Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.C.Schaaf werd met vlagnummer 931 per 26 juli 1853 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van J.Jansen. Zijn schip was de “Johan Melchior”002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 19/26 juli 1853 wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Cornelis Schaaf, oud 35 jaar, voerend de bark “Joan Melchior Kemper”, voor rekening van de Heren Boissevain & Co, wonend in de Droogbak te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.Jansen.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
931 1853 bark Joan Melchior Kemper Boissevain & Co
537 1854 bark Joan Melchior Kemper idem
1855-1872 geen vermelding van schip en boekhouder
Vermelding van vertrek en aankomst in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek terugkomst
J.C.Schaaf Postilion 02 oktober 1860 11 oktober 1862
Bouma025 vermeldt J.C.Schaaf als gezagvoerder gedurende:
- * 1848 van de bark “Javaan”, gebouwd in 1834 te Amsterdam, 276 ton o.m., varend voor J.J.Poncelet & Zn te Amsterdam;
- * 1854 t/m 1855 van de bark “Joan Melchior Kemper”, gebouwd in 1853 te Papendrecht, 423 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Buysert Leendersz van der Plas werd te Katwijk gedoopt op 11 september 1791 als zoon van Leendert Buysertsz van der Plas en Neeltje Dirksd Hoek. Hij trouwde in 1822 te Katwijk met Trijntje Dirksd Verdoes en overleed ter plaatse op 29 oktober 1869.
De publicatie bevat een portret van Buysert Leendertsz van der Plas en van de bark Joan Melchior Kemper (een Spin)054-127. Dit schip voert de nummervlag 537, dit is van kapitein J.C.Schaaf, die inderdaad in 1854 kapitein op dit schip was.
Foto (nr.58) beschikbaar van kapitein Buyser van der Plas047.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
B.van der Plas (adres: J.D.Kuyper te Amsterdam) werd met vlagnummer 583 effectief lid van Zeemanshoop per 11 mei 1841 op voorspraak van kapitein P.van Duyvenboode (zijn zwager). Zijn schip was de "Jan Pieters.Koen". Toegevoegd is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving was van der Plas 47 jaar. Toegevoegd is “Lid tot voeren der Vlag” 002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 04/11 mei 1841 werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd B.van der Plas, oud 49 jaar, voerend de bark “Jan Pieterszoon Koen”, adres bij J.D.Kuyper te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.van Duyvenboode. Zijn vlagnummer werd 583. De toetreding was om het recht te krijgen de nummervlag te voeren “zijnde boven de Jaren om deel te nemen in het Fonds.” 023
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 april 1841 staat een verzoek van C.B. van der Plas, die vraagt deelnemer te mogen worden, hoewel hij boven de jaren is. Ook wil hij graag effectief lid worden. Het Bestuur gaat accoord.042
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
583 1841-1848 bark Jan Pieterszoon Koen Boissevain & Co
1849 bark A.R.Falck idem
1850-1851 bark van der Werf idem
1852-1853 geen vermelding van schip en boekhouder
251 1854-1855 bark Joan Melchior Kemper Boisevain & Co
1856-1868 geen vermelding van schip en boekhouder
“Bekend is dat hij in 1841 kapitein is op de bark Joan Melchior Kemper en 1842-1843 ingeschreven staat als gezagvoerder op de Jan Pieterszoon Koen. In B.S.Katwijk van 1844 vermeld als kapitein van de bark Jan Pieterszoon Koen, het N.A. Katwijk 1849 en 1850 vermeld hem als koopvaardij-kapitein, hij was van 1854-1856 gezagvoerder op de bark Joan Melchior Kemper.054-127
Bouma025 vermeldt B.van der Plas als gezagvoerder gedurende:
* 1842 t/m 1850 op de bark “Jan Pieterszoon Koen”, gebouwd in 1838 te Alblasserdam, 563 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam;
* 1850 op de bark “A.R.Falck”, gebouwd in 1846 te Alblasserdam, 651 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam;
* 1851 t/m 1853 op de bark “van der Werf”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 630 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam;
* 1856 op de bark “Joan Melchior Kemper”, gebouwd in 1853 te Papendrecht, 423 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam; (hij kan dus in 1841 geen kapitein op dit schip zijn geweest - zie hiervoóór-, dat pas in 1853 werd gebouwd!. Bouma vermeldt maar één schip met deze naam).
