Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
K.H.de Groot was met vlagnummer R27 in de periode 1845 t/m 1861 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1864 van het College te Rotterdam (Maritiem Museum, Rotterdam) is vermeld dat de weduwe van K.H. de Groot in 1864 is hertrouwd en dus geen uitkering van de Maatschappij ontving.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein K.H. de Groot in de ledenlijsten vermeld als gezagvoerder in058:
* 1849, 1851 van de bark “Macao” 200 last W. Versluys te Rotterdam
* 1855, 1858, 1859 van de bark “H.Vincentius van Paulo” 221 last J.H. van Gent te Schiedam
K.H.de Groot was in 1861 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
K.H.de Groot was in 1846 de eerste gezagvoerder van de bark "Japara (I)" van de rederij W.Ruys J.Dz te Rotterdam024.
Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden ene kapitein K.H.de Groot als gezagvoerder gedurende:
* 1845 t/m 1847 als gezagvoerder van de schoenerbrik “Equator”, gebouwd in 1837 te Rotterdam, 150 ton o.m., varend voor J.Hudig te Rotterdam. Het schip werd in 1848 verkocht aan rederij H.van Rijckevorsel te Rotterdam en herdoopt in “Gouverneur van der Eb”;
* 1847 t/m 1849 van de bark “Japara”, gebouwd in 1846 te Kinderdijk, 450 ton o.m., varend voor Wm.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1850 t/m 1853 van de bark “Macao”, gebouwd in 1848 te Capelle aan de IJssel, 381 ton o.m., varend voor W.C. Versluys te Rotterdam;
* 1854 t/m 1860 op de bark “Heilige Vincentius van Paulo”, de kiel gelegd op 08 februari 1850 en te water gelaten op 29 maart 1851 op de werf van de Lelie te Schiedam onder scheepsbouwmeester G.Lindeman, 222 last/463 ton o.m., varend voor reeder J.H.van Gent te Schiedam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Frans F. Zeven werd geboren op 27.01.1815 te Oude Pekela als z.v. Frans H. Zeven (schipper) en Hindrikje Jacobs.
Frans F. (25) (koopvaardijkapitein) trouwde op 25.01.1841 met Hilletje Engels (24) - geb. te Amsterdam - d.v. Jappe Alderts Engels en Eeuwk Annes Lammerts.
Hij was getrouwd met Hilletje Engels, geboren 08 januari 1817 . Na het overlijden van haar man hertrouwde zij in 1861 met Marinus Johannis Verhagen.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
F.F.Zeven werd met vlagnummer 422 per 24 juli 1838 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op voordracht van kapitein J.E.van Hoogenhuijse. Als zijn schip is genoemd de “Alkmaar”. Toegevoegd is “overleden”.002. Ten tijde van de inschrijving was Frans Zeven 23 jaar en ongehuwd.002a
In de Algemene Vergaderingen van “Zeemanshoop” van 17/24 juli 1838 werd voorgedragen/benoemd als effectief lid Frans Fransen Zeven, oud 23 jaar, voerend de kof “Alkmaar”, wonende bij de wed. Zeven in de Oude Teertuinen te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.E. van Hoogenhuyze. Hij kreeg vlagnummer 422023
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 februari 1852 vraagt de weduwe van kapitein F.F.Zeven geb. Engels om een uitkering, die haar in de vergadering van 30 maart 1852 wordt toegekend aan haar en 3 kinderen met ingang van 01 november 1851.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 februari 1861 meldt de wed. F.F.Zeven geb. Engels te zijn hertrouwd met M.J.Verhagen.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 13 april 1852 wordt gemeld dat aan de wed. van kapitein Zeven per 01 november 1851 een uitkering is toegekend voor haar en 3 kinderen.0233
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 02 april 1861 wordt gemeld dat de wed. F.F.Zeven geb. Engels is hertrouwd met M.J.Verhagen en bedankt voor de uitkering023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 23 juli 1867 staat een “Brief van den Heer D.Doornbos Borchers verzoekende een gratificatie voor de drie onmondige dochters van wijlen kapitein Zeven, welk veroek werd afgewezen.023. Er is geen zekerheid dat het gaat om de kinderen van F.F.Zeven.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop”001
vlag jaren type scheepsnaam reder/boekhouder
422 ` 1838-1841 kof Alkmaar geen opgave
1842-1846 bark Dankbaarheid J.Kruyt
1848-1840 bark Drie Gebroeders W.Ruijs JDz, R’dam
1850 bark Japara idem
1851 bark Cornelis Wernard Eduard idem
1852 bark Jeannette idem
Bouma025 vermeldt kapitein F.F.Zeven als gezagvoerder gedurende:
* 1838 t/m 1842 van de schoenerkof “Alkmaar”, gebouwd in 1837 te Alkmaar, 80 ton o.m., varend voor H. de Coster te Alkmaar;
* 1843 t/m 1847 van de bark “Dankbaarheid”, gebouwd in 1843 te Alkmaar, 304 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz- te Rotterdam;
* 1848 van de bark “Drie Gebroeders, gebouwd in 1844 te Slikkerveer, 412 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam
* 1850 van de bark “Japara”, gebouwd in 1846 te Kinderdijk, 450 ton o.m., varend voor Wm. Ruys JDz te Rotterdam
* 1850 t/m 1851 v an de bark “Cornelis Wernard Eduard”, gebouwd in 1839 te Kinderdijk, 606 ton o.m., varend voor Wm. Ruys JDz te Rotterdam;
* 1852 van de bark “Jeannette”ex Borneo, gebouwd in 1842 als “Borneo”bij Corn. Gips & Zn te Dordrecht , 652 ton o.m., en direct overgenomen door W.Ruys JDz te Rotterdam “…in 1852 aanvaring bij Cowes met een Engels vaartuig. Reparaties vorderden vier maanden “o.a. 024
De volgende monsterrol bevindt zich in het Stadsarchief van Amsterdam
Inv. 38 nr. 150 dd 17 juli 1838 vermeldt de kof “Alkmaar”, kapt. Frans Fransen Zeven. Bestemming Oostzee. Boekhouder Canne & Balwee. Voorts 5 bemanningsleden.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Lourens van Haften, gereformeerd, lengte 147 duim, werd ingeschreven als leerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op 30 augustus 1828. Hij werd geboren te Brielle op 22 maart 1815. Zijn ouders waren Hendrik van Haften, in leven "Med.Doctor & Chirurgijn", en Elisabeth van Nuebergh. Beiden waren in 1828 reeds overleden. Voogd was C.A.van Nuebergh. Vanaf januari 1830 werden van de vorderingen 3-maandelijkse rapporten opgemaakt in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (hollands, frans en engels), scheepswerk en tekenen. Voorts werden de volgende aantekeningen gemaakt:
15 maart 1831 "door Predikant Wunder aangenomen als Lidmaat der Ned.Hervormde Gemeente".
14 december 1831 "geplaatst als Ligtmatroos op het schip Louisa Agatha Capt.H.Mulder naar Philadelphia en Cuba voor Amsterdam". Gagie ¦10,-".
21 juli 1832 "terug van de reis met goede attestatie".
18 februari 1833 "geengageerd als 4de stuurman bij Z.M.Marine ter rolle van het Wachtschip Kenau Hasselaar à ¦26,- en zulks als vrijwilliger zoo lange de tegenwoordige tijdsomstandigheden zullen duren".
13 maart 1833 "uit het Gesticht naar zijne bestemming vertrokken".
02 juli 1833 "met eervol ontslag terug uit Z.M.Zeedienst".
03 juli 1833 "eervol ontslagen"004(532/1656).
-
van Haften zou zijn geboren in 1815 te Brussel en overleden in mei 1875.064.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.van Haften werd met nr.632 effectief lid van Zeemanshoop per 05 juli 1842 op voorspraak van P.M.Vogelsang. Zijn schip was de "Abel Tasman"002. Ten tijde van de inschrijving waren van Haften en zijn vrouw 27 resp. 20 jaar002a
In de Algemene Vergaderingen van 18 juni/05 juli 1842 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop zijn tot effectief lid voorgedragen/benoemd Laurens van Haften, oud 27 jaar, voerend de bark “Abel Tasman”, afkomstig uit Dordrecht, op voordracht van kapitein P.H.Vogelsang.023.
-
van Haften was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1842 t/m 1872 met de vlagnummers 632 (1842 t/m 1854) en 280 (1854 t/m 1872)
-
van Haften wonend te Rotterdam was in de periode 30 september 1842 t/m zijn overlijden in mei 1875 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” met vlagnummer 63. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de bark “Abel Tasman”111 en 64a
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd oktober 1842 staat de inboeking van f 15,- als entreegeld van kapitein L. van Haften064b
In het kasboek van het Dordtse College dd 09 juni 1875 staat de de boeking van de uitkering aan de weduwe van kapitein L. van Haften van de regelementair toegestane f 200,-.064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat L. van Haften als gezagvoerder064a:
* 1843 t/m 1846; bark “Abel Tasman” boekhouders J.B. ’t Hooft & F.C.Déking Dura te Dordrecht
* 1850; 1852 bark “Japara” boekhouder W.Ruis JDz te Rotterdam
* 1853 t/m 1859; 1861; 1874 geen vermelding van een schip
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
632 1842-1846 bark Abel Tasman J.B.'tHooft&F.C.Deking Dura te Dordrecht
1848-1849 fregat Jacoba Helena W.Ruijs JDz te Rotterdam
1850-1852 bark Japara idem
1853 geen vermelding van schip en boekhouder
280 1854-1872 geen vermelding van schip en boekhouder.
