries, van Lissabon.
Voorgaats: BENGALEN, kapt. Van der Meulen. Vertrokken: EARL OF AUCKLAND, stoomboot, naar Londen; SEAHORSE, stoomboot en ALBERT, stoomboot, beiden naar Hull.

Afbeelding
Datum 14 mei 1864
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 13 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 22 schepen:
- voor Rotterdam: EUROPA, kapt. J.C.F. Lupcke Jr.; SILENTIUM, voorheen genaamd RHIJNVIS FEITH, kapt. J.A.N. Schagen van Leeuwen; JOHANNA, voorheen genaamd VERTROUWEN, kapt. A. Verduyn; VIER GEBROEDERS, kapt. C.J. Bunk; KAAP HOORN, kapt. L.J. Dik; RUDOLF, voorheen genaamd CORNELIA, kapt. K.F. Meinsma; MINISTER THORBECKE, kapt. W.H. Kannegieter en COLUMBINE, kapt. E.J. Kok.
- voor Amsterdam: JACOB ROGGEVEEN, de 26e september 1863 te water gelaten, kapt. J. Vos van Marken; JAN HENDRIK, kapt. J. Lelyvelt; DE ZWAAN, kapt. O. Doekzen; A. R. FALCK, kapt. D. v.d. Plas; SENIOR, kapt. R.P. Bakker; WILDEMAN, kapt. A.J. Driest; HELENA EN ANNA, kapt. W. van Aalborg; VIER GEZUSTERS, kapt. S.K. Otto; NIEUW HOLLAND, kapt. W. Witting; HELENA, voorheen genaamd JAN VAN BRAKEL, kapt. H.P. Dill; KINDERDIJK, kapt. D. Zwanenburg en TELANAK, voorheen genaamd HERCULES, kapt. F.H. Popken.
- voor Schiedam: JACOBA HELENA, kapt. J.J. Swart.
- voor Middelburg: STAD MIDDELBURG, kapt. D.D. Ouwehand.

Afbeelding
Datum 05 juni 1865
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Schepen in lading

Advertentie. Schepen in lading te Amsterdam naar:
- Batavia en Soerabaija. De bark NICOLAAS WITSEN, kapt. J. Portengen.
- Batavia en Soerabaija. De clipper-fregat LOUISE, kapt. P. Buys Jr.
- Samarang. De brik MATHILDE, kapt. J.H. Fekkes.
- Soerabaija (direct). Het barkschip QUINTET, kapt. L. Slijboom.
Adres: Oolgaardt & Bruinier.
- Batavia en Samarang. De bark CONSTANCE, kapt. M. Kimmerer.
Adres: Oolgaardt & Bruinier alhier en Vlierboom & Suermondt te Rotterdam.
- Kanagawa en Decima. De brik Bantam, kapt. J.P. Claasen.
Adres: De Coningh & Co, alhier en P.A. van Es & Co te Rotterdam.
- Kanagawa en Decima (direct). De Nederlandse bark BATAVIA, kapt. J. D. van Dolder.
Adres: B.D. Bosscher & Zoon, Oolgaardt & Bruinier alhier en Meijer & Ortmann en Vlierboom
& Suermondt te Rotterdam.
- Padang. Het clipper-barkschip EXCELSIOR, kapt. H. Wijtenhorst.
Adres: Hoyman & Schuurman of De Coningh & Co.
- Padang. Het barkschip ANNA EN JEANNETTE, kapt. L. de Haan.
Adres: Oolgaardt & Brunier te Amsterdam, en Ruys & Kellar te Rotterdam.
- Padang. De Nederl. bark HELENA, kapt. H.P. Dil.
Adres: Wed. Jan van Wesel & Zoon.
- Samarang (direct.) De Nederl. bark ALBLASSERWAARD, kapt. F.L. Zeck.
Adres: De Coningh & Co.
- Soerabaija (direct). De Nederl. bark BELLATRIX, kapt. H.C. Haacke.
Adres: d'Arnaud & Co.
- Suriname. De Nederlandse bark MARNIX, kapt. L.P. Wassenaar.
Adres: D. Heijdeman Jr. en d'Arnaud & Co.

