Inloggen
MARIA SOPHIA - ID 8152


Kroniekberichten

Datum 27 september 1848
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 24 september. Gisteren zijn hier aangekomen het Nederlandse schip PASSAROEAN, kapt. C.C.B. Fullbrun, met een passagier, de 16e juni vertrokken van Amsterdam, het dito schip ADMIRAAL ZOUTMAN, kapt. H.G. Henrichs, met een passagier 1e klasse, 28 passagiers 2e klasse, vrouwen en kinderen, en Gouvernements-werklieden, de de 12e juni vertrokken van Rotterdam, het dito schip LOUISA MARIA, kapt. N. de Boer, de 12e juni vertrokken van Amsterdam, de dito bark WATERLOO, kapt. W.W. van Epen, met vier passagiers, de 12e juni vertrokken van Amsterdam, het dito schip STAD TIEL, kapt. E.M. Chevalier, de 12e juni vertrokken van Dordrecht, en de dito bark NIEUW LEKKERLAND, kapt. W.H. Cramer, de 18e juni vertrokken van Londen.
Heden zijn hier aangekomen de Nederlandse bark SIRIUS, kapt. H. Mulder, de 20e juni vertrokken van Amsterdam, de dito bark DECIMA, kapt. P.J. Feijnst, de 21e mei vertrokken van Amsterdam, het dito schip ADMIRAAL TROMP, kapt. A.A. Herman, met twee passagiers, de 25e mei vertrokken van Amsterdam, het dito schip BATAVIER, kapt. H.H. Uil, de 24e mei vertrokken van Rotterdam, de dito schoener MARIA SOPHIA, kapt. M. van Gijzel, de 22e mei vertrokken van Rotterdam, en de dito bark LIBRA, kapt. U. Trip, de 5e juni vertrokken van Boston.

Afbeelding
Datum 24 november 1848
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 23 november. Van welwillende hand ontvingen wij de mededeling ener ontmoeting van kapt. M. van Gijzel, voerende het schip MARIA SOPHIA, de 24e augustus te Batavia gearriveerd. De 17e juni stevende genoemde kapt. op ongeveer 10º38’ N.B. en 22º11’ W.L, toen hij tegen de middag een schip gewaar werd van een bijzonder tuig en dat geen zeilen bijhad. Hetzelve manoeuvreerde daarop spoedig met zijn zeilen en, naderbij komende, bleek het te zijn een fraaie zwarte driemast schoener van gestrekte bouw, welke veel volk op het dek had. Zodra kapt. van Gijzel de Nederlandse vlag hees, vertoonde hetzelve een half rode en half zwarte vlag, en ofschoon kapt. Van Gijzel van koers veranderde om het vreemde vaartuig te ontwijken, volgde hetzelve hem echter overal. Eindelijk ontdekte hij tegelijk met het opkomen ener bui een schip in het noorden, waarop hij aanhield om zich met hetzelve te verenigen. De kapitein van dit schip merkte al dadelijk op, dat het bewuste vaartuig zeer scherp bij de wind zeilde. Over deszelfs bedoeling maakte men zich te meer ongerust, aangezien kapt. van Gijzel specie (opm: muntgeld) aan boord had. De beide gezagvoerders kwamen overeen die nacht bij elkander te blijven en, zo de wind mocht veranderen, op het sein ener verdekte lantaarn gezamenlijk over te wenden. Spoedig daarop zagen zij het vreemde schip de steven oostwaarts wenden en de volgende dag was het verdwenen. Het schip, hetwelk kapt. Van Gijzel praaide en met welke hij tot de 24e samen is gebleven, schijnt de CANTON, kapt. Bergner te zijn geweest.

Afbeelding
Datum 02 februari 1849
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Zierikzee, 30 januari. De ingezetenen dezer stad genoten een verrassend schouwspel, toen zij op zondag de 28e dezer in de namiddag de haven dezer stad zagen binnenkomen de hier gebouwde schoener MARIA SOPHIA, kapt. Mento van Gijzel, groot 170 Java-lasten, toebehorende aan de heren M.C. de Crane & Zoon, geladen met rijst, peper, huiden en rotting, komende van Batavia, zijnde bij mensengeheugen het eerste schip, dat rechtstreeks uit Oost-Indië met ongebroken lading hier binnenkomt.