Bouma025 vermeldt L.van Haeften(sic) als gezagvoerder gedurende:
* 1843 t/m 1848 van het 3/m schip “Abel Tasman”, gebouwd in 1824 te Amsterdam, 300 ton o.m., varend voor J.B.’t Hooft & F.C.Deking Dura te Amsterdam. Het schip werd in 1848 verkocht en in 1849 (volgens een aantekening in Veritas) gesloopt (volgens Verhoeff dd 2005);
* 1849 t/m 1850 van het fregat “Jacoba Helena” ex Erfprinses Sophie, gebouwd in 1840 te Middelburg, 750 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1851 t/m 1853 van de bark “Japara”, gebouwd in 1846 te Kinderdijk, 450 ton o.m., varend voor Wm.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1854 op het 3/m schip “Stad Dordrecht”, gebouwd in 1830 op de werf van Jan Schouten te Dordrecht, 780 ton o.m., varend voor J.S.Vriesendorp te Dordrecht. Het schip is in 1854, op weg van Akyab naar Hamburg, lek te Penang binnengelopen en werd afgekeurd.
L.van Haften was in 1848 de eerste gezagvoerder van het fregat "Jacoba Helena" van rederij W.Ruys J.Dz 024. Hij was van 1851-1853 gezagvoerder van de bark de "Japara", 452 ton en gebouwd in 1846 bij Fop Smit te Kinderdijk voor W.Ruys J.Dz.. "... in april 1852 gestrand in het Engels Kanaal nabij Campton Bay (Isle of Wight) en vlotgebracht na het kapen van de masten ...024 en 025.
Overige bijzonderheden
Op 06 juli 1847 werd Abraham van der Eyk vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op het schip de "Abel Tasman" onder kapitein van Haften voor een reis naar Batavia vanuit Dordrecht. Hij keert terug op 01 juni 1848004(533/2010).
11 november 1847, op de reede van Batavia aan boord van de “Urania” onder kapitein Cornelis Abrahamsz. Jr:
“Gelijk met ons was hier noch eene Hollandsche kapitein aangekomen namentlijk van Haeften, van de Abel Tasman.”080-p.209.
10 november 1847, aan boord van de “Urania” onder kapitein Cornelis Abrahamsz. Jr:
“…om 12 ure eindelijk … zeilden de eilanden Middelburg, Amsterdam, Haarlem, Rotterdam en Onrust voorbij en zagen nu een digt bosch van schepen waar wij om 4 ure tusschenin kwamen, en daar het anker lieten vallen te gelijk met dat andere Hollandsche schip dat met ons de Straat Sunda in gezeild was, de Abel Tasman gevoerd door kapitein van Haaften.”
p.27/28 uit: Anna Abrahams. Journaal eener Oostindiesche Reis. De belevenissen van een tienjarig meisje in 1847 en 1848.
Geannoteerde uitgave door de stichting Terra Incognita te Amsterdam. 1993. 72 pp.
In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat de volgende vermelding109:
11 november 1847 te Batavia met de “Urania”:
“Gelijk met ons was hier noch eene Hollandsche Kapitein aangekomen namentlijk van Haeften, van de Abel Tasman. Deze was zeer vriendelijk en voorkomend…”.
Ontleend aan. van Blokland-Visser064 :
MRD = monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht.
Op 12 augustus 1839 (MRD 940) monsterde van Haften als 2e stuurman, 24 jaar, wonende te Amsterdam en met een maandgage van f 50,- op het fregat “De Stad Dordrecht” onder kapitein Jn van Nassau.
Op 04 april 1843 (MRD nr. 1163) is hij kapitein op de bark “Abel Tasman” en vertrekt met 17 man naar Batavia. Met dit schip maakte hij nog 4 reizen. Na 20 mei 1848 werd het schip publiek verkocht.
Op 22 mei 1853 vertrekt hij als gezagvoerder met “de Stad Dordrecht” naar Batavia. Dit is dan de 15e reis van dit schip dat in 1854 wordt afgekeurd en in Penang wordt verkocht.
