Inloggen
P. CALAND - ID 8298


Kroniekberichten

Datum 18 februari 1874
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Rotterdam, 17 februari. Maandag 16 dezer werd te Glasgow met goed gevolg te water gelaten het voor rekening van de hier ter stede gevestigde Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij aangebouwde stoomschip W.A. SCHOLTEN, zullende over een maand worden gevolgd door het stoomschip P. CALAND voor dezelfde Maatschappij. Genoemde schepen, gebouwd door de beroemde firma R. Napier & Sons, groot ruim 3.200 tonnen, met stoomwerktuigen van 450 pk. nominaal, zijn voorzien van al de nieuwste verbeteringen ten opzichte van soliditeit, veiligheid en doelmatigheid, en hebben ruime inrichtingen voor alle klassen van passagiers. Te beginnen met mei a.s. zullen deze schepen in de vaart komen, en zal de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-maatschappij van die tijd af, met deze en haar reeds in de vaart zijnde schepen ROTTERDAM en MAAS geregeld om de veertien dagen een afvaart doen plaats hebben, zowel van hier als van New York.
Naar wij vernemen, heeft ook de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij twee soortgelijke stoomschepen voor de Trans-Atlantische vaart in aanbouw, welke in 1875 zullen worden in de vaart gebracht. Wanneer dan, gelijk wel mag vermoed worden, tussen de twee Maatschappijen een gewenste samenwerking tot stand komt, zal Nederland zich reeds spoedig mogen verheugen in een goed geregelde, misschien wel wekelijkse stoomverbinding met de Verenigde Staten; een verbinding, terecht reeds langs beschouwd als een der meest dringende behoeften voor de verdere ontwikkeling en de bloei onzer handelsrelaties met de Nieuwe Wereld.
Wij geloven een woord van hulde niet te mogen terughouden voor de volhardende energie van de mannen die, ook zonder subsidie van het Rijk, of andere regeringshulp, in een tijd die zeker niet gunstig te noemen is om kapitaal voor industriële ondernemingen bijeen te brengen, geslaagd zijn in hun pogingen om de directe stoomvaart tussen Nederland en de Verenigde Staten tot stand te brengen.

Afbeelding
Datum 03 mei 1874
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Rotterdam, 2 mei.Het stoomschip P. CALAND van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij werd heden met goed gevolg van de werf van de heren R. Napier & Sons te Glasgow te water gelaten.

Afbeelding
Datum 03 mei 1874
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Rotterdam, 2 mei. Het stoomschip P. CALAND van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij werd heden met goed gevolg van de werf van de heren R. Napier & Sons te Glasgow te water gelaten.

Afbeelding
Datum 24 juni 1874
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Wij vernemen dat zaterdag 20 dezer op de rivier de Clyde de proeftocht heeft plaats gehad van het stoomschip P. CALAND, toebehorende aan de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij alhier, en bestemd om te worden gebezigd in haar lijn van deze plaats naar New York. Het schip voldeed uitmuntend in alle opzichten en doet de bouwmeesters, de bekende firma R. Napier & Sons, te Glasgow, alle eer aan. De bij het contract bepaalde spoed van 13 mijlen werd niet alleen bereikt, maar belangrijk overtroffen, daar de vaart gedurende de proeftocht dooreen 13½ mijl bleek te zijn, en soms 14 mijl bedroeg. Het schip is overigens geheel gelijk aan de W.A. SCHOLTEN, en zal gevoerd worden door de gunstig in die vaart bekende gezagvoerder E. Deddes.

Afbeelding
Datum 25 juni 1874
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Het nieuwe stoomschip P. CALAND van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij is heden ochtend van Greenock herwaarts vertrokken. (opm: geen datum genoemd).
Een prachtige foto van de P. CALAND op de Hudson-river (coll. Marhisdata)

Afbeelding
Datum 27 juni 1874
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 26 juni. Het stoomschip P. CALAND, van Glasgow naar Rotterdam, passeerde gisteren namiddag bij Falmouth.

Afbeelding
Datum 28 juni 1874
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 27 juni. De stoomschepen W.A. SCHOLTEN en P. CALAND van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij kwamen heden met een diepgang van 46 palm, ¾ vóór hoogwater door de Nieuwe Waterweg binnen, het eerste van Vlissingen en het tweede van Glasgow.

Afbeelding
Datum 27 juli 1874
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 26 juli. Het stoomschip P. CALAND, is gisterochtend te New York gearriveerd, zijnde 10½ dag reis vanaf Plymouth (opm: eerste reis).

Afbeelding
Datum 27 oktober 1874
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 26 oktober. Het stoomschip P. CALAND, kapt. Deddes, van New York, passeerde in de ochtend van de 26e dezer Lezard. 10 dagen reis.

Afbeelding
Datum 07 maart 1875
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Het stoomschip P. CALAND, kapt E. Deddes, van Rotterdam naar Newyork is heden, 6 maart, door de Nieuwe Waterweg in zee gestoomd.

Afbeelding
Datum 11 maart 1875
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 10 maart. Heden is vertrokken het stoomschip P. CALAND, van Rotterdam naar New York, na vergeefs beproefd te hebben op de rede steenkolen te laden uit het Engelse stoomschip HARRATON.

Afbeelding
Datum 13 maart 1875
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Falmouth, 11 maart. Het stoomschip P. CALAND, van Rotterdam naar Newyork, is alhier gearriveerd om de lading van de W.A. SCHOLTEN, met schade aan de schroef hier binnen., over te nemen en naar New-York te brengen.

Afbeelding
Datum 18 april 1875
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Aan het verslag der Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij over 1874 ontlenen wij het volgende:
Verschillende omstandigheden waren oorzaak dat het boekjaar met een niet onbelangrijk verliescijfer moest gesloten worden. De gevolgen der crisis, die in de nazomer van 1873 in de Verenigde Staten uitbarstte en die zich veel langer doen gevoelen dan verwacht werd, waren van overwegende invloed op de resultaten van alle stoombootondernemingen op Noord-Amerika in het afgelopen jaar.
Toch mag het als een bewijs van de levenskracht der Maatschappij beschouwd worden, dat, in weerwil van die ongunstige omstandigheden, de eerste vijf maanden van het afgelopen jaar voordelige resultaten gaven, zij het dan ook zeer matige. De gunstige berichten omtrent de graanoogst deden echter reeds spoedig hun invloed gelden op de vrachtprijzen, en de vracht van granen, het belangrijkst invoerartikel, in enkele weken dalen tot NLG 7,50 per 1.000 kilo, terwijl het vorig boekjaar gemiddeld NLG 26,- en zelfs enige reizen NLG 33,50 bedongen werd. De vracht van andere artikelen volgde natuurlijk deze dalende beweging. Onze Handelshuizen betrokken veel minder geregeld dan vroeger goederen, zodat de Maatschappij herhaaldelijk genoodzaakt was goederen voor andere plaatsen als Antwerpen, Hamburg, enz. bij te laden, tot vrachten die zeer weinig overlieten. Wel brachten de laatste maanden hierin enige verbetering, doch de berichten uit New York spreken nog steeds van geringe vraag voor de Nederlandse markten, wat weinig bevorderlijk is om onze vrachten tegenover die van andere havens enigermate te steunen. Die weinige vraag ligt, behalve in een algemene lusteloosheid van de handel, ook voor een deel in de onzekere stand der wisselkoersen. Het is vooral dit laatste wat velen onzer handelaars terughoudt, goederen te betrekken naar Holland, met het doel die bij aankomst naar het buitenland te plaatsen.
Het passagiersvervoer hield met deze treurige staat van zaken gelijke tred. Terwijl in 1873 van passato mei tot ultimo. december, dus in 8 maanden, in 12 reizen vervoerd werden 198 kajuits- en 2.820 tussendekspassagiers, waarvan aan passagegelden werd ontvangen NLG 189.443,58, leverde 1874 met 20 reizen slechts 270 kajuits- en 1.511 tussendekspassagiers op met een bruto ontvangst van NLG 107.614,21.
De bruto vrachten van goederen bedroegen over de 20 reizen van 1874 NLG 774.509,92 tegen NLG 588.647,22½ over 12 reizen in 1873.
De gemiddelden dezer cijfers per reis zijn als volgt:
1873 1874
Kajuitspassagiers 17 14
Tussendekspassagiers 235 75
Passagegelden NLG 15.812,- NLG 5.331,-
Vracht uit en thuis NLG 49.054,- NLG 38.725,-
Een gunstig feit is het, dat het gemiddeld cijfer der uitvrachten weinig onder dat van 1873 bleef, niettegenstaande door de verminderde handelsbeweging en vermeerderde concurrentie veelal lagere vrachten werden bedongen. Zeer zeker waren de vermeerderde afvaarten daarvan grotendeels de oorzaak. Daardoor toch zenden de exporteurs uit Duitsland, met meer vertrouwen op spoedige expeditie, hun goederen over Rotterdam, terwijl ook de lijn zowel bij verzenders als ontvangers wegens regelmaat en goede behandeling meer en meer de aandacht trekt.
De twee nieuwe stoomschepen W.A. SCHOLTEN en P. CALAND, juist vóór het tijdstip dat de vrachten van Amerika op eenmaal zo exceptioneel laag werden, in de vaart gebracht, beantwoorden, wat hun hoedanigheid betreft, in elk opzicht aan de verwachting, terwijl het steenkolenverbruik nog beneden het cijfer bleef, daarvoor bij het bestek bepaald.
De dienst werd het gehele afgelopen jaar geregeld vol gehouden; afvaarten om de vier weken in het eerste, en om de veertien dagen in het tweede halfjaar, van beide zijden, met uitzondering van een reis veroorzaakt door reparatie aan het stoomschip P. CALAND, dat op de eerste reis vrij belangrijke schade bekwam doordien het op de New-Foundlandse banken bij dikke mist door een Frans barkschip werd aangelopen. Van verdere zeerampen bleef de Maatschappij verschoond, en kan opnieuw met genoegen geconstateerd worden, dat sedert de aanvang dezer vaart geen enkel passagier door zee-evenement het leven verloor of op enige wijze werd geschaad.
De winst- en verliesrekening toont het hoogst ongunstige resultaat van NLG 204.175,77½ verlies, waarbij echter in ’t oog gehouden moet worden dat op de stoomschepen etc. NLG 94.181,67 is afgeschreven en bij de reserve van het reparatie- en ketelfonds is gevoegd NLG 41.371,-.
De schepen waarvan de inkoopswaarde NLG 2.808.561,58½ bedroeg, zijn thans op de balans gebracht voor NLG 2.670.000,-, terwijl voorts het reparatie- of ketelfonds tot NLG 60.000,- is opgevoerd.
Door afschrijvingen zijn thans ook circa 60.000 graanzakken als gewone inventaris van de verschillende schepen te beschouwen, welke wijze van boeking verkieslijker voorkomt.
Sedert ultimo december 1873 is het Agentschap te New York aangevuld met iemand, uitsluitend in het belang der Maatschappij werkzaam, n.l.: de heer H. Cazaux, welke maatregel werkelijk aan de verwachting beantwoordt. Een betere regeling van zaken en velerlei bezuiniging wordt daardoor in de hand gewerkt.
Ten opzichte van de vooruitzichten voor het lopende jaar menen directeuren dat er geen aanleiding is om zich met zeer gunstige resultaten te vleien. De toestand in de Verenigde Staten komt hun nog te ongeregeld voor, om althans in de eerste tijd op enig belangrijk passagiersvervoer te kunnen rekenen. Wat echter de goederenvrachten aangaat, geloven zij veilig te mogen aannemen, dat die dit jaar stellig minder slecht zullen zijn dan in het vorige, daar werkelijk de ongelukkige resultaten van het afgelopen jaar reeds vermindering van afvaarten tengevolge hebben gehad, zowel in continentale als in Engelse havens.
Voorts menen zij ook te mogen wijzen op de gegronde verwachting ener trapsgewijze en belangrijke vermindering van lasten, door de verbetering van onze toegang naar zee en door de maatregel van de Regering om gedeeltelijke vrijstelling toe te staan van loodsgelden voor de schepen die Vlissingen alleen aandoen als voorhaven om daar te lichten, en dan naar de haven van bestemming op te varen.
Men mag dan ook, niettegenstaande de bedroevende uitslag van het jaar 1874, toch nog van mening zijn, dat een stoomvaartlijn van Nederland naar de Verenigde Staten stellig levensvatbaarheid bezit, zij het dan ook dat tijdelijke omstandigheden of invloeden haar uitbreiding kunnen tegengaan.
Gewoonlijk ziet men, dat nieuwe zaken in de eerste tijd tegenspoed hebben, doordien zij leergeld hebben te betalen. Maar dit is niet de oorzaak van het verlies nu geleden. De Maatschappij deelt in de tegenspoed, door de veteranen in dit vak eveneens ondervonden, en wat meer is, haar verliezen zijn proportioneel matig, vergeleken met die, welke door grote Maatschappijen geleden zijn, omdat deze, meer ingericht op personenvervoer, door het gebrek aan landverhuizers zwaarder getroffen werden.

Afbeelding
Datum 12 juli 1875
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 11 juli. Het stoomschip P. CALAND, kapt. E. Deddes, is 10 juli te New York gearriveerd, hebbende 12 dagen reis van Vlissingen.

Afbeelding
Datum 21 september 1875
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

New York, 6 september. Door het stoomschip P. CALAND, alhier van Rotterdam aangekomen, zijn 31 augustus op 47° NB 47° WL 2 ijsbergen gepasseerd.

Afbeelding
Datum 01 februari 1876
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Plymouth, 30 januari. Het Nederlandse stoomschip P. CALAND, kapt. P. Deddes, retourneerde alhier met schade aan de schroefaskoker.

Afbeelding
Datum 05 februari 1876
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Plymouth, 2 februari. Het Nederlandse stoomschip P. CALAND, van Rotterdam naar New York, te Plymouth met schade aan de schroefaskoker uit zee teruggekomen, is met de lading en de kolen aan boord, in het gegraven droogdok van het groot westelijk dok geplaatst.

Afbeelding
Datum 07 februari 1876
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 6 februari. Men leest in de Stoompost:
Tot toelichting van de lijdensgeschiedenis van een schip, dat veroordeeld was langs de Nieuwe Rotterdamsche Waterweg Rotterdam te moeten bereiken, namelijk het stoomschip PALLAS (zie Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage van 30 en 31 januari) moge het volgende dienen, dat ons bij een nauwkeurig onderzoek gebleken is en voor de waarheid waarvan wij menen te kunnen instaan.
De PALLAS is een stoomschip, groot 1.900 ton en behoort aan de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij. Op de dag van de reis ging het schip 40 decimeter diep. Die dag was het aan de Hoek van Holland hoogwater te 11 uur 30 minuten voormiddags en de vloed bereikte de hoogte van 0,50 meter + AP. Bij die waterstand stond dus de droge 39,5 + 7 + 5 = 51,5 deelmeter diepte. Het schip kwam te 11 uur, dus een half uur vóór hoogwater binnen en hoewel het nu mogelijk is dat het op de droge de grond geraakt heeft, is hiervan toch door de op de wal staande zeelieden niets bespeurd.
Het schip zette zijn reis dan ook ongestoord voort en was te 11.45 uur in de zogenaamde Hoorn te Maassluis, op het ogenblik dat de peilschaal daar tekende 0,39 m. + AP.
Hier ontmoette het schip midden in het vaarwater een ton, die door het drijfijs van haar plaats was geraakt. De gezagvoerder deze ton willende mijden, geraakte het schip daardoor buiten het vaarwater tegen de Noordwal aan de grond. Met hulp van een sleepboot kwam het schip 's avonds te 11 uur weder vlot bij een waterstand van 0,09 m. onder AP, en raakte nog tweemaal de grond nabij Maassluis. Daarna zette de PALLAS zijn tocht ongehinderd voort en bereikte 23 januari te 3 uur voormiddags Rotterdam.
Wanneer men nu bij het bovenstaande in het oog houdt, dat de gewone vloed oploopt, aan de Hoek van Holland tot 1,00 m. en te Maassluis tot 0,85 m. + AP, dan blijkt;
1e. dat op de dag van de reis de vloed 0,50 m. beneden de hoogte van gewoon hoogwater is gebleven;
2e. dat de PALLAS nergens in het vaarwater aan de grond gezeten heeft.
Trouwens dezelfde dag dat dit schip de droogte passeerde, ging langs de nieuwe weg ongehinderd naar zee het stoomschip P. CALAND met een diepgang van 52 decimeter.
Men ziet uit het bericht in het Dagblad, dat de Nieuwe Rotterdamsche Waterweg, al zijn er in 1875 ook 8.630 schepen gepasseerd met 3.087.680 ton inhoud (zie Staatscourant van 14 januari jl.), toch nog niet al zijn oude vijanden heeft verloren.
Het is treurig, dat in ons klein land de esprit de clocher zo ver gedreven wordt. Welke indruk moet dat maken in het buitenland?
Men vergeet overigens niet, dat aan de Nieuwe Rotterdamsche Waterweg nog voortdurend wordt gewerkt, om hem zijn volle diepte te geven en dat inmiddels de lange stoomschepen, voor welke dit vroeger onmogelijk was, toch reeds langs die weg te Rotterdam te komen.