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Pieter Cornelis Rosier (bijgenaamd “de Dove”) werd geboren te Katwijk op 14 april 1823 als zoon van Pieter Sebastiaan Rosier en Jaapje Cornelisd. Varkevisser.
Hij trouwde te Katwijk op 16 februari 1851 met Leuntje Pietersd. van Duijvenbooden, geboren op 29 oktober 1828 te Katwijk aan Zee als dochterr van Pieter Teunis van Duyvenbooden en Annetje Dirls Langeveld. Leuntje overleed overleed ter plaatse op 28 januari 1888.
Pieter Rosier overleedop 31 augustus 1898 te Katwijk aan Zee, 75 jaar
Beroepen:
van 09-08-1843 tot 1844
|
|
Ligtmatroos (Monsterrol bark v.d.Werf; met kapitein P.van Duyvenbooden (zijn latere schoonvader!))
|
|
|
van 1845 tot 1846
|
|
3e stuurman (bark v.d.Werf)
|
|
|
van 1847 tot 1848
|
|
2e stuuurman (bark v.d.Werf)
|
|
|
1849
|
|
1e stuurman (bark v.d.Werf)
|
|
|
van 1851 tot 1855
|
|
Gezagvoerder (bark v.d.Werf)
|
|
|
1856
|
|
Gezagvoerder (bark Joan Melchior Kemper)
|
|
|
van 1856 tot 1865
|
|
Gezagvoerder (bark Nederland en Oranje)
|
|
|
van 1865 tot 1874
|
|
Kapitein (bark Bestevaer)
|
|
|
van 1874 tot 1898
|
|
Particulier
|
|
|
Zie: http://www.langelaer.nl/van-duyvenbooden/kwartierstaat-a.m.van-duyvenbooden
“Bijgenaamd “de Dove”
Hoe de kapitein P.C.Rosier aan zijn bijnaam kwam.
De bemanning van de diverse schepen bestond niet altijd uit brave lieden, vooral de Amerikaanse schepen hadden een slechte naam in dit opzicht. Op sommige Nederlandsche schepen kwam het echter ook voor dat de kapitein met harde hand de orde aan boord moest handhaven.
Het verhaal gaat dat kapitein Rosier nogal kon bulderen om zijn woorden kracht bij te zetten. Door de bemanning werd dan nog wel eens de opmerking gemaakt “Hij denkt zeker dat wij óók doof zijn!”, waardoor hij de bijnaam kreeg “de Dove”.
Ook is er een verhaal van hem bekend dat hij zich eens zo driftig maakte dat hij een korvijnagel uit de bank trok en daarmee naar boven liep om de man op de ra “af te drogen”054-148.
Foto (nr.7) van kapitein P.C.Rosier beschikbaar047.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
P.C.Rosier werd met vlagnummer 881 per 25 mei 1852 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van S.Veenstra. Zijn schip was de "van der Werff". Toegevoegd is "bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving was Rosier 29 jaar002a.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 18/25 mei 1852 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Pieter Cornelis Rosier, oud 29 jaar, voerend de bark “Van der Werf”, op voordracht van kapitein S.Veenstra.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 23 augustus 1870 staat vermeld: “Wordt medegedeeld dat bij de Commissie ter bevordering der Wetenschappelijke Zeevaart berigt is ontvangen van het Koninklijk Nederlandsch Metereologisch Instituut afdeeling Zeevaart te Utrecht, dat vanwege de Association Scientifique de France aan de kapiteins C.A.Trappen en P.C.Rosier een Gouden Medaille is toegekend voor gedane waarnemingen op den Oceaan.”. De uitreiking van de medailles vindt plaats in de vergadering van 19 november 1872 van Zeemanshoop.023.