Afbeelding
Datum 02 juli 1865
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Schepen in lading

Schepen in lading te Amsterdam naar:
- Batavia en Soerabaija. Het clipper-fregat LOUISE, kapt. J.P. Buys Jr.
- Decima en Kanagawa. De ijzeren bark HERMINE MARIE ELISABETH, kapt. U. Bonjer.
- Samarang. De brik MATHILDE, kapt. J.H. Fekkes.
- Samarang (direct). Het barkschip GERREDINA WILHELMINA, kapt. C. van der Zee.
- Suriname. De ijzeren brik WALBORG, kapt. J. Coller.
Adres: Oolgaardt & Bruinier.
- Batavia en Samarang. De bark CONSTANCE, kapt. M. Kimmerer.
Adres: Oolgaardt & Bruinier alhier en Vlierboom & Suermondt, te Rotterdam.
- Danzig. De Nederlandse kof CONCORDIA, kapt. T.H. Naatje.
- Odense. Het Nederl. schip (opm: hektjalk) BATTRUIDA BATTRUIDA, kapt. R. Kladder.
Adres: A. Spekman.
- Kanagawa en Decima. De brik BANTAM, kapt. J.P. Klaasen.
Adres: De Coningh & Co, alhier en P.A. van Es & Co te Rotterdam.
- Kanagawa en Nagasaki (Decima). De clipper-brik GLORIA, kapt. J.H. Puister.
Adres: Meijer & Ortmann, Hudig & Blokhuijzen en Vlierboom en Suermondt te Rotterdam, en B.D. Bosscher & Zoon te Amsterdam.
- Kaap de Goede Hoop, Port Elisabeth en Port Natal. De Nederlandse brik WILDEMAN, kapt. A.I. Driest.
Adres: Hudig & Blokhuyzen en Kuyper, Van Dam & Smeer te Rotterdam en Hoyman & Schuurman alhier.
- Padang. Het clipper-barkschip EXELSIOR, kapt. H. Wijtenhorst (opm: eerste reis).
Adres: Hoyman & Schuurman of De Coningh & Co.
- Padang. Het barkschip ANNA EN JEANNETTE, kapt. L. de Haan.
Adres: Oolgaardt & Bruinier te Amsterdam, en Ruys & Kellar te Rotterdam.
- Padang. De Nederl. bark HELENA, kapt. H.P. Dil.
Adres: Wed. Jan van Wesel & Zoon.
- Samarang (direct). De Nederl. bark ALBLASSERWAARD, kapt. F.L. Zack.
- Samarang (direct). De Nederlandse fregat TELANAK, kapt. F.H. Popken.
Adres: De Coningh & Co.
- Singapore en Hongkong. De Nederlandse bark BERNARD EN AGNES, kapt. B. Ordeman.
Adres: J. Daniels & Zonen en Arbman.
- Soerabaija (direct). De Nederlandse bark BELLATRIX, kapt. H.G. Haacke.
Adres: d’Arnaut & Co.
- Suriname. De Nederlandse bark MARNIX, kapt. L.P. Wassenaar.
Adres: D. Heijdeman Jr. en d’Arnaud & Co.

Afbeelding
Datum 02 augustus 1865
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Schepen in lading

Schepen in lading te Amsterdam naar:
- Decima en Kanagawa. De ijzeren bark HERMINE MARIA ELISABETH, kapt. U. Bonjer. ~ Adres: Oolgaardt & Bruinier.
- Kanagawa en Nagasaki (Decima). De clipper-brik GLORIA, kapt. Puister.
- Kanagawa en Nagasaki (Decima). De clipper-brik GLORIA, kapt. Puister.
Adres: Meijer & Ortmann, Hudig & Blokhuijzen en Vlierboom & Suermondt te Rotterdam, en B.D. Bosscher & Zoon te Amsterdam.
- Kanagawa en Decima. De Nederlandse bark CHINA, kapt. E. Tofield.
Adres: de Coning &Co. alhier en P.A. van Es & Co. te Rotterdam.
- Naar Kaap de Goede Hoop, Port Elisabeth en Port Natal. De Nederlandse brik WILDEMAN, kapt. A.I. Driest.
Adres: Hudig & Blokhuijzen en Kuyper, Van Dam & Smeer te Rotterdam en Hoyman &
Schuurman alhier.
- Padang. Het clipper-barkschip EXCELSIOR, kapt. H. Wijtenhorst.
Adres: Hoyman & Schuurman of De Coningh & Co.
- Padang. Het barkschip ANNA EN JEANNETTE, kapt. L. de Haan.
Adres: Oolgaardt & Bruinier te Amsterdam, en Ruys & Kellar te Rotterdam.
- Padang. De Nederl. bark HELENA, kapt. H.P. Dil.
Adres: Wed. Jan van Wesel & Zoon.
- Samarang. De brik MATHILDE, kapt. J.H. Fekkes.
- Samarang direct. Het barkschip PADANG PACKET, kapt. P. Huidekoper Jzn.
- Soerabaija direct. Het ijzeren barkschip PRESTO, kapt. U. Bonjer.
- Suriname. De ijzeren brik WALBORG, kapt. J. Coller.
Adres: Oolgaardt & Bruinier.
- Soerabaija (direct). De Nederl. bark BELLATRIX, kapt. H.O. Haacke.
Adres d'Arnand & Co.
- Soerabaija en Macasser. De Nederl. bark HENDERIKA, kapt. Outshoorn de Groot Stiffry.
Adres: de Coningh & Co en de Wed. Jan van Wesel & Zn. en P.A. van Es & Co, te Rotterdam.
- Suriname. De brik ALBRECHT FREDERIK, kapt. Meijer.
Adres: Bosscher & Zoon alhier.