Afbeelding
Datum 08 juli 1876
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Maassluis, 7 juli. Het stoomschip P. CALAND, binnenkomende van Vlissingen, zit op de Drooge aan de grond. Sleepboten van hier en van de Hoek van Holland assisteren. Het is nog niet vlotgekomen. De sleepboot ZIERIKZEE is met twee lichters derwaarts gegaan.

Afbeelding
Datum 16 januari 1877
Krant DC - Dordtsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 14 januari. Het stoomschip P. CALAND, kapt. Deddes, van hier naar New York, is te Plymouth teruggekeerd met lichte schade aan de machine. Het zal over 3 à 4 dagen de reis kunnen voortzetten.

Afbeelding
Datum 13 mei 1877
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Het stoomschip P. CALAND, kapt. Deddes, is donderdag 10 mei van New York vertrokken, met volle lading en 80 passagiers voor Rotterdam, en 150 ossen voor Southampton.

Afbeelding
Datum 02 juni 1878
Krant AH - Algemeen Handelsblad

Advertentie. Geregelde dienst tussen Rotterdam en New York met de snelvarende, uitstekend voor passagiers en goederen ingerichte poststoomboten der Nederlandsch- Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij.
Vertrekdag van Rotterdam der stoomschepen:
W.A. SCHOLTEN, kapt. G.J. Vis, woensdag 12 juni.
MAAS, kapt. P. van der Hoeven, zaterdag 22 juni.
P. CALAND, kapt. E. Deddes, woensdag 3 juli.
SCHIEDAM, kapt. E.M. Chevalier, zaterdag 13 juli.
ROTTERDAM, kapt. T.M. Lucas, woensdag 24 juli.
Passageprijs 1e kajuit NLG 200, 2e kajuit NLG 150 en NLG 100. Tussendeks NLG 55. Reductie voor retourbiljetten.
Biljetten naar New York en alle plaatsen der Verenigde Staten worden afgegeven door de directie en de agenten.

Afbeelding
Datum 31 juli 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Het stoomschip P. CALAND, van New York naar Rotterdam, is 28 juli met enige niet zeer belangrijke schade aan de condensor uit zee teruggekeerd en heden (30 juli) weder vertrokken.

Afbeelding
Datum 13 december 1878
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Middelburg, 12 december. Het stoomschip P. CALAND is hedennamiddag alhier uit het droogdok gelaten.

Afbeelding
Datum 26 maart 1879
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Uit Zierikzee, wordt bericht van 25 maart, dat het stoomschip P. CALAND, kapt. Deddes, van Rotterdam naar New York, bij het opstomen naar Brouwershaven, tengevolge van het weinige water, nabij Bruinisse aan de grond was gelopen, doch spoedig vlot is gekomen en langs Zierikzee naar zee gestoomd.
Volgens bericht uit Vlissingen van 25 maart is het stoomschip P. CALAND, van Zierikzee vertrokken naar New York, bij de uiterton van de Roompot ten anker gekomen, door enig gebrek aan de machine, doch heeft na twee uren oponthoud de reis voortgezet.

Afbeelding
Datum 27 maart 1879
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 26 maart. Volgens telegrafisch bericht van kapt. Deddes, van het stoomschip P. CALAND, heeft hij gisteren 25 maart uit de Roompot naar zee stomende geankerd, tengevolge van een sneeuwbui en niet wegens enig defect aan de machine, zoals door ons heden ochtend in ons tweede blad was vermeld.

Afbeelding
Datum 19 oktober 1879
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Maassluis, 18 oktober. Het stoomschip P. CALAND zit op de Zuid aan de grond en is met hoogwater niet vlot gekomen.

Afbeelding
Datum 20 oktober 1879
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Maassluis, 20 oktober. De stoomboot P. CALAND is heden nacht met assistentie van de sleepboten DELFSHAVEN en NELLY vlot gekomen en in de Hoorn geankerd.

Afbeelding
Datum 25 februari 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Plymouth, 22 februari. De gezagvoerder van het stoomschip FRISIA, alhier van New York aangekomen, rapporteert den 18de februari op 49° NB 21° WL het Nederlandse stoomschip P. CALAND gepraaid te hebben, met verlies van roer en roersteven, koersende naar het Kanaal. Alles wel aan boord en men had geen assistentie nodig. (De P. CALAND vertrok 31 januari van Rotterdam en 3 februari van Plymouth naar New York)
(opm: zie ook NRC 280280)

Afbeelding
Datum 28 februari 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Volgens ontvangen bericht van de gezagvoerder van het stoomschip FRISIA, praaide hij het stoomschip P. CALAND de 18e februari ten 12 uur des middags, op 49° NB 29° WL, ongeveer 175 Duitse mijlen van de Ierse kust, sturende met een sleeptros en niet op 21° WL, zoals door de Shipping & Mercantile Gazette werd opgegeven. Vermoedelijk verloor de P. CALAND het roer op 44° WL.

Afbeelding
Datum 29 februari 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Liverpool, 27 februari. Het stoomschip P. CALAND werd de 24e gepasseerd op 49°45’ NB 15° WL, koersende Oost ten Zuiden, door het stoomschip ORATOR van New Orleans te Liverpool aangekomen. Verlangde geen assistentie.

Afbeelding
Datum 02 maart 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 1 maart. Het stoomschip P. CALAND is heden 1 maart ten 2 uur te Falmouth gearriveerd, volgens rapport werd het roer de 12de februari op 48˚ NB 36˚ WL & verloren.

Afbeelding
Datum 04 maart 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 3 maart. Naar wij vernemen, bestaat bij assuradeuren het plan aan kapt. E. Deddes, gezagvoerder van het stoomschip P. CALAND, aan te bieden een stoffelijk en waardig bewijs van waardering van de uitstekende zeemanschap, door hem betoond in het op 1 maart ll. te Falmouth binnen te brengen van gemeld stoomschip, nadat het op de reis door zwaar stormweer de 1e februari midden op de Atlantische Oceaan het roer had verloren, en waarbij hij alle aanbod van assistentie heeft afgeslagen, zodat grote onkosten in de gedaante van “salvage claims” zijn vermeden. De lading en passagiers van gemeld stoomschip worden te Falmouth overgenomen door het stoomschip W.A. SCHOLTEN, hetwelk dezelfde dag als de P. CALAND aldaar arriveerde.

Afbeelding
Datum 05 maart 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Door de directie der Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij is van
kapt. Deddes, voerende het stoomschip P. CALAND, het volgende verhaal ontvangen van de wederwaardigheden, waarmede dit schip te kampen had:
Falmouth, 2 maart. Zoals ik heden morgen per telegram reeds meldde, arriveerden wij hier met de P. CALAND ten 12 ure, hebbende op de 12e februari in een hevige orkaan het roer en de achtersteven verloren. Het schip bevond zich op 49º13’ NB 36º42’ WL., dus zo na mogelijk in het midden van de oceaan, even ver van een goede haven in Amerika als van Europa verwijderd.
Daar wij echter meestal westenwinden hadden en ze met grond konden verwachten, besloten wij om terug te keren, ten einde zo mogelijk in het Kanaal of waar dan ook een veilige haven te bereiken, hetgeen ons zoverre gelukte, dat wij ons heden morgen circa 6 à 8 Engelse mijlen buiten de Lizards bevonden en daar lagen te drijven de wind West, met harde koelte. Daar wij met al de stuurtoestellen het schip bij deze gelegenheid niet konden regeren, namen wij de assistentie van twee loodskotters voor 250 pond sterling aan, met dien verstande echter, dat de loodsen hiervan zouden moeten betalen alle hulp van stoomsleepboten of anderszins, die het schip nog zou nodig hebben om veilig in de haven te komen; hiervan werd behoorlijk contract opgemaakt en door beide partijen getekend.
De kotters nu hielpen ons buiten slaags en toen wij eindelijk een stuk weegs naar binnen kwamen, werden twee sleepboten geëngageerd, die ons veilig en zonder accidenten hier op onze ankerplaats brachten, waar het schip behoorlijk vertuid werd.
Om enig denkbeeld van ons wedervaren te geven, zal het beste zijn een uittreksel uit het journaal te nemen, hetwelk ik hier laat volgen.
Nadat wij de 31e januari van Costi (opm: mogelijk ligplaats in Rotterdam) vertrokken waren, arriveerden wij des morgens ten 3 ure van de 2e februari te Plymouth, namen daar 550 ton kolen aan boord, waarmede wij dezelfde avond ten 11 ure gereed waren; het was echter zo dik van mist, dat wij genoodzaakt waren te blijven liggen, tot des anderen daags ten 11 uur ’s morgens. Het klaarde toen een weinig op en geraakten wij goed en wel buiten het breekwater; eerst bleef het nog een tijdlang mistig, doch klaarde het later geheel op en maakte de CALAND, begunstigd door schoon weder, goede voortgang. Kort duurde echter deze omstandigheid; reeds de 6e en 7e februari verminderde de vaart door hoge zee en harde wind van voren geducht; de 8e waren de zee en het weer iets beter, de 9e namen wind en zee weer toe en hadden wij de 10e een volslagen storm met zware buien, waarin de wind telkens heen en terug liep en de zee zeer verbolgen werd. In de namiddag nam de wind nog steeds in hevigheid toe tot een volslagen orkaan, vliegende buien, vergezeld van donder en bliksem en somtijds hagel. Daar de wind en de buien wel 6 streken heen en weer vlogen, werd de zee geheel woedend en kookte als het ware om het schip heen; daar wij meestal dwars lagen en de zee verschrikkelijk zwaar op het achterschip beukte, trachtten wij nog enig achterzeil bij te zetten; doch nog ter nauwernood hadden wij met ontzettend veel moeite een kleine driehoek achter de grote mast gekregen of het zo goed als nieuwe zeil vloog aan flarden. Wij begrepen met zeilen niets meer te kunnen doen en lieten nu de machine zacht aan werken om het schip zo makkelijk mogelijk te leggen, doch lag het meestal dwars,
waardoor de zee het achterschip zo zwaar beukte en sloeg, dat het gehele vaartuig sidderde en kraakte. De gehele nacht door bleef de orkaan met onverminderde kracht woeden en brak de zee dikwijls zeer zwaar tegen en over het schip; veel water kregen wij ook gedurig in de kajuiten; alles werd echter zoveel mogelijk weer uitgeschept en gedroogd. Des morgens nam de wind iets af, doch nog altijd stormweer; in de namiddag en des avonds afnemende wind en zee; gaven nu iets meer kracht op de machine om het schip weer in zijn koers te brengen. Wij bemerkten nu echter dat het roer buitengewoon gemakkelijk draaide en het schip niet stuurde, onderzochten de stuurkettingen en alles wat wij aan dek konden onderzoeken, doch vonden niets.
Wij begrepen hieruit, dat het buitenboord moest zijn, hetwelk wij in de nacht en bij de nog altijd zeer hoge zee niet konden onderzoeken; met de dag zagen wij echter dra, dat roer en achtersteven benevens een gedeelte van de schroef weg waren. Ik riep toen de equipage bijeen, en vroeg of ook ooit iemand vroeger een roer verloren had; een paar man waren werkelijk in zodanig geval mee geweest, doch waren de schepen kleiner en dan zeilschepen, die in zulk een ongeval veel gemakkelijker te manoeuvreren zijn. Ieder wist echter wat te suggesteren; daar mij niets beter voorkwam, begonnen wij een gierspier te maken, n.l. een lange spier (wij bezigden hiertoe de achterlaadboom), bezwaarden en versterkten die met ijzeren stangen en alles, wat wij maar hadden, staken toen in het midden van de spier 15 vaam tuiketting, en aan ieder eind een laadketting op, om het stuk hiermede heen en weer te halen, en alzo achter ons langs te doen scheren.
Toen wij echter hiermede gereed waren, nam de lucht weer zulk een verschrikkelijke gedaante aan, en zakte de barometer zo hard, dat wij het beter oordeelden de boel vooreerst aan boord te houden; en wel was het goed, dat wij zulks gedaan hadden, want die nacht (de kwikbarometer daalde tot 28,50, de anaeroïde tot 28,30) was zo mogelijk nog zwaarder dan die van 10 op 11 februari; het schip haalde zo zwaar over, dat de brug in lij onder viel, en het kleed scheurde.
Gelukkig duurde het hardste weer niet zo lang, maar nam reeds op de dagwacht weer af; het schip bleef onder alle omstandigheden dicht, dat was tenminste een grote troost.
Het weer nam nu wat af, en konden wij met de dag ons eerste proefstuk te water laten, wij probeerden hierop het schip rond te brengen, doch het leek ons dra, dat de kracht niet voldoende was; wij togen nu opnieuw aan het werk om een tweede toestel te maken, n.l. zware slepers aan een dwars over het achterschip liggende spier (hiervoor werd de grote boom gebruikt.) Des nachts 14/15 februari was ook deze gereed, doch moesten wij tot de dag wachten dien te water te brengen.
Toen ook dit in vereniging met het eerste over boord was, probeerden wij weer; doch, niettegenstaande beide hard trokken, was het niet voldoende om het schip te sturen; wind en zee staken nu ook weer op, waardoor de eerste toestel brak, en wij de tweede moesten inhalen. De wind nam nu weer zodanig in hevigheid toe, dat wij begrepen met onze hulpmiddelen niets te kunnen uitvoeren manoeuvreerden dus zoveel mogelijk, om het schip om de oost te doen drijven. Op dinsdag de 17e februari liep de wind zuidelijk, en konden wij nu met de zeilen en de slepers achter het schip tamelijk koers houden. De 18e werd de wind minder, en konden wij weer met de machine niet veel werken daar anders het schip met ons ronddraaide. Vervolgens liep de wind noordelijk, en konden nu weer met onze slepers en de zeilen het schip vrijwel koers doen houden.
De 19e praaiden wij het stoomschip FRISIA, dat wij verzochten ons te rapporteren; het bood ons assistentie, doch begrepen wij hulp vooreerst nog te moeten weigeren, en te zien wat wij met eigen krachten konden doen. Wij maakten ook op de 20e nog altijd goede voortgang; daar ik echter maar al te goed begreep, dat het op koers blijven van het schip van weer en wind afhing, maakten wij nog andere plannen.
Eerst begonnen wij om een derde spier (hiervoor de bezaanboom) in gereedheid te brengen, en staken daardoor ijzeren platen, om op die manier een sleeproer te maken; dit vorderde echter tijd, en liet ik inmiddels van het voorschip ook een boom uitbrengen om daar een sleper aan te maken. Dit trok ook alles wel de goede weg op, maar was toch nog niet voldoende. Wij trachtten nu een gier- of schoorstuk van de boeg uit te brengen, namen daarvoor een laadbord, voorzagen het zoveel mogelijk, en sloegen het toen zodanig aan, dat het met de vaart van het schip van de boeg af moest schuren; ook dit gelukte niet, eerst brak de ketting, en toen wij hiervoor een sterkere in de plaats gebracht hadden, sloeg het over de kop, en dan zo zwaar tegen het schip, dat wij beter oordeelden, dit weer in te halen.
Des nachts werd het stil en draaide het schip weer met ons rond.
Wij waren nu bijna ten einde raad. Het gierstuk echter dat wij de vorige dag over boord gehad hadden, trok zeker het beste van wat wij tot nog toe gehad hadden; het kwam er dus maar op aan, dit goed aan te wenden. Op zaterdag, de 21e, gelukte ons dit, en hadden wij voor het eerst een kracht, waarmede wij, bij goed weder althans, met het schip konden manoeuvreren. Toen ik het eerst weer het schip zodanig zag draaien als ik het bewerkte, kan ik verzekeren, dat mij een gevoel overmeesterde, dat ik niet licht zal vergeten.
Wij stuurden hiermede 3 etmaal, en hadden goede voortgang gemaakt. Inmiddels hadden wij de 24e het Engelse stoomschip ORATOR gepraaid, dat ons ook assistentie aanbood, doch waren wij natuurlijk nu niet genegen hiervan gebruik te maken. Wij verzochten echter ons te rapporteren. Des avonds van diezelfde datum echter begaf ons de toestel, en konden wij, wat wij ook deden, de toestel bij nacht niet meer klaar krijgen. Des morgens van de 25e was ook het vroeger gevormde sleeproer klaar, wij brachten het te water, doch bemerkten spoedig, dat, bij de minste zee, dit werk gevaarlijk werd en, daar wij het toch niet konden vasthouden, haalden wij het in en maakten een scheerstuk aan het achterschip.
Hiermede ging het weer eerst goed; doch toen zee en wind weer opstaken, konden wij het niet meer vasthouden, en knapten alle kettingen aan stuk. Wij dreven nu weer enige tijd rond, totdat het weer en de zee verbeterden, en brachten toen onze toestel weer te water.
In die bedrijven hadden wij nog het stoomschip HIPPARCHUS langszijde gehad, dat ons eveneens hulp aanbood; wij weigerden echter ook nu, daar wij, nu wij het schip reeds zover gebracht hadden, ook niet meer op genade of ongenade ons wilden overgeven. Wij werkten zoveel en zo hard wij konden om het schip slaags te houden, en ging het nu eens goed en dan weer eens minder goed, totdat wij zondag het Kanaal inliepen en tegen de avond, volgens onze rekening, dichtbij de Lizards genaderd waren. Het was nu dik van mist en stijve zuid- westen wind, draaiden alzo bij voor klein zeil. De laatste nacht was zeker de zwaarste, daar wij nogal veel schepen om ons heen hadden, waartegen wij ten einde ze te mijden, slechts weinig konden doen. Echter liep alles goed af, en kwamen met de dag de loodsen aan boord, met wie ik een akkoord trof als boven vermeld, en wij tegen de middag ten 12 ure hier goed en wel ankerden, hebbende wij alzo ongeveer 19 dagen zonder roer gezworven.
Ik kan niet nalaten nog met een enkel woord over de flinke houding van mijn gehele equipage te spreken.
In de regel toch is het de bemanning, die de gezagvoerder noodzaakt om of binnen te lopen of assistentie aan te nemen. Niet zo was het hier het geval: ieder man van de eerste tot de laatste deed in zijn sfeer wat hem mogelijk was, om de zaak in de hand te werken, en geen woord heb ik gehoord, toen ik ook ten derde maal de hulp van de Belgische boot weigerde.
Dit was mij bepaald een aanmoediging in mijn zeker, somtijds geducht zorgelijke omstandigheden. Ook met de passagiers ging het best.
Wie van dit schrijven kennis neemt, zal zeker gaarne erkennen, dat de lof, in ons nummer van gisteren aan kapt. Deddes gebracht, ruimschoots verdiend is. Voor de
Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij is de materiële schade, bij het ongeval geleden, zeker niet gering; aan de andere kant is het echter door deze ramp gebleken, hoe haar stoomschip deugdelijk en zeewaardig is, en tevens dat zij zich in het bezit van kloeke en nauwgezette gezagvoerders mag verheugen.
Met ’t oog op de scherpe concurrentie tussen de verschillende Noord- Amerikaanse lijnen heeft deze dubbele ervaring, ook uit een nationaal oogpunt, grote waarde.