De schepen van de kapitein
lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
881 1852-1853 bark van der Werf Boissevain & Co
487 1854-1855 bark van der Werf idem
1856 bark Jan Melchior Kemper idem
1857-1859 bark Nederland en Oranje idem
Hij was gezagvoerder van 1852-1855 op de bark Van der Werf, in 1856 op de Joan Melchior Kemper, van 1856- 1865 op de bark Nederland en Oranje en van 1865-1874 op de Bestevaer. Reder was Boissevain & Co.
Hij voer de kapiteinsvlag nrs 881 en 487 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop.
De publicatie bevat een kleurenafbeelding van de aquarel dd 1854 door J.Spin van de bark “Nederland en Oranje”, in het Katwijks Museum054-148.
Bouma025 vermeld P.C. Rosier als gezagvoerder gedurende:
* 1853-1856 op de bark “Van der Werf”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 630 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1856 verkocht aan de Wed. van Starckenborgh van Straten te Amsterdam en herdoopt in “Dirk Arnold”;
* 1857 op de bark “Joan Melchior Kemper”, gebouwd in 1853 te Papendrecht, 423 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam;
* 1858-1866 op de bark “Nederland en Oranje”, gebouwd in 1851 te Amsterdam, 604 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam;
* 1874 op de bark “Bestevaer”, gebouwd in 1865 te Alblasserdam, 744 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.
Vermelding van vertrek en aankomst te Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek aankomst
P.C.Rosier Nederland & Oranje 19 juli 1860 11 maart 1862
Bestevâer 26 april 1867 14 maart 1868
Overige bijzonderheden
In ´Spiegel der Zeilvaart”, 1997/5, p. 24 staat een bericht van K.Suyk Jr. onder de titel: Flessenpost van zomaar een schip met de volgende tekst:
“De bark “Nederland & Oranje”, groot 319 lasten of 604 tonnen, werd op 14 september 1850 op stapel gezet door de bouwmeester J.Boelen en Zonen te Amsterdam op de scheepswerf “De Haan, Groote Bikkerstraat te Amsterdam voor de reder Boissevain & Co. te Amsterdam. Het schip werd met goed gevolg te water gelaten op 12 september 1851.
De bark “Nederland & Oranje” voer van 1852 t/m 1873 voor de reder Boissevain & Co te Amsterdam onder de gezagvoerders:
Kapt. L. van der Plas (A411) van 1852 t/m 1857;
Kapt. P.C.Rosier (A487) van 1858 t/m 1865;
Kapt. P.Haasnoot van 1866 t/m 1873.
Op 20 mei 1873 werd dit schip geveild te Amsterdam en voor ƒ 29.900,- opgehouden. Later werd de bark uit de hand verkocht voor ƒ 26.000,- aan de reder P.A. van der Drift te Alkmaar. Het schip behield zijn naam en werd gevoerd door Kapt. H.S. de Jong. Op 2 maart 1874 vertrok het schip onder Kapt. H.S. de Jong uit Texel naar St. John (New Brunswick) en er is sindsdien niets meer van vernomen.
Zie ook bij H.S.de Jong
R.C.Rosier (moet zijn P.C. Rosier) vervoerde per 16 maart 1864 2 landmachtofficieren met de Nederland en Oranje vanuit Nieuwediep naar Nederlands Oost Indië. Hij arriveerde te Batavia op 30 juni 1864 na 106 dagen065.
In De Sneuper (Dokkum): 12 (4), nr.48, december 1998 staat een artikel van P.F.Visser met als titel “Over Rosiers met en zonder Frans bloed (Rosier te Ternaard en Anjum; 18-19e eeuw). Heb ik niet verder ingezien.