Afbeelding
Datum 13 april 1867
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 12 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende schepen, als :
Voor Rotterdam : HOLLANDSTROUW, kapt. K. P. Brauer ; KORTENAER, kapt. A. F. Schuchard , ZEEMANSHOOP, kapt. J. D. van Monnom ; COLUMBINE, kapt. C. A. Malbranc, en PHILIPS VAN MARNIX, kapt. L. F. van Ruyen.
Voor Amsterdam : AUGUSTA, kapt. J. van Tubergen ; KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE YACHTCLUB, kapt. J. Zwart ; HELENA, kapt. H. P. Dill ; WILLEMINA EN CLARA, kapt. A. A. H. van Herwerden ; LOUISA, kapt. U. Bonjer ; NIJVERHEID, kapt. C. Schaap ; SENIOR, kapt. R. P. Bakker, JACOB ROGGEVEEN, kapt. J. Vos van Marken ; A. R. FALCK, kapt. D. van der Plas ; HENRIETTA GEERTRUIDA, kapt. T. C. de Boer ; HENDERIKA, kapt. J. R. Lusink.
Voor Schiedam : VRIENDSCHAP, kapt. J. L. ter Bruggen.
Voor Dordrecht : BROUWERSHAVEN, kapt. A. Huizer.
Voor Middelburg : STAD MIDDELBURG, kapt. L. P. de Vries.

Afbeelding
Datum 12 april 1868
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Advertentie. W. Bakker Bz, makelaar, zal op maandag 27 april 1868, des avonds ten 6 ure, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ te Amsterdam, ten overstaan van de deurwaarder B.D. Beets, verkopen een extra ordinair, gekoperd en kopervast barkschip, genaamd HELENA, gevoerd door kapt. H.P. Dill, varende onder Nederlandse vlag, volgens Nederlandse meetbrief lang 34 el 40 duim, wijd 6 el 80 duim, hol 4 el 80 duim, en alzo gemeten op 499 tonnen of 263 lasten. Het voorzegde barkschip ligt te Amsterdam aan de Oosterdoksdijk. Breder bij inventaris en bericht bij bovengemelde makelaar.

Afbeelding
Datum 29 april 1868
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Publieke verkopingen in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ te Amsterdam op maandag 27 april: het barkschip HELENA, 499 tonnen, gebouwd in 1850, kapt. H.P. Dill: NLG 9.800. Koper H. Tollenaar.

Afbeelding
Datum 04 mei 1881
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Nieuwediep, 3 mei. Het Nederlandse barkschip HELENA, kapt. Teensma, werd heden voor NLG 5.750 in publieke veiling verkocht aan de heer M. van Neck alhier.

Afbeelding
Datum 04 mei 1885
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Gepasseerd te Elseneur op 27 april: kapt. Koen, ZEEMEEUW, van Yarmouth naar de Oostzee; kapt. Geertsema, ALIDA, van Sunderland naar Riga; kapt. Duinker, ST. CHRISTOPHORUS, van Nieuwediep naar Kötka; kapt. Ritsema, KIJKDUIN, van Nieuwediep naar Lovisa. Voor de 29e april: kapt. Gras, HELENA, van Memel naar Londen.

Afbeelding