Afbeelding
Datum 07 maart 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 6 maart. De sleepboten HERCULES en IJMUIDEN gaan van Nieuwediep naar Falmouth om het aldaar binnengelopen stoomschip P.CALAND naar Vlissingen te slepen.

Afbeelding
Datum 07 maart 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Volgens ontvangen telegram is het stoomschip CYDONIA gisteren 5 maart van New York naar Rotterdam vertrokken met de lading aangenomen voor het stoomschip P. CALAND.
Volgens ontvangen telegram is het stoomschip W.A. SCHOLTEN, heden nacht van Falmouth vertrokken, na de lading van het stoomschip P. CALAND te hebben overgenomen.

Afbeelding
Datum 11 maart 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Stoomvaartberichten. Het stoomschip P. CALAND, kapitein Deddes, vertrok heden 10 maart van Falmouth naar Vlissingen, met assistentie van twee sleepboten.

Afbeelding
Datum 14 maart 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Het stoomschip P. CALAND, kapitein Deddes, gesleept door de sleepboten HERCULES en IJMUIDEN, is heden (13 maart) te Vlissingen aangekomen en onmiddellijk naar Middelburg vertrokken om te repareren.

Afbeelding
Datum 15 april 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Het verslag van Commissarissen der Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij, over het jaar 1879, aan de aandeelhouders, ten geleide van het verslag der Directie, luidt aldus:
Ter voldoening aan artikel 16 onzer statuten hebben commissarissen der Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij de eer, heren aandeelhouders hierbij het verslag over het afgelopen jaar aan te bieden.
Alvorens tot een nadere beschouwing daarvan over te gaan, zij het ons vergund in het kort de loop onzer zaken gedurende die tijdkring in herinnering te brengen. Tegen onze verwachting bleven de retourvrachten van de Verenigde Staten, het gehele jaar door op een laag standpunt. De verbeterde vraag naar metalen en andere artikelen in Amerika deed de uitvrachten wel enigermate klimmen, en had ten gevolge dat buitengewoon veel schepen daarheen gingen, maar het aanbod van scheepsruimte te New York was dientengevolge dan ook voortdurend veel groter dan de behoefte, zo zelfs, dat daar in het afgelopen najaar tegelijkertijd wel 800 zeil- en stoomschepen onbevracht lagen. Bovendien hield de Amerikaanse handel zijn producten doorgaand hoog, en bleef speculeren op grote behoefte in Europa, die eindelijk de kopers wel zoude dwingen de verlangde hoge prijzen in te willigen. Geen wonder dus dat de vrachten van Amerika ongunstig bleven en gemiddeld een veel lager cijfer aantonen dan het voorgaande jaar. Slechts voor een gedeelte werd zulks vergoed door vermeerderde uitvracht en door enig meerder personenvervoer, Indien dan ook, desniettegenstaande, de resultaten van onze exploitatie in 1879 nog iets gunstiger waren dan in 1878, zo is zulks voornamelijk toe te schrijven aan vermindering van uitgaven, waartoe vooral hebben bijgedragen het meerder gebruik dat onze schepen van de Nieuwe Waterweg hebben kunnen maken en de minder betaalde assurantiepremiën. Ook daarin was het afgelopen jaar voordelig, dat wij verschoond bleven van grote zeerampen of averijen. Alleen op het eind van het jaar had de W.A. SCHOLTEN het ongeluk, bij het binnenkomen van de Nieuwe Waterweg, aan de grond te geraken en daarbij de roersteven en het roer te verliezen, en hoezeer de herstelling van die averij ten laste van H.H. assuradeuren komt, zo lijdt ook de Maatschappij bij dusdanige ramp niet onbelangrijk geldelijk nadeel. De grote moeilijkheid die wij ondervonden om het schip, zonder roer, naar een plaats te vervoeren waar een droogdok bestaat dat het kon opnemen, en het feit dat wij bij deze reparatie plus/minus NLG 8.000,- aan dokhuur te betalen hadden, doen opnieuw zien hoe noodzakelijk de behoefte is aan een groot droogdok te Rotterdam. Het in de buitengewone stormen van februari van dit jaar aan ons stoomschip P. CALAND overkomen ongeluk, het verlies van het roer in de Atlantische Oceaan op 36° westerlengte, is u bekend. Het schip is thans ook in het droogdok te Middelburg ter reparatie. De gevolgen van deze averij zullen zich natuurlijk eerst over het lopende jaar doen gevoelen.
Reeds in ons vorig verslag wezen wij op de noodzakelijkheid van verdere uitbreiding van ons materieel, en met groot genoegen herinneren wij u, dat wij er in zijn geslaagd om een rederij tot stand te brengen, voor het aanbouwen van een geheel voor onze vaart ingericht stoomschip, dat, op dezelfde condities als het stoomschip SCHIEDAM, aan onze Maatschappij is in huur gegeven. Door u daartoe gemachtigd, hebben wij voor haar rekening in de eigendom van die bodem deelgenomen voor een bedrag van NLG 200.000,-, terwijl het overige is geplaatst bij verschillende vrienden van onze onderneming, waarbij wij met dankbaarheid vermelden, dat door de welwillende bemoeiingen van een uwer, ook in de hoofdstad een niet onbelangrijk bedrag aan aandelen in dat schip werd genomen. Het heeft de naam AMSTERDAM bekomen, ligt thans hier aan de stad, en zal spoedig de eerste reis naar New York aannemen. Zo ver nu reeds kan beoordeeld worden, voldoet het aan al de eisten en belooft het een zeer voordelige aanwinst bij onze vloot te zullen zijn.
Zoals aan u bekend is, kwam met het einde van het jaar een overeenkomst tot stand met de Rotterdamsche Handelsvereeniging, waarbij wij van haar in huur hebben genomen, om als vaste ligplaats voor onze stoomschepen te dienen, het aan haar toebehorende gedeelte kade aan de Koningshaven op Fijenoord, gelegen tussen de stadsbrug en de brug over de binnenhaven; wordende op het terrein voor die ligplaats, voor rekening van de verhuurster, voor ons gebruik geschikte loodsen gebouwd. De beweegredenen die ons daartoe hebben geleid en waarvan de gegrondheid door u werd erkend, waren de volgende: Vooreerst de onmogelijkheid om aan de kaden der gemeente een ligplaats te vinden, die voldoende diepte voor onze schepen aanbiedt, waardoor die veelal aan de grond kwamen, en bovendien de grote moeilijkheid om enige ligplaats in het geheel te bekomen, zodat dikwerf de stoomschepen een of meer dagen op stroom moesten blijven liggen. Maar ten andere is het ook voor de goederen, die ons ten vervoer worden toevertrouwd, dringend noodzakelijk dat wij een overdekte kade hebben, waar ze niet zijn blootgesteld aan beschadiging door regen, slijk, sneeuw enz. Ook met de meest mogelijke zorg is daartegen op een open kade zoals thans niet te waken; terwijl ook de veiligheid der goederen op een afgesloten terrein, zoals wij aan de overzijde zullen krijgen, veel beter verzekerd is. De huurprijs die wij zullen te betalen hebben, wordt dan ook voor een zeer groot deel opgewogen door de besparingen van dekkledenhuur, waakloon, enz., benevens de indirecte voordelen, dat de schepen beter en veiliger ligplaatsen erlangen en de goederen zorgvuldiger behandeling vinden. Als noodwendig gevolg van deze maatregel zullen wij onze bureaus later verplaatsen naar het Noordereiland op Feijenoord en hebben wij daartoe reeds een voorlopig huurcontract aangegaan in kantoorlokalen, tegenover de ligplaats van onze schepen te bouwen.
Wanneer wij de resultaten van onze exploitatie in het jaar 1879 samenvatten, dan blijkt daaruit, dat door onze eigen schepen zijn gedaan 32 reizen, één reis voor onze rekening door het Deense stoomschip HARALD, terwijl vier stoomschepen voor eigen rekening te New York naar Rotterdam beladen, aan ons adres kwamen. Aan bruto uitvrachten werd ontvangen NLG 338.227,-, aan bruto retourvrachten NLG 994.897,- en aan bruto passagegelden NLG 251.600,-. Naar New York werden vervoerd ongeveer 20.000 tonnen goederen, van New York ruim 60.000 tonnen. Het gehele aantal in 1879 vervoerde personen was 4.927, als 795 kajuits- en 4.132 tussendekspassagiers. De gemiddelden per reis waren als volgt:
Kajuitspassagiers 25.
Tussendekspassagiers 130.
Passagegelden NLG 7.860,-.
Goederenvrachten NLG 41.660,-.
Bij het vorige jaar vergeleken, waren de passagegelden in 1879 per reis plus/minus NLG 1.100,- hoger, de goederenvrachten daarentegen plus/minus NLG 4.600,- lager dan in 1878.
Uit de hierbijgaande balans van winst- en verliesrekening is u gebleken, dat niettegenstaande onze ontvangsten onder die van het vorige jaar bleven, het bruto overschot onzer exploitatie nog iets hoger is, zijnde nu NLG 423.419,27½ tegen NLG 349.839,99½ in 1878. De verschillende posten vereisen weinig toelichting. Terwijl wij in 1879 een veel grotere som op het hoofd advertenties uitgaven, bleven de posten voor interest en onkosten niet onbeduidend lager. Zoals wij reeds vroeger aan u mededeelden, brengen wij in het credit van onze onkostberekening de commissie over de inkomende vracht die wij vroeger betaalden, daar wij nu die zaken zelf behandelen, alsook de commissies op de passages, die vroeger door de passagie-agenten hier ter stede genoten werden. Hoezeer onze werkzaamheden en ook ons kantoorpersoneel daardoor niet onbelangrijk zijn uitgebreid, zo bewijst toch de uitslag dat deze nieuwe regeling, die nu drie jaren heeft gewerkt, zeer in het belang van onze maatschappij is geweest.
De interestrekening, waarvan de dienst onzer obligatielening de voornaamste post uitmaakt, werd aanzienlijk gebaat door rentes van effecten, voornamelijk bestaande uit in ons bezit zijnde obligaties in die lening zelve.
Wij stelden u voor om over het netto overschot van NLG 332.779,03 als volgt te beschikken:
Aan het reparatie- en ketelfonds, waardoor het gebracht wordt
op NLG 300.000,- NLG 109.320,63
Aan het assurantiefonds NLG 12.000,-
Afschrijving W.A. SCHOLTEN NLG 55.000,-
Afschrijving P. CALAND NLG 55.000,-
Afschrijving ROTTERDAM NLG 25.000,-
Afschrijving MAAS NLG 25.000,-
Dividend 5 procent met patentbelasting NLG 51.280,63
Saldo op volgende rekening NLG 177,77
NLG 332.779,03
Hoogst aangenaam was het ons op die voorstellen uw goedkeuring te mogen verwerven. Bij de belangrijke obligo’s van onze Maatschappij, eerstens voor de geldlening, ten andere voor huur van de stoomschepen SCHIEDAM en AMSTERDAM, gebiedt naar ons inzien de voorzichtigheid, om onze geldelijke positie zoveel mogelijk op vaste grondslag te brengen. Er kunnen toch ook weder slechtere tijden voor onze lijn aanbreken, en de treurige ondervinding van 1874 tot 1877 heeft het geleerd, wij kunnen in de noodzakelijkheid komen om weder gedurende kortere of langere tijd met verlies te varen. Alleen door nu, terwijl er matig verdiend wordt, ook van dat matige ruim af te schrijven en te reserveren, is de toekomst en het voortbestaan van onze stoomvaartlijn te verzekeren.
Wat het lopende jaar voor de Maatschappij zal opleveren is niet gemakkelijk te zeggen, en ongaarne wagen wij ons aan voorspellingen, die maar al te dikwerf door de loop der gebeurtenissen worden gelogenstraft. Op dit ogenblik zijn de retourvrachten van New York nog altijd zeer laag, al is het dan ook dat er iets meer aanbod van goederen naar New York schijnt te komen. Met het zesde stoomschip te onzer beschikking hebben wij echter het aantal onzer afvaarten opnieuw kunnen vermeerderen en verwachten daarvan niet anders dan gunstige resultaten. Wat het personenvervoer betreft gaan wij zeker wel een betere tijd tegemoet. Aan alle kanten ontstaat weder lust tot landverhuizing, en hoezeer de concurrentie van de verschillende buitenlandse stoomvaartlijnen scherper is dan ooit, vertrouwen wij ons aandeel in het personenvervoer eer te zien toe- dan afnemen. Wij zien dan ook met iets meerdere gerustheid dan vroeger, de dingen die komen zullen tegemoet. Hebben wij ook in bange tijden en onder bittere teleurstellingen, met al ons vermogen gearbeid, om onze nationale onderneming voor ondergang te behoeden en de belangen van onze aandeelhouders te behartigen, de ondervinding heeft ons daarbij geleerd, dat het niet onmogelijk is om een Nederlandse stoomvaartlijn op de Nieuwe Wereld in het leven te houden. Met onverminderde lust wijden wij ons dan ook aan de taak om die stoomvaartlijn een onmisbare en blijvende institutie te maken, die ook voor de deelhebbers gunstige resultaten geeft. Wij weten dat, evenals tot nu, uw gewaardeerde steun en voorlichting ons daarbij niet zal ontbreken.