A.Brugmans 1872 Feestrede bij de herdenking van het vijftigjarig bestaan van het collegie “Zeemanshoop”.
Amsterdam, Erven H.van Munster & Zn, 31 pp. GAA Toegang 957 nummer 005.
“Het was eene geniale en heilzame gedachte, welke de scheeps-journalen deed verzamelen, om de waarnemingen op het groote bevaarbare element opgedaan, tot resultaten te brengen en die, door uitloving van eermetaal voor de volledigste opteekeningen, aan te moedigen. Zeemanshoop heeft van wege de Regeering, de vereerende taak op zich genomen, die medailjes uit te reiken, waarvan niet weinig aan leden van ons Collegie werden toegekend. Even vóór deze feestviering ontving ons bestuur nog de gouden eerepenningen voor de kapiteins C.A.Trappen en P.C.Rozier door de Association Scientifique de France toegekend en het berigt, dat ook de kapiteins K.C.Haacke, J.R.Brouwer, beide leden van Zeemanshoop, mitsgaders kapt. J.R.Lusing, zoodanige bekrooning hadden te verwachten.”
Familiegegevens en opleiding
Overleden in 1870
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.K.Salm werd met vlagnummer 714 per 12 mei 1857 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van J.C.Schaaf. Zijn schip was de “Joan Melchior kempers”. Toegevoegd is “overleden”002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 05/12 mei 1857 is vermeld dat tot effectief lid is voorgedragen/benoemd Jacob Klaasse Salm, oud 33 jaar, voerend de bark “Joan Melchior Kemper”, voor rekening van Boissevain & Co, wonend te Buiksloot, op voordracht van kapitein J.C.Schaaf.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
714 1857-1863 bark Joan Melchior Kemper Boissevain & Co
1864-1870 geen vermelding van schip en boekhouder
1870 “overleden”
Vertrek en aankomst van schepen in Amsterdam093
Naam Kapitein Naam van het Schip Vertrek Aankomst
J.K.Salm J. van Melchior Kemper 11 mei 1860 25 april 1861
J.van Melchior Kemper 30 novemberr 1861 niet vermeld
Joan Melchior Kemper geen melding 07 juni 1863
Joan melchior Kemper 06 oktober 1863 03 augustus 1864
Bouma025 vermeldt J.K.Salm als gezagvoerder gedurende:
-
* 1858 t/m 1864 van de bark “Joan Melchior Kemper”, gebouwd in 1853 te Papendrecht, 423 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Jan de Vries was getrouwd met Jannetje Dets, geboren 18 februari 1819 en overleden op 27 februari 1889.
Jan overleed in 1865 en bij zijn overlijden werd als woonplaats Amsterdam vermeld.118
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Jan de Vries werd met vlagnummer 626 per 22 mei 1855 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.C.Jaski. Als zijn schip is vermeld de “Adèle”.Toegevoegd is “overleden” 002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 15/22 mei 1855 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jan de Vries, oud 37 jaar, voerend de driemastschoner “Adèle”, voor rekening van de Wed. J.d’ Arippe, wonend in de Kleine Kattenburgerstraat 725, op voordracht van kapitein F.C.Jaski.023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 december 1865 vraagt de wed. kapitein J. de Vries geb. J.Dels om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering van 25 januari 1866 wordt toegekend met ingang van 01 oktober 1865.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 13 februari 1866 staat vermeld dat per 01 oktober 1866 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. J. de Vries geb. Dels voor haar en 3 kinderen.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
626 1855 3/m sch. Adèle Wed.J.d'Arippe & Co