De bark “Japara” onder kapitein L. van Haften vertrok in 1850 vanuit Hellevoetsluis en arriveerde via Kaap Hoorn op 01 augustus te Valparaiso. Het schip kwam via Kaap Hoorn wederom te Rotterdam ca juni 1852. 121
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.Kramer(s) als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1855 van de bark “Japara”, gebouwd in 1846 te Kinderdijk, 450 ton o.m., varend voor Wm.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1857 t/m 1859 van de bark “Resident van Son”, gebouwd in 1849 te Kinderdijk, 677 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam
* 1860 op de bark “Ida Elisabeth”, gebouwd in 1856 te Kinderdijk, 724 ton o.m., varend voor Wm.Ruys JDz te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1854 |
Kapitein: |
Kramer/Kramers, C. |
College: |
Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam |
Vlagnummer: |
357 |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
NRC 20 mei 1856
Advertentie. Geachte landgenoten! Heden trof mij de gevoeligste slag mijns levens, daar ik tot mijn diepe droefheid met mijn kinderen, welke te jong zijn om hun verlies te beseffen, moest vernemen, dat mijn geliefde echtgenoot Coenraad Smidt Kleij, kapitein ter koopvaardij, voerende het schip JAPARA, op zijn reis van Rotterdam naar Moulmain, afgevaren in oktober 1855, met wie ik bijna twaalf jaren in een gelukkige echt verenigd was, op de 2e maart jl, bijna zijn bestemming bereikt hebbende, door de dood mij zag ontrukken en aldaar is ter aarde besteld; die ongeveer een jaar te voren schipbreuk leed op de kust van Akyab, doch bij alle verlies zijn leven heeft mogen behouden, en nu zijn eerste reis als kapitein niet mocht volbrengen. Ik moet in mijn diep gevoelde wonde mij aan het vrijmachtig welbehagen des Allerhoogsten en aan Zijn beschikking onderwerpen, hoe zwaar dit verlies mij treft. Maar thans een blik op mijzelf slaande wegens de verzorging van mij en mijn kinderen en bovendien in zwangere toestand verkerende, onderwerp ik, nu ik geheel ophoud eigen middelen van bestaan te bezitten, dit aan het hart van de weldenkende lezer, en bijzonder aan hen, die de overledene bijna vijf en twintig jaren meer of minder hebben gekend, en die in mijn stand meer bevoorrecht zijn dan ik. Ik roep van harte uw menslievende en welwillende giften in, daar de wel eerwaarde heren J.Smijtengeld van der Hoek en J. Pleyte, predikanten der Nederlands Hervormde Gemeente alhier, zich volgaarne willen belasten te ontvangen, wat gij voor mij wilt afzonderen, hetwelk als een dankbaar offer zal worden aangenomen.
Bergen op Zoom, de 17e mei 1856 Wed.C.S. Kleij, geboren de Vos
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Schmidt Kleij was volgens de ledenlijst in het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij met vlagnummer R436 in 1855 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. In de ledenlijsten van de Amsterdamse Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 staat hij in het geheel niet vermeld058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1858 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf vermeld dat de weduwe C.S.Kley een uitkering kreeg van f 188,73 voor haar en drie kinderen incl.‘schoolgeld. In 1859 kreeg zij f 189,33058.
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij staat hij in de ledenlijst als kapitein van de bark “Japara”, 237 last, varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam058.
Bouma025 vermeldt wèl de bark “Japara” van Wm. Ruys J.Dz te Rotterdam maar niet met een kapitein Schmidt Kleij. In 1854/1855 was de kapitein volgens hem C.Kramers en in 1856 een kapitein Gijsbers (zonder initiaal). Onder deze laatste kapitein zou het schip verongelukt zijn in de Struisbaai bij Kaap de Goede Hoop, waarbij de bemanning is omgekomen.
Zou bij deze ramp kapitein Schmidt Kleij gezagvoerder zijn geweest? Dat zou ook verklaren, waarom hij al weer in 1856 uit de ledenlijsten van de Maatschappij verdween. Zie ook hierna.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1855 |
Kapitein: |
Schmidt Kleij, Coenraad |
Overige informatie: |
Zie advertentie NRC 200556
Overleden aan boord op 2 maart 1856 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.A.Gijsbers was met vlagnummer R456 in de periode 1857 t/m 1858 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1859 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) is vermeld, dat de weduwe van G.A.Gijsbers in dat jaar is overleden.
De schepen van de kapitein
Ene kapitein Gijsbers was in 1856 gezagvoerder van de bark "Japara", 452 ton o.m. en in 1846 gebouwd bij Fop Smit te Kinderdijk voor rederij W.Ruys J.Dz. te Rotterdam. "... circa 2 oktober 1856 op weg van Rangoon met een volle lading rijst naar het Engelse Kanaal f.o., gestrand op Quoint Point (nabij Cape Agulhas aan de uiterste zuidpunt van Afrika) nabij Kaap de Goede Hoop; verloren met man en muis"024 en 025. Bouma025 zegt: “Verongelukt in de Struisbaai Kaap de Goede Hoop”
Het is de vraag of dit kapitein G.A. Gijsbers betreft. gezien de lidmaatschapsperiode van het Rotterdamse zeemanscollege in de jaren 1857-1858, dus nà de schipbreuk.
Overige bijzonderheden
Geen
|