Afbeelding
Datum 25 december 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

New York, 10 december. Volgens rapport van kapt. Deddes, gezagvoerder van het stoomschip P. CALAND, alhier van Rotterdam aangekomen, ondervond hij reeds in het begin van de reis zulke zware westelijke stormen, dat hij genoodzaakt werd in Torbay ten anker te komen, waar hij tot 18 november bleef en nadat het weer bedaard was, de 19e de Bishop Rock (Scilly) passeerde. De reis werd met stijve westelijke wind voortgezet, tot de 25e het stoomschip zich bevond op 49º39' NB 28º06' WL, toen een hevige sneeuwstorm opstak, die 24 uur duurde, met hemelhoge zee, waarop het plotseling gedurende 2 à 3 uren doodstil werd, waarna de wind met de kracht van een orkaan uit het NW begon te waaien met weerlicht, donder en regen, barometer op 28.60. De zee brak voortdurend over het schip heen, doch hield het zich voortreffelijk en werd er geen schade geleden. De grootste kracht van de orkaan hield gedurende 20 uur aan, waarna het weer enigszins bedaarde; verder werd de reis voortdurend met stijve westelijke winden voortgezet tot New York.

Afbeelding
Datum 18 februari 1881
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Hellevoetsluis, 16 februari. Het stoomschip P.CALAND, van New York, is met een diepgang van ruim 60 decimeters alhier binnengekomen.

Afbeelding
Datum 24 maart 1881
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Het verslag van de directie der Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij over het jaar 1880 aan heren commissarissen luidt:
Ons achtste boekjaar begon niet onder zeer gunstige omstandigheden. Zoals wij bereids in ons vorig jaarverslag meldden, waren twee van onze grootste schepen, de P. CALAND en W.A. SCHOLTEN, beiden in averij met verlies van roer en roersteven, en het was eerst in mei dat het eerste en in juni dat het andere weder geregeld dienst kon doen. Zulks was te meer te bejammeren, dewijl juist in dat voorjaar de emigratie sterk toenam en bij het gemis van die twee schepen, zo uitstekend voor het vervoer van grote getallen landverhuizers ingericht, ontging ons een vrij aanzienlijke hoeveelheid personen, die anders stellig de voorkeur aan onze lijn zouden hebben gegeven. Voor het overige van het jaar bleven wij gelukkig van belangrijke averijen verschoond. Alleen werd in juli ll. de krukas van het stoomschip SCHIEDAM gebroken bevonden en te New York vernieuwd; het daardoor veroorzaakte tijdverlies was gelukkig gering. Wij konden dan ook verder de dienst met de meeste regelmatigheid volhouden, waartoe veel bijbracht het stoomschip AMSTERDAM, dat de 27e maart 1880 de eerste reis aanving en de 1e januari dezes jaar reeds voor de zesde maal naar New York vertrok. Met genoegen kunnen vermelden, dat laatstgenoemd schip in elk opzicht uitstekend voldoet.
Zoals aan u bekend is gaf onze geachte mede-directeur, de heer A. Plate, in mei ll. zijn verlangen te kennen om uit zijn betrekking te worden ontslagen, welk ontslag dan ook door u op de meest eervolle wijze werd verleend. Voor ons, die zijn medewerking zo hoog waardeerden en die hem zo node zagen heengaan, kon het niet anders dan aangenaam zijn te weten, dat zijn bekwaamheden en energie ook in het vervolg der Maatschappij ten goede zouden blijven komen. Intussen achten wij het voor een goed en richtig beheer der zaken nodig en wenselijk, dat de vacature, door het uittreden van de heer Plate ontstaan, weder worde vervuld. Het verheugt ons dat die zienswijze door u wordt gedeeld en dat door u aan heen deelhebbers zal worden voorgesteld om een derde directeur te kiezen.
In het kort wensen wij hier te herinneren wat in het afgelopen najaar heeft plaats gevonden ten opzichte van het aan ons kenbaar gemaakte verlangen, om onze stoomschepen ook van Amsterdam te laten varen. Nadat in uw vergadering daarover door een uwer was gesproken en was medegedeeld, dat vooral de Nederlandsche Handelmaatschappij daarop aandrong, ontvingen wij van de directie van laatstgemelde instelling een uitnodiging, om met haar over die zaak te komen spreken. De directie van de Nederlandsche Handelmaatschappij meende dat Amsterdam niet langer zonder een directe stoomvaartverbinding met de Verenigde Staten kon blijven, en wenste dat onze Maatschappij reeds dadelijk daarin zoude voorzien. Ons antwoord was, dat wij de tijd voor die splitsing van onze krachten nog niet gekomen achtten, dat de ondervinding door ons opgedaan leerde, dat ons streven om een geregelde wekelijkse dienst van Rotterdam tot stand te brengen, het eerste en enige middel was om onze onderneming krachtig en duurzaam te vestigen en dat wij dat doel eerst moesten hebben bereikt vóór wij er aan konden denken onze krachten tussen Amsterdam en Rotterdam te verdelen. Wij wezen er op dat onze deelhebbers in de eerste jaren, door de treurige economische toestand van Noord-Amerika, de helft van hun kapitaal in onze onderneming hebben zien teloor gaan, en dat het nu, terwijl de zaak door hun opofferingen tot een zekere hoogte is gekomen en een matige rente belooft te geven, een grove onbillijkheid jegens die deelhebbers zou wezen, die eerste voordelen terstond te moeten delen met nieuw kapitaal dat in de nadelen niets heeft gedragen of wel die voordelen weder geheel te moeten missen, ten bate van Amsterdam. Ook was het ons niet duidelijk, waardoor zo eensklaps die grote behoefte van Amsterdam aan een directe stoomvaartverbinding met de Verenigde Staten was ontstaan, dewijl het toch steeds ons streven was de Amsterdamse ontvangers en afschepers, met vrachten en in elk ander opzicht, geheel en al gelijk te stellen met de Rotterdamse. Wij meenden daarom, in het welbegrepen belang van onze deelhebbers, vooralsnog niet aan die drang van sommigen in Amsterdam te mogen toegeven en het was ons aangenaam te ondervinden dat zulks, met uitzondering van een uwer, ook eenstemmig uw gevoelen was.
Sedert heeft de Koninklijke Nederlandsche Stoombootmaatschappij te Amsterdam, na een garantie voor mogelijk verlies te hebben verkregen van de Nederlandsche Handelmaatschappij en enige anderen, een begin gemaakt met enkele van de in haar bezit zijnde stoomschepen op New York te doen varen. Wij onthouden ons over die proef een oordeel uit te spreken en volgen met belangstelling de resultaten.
Ten opzichte van de zo nodige uitbreiding van ons materieel kunnen wij het volgende berichten. Door voldoende kasruimte daartoe in staat gesteld, konden wij het stoomschip SCHIEDAM van de eigenaars inkopen. Tezelfdertijd verkregen wij uw toestemming om pogingen te doen opnieuw een stoomschip in de vaart te brengen en in te huren. Dat schip is thans in aanbouw en zal in de loop van de zomer onder de naam EDAM in de lijn worden opgenomen. Met uw goedkeuring hebben wij voor onze Maatschappij voor een derde in de eigendom van de EDAM deelgenomen; terwijl in het stoomschip AMSTERDAM aan vrienden in de hoofdstad ongeveer een twaalfde van de aandelen was geplaatst, werd het kapitaal voor het nu gebouwd wordende schip geheel te Rotterdam genomen. De dringende noodzakelijkheid om reeds nu over een verdere uitbreiding van onze vloot te denken zullen wij wel niet behoeve te betogen, bij de omstandigheid dat wij reeds dit jaar zullen moeten aanvangen onze eerste schepen tijdelijk uit de vaart te nemen tot ketelvernieuwing.
Omtrent onze exploitatie kunnen wij u het volgende overzicht geven. Met onze schepen werden gedaan 34 reizen, met gecharterde schepen 3, terwijl 6 stoomschepen van New York aan ons werden geconsigneerd. De bruto uitvrachten bedroegen NLG 456.756,-, de bruto retourvrachten NLG 1.248.768,- en de bruto passagegelden NLG 456.896,-. De goederenbeweging beliep naar New York pl.m. 32.000 ton, van New York pl.m. 78.000 ton. Het personenvervoer klom tot 10.404 zielen, als 436 kajuits- en 9.968 tussendekspassagiers. De gemiddelden per reis waren als volgt: kajuitspassagiers 13, tussendekspassagiers 284, passagegelden NLG 13.054,-, goederenvrachten NLG 46.100,-. Vergeleken met het vorige jaar waren in 1880, per reis, de bruto passagegelden ongeveer NLG 5.200,- en de bruto goederenvrachten ruim NLG 4.400,- hoger.
De verschillende posten van de winst- en verliesrekening en balans vereisen weinig toelichting. Dat die voor administratie en onkosten belangrijke hoger is dan de laatste voorgaande jaren, NLG 52.571,53, is niet veroorzaakt door vermeerdering van uitgaven op dat hoofd, maar alleen doordien die thans, overeenkomstig het ten vorigen jare door u te kennen gegeven verlangen, in haar geheel en onverminderd voorkomt, in tegenstelling met de vroegere wijze van boeking, toen een door ons over de passagegelden berekende commissie, ten bate van de onkostenrekening werd gebracht. De interestrekening is NLG 29.840,66.
Het bruto overschot van onze exploitatie, na aftrek van onkosten, renten, enz., bedraagt 588.881,57½. Aangenaam was het ons, dat onze voorstellen om daarvan een groot deel te bestemmen tot ruime afschrijvingen op de schepen, samen NLG 227.377,06 en tot vergroting van het reparatie- en ketelfonds met NLG 236.083,55 werden goedgekeurd. Dat desniettegenstaande door u een uitdeling van 10 procent aan aandeelhouders kon worden vastgesteld, strekt ons tot grote voldoening.”
Volgens de winst- en verliesrekening brachten de reizen der schepen op: SCHOLTEN NLG 93.262,05 (in 4 reizen), CALAND 95.004,34 (5 reizen), ROTTERDAM NLG 136.251,76 (7 reizen), MAAS NLG 100.942,67 (6 reizen), SCHIEDAM NLG 108.181,83 (6 reizen), AMSTERDAM NLG 148.831,86½ (5 reizen).
Commissarissen voegen hier o.a. het volgende bij.
“Daar de vrachten volstrekt niet hoog waren, en daar het zich laat aanzien, dat de aanvoer van producten uit Amerika een blijvende zal zijn, gaan wij de toekomst met vertrouwen tegemoet. Toch behoeven wij het u niet in herinnering te brengen, dat, daar de helft van ons kapitaal is afgeschreven, ons dividend van 10 %, gerekend over het oorspronkelijke kapitaal, nog slechts een matige rente vertegenwoordigt. Die afschrijving op het kapitaal heeft, voor een groot deel, gediend tot vermindering van de boekwaarde der schepen, en door deze vermindering behoeven wij jaarlijks slechts over een kleiner kapitaal assurantie en renten te betalen, die tezamen ca. 15 % vertegenwoordigen. Maar voor een deel was die afschrijving nodig door het verlies, dat elke nieuwe zaak lijdt, vóórdat zij haar plaats heeft ingenomen tussen andere. Dit is dus een verlies, dat bij ons niet meer terugkeert, en van het kapitaal daaraan besteed, wordt de rente nu door u getrokken; die rente zal ook door u getrokken worden over het kapitaal dat gij verder in de onderneming zult beleggen. En, terwijl de directie niet gaarne in het openbaar een lofspraak van ons hoort, mogen wij haar toch de lof niet onthouden, van met grote bekwaamheid en grote toewijding de belangen van aandeelhouders te behartigen.
Wat wij van de directie gezegd hebben, passen wij ook in volle mate toe op de afgetreden directeur, de heer A. Plate. Met groot leedwezen gaven wij hem het ontslag, dat hij verzocht had omdat hij een andere werkkring hier ter stede gekozen had.
Voor een groot deel (1/3 gedeelte) zijn de aandelen van het stoomschip AMSTERDAM reeds ons eigendom; maar wij wensen in het financieel belang onzer Maatschappij de overige aandelen van dat schip te kopen, waartoe wij volgens het huurcontract het recht hebben. Tevens menen wij, dat het volstrekt nodig is, een achtste stoomschip in de vaart te brengen zowel om daardoor een stap nader te komen tot de wekelijkse vaart, als omdat het te voorzien is, dat bij het ouder worden onzer stoomschepen deze successievelijk tijdelijk uit de vaart zullen moeten genomen worden tot ketelvernieuwing of andere reparaties, zoals wellicht reeds dit jaar met onze beide eerste stoomschepen het geval kan zijn. Het is daarom, dat wij, in overleg met de directie, besloten hebben ons kapitaal uit te breiden door uitgifte van 4 nieuwe series à NLG 250.000,-, waartoe het recht gegeven is in art. 6 der statuten. Niettegenstaande de grote afschrijvingen die op onze schepen hebben plaats gehad en de opvoering van het reparatie- en ketelfonds tot een vrij aanzienlijk cijfer, waardoor een goede reserve gecreëerd is, zijn wij voornemens de nieuwe aandelen à pari uit te geven, maar achten het dan ook niet meer dan billijk dat aan de aandeelhouders daarop de voorkeur gegeven worde, hoewel dit niet bij de statuten is voorgeschreven.”
Als opvolger van de heer Plate wordt voorgesteld de heer J.V. Wierdsma, oud zeeofficier. Nog moeten vijf commissarissen worden gekozen in plaats der heren Muntz, Hijmans, Boissevain, Jan Havelaar en Boden.

Afbeelding
Datum 25 februari 1882
Krant ZZN - Zierikzeesch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 23 februari. De heer E. Deddes, gezagvoerder van het stoomschip P. CALAND, is benoemd tot directeur van het Zeemanshuis alhier, in de plaats van de heer J. Bik, die als zodanig zijn ontslag gevraagd heeft.

Afbeelding
Datum 08 maart 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 7 maart. Kapt. Deddes, voerende het Nederlandse stoomschip P. CALAND, van Rotterdam hier aangekomen, rapporteert 15 februari op 47º05’ NB 14º32’ WL een grote ijsberg gepasseerd te zijn. Tot op 43º40’ NB 46º43’ WL stoomde hij door grote massa’s drijfijs.

Afbeelding
Datum 01 april 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Met het morgen vertrekkend stoomschip P. CALAND, kapt. Deddes, van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij zullen ruim 700 passagiers de reis naar de Nieuwe Wereld ondernemen.

Afbeelding
Datum 29 juni 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Brouwershaven, 27 juni. Het stoomschip P. CALAND, is gisteravond met het rondzwaaien op de rede, tegen Dwars in de Weg aan de grond gekomen, is bezig met lichten, en heeft sleepboten ter assistentie. Volgens later bericht is genoemd stoomschip vlot en naar Helvoet gestoomd.

Afbeelding
Datum 09 augustus 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

New York, 24 juli. Het Noorse schip CZAR, kapt. Berentzen, van Pensacola naar Liverpool, vroeger vermeld als verlaten, werd 12 juli op 46º NB 30º WL opgenomen door de stoomboot P. CALAND, kapt. Bonjer, van Rotterdam, die gisteren hier arriveerde. Toen de equipage de CZAR verliet, stond er 10 voet water in het ruim.