1856-1863 bark Alida Maria idem
1864-1865 bark Joan Melchior Kemper P.de Boer te Rotterdam
1865 "overleden"
Vertrek en aankomst te Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek terugkomst
- de Vries Alida Maria 21 september 1860 14 oktober 1861
Alida Maria 04 april 1862 niet vermeld
Alida Maria geen melding 07 maart 1864
Joan Melchior Kemper 13 december 1864 geen melding
Bouma025 vermeldt J.de Vries als gezagvoerder gedurende:
* 1856 van de 3/m sch. “Adèle” ex Twee Godfriends, gebouwd in 1850 te Amsterdam, 324 ton o.m., varend voor de Wed.J.’d Arippe & Co te Amsterdam.. Het schip werd herdoopt in “Alida Maria”;
* 1857 t/m 1860 van de bark “Alida Maria” ex Rurik, gebouwd in 1850 te Libau, 359 ton o.m., varend voor de wed. d’Arippe & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1860 verkocht naar Noorwegen;
* 1861 t/m 1864 van de 3/m sch. “Alida Maria”, ex Adèle, ex Twee Godfriends, gebouwd in 1850 te Amsterdam, 324 ton o.m., varend voor de Wed. ‘d Arippe & Co te Amsterdam. Het schip werd herdoopt in “Singapore” en voer voor Batenburg & Co te Rotterdam;
* 1865 van de bark “Joan Melchior Kemper”, gebouwd in 1853 te Papendrecht, 423 ton o.m., varend voor P. de Boer te Rotterdam. Het schip is in 1865 verongelukt in Japan.
Volgens Bouma025 was kapitein J.de Vries in 1865 gezagvoerder van de bark "Joan Melchior Kemper" onder rederij P.de Boer te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
De heer Ch.van der Zweep, 't Schoman 22 7478 RM Diepenheim bezit het Journaal van Scheepsrekeningen en Verantwoordingen van de barkschepen "Wilhelmina", "Everdina Elisabeth" en "Joan Melchior Kemper" en de fregatten "Catharina Jacoba Henriëtte", "Catharina Wilhelmina" en "Cornelia". In het NSM te Amsterdam is een relaas van de enige overlevende over de schipbreuk die op 10 september 1865 voor de ingang van de baai van Nagasaki plaats vond, benevens een ets van de schipbreuk.
Kapitein J.de Vries maakte met de bark "Joan Melchior Kemper" een reis naar Japan: "Na geheel te zijn uitgerust de 13 december 1864 van het Nieuwediep uitgezeild geladen met diverse Machineriën en Koopmansgoederen bestemd naar Japan. ... Van Amsterdam naar Nagasaki (8 juli 1865) en Kanawaga. Totaal verlies, als zijnde genoemde bodem in de reis van Yokohama (31 aug.1865) naar Nagasaki in ballast nabij de Japanse kust totaal verongelukt (sept.1865)."
Ontleend aan gegevens van Ch.van der Zweep, 't Schoman 22, 7478 RM Diepenheim (medio 1999). De heer van der Zweep bezit een Journaal van Scheepsrekeningn en Verantwoordingen van de barkschepen "Wilhelmina", "Everdina Elisabeth" en "Joan Melchior Kemper" en de fregatten "Catharina Jacoba Henriëtte", "Catharina Wilhelmina" en "Cornelia", waaraan bovenstaande gegevens ontleend zijn. Dit journaal bevat tevens gegevens over aandeelhouders en de uitkeringen per reis.
"De bark Alida Maria, Kapt.J.de Vries, ... van de Wed J.d'Arippe & Co te Amsterdam, vertrok 21 Maart (1858) van Cardiff naar Singapore, passeerde 21 Juli Anjer en arriveerde op 9 Augustus te Singapore, na 140 dagen reis. Op 3 Augustus had men de equipage opgepikt uit de scheepsbooten van de Fransche bark Ville de Montevideo, welk schip was gezonken door een aanvaring met het Engelsche schip Day Dream, dat drijvende was gebleven"026(38/106).
Alida Maria I”, 1850, 359 ton: Volgens Verhoeff (info Verhoeff, mei 2005) werd dit schip in 1850 te Libau gebouwd als “Alida Maria Adèle” en in 1856 herdoopt in “Alida Maria”. Het schip werd in 1860 verkocht.
|