Familiegegevens en opleiding
NRC 20 mei 1856
Advertentie. Geachte landgenoten! Heden trof mij de gevoeligste slag mijns levens, daar ik tot mijn diepe droefheid met mijn kinderen, welke te jong zijn om hun verlies te beseffen, moest vernemen, dat mijn geliefde echtgenoot Coenraad Smidt Kleij, kapitein ter koopvaardij, voerende het schip JAPARA, op zijn reis van Rotterdam naar Moulmain, afgevaren in oktober 1855, met wie ik bijna twaalf jaren in een gelukkige echt verenigd was, op de 2e maart jl, bijna zijn bestemming bereikt hebbende, door de dood mij zag ontrukken en aldaar is ter aarde besteld; die ongeveer een jaar te voren schipbreuk leed op de kust van Akyab, doch bij alle verlies zijn leven heeft mogen behouden, en nu zijn eerste reis als kapitein niet mocht volbrengen. Ik moet in mijn diep gevoelde wonde mij aan het vrijmachtig welbehagen des Allerhoogsten en aan Zijn beschikking onderwerpen, hoe zwaar dit verlies mij treft. Maar thans een blik op mijzelf slaande wegens de verzorging van mij en mijn kinderen en bovendien in zwangere toestand verkerende, onderwerp ik, nu ik geheel ophoud eigen middelen van bestaan te bezitten, dit aan het hart van de weldenkende lezer, en bijzonder aan hen, die de overledene bijna vijf en twintig jaren meer of minder hebben gekend, en die in mijn stand meer bevoorrecht zijn dan ik. Ik roep van harte uw menslievende en welwillende giften in, daar de wel eerwaarde heren J.Smijtengeld van der Hoek en J. Pleyte, predikanten der Nederlands Hervormde Gemeente alhier, zich volgaarne willen belasten te ontvangen, wat gij voor mij wilt afzonderen, hetwelk als een dankbaar offer zal worden aangenomen.
Bergen op Zoom, de 17e mei 1856 Wed.C.S. Kleij, geboren de Vos
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Schmidt Kleij was volgens de ledenlijst in het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij met vlagnummer R436 in 1855 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. In de ledenlijsten van de Amsterdamse Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 staat hij in het geheel niet vermeld058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1858 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf vermeld dat de weduwe C.S.Kley een uitkering kreeg van f 188,73 voor haar en drie kinderen incl.‘schoolgeld. In 1859 kreeg zij f 189,33058.
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij staat hij in de ledenlijst als kapitein van de bark “Japara”, 237 last, varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam058.
Bouma025 vermeldt wèl de bark “Japara” van Wm. Ruys J.Dz te Rotterdam maar niet met een kapitein Schmidt Kleij. In 1854/1855 was de kapitein volgens hem C.Kramers en in 1856 een kapitein Gijsbers (zonder initiaal). Onder deze laatste kapitein zou het schip verongelukt zijn in de Struisbaai bij Kaap de Goede Hoop, waarbij de bemanning is omgekomen.
Zou bij deze ramp kapitein Schmidt Kleij gezagvoerder zijn geweest? Dat zou ook verklaren, waarom hij al weer in 1856 uit de ledenlijsten van de Maatschappij verdween. Zie ook hierna.
Overige bijzonderheden
Geen