Afbeelding
Datum 08 november 1882
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 7 november. Het stoomschip P. CALAND, van New York hier binnenkomende, is met hoog water op de Oosthavendam gelopen. Er was dadelijk hulp van sleepboten bij, doch het schip is blijven zitten en is begonnen te lossen. Het schip zit tamelijk goed.

Afbeelding
Datum 10 november 1882
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 8 november. Het stoomschip P. CALAND, kapt. Bonjer, van New York naar Rotterdam, met hoog water op de Oosthavendam gelopen, is na gelost te hebben, vlot gesleept. Het schip heeft geen schade geleden.

Afbeelding
Datum 05 januari 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Brouwershaven, 4 januari. Volgens een rapport van het stoomschip P. CALAND, vertrok het de 20e december laatstleden van New York en had in het begin flauwe koelte variërend tussen Noord en Noordoost, later stijve koelte van het Noorden, daarna Oost, Zuidoost, Zuid en Westenwinden met zware mist. Zagen 23 december namiddags 16.00 uur, op 41º41’ NB 58º52’ WL een scheepsboot met platte spiegel gelijk met de oppervlakte van het water drijven, het bovenste gedeelte was er afgeslagen.

Afbeelding
Datum 02 februari 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 1 februari. Het stoomschip P. CALAND is hedenochtend voor Ooltgensplaat in het Hellegat aan de grond geraakt en heeft heden bij hoog water getracht vlot te komen, doch tevergeefs.

Afbeelding
Datum 03 februari 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Uit Ooltgensplaat meldt men ons dat de P. CALAND gisterochtend in vlot water gebracht is en zeewaarts vertrokken.

Afbeelding
Datum 06 februari 1883
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 3 februari. Uit Ooltgensplaat meldt men, dat het stoomschip P. CALAND, kapt. Bonjer, van hier naar New-York bestemd, donderdagmorgen in vlot water gebracht en zeewaarts vertrokken is.

Afbeelding
Datum 07 februari 1883
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Amsterdam, 5 februari. Het stoomschip P. CALAND, kapt. Bonjer, had voor het van Rotterdam in zee was gekomen heel wat ondervonden. 's Morgens vroeg vertrok het van Rotterdam met bestemming naar Hellevoet. Tussen Vlaardingen en Nieuwesluis raakte de boot 'onslaags' en kwam pas 's avonds in plaats van 's morgens te Nieuwesluis. Daar zou zij schutten, een extra schutting natuurlijk, want de schutkolken hebben nu eenmaal zulke kolossale afmetingen, dat ietwat grote stoomboten slechts 4 keren in een etmaal kunnen schutten. Het water zakte 's avonds niet genoeg dus schutte zij de andere morgen pas. 's Namiddags arriveerde zij te Hellevoetsluis en de kapitein besloot niet langs het Goerese Gat, maar langs Brouwershaven zee te kiezen. Des avonds ankerde de P. CALAND bij Willemstad, kwam 's maandags niet door het Hellegat, 's dinsdags ook niet en toen retourneerde zij te Hellevoet, om des avonds langs het Goerese Gat naar zee te gaan. 's Middags kwam men op dit voornemen terug en er werd besloten, dat zij 's woensdags weer zou trachten door het Hellegat te varen. Men heeft dit beproefd met het gevolg, dat zij 's morgens bij Ooltgensplaat aan de grond kwam. Des avonds kwam de P. CALAND met behulp van sleepboten vlot, stoomde de volgende morgen naar Brouwershaven, had daarna nog enig oponthoud, maar kwam dan toch eindelijk in zee.

Afbeelding
Datum 09 maart 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

New York. 24 februari. Het stoomschip P. CALAND, van Rotterdam alhier aangekomen, heeft gedurende de reis voortdurend stormwind uit het Westen gehad, somtijds woei het een orkaan met hoge zeeën, de 13e woei het weer een orkaan uit het Westen tot Noordwesten die acht uren aanhield, de barometer daalde tot 27º 9’; na de banken te zijn gepasseerd bedaarde het weer en was de wind variabel.

Afbeelding
Datum 15 maart 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Brouwershaven 14 maart. Volgens een rapport van kapt. Bonjer, voerende het schip P. CALAND, van New York alhier aangekomen, stoomde hij vanaf de Noordhinder tot aan het Brouwershavensche Gat door veel wrakhout.

Afbeelding
Datum 30 juni 1883
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Maassluis, 28 juni. Het stoomschip P. CALAND, kapt. Bonjer, is met assistentie van de sleepboot MAASSLUIS heden avond vlot gekomen en opgestoomd; het heeft niet gelicht.

Afbeelding
Datum 26 augustus 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Het stoomschip P. CALAND is hedenochtend in het nieuwe ijzeren droogdok te Charlois gezet, waar het van onderen schoon gemaakt en opnieuw geschilderd wordt.

Afbeelding
Datum 10 maart 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Volgens bij de Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij ontvangen telegrafisch bericht uit New York rapporteert kapitein Bonjer, van het op de 7de dezer aldaar aangekomen stoomschip P. CALAND, dat hij op 1 maart op 42º44’ NB 48º55’ WL had aangetroffen het stoomschip LEERDAM, kapt. Slierendregt, met verlies van roersteven en roer. Een noodroer was aangebracht en men stoomde oostwaarts met een vaart van ongeveer 5 knopen.

Afbeelding
Datum 11 april 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Rapport van kapt. P. Slierendregt, gezagvoerder van het Nederlands stoomschip LEERDAM, bestemd van New York naar Amsterdam en met verlies van roer te Rotterdam aangekomen.
Wij vertrokken woensdag de 20e februari van New York met een 25-tal passagiers en stoomden met gunstige gelegenheid tot zaterdag de 23e februari. Die avond omstreeks 10 uren, op 42º08’ NB 56º20’ WL, kreeg het schip opeens aan stuurboordzijde achteruit, ongeveer ter plaatse van de salon, een zodanige stoot, dat er verscheidene patrijspoortglazen en salonlampen afbraken en vele glazen uit de slingerrekken sprongen; een paneel van de salonbeschieting werd tot enige afstand weggeslingerd en meer andere schade aangericht. Op het ogenblik dat de stoot plaats greep bevond ik mij in de salon met de 1e stuurman en de dokter; wij vlogen tegelijk op en naar boven, niets anders denkende dan dat wij waren aangevaren; op het dek gekomen konden wij evenwel niets van enig ander schip of vaartuig bespeuren en bleek de wachthebbende officier de stoot niet te hebben gevoeld. Verder onderzoek doende had men alleen in de machine kamer de machine plotseling sterk voelen doorslaan, iets wat wij ook in de salon hadden ervaren. Intussen werd niets bijzonders waargenomen, de gepeilde pompen gaven geen verschil van water aan en de machine bleef hetzelfde aantal slagen maken als gewoonlijk; er was voor zover die avond niets waar te nemen. Ook de volgende dag was buitenboords niets ongewoons te bespeuren, zodat er geen aanleiding bestond ons verder bezorgd te maken en werd de reis daarom met de gewone 11 à 12 mijls vaart voortgezet. Die vaart werd geregeld behouden tot maandag de 25e februari, des morgens te 8 uren, toen het schip op eenmaal niet meer naar het roer luisterde; wij onderzochten de stuurrepen, doch bevonden deze allen in goede orde; daarop buitenboords naar het roer ziende ontdekten wij dat dit bij de bovenste vingerling en de roersteven van onder waren afgebroken, doch dat de roersteven nog van boven aan het schip vast zat; ook bleek dat er enige stukken van de schroefbladen af waren. Wij bevonden ons toen op 43º30’ NB 48º48’ WL; het woei een frisse zuidwester koelte. Ik liet de machines stoppen en met de zeilen manoeuvreren om het schip zoveel mogelijk op koers te houden, in afwachting van het gereedkomen van een noodroer, waartoe wij de nodige planken, bouten enzovoort bijeenbrachten. Wij probeerden onderwijl te sturen door middel van een drijfanker; het voldeed wel, doch zeer weinig; wind en zee voerden ons intussen om de ZO, een koers welke mij in zoverre goed beviel, dat ik rekende daarmee althans zeker te zijn de massa’s ijs te ontlopen, welke in de laatste tijd waren gerapporteerd; dat ik mij bitter voelde teleurgesteld toen diezelfde dag drijfijs werd ontdekt, behoef ik wel niet te zeggen. Spoedig zagen wij ons door het ijs geheel en al omringd en ging ons drijfanker met al wat daaraan bevestigd was verloren; wij trachtten daarna te sturen met tuiketting en kettingrepen, doch ook de ketting brak; en dus nu een noodroer te maken, dat tegen zulke zware ijsschotsen bestand was, was onmogelijk. Dinsdagsmorgens met de dag liet ik zware ketting scheren door de sluiting boven de scheg welke aan het roer zit, waarop zware gijnen bevestigd waren, welke naar de lier leidden; dit ging aanvankelijk goed, wij zagen open water en stuurden daar op aan, doch de ketting brak; ik liet een zwaardere ketting inscheren en toen weer zacht aan vooruit stomen, doch na 2 uren gestoomd te hebben brak de roersteven en verdween in de diepte met al wat daaraan bevestigd was. Des avonds werd het dik van mist, wind zuidwest, zee kalm; probeerden toen met bochten van een tros met een eind spier ertussen bevestigd en kettingen er aan verbonden te sturen, doch te vergeefs; we bevonden ons toen in open water en namen het toestel in, om er verbeteringen aan te brengen, probeerden ten tweeden male, doch weer te vergeefs; intussen dreven wij weer geheel en al in het ijs en waren genoodzaakt dit toestel weg te kappen en manoeuvreerden verder met de zeilen. ’s Woensdags morgens nog steeds mistig, manoeuvreerden met de zeilen en machine naar omstandigheden, nu en dan ons bevindende in open vakken. Barometer steeds dalende, wind west, dreven om de zuidzuidwest; des namiddags mist opklarende, zagen open water in het noorden en dreven om de zuidzuidwest, op de rand van zwaar ijs; te 4 uren zagen wij een stoomschip, toonden ons signaal, vroegen om hulp. Het stoomschip koerste op ons aan en beloofde in ieder geval ons uit het ijs te slepen, doch daar het donker werd en wij al meer en meer door zware ijsschotsen omsingeld werden was het ons onmogelijk een boot in het water te krijgen tot uitbrengen van de lijnen voor sleeptrossen; we ontstaken ’s avonds te 10 uren flambouwen, hetwelk niet beantwoord werd; wind en zee namen met kracht toe, aanhoudend weerlicht in het zuidwesten en dalende barometer. De ijsschotsen ramden met onbeschrijfelijk geweld tegen het schip en deden alles kraken; de nacht was verschrikkelijk en bij het aanbreken van de dag was het gezicht aller vreselijkst: het schip was geheel en al door opeengepakt zwaar ijs ingesloten en wij hadden bovendien vier grote ijsbergen op ongeveer een scheepslengte in onze nabijheid. We zeilden alstoen met de fok, voorgaffelzeil en voorstengestagzeil doch het schip maakte geen voortgang; de wind nam hand over hand toe, zetten het voormarszeil vol bij en zo gelukte het ons met veel moeite des voormiddags te 10 uren uit deze toestand te geraken. Het woei een stijve koelte uit het westen, het schip bleef bij de wind om de ZZW liggen; met zonsondergang geen ijs meer zichtbaar; ’s nachts stormweer zodat wij het in gereedheid zijnde noodroer niet konden gebruiken, reefden de fok en voormarszeil; het schip bleef steeds bij de wind liggen om de ZZW. ’s Vrijdags steeds afwisselend buiig met regen; wij probeerden ons in gereedheid zijnde noodroer van planken vervaardigd, doch vruchteloos. ’s Vrijdagsavonds passeerde ons een stoomboot, deden onze seinen, die niet beantwoord werden; ’s avonds te 11 uur zagen wij een ander stoomschip en herhaalden ons sein. De stoomboot hield ons aan; niettegenstaande de hoge zee en donker weer kwam de reddingsboot zo dicht mogelijk bij ons, om te zien of er ook mensenlevens te redden waren, doch een ontkennend antwoord werd gegeven; wij deelden onze toestand mee. Het was een Engels stoomschip LORD GOUGH, kapt. M. Hughes. Genoemd stoomschip bleef gedurende de nacht in onze nabijheid en trachtte de volgende morgen ons te slepen, doch alle mogelijke pogingen waren vruchteloos, daar de zee te hoog was, niettegenstaande de gezagvoerder van genoemd schip daartoe al het mogelijke deed. Intussen naderde het stoomschip PIETER CALAND, kapt. F. Bonjer en daar de LORD GOUGH ons geen hulp meer kon verlenen, vervolgde deze zijn reis. De PIETER CALAND bleef bij ons en beloofde ons in ieder geval alle hulp. Het werd donker zodat wij niets meer konden verrichten en lieten derhalve des nachts het schip voor klein zeil drijven; de PIETER CALAND bleef steeds in onze nabijheid; de volgende dag wind en zee handzamer, besloten alvorens ons te laten slepen het noodroer, waar wij intussen verandering aan hadden gebracht, nogmaals te proberen en bevonden dat het zeer goed voldeed; de PIETER CALAND was steeds bij ons, het resultaat afwachtende; we stoomden het schip op het noodroer rond met een vaart van 5 mijl en besloten toen de reis naar Nederland voort te zetten, bedankten kapt. F. Bonjer voor zijn welwillende hulp en vervolgden onze reis. Na 20 uren gestoomd te hebben brak het noodroer en daar wind en zee steeds toenamen, zetten wij het in gereedheid zijnde tweede noodroer niet overboord, omdat het geen dienst kon doen. Dinsdag de 4e en woensdag de 5e maart stormweer, lagen voor stormgaffelzeil en stagfok. Donderdag 6 maart vliegend stormweer, het schip lag als onder de zee bedolven en dreef om de zuid. ’s Vrijdags wind noordwest en afnemend doch steeds hoge zee; trachtten met behulp van stoom en zeil het schip door de wind te brengen of met de kop om de noordoost, welke onze voordeligste boeg was, hetwelk ons gelukte doch waarbij onze fok aan flarden woei. Wij passeerden des avonds twee stoomboten, de wind was afnemende met stortregen zodat de zee bedaarde. Zaterdag 8 maart lichte ONO koelte, kalme zee, zetten het noodroer overboord en stoomden halve kracht; het schip stuurde zeer goed; hadden ’s avonds een zeilschip in onze nabijheid; zo stoomden wij tot ’s maandagsmorgens 9 uur toen het roer doormidden brak, zetten een ander inmiddels gereedgemaakt noodroer overboord, doch des nachts nam wind en zee met kracht toe en daar het donker was konden wij het noodroer niet naar binnenhalen, daar alle kans bestond dat de repen onklaar van de schroef al zouden komen. Dinsdag 12 en woensdag 13 maart vliegend stormweer met hagelbuien en steeds dalende barometer; het noodroer werd verbrijzeld. Wij lagen 48 achtereenvolgende uren ten prooi van wind en zee; de zeeën beukten op het schip als op een blinde klip, het schip werkte aller vreselijkst, dewijl het dwarszee’s lag; hadden donderdag 14 en vrijdag 15 maart met aanhoudende hagelbuien en woeste zeeën te kampen; ’s zaterdags wind afnemende; zetten ’s zondags ons nieuwe noodroer overboord, doch door de zeer hoge zee luisterde het schip er niet naar; inmiddels naderde ons een stoomschip en besloten toen ons weer te laten slepen. Wij bevonden ons op 44º00’ NB en 31º45’ WL. Het slepen gelukte niet, daar de stalen trossen braken; ik liet het schip dat door het stormweer slagzij had gekregen recht werken en maakte gedurende de nacht verandering aan het noodroer; wij probeerden met de dag andermaal en hadden het geluk dat het buiten verwachting voldeed; van die tijd af hadden wij goed weer tot op woensdag 26 maart, toe de wind met kracht uit het OZO toenam; niettegenstaande dit bleef het schip goed sturen en arriveerden wij de 27e maart te Falmouth zonder assistentie, dank zij de sterke bouw van het schip, hetwelk dit gevaar heeft doorgestaan. De voorraad steenkolen begon zo te verminderen door de voortdurende tegenspoed dat wij op het laatst van de reis genoodzaakt waren graan met kolen tezamen gemengd te stoken; proviand was er genoegzaam aanwezig, zodat ik mij daarover niet behoefde te verontrusten. Gedurende al die tijd had ik niet anders dan tevredenheid over het gedrag van de gehele bemanning en vooral de 1e officier A. Potjer en de 1e machinist M. Moermans verdienen lof voor hun onvermoeide ijver. Na te Falmouth steenkolen ingenomen te hebben vervolgde ik de reis vandaar, begeleid door 2 sleepboten, naar Nederland, alwaar wij de 3e april via Nieuwe Waterweg te Rotterdam arriveerden. De gehele reis had 43 dagen geduurd, waarvan 38 dagen zonder roer. Van de plaats waar het roer verloren werd tot aan Falmouth waren ongeveer 2.400 Engelse mijlen afgelegd.

Afbeelding
Datum 09 maart 1885
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Het stoomschip P. CALAND, kapt. F.H. Bonjer, gisteren alhier (Rotterdam) binnengekomen, heeft op de thuisreis van New York zwaar stormweer ondervonden. Een stortzee sloeg de roerganger, kwartiermeester A. Hollander, met de stoomstuurinrichting overboord, nam drie sloepen weg, en veegde de brug nagenoeg schoon. Het schip lag gedurende enige uren dwars in de hoge zee, waarbij romp en machine zich goed hielden, doch veel te lijden hadden. De eerste en derde officier, timmerman en vier matrozen werden gekwetst, doch zijn allen herstellende.

Afbeelding
Datum 14 maart 1885
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 12 maart. Aan boord van het in de Koningshaven aan de Nassaukade te Fijenoord liggende stoomschip P. CALAND, kapt. Bonjer, dat van New-York met zware schade arriveerde, is men druk bezig met repareren. De verwoesting te zien, veroorzaakt door de zware stortzee, die op de 28e februari op 45° NB 37°16’ WL (juist in dat gedeelte van de Oceaan waar de Golfstroom en de Poolstroom met elkander in aanraking komen) tijdens een hevige storm van achteren over het schip heen brak, geeft een denkbeeld van de vreselijke kracht van de zee, wanneer die door storm wordt opgezweept.
De verschansing en het netwerk zijn gedeeltelijk weg en aan stukken geslagen; ook de hutten op het dek hebben veel geleden en op de brug is de schade vooral belangrijk. Men heeft de door de zee veroorzaakte schade aan het stoomstuurtoestel op een zeer vernuftige wijze tijdelijk hersteld en een aanwijzing te geven hoe het roer ligt, hetwelk vooral bij het sturen met stoom, om het stukbreken van de stuurmachine te verhoeden van groot belang is; ook in de weggeslagen telegraaf en de spreekbuis werd tijdelijk voorzien. De teakhouten kap boven de ijzeren hoofden van de overkapping van de machinekamer, die door de zee verbrijzeld en weggeslagen werd, zal door een ijzeren worden vervangen. Achter in de hut over het roer is een zwaar gegoten stuk ijzerwerk van het roer dwars door en aan stukken geslagen en de panelen in de hut zijn belangrijk beschadigd. Aan het schip zelf valt geen ontzetting te bespeuren. De dekken worden opnieuw gekalefaat en nadat de geleden schade hersteld en het schip gedokt zal zijn om de vingerlingen en het roer te kunnen onderzoeken, zal het de 21e maart weer van Rotterdam naar New-York vertrekken.

Afbeelding
Datum 15 april 1885
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

In het verslag over het boekjaar 1884 van de directie van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij wordt het volgende medegedeeld :
De verwachting in ons vorig verslag uitgesproken, dat het toen aangevangen boekjaar voor onze onderneming geen voordeel zou opleveren, heeft zich helaas, bewaarheid.
Zoals trouwens bij de ongekend lagen stand van de vrachten moest worden voorzien, lieten de reizen tot in mei nagenoeg allen kasverlies.
Daarna, hoofdzakelijk door het enigermate stijgen van de thuisvrachten, werd op de meeste reizen een zeker bedrag overgehouden, waardoor het eindresultaat onzer exploitatie rekening nog een voordelig saldo aanwijst van ruim honderd duizend gulden, een uitkomst welke wij menen te mogen vertrouwen dat, vergeleken met die van vele onzer zusterlijnen, onze deelhebbers niet zal teleurstellen, zij het dan ook dat daarmede onze kosten niet kunnen worden gedekt. Dat onze winst- en verliesrekening als gevolg van die met een nadelig saldo sluit, kan wel niemand meer leed doen dan ons.
Bij de vermelding van het verloren gaan van de stoomschepen AMSTERDAM en MAASDAM, brengt de directie haren oprechte dank aan kapt. Jüngst, de verdere officieren en bemanning van het stoomschip RHEIN, voor hetgeen hunnerzijds aan de passagiers en bemanning is bewezen, en tevens aan de eerste officier H. C. van der Zee, toenmaals waarnemend gezagvoerder van het stoomschip MAASDAM, voor zijn bedaarde en beleidvolle houding gedurende het ganse ongeval.
In het vorig verslag, heet het verder, werd bereids mededeling gedaan van het ongeval, het stoomschip LEERDAM in de loop van 1884 overkomen. Tot het vernieuwen van de gebroken achtersteven met roer, werd dit stoomschip gedurende ongeveer twee maanden aan de dienst onttrokken. Het stoomschip EDAM moest, in navolging van vele stalen schepen, versterking ondergaan en was verplicht gedurende 2½ maand daarvoor stil te liggen. Behoudens voorzieningen van betrekkelijk minderen omvang, viel met de verdere stoomschepen niets voor.
Ten aanzien van de exploitatie wordt gemeld, dat gedurende het afgelopen boekjaar door de stoomschepen werden gemaakt 50 reizen, terwijl het stoomschip JASON van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij nog drie reizen in de dienst van de maatschappij deed, waarvan twee op Baltimore en één op Baltimore via New- York. De bruto ontvangsten van de 50 reizen onzer stoomschepen bedroegen in 1884:
Aan uitvrachten NLG 641.400, gemiddeld per reis NLG 12.828;
aan retourvrachten NLG 1.139.640, gemiddeld per reis NLG 22.793;
aan passagegelden NLG 470.808, gemiddeld per reis NLG 9416.
Alzo een gemiddelde bruto ontvangst per reis van NLG 45.037. In het geheel werden in 1884 vervoerd 741 kajuit- en 13.973 tussendekspassagiers, of gemiddeld per reis 15 en 279. De bruto- ontvangsten van de reizen met het stoomschip JASON bedroegen te samen
NLG 54.266, of per reis NLG 18.086.
Gedurende 1884 werden vervoerd: naar New- York plus minus 68.000 ton ; van New- York plus minus 102.000 ton; naar Baltimore plus minus 2.100 ton; van Baltimore plus minus 4.000 ton. Bij de winst en verliesrekening wordt opgemerkt dat de vermeerdering van de administratie- en bureaukosten te Rotterdam, Amsterdam en New- York grotendeels een gevolg is van het oprichten van een afzonderlijk passagebureau te Amsterdam, zomede van het aanstellen van een walmachinist.
De kosten, aan de maatregelen verbonden, kwamen de maatschappij ruimschoots op indirecte wijze ten goede. De publiciteitskosten zijn over 1884 belangrijk minder dan over 1883. De directie vertrouwt dat, ook door een wijziging gebracht in het systeem van publiciteit, deze kosten over 1885 nog minder zullen wezen.
Ofschoon zulks niet uit het overschot van de exploitatie kan gevonden worden, heeft de directie toch gemeend, de afschrijving op het materieel niet beneden het cijfer van 5 procent te moeten stellen, en het ketel- en reparatiefonds aan te vullen in verhouding tot het aanwezig materieel.
Voor het bedrag van de kosten van versterking van het stoomschip EDAM werden, na overleg met de medereders, aandelen in de rederij van dat stoomschip uitgegeven ; die aandelen werden door de vennootschap genomen. Met het oog op die gemaakte kosten, meende de directie een meer dan gewone afschrijving te moeten voorstellen op de aandelen.
Over het lopende jaar maakt de directie de volgende opmerking over de vooruitzichten van de vaart:
Het valt niet te ontkennen, dat de retourvrachten in de laatste tijd, na een korte verheffing, wederom zijn gedaald tot cijfers, die wel is waar beter zijn dan die van het vorig jaar, maar nochtans weinig of niets overlaten. Wel bestaat in handelskringen in Amerika de overtuiging dat deze verlaging, als zijnde veroorzaakt door tijdelijke stagnatie in het spoorwegvervoer, niet van lange duur zal wezen, doch wij menen een afdoende verbetering onzer vaart te moeten betwijfelen, zolang de algemene vrachtvaart zulk een treurig aanzien geeft.
Onder deze omstandigheden hebben wij dan ook gemeend, vooralsnog geen voorstellen te moeten doen voor de aanvulling van ons gedund materieel. De bezwaren daardoor ontstaan, zijn wel is waar verre van gering te achten, wij menen echter dat het ogenblik tot aanvulling thans nog niet daar is.
Meer dan ooit zijn wij evenwel overtuigd, dat bij de stoomvaart het zwaartepunt moet worden gezocht in oordeelkundig beheer en gepaste bezuiniging in elk onderdeel van dienst. Wij trachten zelve dat doel steeds voor ogen te houden en ons ganse personeel daarvan te doordringen. Ook in de stoomvaart geldt met de dag meer en meer de spreuk:
small profits, quick returns. Elke maatregel, welke strekken kan om dit doel bij onze exploitatie te bereiken, wordt met kracht toegepast. Wordt onze taak daardoor niet gemakkelijker, het is niet alleen de enig aangewezen weg om te kunnen mededingen, maar het geeft ons ook recht om met zelfvertrouwen te mogen verklaren, dat wij niet ten achter staan bij enige zusterlijn, waar het de vraag geldt, het ons toevertrouwde materieel nog zo productief te doen wezen als mogelijk is, in de moeilijke tijden welke wij beleven.
Die overtuiging geeft ons moed voor de toekomst en vertrouwen op uw steeds hooggewaardeerde steun.
Uit het verslag van de commissarissen blijkt, dat deze in overleg met de overblijvende directeuren hebben gemeend, met het oog op de minder gunstige omstandigheden, vooralsnog geen voorstel te moeten doen, om wederom een derde directeur aan te stellen, in plaats van de heer W. v. d. Hoeven, die sedert de oprichting van de Maatschappij als naamloze vennootschap, de betrekking van president- directeur vervulde en tegen het einde van het afgelopen jaar zijn ontslag heeft gevraagd, hetgeen hem op de meest eervolle wijze verleend is.
Uit de winst en verliesrekening blijkt dat de administratie en bureaukosten te Rotterdam, Amsterdam en New- York bedroegen NLG 84.399,01 en de publiciteitskosten in Europa en Amerika NLG 46.356,09, terwijl werd afgeschreven op de W. A. SCHOLTEN NLG 24.000, de P. CALAND NLG 24.000, de SCHIEDAM NLG 22.000, de ZAANDAM NLG 29.000, aandelen LEERDAM NLG 16.225 en aandelen EDAM NLG 45.500, totaal NLG 160.725.
De reserve ketel- en reparatiefonds bedraagt NLG 48.417,64 en het saldo verlies
NLG 273.346,78½ .

Afbeelding
Datum 25 mei 1885
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Groningen, 23 mei. Volgens een hier ter stede ontvangen telegram is het stoomschip P. CALAND, kapt. F.H. Bonjer, van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij, eergisteren van Rotterdam te New York aangekomen, hebbende slechts 12 dagen reis.

Afbeelding
Datum 06 maart 1887
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 5 maart. Kapt. Bonjer, voerende het stoomschip P. CALAND, van New York hier aangekomen, rapporteert de 26e februari op 48º42’NB en 22º04’WL gepasseerd te zijn het Engelse schip BARON BLANTYRE, te Greenock te huis behorende, met gebroken grootbramsteng, grote en topzeilra, enige gescheurde zeilen aan de ra’s en verbrijzelde boten, seinende gebrek aan proviand. De zee was te hoog om een boot uit te zetten, weshalve wij het schip van het nodige voorzagen door middel van een onzer reddingvlotten. De BARON BLANTYRE overigens geen assistentie verlangende, vervolgden wij onze reis.

Afbeelding
Datum 03 april 1887
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

In het verslag over het boekjaar 1886 van de directie van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij, wordt het volgende gezegd:
De exploitatierekening, inbegrepen het aandeel in de Reederij s.s. LEERDAM, toont een avans aan van NLG 415.835,56.
Na aftrek van de gewone uitgaven voor administratie, publiciteit en interest, blijft ter beschikking een cijfer van NLG 305.725,59.
Na afschrijving en dotatie van het ketel- en reparatiefonds tot een gezamenlijk bedrag van NLG 179.902,94 zal er NLG 125.822,65 overblijven, welk bedrag moet strekken tot vermindering van het verliescijfer van NLG 254.235,21, waarmede de balans van 1885 sloot. Dat verliescijfer wordt dus, voor het boekjaar 1887, teruggebracht op NLG 128.412,56.
Uit het ketel- en reparatiefonds zijn in 1886 bestreden twee ketelvernieuwingen, (stoomschepen W.A. SCHOLTEN en P. CALAND), terwijl de volgende eerst over enige jaren behoeft plaats te vinden. Een matige levensduur voor de ketels van de stoomschepen aannemende, zal een jaarlijkse dotatie, als thans in de winst- en verliesrekening opgenomen, het fonds genoegzaam versterken, om te voldoen aan alle eisen, die in de loop van de tijden daaraan vermoedelijk zullen worden gesteld.
Gedurende het afgelopen jaar werden door de stoomschepen van de Maatschappij 46 reizen volbracht. Bovendien maakten in haar dienst het stoomschip POLLUX 2 reizen; de STELLA 1 reis en de CASTOR 1 reis, terwijl het stoomschip MARCH één thuisreis maakte.
Deze gecharterde schepen vervoerden alleen goederen.
De bruto ontvangsten van de 46 reizen van de stoomschepen van de Maatschappij bedroegen in 1886:
Aan uitvrachten NLG 710.970, gemiddeld per reis NLG 15.456; aan retourvrachten NLG 1.062.600, gemiddeld per reis NLG 23.100; aan passagegelden NLG 666.830, gemiddeld per reis NLG 14.496.
Alzo een gemiddelde bruto ontvangst per reis van NLG 53.052, NLG 45.842 in 1885 en NLG 45.037 in 1884.
In het geheel werden in 1886 vervoerd 4.046 kajuit- en 13.769 tussendekspassagiers, of gemiddeld per reis 88 en 300, tegen 36 en 204 passagiers in 1885.
Gedurende 1886 werden vervoerd: Naar New York plm. 72.600 tonnen en van New York plm. 103.000 tonnen.
In september jl. had de directie gelegenheid, het stoomschip BRITISH EMPIRE aan te kopen, dat, na voor de dienst in gereedheid te zijn gebracht, onder de naam van ROTTERDAM in de vaart kwam en uitmuntend voldoet. Deze toevoeging van een zevende stoomschip aan onze vloot heeft voor onze wekelijkse dienst grote waarde.
Met uitzondering van een averij in het begin van 1886 door het stoomschip EDAM bekomen en waarvoor het schip naar Plymouth, als noodhaven, moest terugkeren en aldaar repareren, bleef de Maatschappij gedurende 1886 van belangrijke schade verschoond.
Uit de winst- en verliesrekening blijkt dat de Mij., wanneer er geen verliespost van vroegere jaren had bestaan, dit jaar in staat zou zijn geweest tot betaling van een dividend van ruim 5 procent. "Dat daarvan thans nog geen sprake kon wezen", zegt de directie, "kan zeker door niemand meer worden betreurd, dan door ons". Wij menen intussen met enig vertrouwen te mogen wijzen op de veel betere positie, waarin wij gaandeweg zijn gekomen, in vergelijk tot een drietal jaren geleden en zulks niettegenstaande de algemene handelstoestand en daarmede de vrachtenmarkt verre van gunstig mochten heten. Wij behoeven toch slechts de aandacht te vestigen op het feit dat wij twee stoomschepen van nieuwe ketels voorzagen, de kajuitinrichtingen op al onze stomers belangrijk uitbreidden en verbeterden en een zevende stoomschip aankochten, terwijl de beschikbare middelen geenszins in die verhouding teruggingen, maar veeleer voor ons bedrijf ruim genoemd mogen worden.
"Blijven wij bewaard voor grote tegenspoeden, dan bestaat naar onze overtuiging gegronde hoop, dat de thans nog aanwezige verliespost in 1887 van onze balans zal verdwijnen en is de kans op een dividend o.i. niet uitgesloten".

Afbeelding
Datum 25 april 1887
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Het stoomschip P. CALAND, kapt. Bonjer, van Rotterdam naar New York, is heden nacht nabij Dover in aanvaring geweest met het Duitse barkschip PRISCILLA, met katoen, bestemd naar Bremen, hetwelk te Dover is binnengelopen met schade aan romp en tuig. Het stoomschip P. CALAND heeft de reis voortgezet met vermoedelijk slechts enige weinig betekenende schade aan het tuig.

Afbeelding
Datum 02 februari 1888
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 31 januari. Het stoomschip P. CALAND, der Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, van Rotterdam naar New York, is na zwaar stormweder te hebben ondervonden heden te Plymouth binnengelopen met verlies van schroefbladen en schade aan het roer. Passagiers en bemanning zijn wel. (opm. zie NRC 100488)

Afbeelding
Datum 06 februari 1888
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 3 februari. Het stoomschip P. CALAND, kapt. Bonjer, te Plymouth binnen met schade aan de schroef enz. is gisteren nagezien en men heeft bevonden dat de schade groter is dan eerst gedacht werd, daar het raam der schroef zwaar beschadigd is. De mails zijn naar het postkantoor verzonden, vanwaar deze naar Londen en vervolgens naar New York via Queenstown verzonden zullen worden. Het stoomschip SCHIEDAM, dat van Amsterdam vertrekt, zal de passagiers overnemen. De P. CALAND zal denkelijk te Plymouth repareren.

Afbeelding
Datum 07 februari 1888
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 5 februari. De lading van het stoomschip P. CALAND, kapt. Bonjer, zal te Plymouth worden overgenomen door het stoomschip LEERDAM, dat daartoe op 7 februari des avonds van Rotterdam zal vertrekken.

Afbeelding
Datum 10 februari 1888
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 7 februari. Bij onderzoek in het dok te Plymouth van het stoomschip P. CALAND, kapt. Bonjer, werd bevonden dat de kiel onder bij het schroefraam op drie plaatsen gebroken is, waardoor een geheel nieuw schroefraam nodig is. Ook het roer is zwaar beschadigd.

Afbeelding
Datum 10 april 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 9 april. Volgens telegram uit Londen is het Nederlandse stoomschip P. CALAND der Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij heden van Plymouth naar Rotterdam vertrokken.

Afbeelding
Datum 25 december 1889
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 24 december. Men zal heden trachten de P. CALAND en de andere wachtende schepen te laten passeren. Daarna wordt de vaart door het kanaal voor vier dagen gestremd en zal men trachten de THORBECKE VII op te boeien. Volgens nadere orders kunnen de schepen alleen gedurende de dag het kanaal bevaren.

Afbeelding
Datum 17 januari 1890
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 15 januari. Volgens telegram uit Londen, had het de 13e dezer van Amsterdam te New-York aangekomen stoomschip P. CALAND schade aan dek.

Afbeelding
Datum 20 oktober 1890
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 18 oktober. Inzake de aanvaring van het Nederlandse schip THORBECKE VII met het Nederlandse stoomschip P. CALAND in het Noordzeekanaal op 21 december 1889, heeft de rechter gister beslist, dat op 8 januari a.s. een getuigenverhoor zal plaats hebben omtrent de vraag of het schip THORBECKE VII tijdens de aanvaring niet te veel in het midden van het vaarwater is geweest.

Afbeelding
Datum 12 januari 1891
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Het stoomschip MERAPI, van Rotterdam naar Java, passeerde 9 dezer Ponta te Guia; BROMO, van Java naar Rotterdam, vertrok 9 dezer van Marseille; SOENDA, van Batavia naar Amsterdam, vertrok 8 dezer van Colombo; PRINS ALEXANDER, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 9 dezer van Suez; PRINSES MARIE, van Batavia naar Amsterdam, vertrok 8 dezer van Port Said; PRINS FREDERIK HENDRIK, arriveerde 9 dezer van Suriname te IJmuiden; P. CALAND, van de N.A.S.M, van de Plata-rivier, naar Rotterdam, vertrok 9 dezer van Boulogne.

Afbeelding
Datum 16 januari 1891
Krant LC - Leeuwarder Courant

Met het stoomschip P. CALAND zijn uit Buenos Ayres een aantal personen in ons land teruggekeerd, die indertijd vol goede moed daarheen waren getrokken, in de hoop daar een beter bestaan te vinden dan hier, doch in die hoop teleurgesteld werden. De meesten van hen kwamen te Rotterdam in zeer beklagenswaardige toestand aan. Zowel volwassenen als kinderen slechts gehuld in enige lompen en geen schoenen aan de voeten. Het spreekt vanzelf dat zij niet goed te spreken waren over ‘dat vervloekte land’ (opm: Argentinië) zoals zij het noemden, waar nog zovelen onzer voormalige landgenoten in diepe armoede en ellende smachten naar het ogenblik om ook te kunnen terugkomen. Enige hunner hadden van familie uit Noord-Amerika de middelen ontvangen, om tot hen te komen en gingen terstond aan boord van de tot vertrek gereed liggende MAASDAM; anderen togen per spoor naar hun betrekkingen in Zeeland. Ofschoon doodarm, rekenden allen zich gelukkig de vaderlandse bodem weder onder de voeten te hebben.

Afbeelding
Datum 17 maart 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 16 maart. Een belangrijke wijziging is door de directie van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij gebracht in het vaarplan van New York.
Zaterdag 21 dezer vertrekt de WERKENDAM van Amsterdam naar New York en daarmee is de zaterdagse dienst van daar vervallen. Te beginnen met 28 maart, zal van hier op zaterdag een wekelijkse dienst plaats hebben en van Amsterdam een dienst op woensdag om de andere week. Het stoomschip AMSTERDAM, 7 maart van New York vertrokken, komt hier binnen en de P. CALAND te Amsterdam.

Afbeelding
Datum 20 maart 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Door de directie van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij zijn thans in het vaarplan voor de nieuw te openen lijn naar Baltimore nog zodanige wijzigingen gebracht, dat ook het stoomschip P. CALAND in die lijn zal varen. Het vertrek van dat schip is bepaald van Amsterdam op 24 juni. De eerste reis van Baltimore naar hier is bepaald op 25 april.

Afbeelding
Datum 17 april 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 16 april. Volgens bij de Vereeniging van Assuradeuren te Amsterdam ontvangen bericht, is het eerste waterdichte schot door het gat in de boeg te zien. De P. CALAND zou echter de reis naar Amsterdam morgen doorzetten.

Afbeelding
Datum 18 april 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Dover, 16 april. (11u.23m. v.m.) Het stoomschip P. CALAND ligt gemeerd aan de boei aan de westzijde van het hoofd. Er zijn toebereidselen gemaakt om het aanvaringschot te stutten en een kluis in orde gemaakt om te kunnen gebruiken. Het zal vermoedelijk morgen namiddag gereed zijn om de reis naar Amsterdam voort te zetten.

Afbeelding
Datum 19 april 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 18 april. Volgens particulier bericht had het stoomschip P. CALAND tijdens de aanvaring met het stoomschip GLAMORGAN drie rode lichten boven elkaar brandende, volgens art. 5a van het reglement tot het voorkomen van aanvaringen, als teken dat de machine niet in staat was behoorlijk dienst te doen.

Afbeelding
Datum 23 april 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 22 april. Naar wij vernemen, is, nadat de bijzonderheden der aanvaring zijn bekend geworden, door de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij, op advies harer rechtsgeleerden in Londen, een tegenvordering ingesteld tegen de rederij stoomschip GLAMORGAN voor de schade, aan het stoomschip P. CALAND veroorzaakt.

Afbeelding
Datum 06 juni 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 4 juni. Na een langdurige behandeling van de aanvaringszaak van de P. CALAND met de GLAMORGAN door het Admiraliteitshof te Londen op de 3e juni, was de uitslag er van, dat niettegenstaande het vele tegenstrijdige in deze zaak, de schuld der aanvaring aan de P. CALAND gegeven werd.

Afbeelding
Datum 11 juni 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 10 juni. In overleg met assuradeuren heeft de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij in Londen appel aangetekend tegen het vonnis, dezer dagen gewezen inzake de aanvaring P. CALAND – GLAMORGAN.

Afbeelding
Datum 13 januari 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Zeetijdingen. Het stoomschip PRINSES SOPHIE, van Java naar Amsterdam, arriveerde 10 dezer te Genua; ANTENOR, van Java naar Amsterdam, vertrok 8 dezer van Singapore; HECTOR, van Amsterdam via Liverpool naar Java, passeerde 8 dezer Perim; STENTOR, van Amsterdam via Liverpool naar Java, passeerde 9 dezer Port Saïd; SUMATRA, van Amsterdam naar Batavia, passeerde 9 dezer Kaap St. Vincent; PRINS WILLEM I vertrok 9 dezer van New York naar West Indië; ARDJOENO van Rotterdam naar Batavia, vertrok 10 dezer van Marseille; AMSTERDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, vertrok 11 dezer, des voormiddag 2 uur, van Boulogne; P. CALAND, van de N.A.S.M, van Amsterdam naar Baltimore via New York, passeerde 10 dezer, des voormiddag, Cape Henry; SPAARNDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, vetrok 9 dezer van New York.

Afbeelding
Datum 05 februari 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Het stoomschip P. CALAND, van de N.A.S.M, van Baltimore naar Amsterdam, passeerde 3 dezer Dover; BURGEMEESTER DEN TEX, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 2 dezer van Southampton; PRINSES MARIE, van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 3 dezer te Suez.

Afbeelding
Datum 06 februari 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Het stoomschip PRINS ALEXANDER, van Amsterdam naar Batavia, vetrok 3 dezer van Port Said; PRINSES MARIE, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 4 dezer van Port Said; BATAVIA, van Rotterdam naar Java, arriveerde 4 dezer te Marseille; DAPHNE, van Java naar Amsterdam, passeerde 3 dezer Suez; SCHIEDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar Baltimore via New York, passeerde 4 dezer, des namiddags 2 uur 30 minuten, Dover; P. CALAND, van de N.A.S.M, arriveerde 4 dezer van Baltimore te Amsterdam.

Afbeelding
Datum 26 februari 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Het stoomschip VEENDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde den 24 februari, des ochtend 8 uur, Wight; P. CALAND, van de N.A.S.M, arriveerde den 22 februari van Amsterdam te New York; EDAM, van de N.A.S.M, vertrok 24 februari van Amsterdam naar Baltimore; BROMO, van Java naar Rotterdam, passeerde 24 februari Ouessant; PRINS WILLEM I, van Suriname naar Amsterdam, passeerde 24 februari, ten 8 uur 30 min. v.m, Ouessant; LAWANG, van Java naar Amsterdam en Hamburg, is 23 februari des morgens Suez gepasseerd; MERAPI, van Rotterdam naar Java, arriveerde 24 februari te Port Said; UTRECHT, van Rotterdam naar Java, vertrok 23 februari van Southampton; PRINS HENDRIK, vertrok 24 februari van Batavia naar Amsterdam.

Afbeelding
Datum 12 april 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Zeetijdingen. Volgens uit Londen ontvangen telegram arriveerde het stoomschip PATROCLUS, van Amsterdam naar Java, den 8 dezer te Gibraltar, en het stoomschip ANCHISES, van Singapore naar Amsterdam, den 8 dezer te Suez; beide hebben de reis voortgezet; VEENDAM, van de N.A.S.M, van New York, arriveerde den 8 dezer te Rotterdam; P.CALAND, van de N.A.S.M, van Amsterdam naar Baltimore via New York, passeerde 8 dezer te Lezard; PRINSES MARIE, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 7 dezer van Genua; SAMARANG, van Java, laatst van Marseille, arriveerde 8 dezer te Rotterdam; ZUID-HOLLAND, van Rotterdam naar Java, vertrok 7 dezer van Suez; GELDERLAND, van Java naar Rotterdam, vertrok 8 dezer van Port Said.

Afbeelding
Datum 22 april 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Het stoomschip PRINS ALEXANDER, van Batavia naar Amsterdam, vertrok 19 dezer van Genua; PRINSES MARIE, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 20 dezer van Aden; PRINSES SOPHIE, arriveerde 20 dezer van Amsterdam te Batavia; SOENDA, vertrok 20 dezer van Batavia te Amsterdam; P. CALAND, van de N.A.S.M, van Amsterdam naar Baltimore, via New York, arriveerde 19 dezer te New York; BROMO, van Rotterdam naar Java, arriveerde 20 dezer te Port Said; ARDJOENO, van Java, laatst van Marseille, naar Rotterdam, arriveerde 20 dezer voorgaats van den Nieuwe Waterweg.

Afbeelding
Datum 12 december 1892
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

New York, 28 november. Het alhier van Nederland aangekomen stoomschip P. CALAND werd op de 17e dezer op 50º20’ N.B. en 36º W.L. door een zware stortzee belopen, die schade aan verscheidene stutten en railing toebracht en de deuren van de stuurhut brak.

Afbeelding
Datum 04 januari 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 3 januari. Het stoomschip BROMO, van Rotterdam naar Java, passeerde 1 januari Sagres; P. CALAND, van N.A.S.M, van Amsterdam naar Baltimore via New York, passeerde 1 dezer Lizard; ROTTERDAM, van N.A.S.M, vertrok zaterdag 31 december van New York naar Rotterdam; OBDAM, van N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, vertrok 1 dezer van Boulogne sur Mer; PRINS MAURITS, vertrok 31 december van New York naar West-Indië; PRINS HENDRIK, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 1 dezer te Southampton; DRENTHE vertrok 2 dezer van Rotterdam naar Java.

Afbeelding
Datum 18 januari 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Het stoomschip GLAUCUS, van Batavia naar Amsterdam, passeerde 17 dezer Dover; MERAPI, van Java naar Rotterdam, arriveerde 17 dezer te Marseille; BURGEMEESTER DEN TEX, van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 17 dezer te Suez; PRINS WILLEM I is 16 dezer van West-Indië te New York aangekomen; BATAVIA, van Java, laatst van Marseille, arriveerde 17 dezer te Rotterdam; P. CALAND, van de N.A.S.M, van Amsterdam naar Baltimore, arriveerde 16 dezer te New York.

Afbeelding
Datum 16 februari 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Het stoomschip ARDJOENO, van Rotterdam naar Java, arriveerde 14 dezer te Marseille; P. CALAND, van de N.A.S.M, van Baltimore naar Amsterdam, passeerde 14 dezer Dover; VOORWAARTS, van Batavia naar Amsterdam, passeerde 13 dezer Ouessant; SOENDA, van Amsterdam naar Batavia, passeerde 14 dezer Pantalaria; MAASDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, vertrok 14 dezer, des voormiddag 10 uur van Boulogne; PRINSES SOPHIE, van Batavia naar Amsterdam, passeerde 14 dezer Suez.

Afbeelding
Datum 17 februari 1893
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Hembrug, 15 februari. Het Nederlandse stoomschip P. CALAND, van Baltimore, is bij de hoek van het Nauwernasche Gat aan de grond gevaren, doch weder vlot geworden.

Afbeelding
Datum 02 maart 1893
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 28 februari. Het Hof van Appel heeft uitspraak gedaan inzake de aanvaring tussen de P. CALAND en het Engelse stoomschip GLAMORGAN. De gezagvoerder van het laatstgenoemd schip, dat ten gevolge van de aanvaring zonk, werd van alle schuld vrijgesproken.

Afbeelding
Datum 04 maart 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Leeuwarden, 3 maart. Het stoomschip KONINGIN EMMA, vertrok 2 dezer van Cuxhaven naar Amsterdam; PRINS ALEXANDER, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 2 dezer van Port Said; PRINSES MARIE, van Batavia naar Amsterdam, vertrok 2 dezer van Port Said; ROTTERDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 2 dezer Lizard; P. CALAND, van de N.A.S.M, van Amsterdam naar New York, passeerde 2 dezer Beachy Head.

Afbeelding
Datum 23 juli 1893
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Maassluis, 22 juli. De sleepboot ZUID-HOLLAND is heden van hier naar Queenstown vertrokken om het aldaar met gebroken as binnengesleepte stoomschip P. CALAND naar Rotterdam te slepen.

Afbeelding
Datum 24 juli 1893
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam 21 juli. Het stoomschip P. CALAND, van New York naar Rotterdam, werd 250 mijl west van Fastnet door het Engelse stoomschip DEMARA, dat van Halifax naar Londen bestemd was, op sleeptouw genomen en te Queenstown binnengesleept. De P. CALAND heeft op een wrak onder water gestoten.

Afbeelding
Datum 27 juli 1893
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 26 juli. Volgens door ons ontvangen telegram is het stoomschip P. CALAND uit Queenstown vertrokken met gebroken as, gesleept wordende door de ZUID-HOLLAND.

Afbeelding
Datum 02 augustus 1893
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Maassluis, 30 juli. Het stoomschip P. CALAND kwam heden de Nieuwe Waterweg binnen Van New York, gesleept wordende door de sleepboot ZUID-HOLLAND.

Afbeelding
Datum 20 september 1893
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 19 september. Volgens door ons uit Londen ontvangen telegram, werd het stoomschip MAASDAM, 6 september van Rotterdam naar New York vertrokken, gepraaid de 17e september op 50º N.B. en 23º W.L, gesleept door het stoomschip P. CALAND, die op 9 september van Rotterdam naar New York vertrok, en terugkeerde naar Plymouth. De MAASDAM had de krukpen gebroken.

Afbeelding
Datum 21 september 1893
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 20 september. Volgens door ons uit Londen ontvangen telegram arriveerde het stoomschip MAASDAM, gesleept door het stoomschip P. CALAND, bij Scilly.

Afbeelding
Datum 21 september 1893
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Groningen, 20 september. Volgens hier ontvangen telegram heeft de gezagvoerder van het stoomschip MANITOBA gerapporteerd op 23º W.L. te hebben aangetroffen het stoomschip P. CALAND, op sleeptouw hebbende het stoomschip MAASDAM, met defecte machine, vermoedelijk koers zettende naar Plymouth.

Afbeelding
Datum 22 september 1893
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 20 september. Volgens uit Londen ontvangen telegram arriveerde het stoomschip MAASDAM, gesleept door het stoomschip P. CALAND, by Scilly. Aanstaande vrijdag of zaterdag wordt het stoomschip bij Plymouth verwacht.

Afbeelding
Datum 23 september 1893
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Plymouth, 21 september. Door het stoomschip P. CALAND van Rotterdam naar New York werd hier binnengesleept het stoomschip MAASDAM, van Rotterdam naar New York dat de 11e september de krukas had gebroken. De 15e kwam het stoomschip WINCHESTER in het gezicht, en bleef bij het stoomschip tot dezelfde dag het stoomschip P. CALAND in het gezicht kwam, die de MAASDAM op sleeptouw nam. Het woei stijf uit het ZW toen de MAASDAM op sleeptouw werd genomen.

Afbeelding
Datum 09 oktober 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 7 oktober. Het stoomschip OBDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, passeerde 6 dezer des middag 12 uur Wight; DUBBELDAM, van de N.A.S.M, vertrok 5 dezer van New York naar Rotterdam; P. CALAND, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York via Plymouth, arriveerde 4 dezer des namiddag te New York; WERKENDAM, van de N.A.S.M, arriveerde 6 dezer van New York te Rotterdam.

Afbeelding
Datum 02 november 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 1 november. Het stoomschip GEDEH van Java naar Rotterdam, vertrok 31 oktober van Port Said; PRINSES SOPHIE, van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 31 oktober te Genua; VOORWAARTS arriveerde 31 oktober van Amsterdam te Batavia; AMSTERDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam, arriveerde 29 oktober te New York; DUBBELDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, passeerde 29 oktober Wight; ZAANDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Amsterdam, passeerde 31 oktober Lizard; P. CALAND, van de N.A.S.M, vertrok 31 oktober van Rotterdam naar New York; SEMARANG, van Rotterdam naar Java, vertrok 31 oktober van Southampton; CONRAD, van Amsterdam naar Batavia, is 30 oktober te Padang aangekomen.

Afbeelding
Datum 03 november 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 2 november. Het stoomschip PRINSES SOPHIE, van Batavia naar Amsterdam, vertrok 31 oktober van Genua; PRINS ALEXANDER, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 1 dezer te te Genua; PRINS MAURITS, van Suriname, arriveerde 1 dezer te Amsterdam; ARDJOENO, van Rotterdam naar Java, vertrok 1 dezer van Port Said; VEENDAM, van de N.A.S.M, vertrok 1 dezer van Rotterdam naar New York; P. CALAND, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, passeerde 1 dezer Wight; ZAANDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Amsterdam, passeerde 1 dezer Dover; SOENDA, van Singapore naar Amsterdam, arriveerde 1 dezer te Marseille; PRINSES WILHELMINA vertrok 1 dezer van Batavia naar Amsterdam; CONRAD, van Amsterdam, arriveerde 1 dezer te Batavia.

Afbeelding
Datum 04 november 1893
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 2 november. Een eis tot betaling van bergloon voor bewezen diensten door het stoomschip WINCHESTER aan het stoomschip MAASDAM in de Noord Atlantische Oceaan, toen dit met defecte machine aldaar ronddreef ingesteld, werd heden behandeld door de Admiraliteits division en de Trinity masters. Om te bewijzen dat de zee niet zo hoog en gevaarlijk was als vanwege de eisers werd beweerd, werden foto's van de zee overgelegd, die op de MAASDAM waren genomen. Het stoomschip P. CALAND heeft de MAASDAM te Plymouth binnengesleept.

Afbeelding
Datum 04 november 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 3 november. Het stoomschip ARDJOENO, van Rotterdam naar Java, vertrok 2 dezer van Suez; KONINGIN EMMA, van Batavia naar Amsterdam, vertrok 2 dezer van Singapore; P. CALAND, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, passeerde 1 dezer Lizard; OBDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 2 dezer Wight; VEENDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, vertrok 2 dezer Boulogne; ZAANDAM, van de N.A.S.M, arriveerde 2 dezer van New York te Amsterdam; DRENTHE, vertrok 2 dezer van Rotterdam naar Batavia; PRINS FREDERIK HENDRIK vertrok den 1 dezer van Amsterdam naar Suriname.

Afbeelding
Datum 05 november 1893
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 3 november. Het stoomschip WINCHESTER, van Rotterdam naar New York, trof de 14e september op 50º N.B. en ongeveer 32º W.L. het stoomschip MAASDAM aan met defecte machine, dewijl de krukas gebroken was. De machinisten waren bezig om die te repareren, doch vreesden dat het niet zou lukken die zodanig te herstellen, dat die weer dienst zou kunnen doen. De gezagvoerder van de MAASDAM verzocht aan de gezagvoerder van de WINCHESTER, dewijl er 450 passagiers aan boord waren, om naar Queenstown te worden gesleept, waartoe de gezagvoerder van de WINCHESTER zich genegen verklaarde zodra wind en zee zouden bedaren. Te 4 uur des namiddags werd een boot met de stuurman en vier matrozen uitgezet, die een lijn naar de MAASDAM brachten waaraan later een dertien duims Manilla-kabel van de WINCHESTER op de MAASDAM werd aan boord gehaald. Een vierduims staaltros werd later op de Manilla-tros bevestigd en aan de grote mast van de WINCHESTER vastgemaakt. De boot sloeg bij het ophijsen langszijde van de WINCHESTER gedeeltelijk aan stukken, waarbij de stuurman nog aan een van zijn ogen werd verwond. Te vijf uren des namiddags begon men te slepen, doch een half uur later brak de sleeptros. Dewijl het bijna duister was, bleef bedoelde boot in de nabijheid van de MAASDAM tot men des ochtends te 5 uren van de WINCHESTER weer een boot te water liet, waarin zich de gezagvoerder, derde stuurman en drie matrozen naar de MAASDAM begaven. Men kwam overeen om de stalen kabel van de WINCHESTER op de stalen kabel van de MAASDAM te bevestigen en daaraan 45 vadem ketting van laatstgenoemde aan te sluiten, hetgeen gedaan werd. Omstreeks die tijd kwam het stoomschip P. CALAND in het gezicht en werd de gezagvoerder van de MAASDAM met de boot van de WINCHESTER naar de P. CALAND en later weer naar zijn stoomschip teruggebracht. De gezagvoerder van de WINCHESTER, die weer aan boord van de MAASDAM kwam, werd toen kennis gegeven dat de P. CALAND de MAASDAM naar Queenstown of Plymouth zou slepen en verzocht de sleeptros los te werpen, waaraan hij weigerde te voldoen, waarop de gezagvoerder van de MAASDAM verklaarde de sleeptros stuk te zullen hakken. Na eerst aangeboden te hebben voor GBP 1500 behalve het hem toekomende voor bewezen diensten, de sleeptros los te zullen laten, op welke voorwaarde de gezagvoerder van de MAASDAM niet wilde toestemmen, besloot de gezagvoerder van de WINCHESTER, onder protest, de MAASDAM aan de P. CALAND over te geven. Hij nam een zak brieven mee van de MAASDAM en vervolgde de reis naar New York, na een oponthoud gehad te hebben van 40 uren, waarbij het werken met de boten zeer gevaarlijk was geweest en de WINCHESTER gevaar had gelopen in aanvaring te komen met de MAASDAM bij het aan boord halen van de trossen. De WINCHESTER verloor een patentlog, de sleeptros werd beschadigd en 30 ton kolen werd extra verbruikt. De waarde van de WINCHESTER werd begroot op GBP 20.000, de lading op GBP 4000 en de vracht op GBP 250. De waarde van de MAASDAM werd begroot op USD 40.000, van de lading GBP 20.000 en van de vracht op GBP 750.
De High Court of Justice Admiralty Divisie kende aan de WINCHESTER voor bewezen diensten GBP 1250 toe, waarvan GBP 800 voor de eigenaars en GBP 450 voor de equipage, waarvan een derde voor de gezagvoerder en het overige aan de equipage in verhouding van hun gage.

Afbeelding
Datum 06 december 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 5 december. Het stoomschip DUBBELDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, passeerde 4 dezer des avond te 6 uur Lezard; P. CALAND, van de N.A.S.M, van New York, arriveerde 4 dezer te Rotterdam; EDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam, arriveerde 4 dezer te New York; CARLISLE, van de N.A.T.L, van Rotterdam, arriveerde 3 dezer te New York; MERAPI, van Rotterdam naar Java, vertrok 4 dezer van Perim.

Afbeelding
Datum 09 juni 1895
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 8 juni. Bij vonnis door de arrondissements-rechtbank alhier, gewezen in zake de op 21 december 1889 in het Noordzeekanaal plaats gehad hebbende aanvaring tussen het stoomschip P. CALAND en het barkschip THORBECKE VII, is de P. CALAND in het ongelijk gesteld en veroordeeld om de geleden schade aan het schip THORBECKE VII en de inhebbende lading te vergoeden.

Afbeelding
Datum 31 december 1895
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 30 december. Het heden alhier van New York aangekomen stoomschip P. CALAND heeft een vreselijke reis gehad en grote schade aan dek bekomen. Vier personen der bemanning zijn verwond.

Afbeelding
Datum 02 januari 1896
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 1 januari. Kapitein B.G. Bruinsma, voerende het stoomschip P. CALAND, 31 december j.l. te Amsterdam binnen, rapporteert op de reis van New York herwaarts zeer zwaar weer te hebben doorstaan. Op 12 december van New York vertrokken, werd de P. CALAND reeds de volgende dag belopen door een orkaan uit het N.N.O. Aanvankelijk werd bijgedraaid, doch het schip nam zulke stortzeeën over, dat ’s avonds te 11 uur het tweede klas dekhuis en schijnlicht, machinekap, benevens verschillende deuren en andere kappen werden ingeslagen, twee reddingvlotten met galgen, enz. over boord gingen, de railings op verschillende plaatsen terwijl de eerste officier en zeven schepelingen min of meer zwaar werden gekwetst en vier van hen bij binnenkomst met gebroken armen, benen of ribben in het hospitaal moesten worden opgenomen. Hierna werd om de zuid gelensd, waarbij fok- en marszeil wegwoeien en de marssteng werd gekraakt, totdat ’s zondagsmiddags weer koers kon worden gestuurd. De daarop volgende zaterdag had het stoomschip weer een orkaan te verduren uit het N.W, waarom, met het oog op de belangrijke dekschade, weer moest worden gelensd tot maandagmorgen, toen in het gezicht van de Wester Eilanden (opm: Azoren) de koers weer kon worden gestuurd. Bij het naderen van het Engels Kanaal raakte men in de mist, waardoor men slechts een ogenblik het licht van Eddystone en later dat van de Varne kon verkennen, tot het stoomschip in de avond van 30 december behouden te IJmuiden binnenviel. Het vinden van bovenbedoelde reddingvlotten behoeft na het voorgaande geen ongerustheid te geven.

Afbeelding
Datum 21 september 1896
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 18 september. Inzake de aanvaring van het s.s. P. CALAND met de Nederlandse bark THORBECKE II op 21 december 1889 in het Noordzeekanaal, is heden door het gerechtshof alhier uitspraak gedaan en werd het vonnis van de rechtbank bevestigd en de P. CALAND als alleen schuldige verklaard.

Afbeelding
Datum 18 mei 1897
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

New York, 6 mei. Het Nederlandse stoomschip P. CALAND was de 4e mei des avonds te 10 uur bij vertrek uit New York naar Amsterdam in aanvaring met een gesleept wordende lichter, waarop 10 ledige vrachtwagens. De lichter en twee vrachtwagens werden beschadigd, een stoker van de sleepboot is bij het beproeven om de sleeptrossen los te werpen, verdronken. Het stoomschip scheen geen belangrijke schade geleden te hebben en heeft de reis voortgezet. Doch liet een deel van het galjoen op het vaartuig achter, waarmede het in aanvaring was geweest,

Afbeelding
Datum 19 mei 1897
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

New York, 6 mei. De agent van de Holland Amerika Lijn ontving een schrijven van kapt. Heine, gezagvoerder van het stoomschip P. CALAND, waarin vermeld werd, dat bij het vertrek naar zee een carfloat voorbij de boeg van het stoomschip werd gesleept, waardoor een aanvaring plaats vond. Zij hoorden hulpgeroep van een man in het water, er werd een boot uitgezet, doch bevond zich toen ook een sleepboot en een roeiboot in de nabijheid. Het stoomschip kwam vrij van de carfloat en dewijl na onderzoek bevonden werd, dat het stoomschip geen schade had geleden, werd de reis voortgezet.

Afbeelding
Datum 13 juli 1897
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Verkoop schepen

Rotterdam, 9 juli. Het stoomschip P. CALAND van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij is door tussenkomst van de heer Alfred Lotinga te Londen verkocht aan de firma Fratelli Consulich. (opm: zie ook PGC 280797)

Afbeelding
Datum 28 juli 1897
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 26 juli. Het stoomschip P. CALAND, dat door de firma Gebr. Cosulich te Triëst is aangekocht, zal hier verbouwd worden om daarna als vrachtboot van Triest op New Orleans te varen.

Afbeelding
Datum 04 september 1897
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 3 september. Heden vertrok van hier naar Newcastle het stoomschip RESSEL, ex-
P. CALAND. (opm: eerste reis na verkoop van dit voormalige schip van de Holland Amerika Lijn, zie PGC 210897)

Afbeelding