Afbeelding
Datum 28 april 1849
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Zierikzee’s ingezetenen genoten een verrassend schouwspel, toen zij op zondag 28 januari de haven dezer stad zagen binnenzeilen de aldaar gebouwde schoener MARIA SOPHIA, kapt. Mento van Gijzel, groot 176 Java-lasten, toebehorende aan de heren M.C. de Crane & Zoon, geladen met rijst, peper, huiden en rotting, komende van Batavia, zijnde bij mensen geheugen het eerste schip, dat rechtstreeks uit Oost-Indië met ongebroken lading hier binnen komt. Mocht de rederij daavan zo veel voordeel inoogsten, dat de hoop op meerdere handelsonderneming verlevendigd werd, en uit deze rijke bron vernieuwde welvaart onze voor handel en zeevaart zo welgelegen stad toevloeien.

Afbeelding
Datum 01 januari 1851
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 31 december. Het Nederlandse schoenerschip MARIA SOPHIA, kapt. Menso van Gijzel, is de 25e oktober te Valparaiso bevracht à GBP 3.10/- met 5 pCt. voor een lading salpeter naar Dordrecht, om te Iquique te laden.

Afbeelding
Datum 17 februari 1853
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

North-Shields, 12 februari. Het alhier van Zierikzee gearriveerde schip MARIA SOPHIA, kapt. Van Gijzel, heeft heden bij het binnenkomen tengevolge van de hevige wind en de hoge zee veel gevaar gelopen om op het Herd Sand te stranden, doch heeft het gelukkig geklaard en is veilig in de haven gekomen.

Afbeelding
Datum 09 augustus 1854
Krant JB - Javabode
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Laatsleden zondag namiddag arriveerde alhier het Nederlandse schip AMSTEL, kapt. Rademaker, komende van Sydney en medebrengende de equipage van het Nederlands schoenerbrikschip MARIE SOPHIE (opm schoener MARIA SOPHIA), kapt. M. van Gijzel, welk schip in de nacht van de 3 op 4 juli, bij Great Detached Reef, vóór Straat Torres, is overzeild door het Franse fregatschip LA FLEUR DU SUD.
De bijzonderheden van dit ongeval komen op het volgende neder:
De MARIE SOPHIE was de 9 juni van Sydney gezeild en bestemd naar Batavia en had kapt. Van Gijzel met kapt. Rademaker afgesproken bij elkander te blijven en tezamen straat Torres door te gaan. Met dat doel vertoonden zij ook ’s nachts, geregeld om het kwartuur een lantaarn aan elkander en bleven die schepen dan ook tot de 3 juli bij elkander, toen men ’s nachts te 12 ure te loevert van de MARIE SOPHIE een groot schip zag opkomen. Dadelijk werden andermaal de lantaarns vertoond, maar men heeft zulks van het Franse schip niet gezien, zodat deze laatste met de steven, de MARIE SOPHIE in het midscheeps liep, met zulk een kracht, dat het met de eerste schok tot aan het groot luik werd doorgesneden en het schip dadelijk vol liep, zodat de equipage nog alleen de tijd had om zich op het Franse schip te redden, hetgeen haar dan ook gelukte, met uitzondering echter van de zeilmaker G. van Gelderen, benevens 5 Javaanse matrozen, die met het wrak, dat weinige ogenblikken daarna zonk, verdronken.
Het Franse schip heeft ook belangrijke schade gekregen, zijnde de boegspriet dadelijk en weinige ogenblikken later de fokkemast gebroken, waarna ook nog braken de grootbramsteng, marssteng en grietjessteng.
Nadat de eerste verwarring voorbij was, trachtte men zich aan boord van de LA FLEUR DU SUD van het gebroken tuig te ontdoen, waarbij de equipage van de MARIE SOPHIE ijverig hielp, die onder andere het bezaan- en grootzeil bijzetten, waardoor het reddeloze schip beter begon te leggen.
Toen de dag aankwam zag men de AMSTEL in het noordoosten van het Franse schip, en hees een noodvlag. Men kon niet bemerken dat dit door de AMSTEL werd gezien, waarop men besloot met alle spoed een noodtuig op te zetten. Tegen 9 ure zag men de AMSTEL naar het Franse schip afhouden en die dan ook kort daarna achter de LA FLEUR DU SUD heen liep.
Aan kapt. Rademaker werd het ongeluk medegedeeld, die daarop dadelijk de boot liet strijken, om de equipage van de MARIA SOPHIA af te halen, die dan ook spoedig aan boord van de AMSTEL was. Hetzelfde werd aan de Franse kapitein aangeboden, maar deze weigerde, zeggende dat hij de schade wel zou herstellen.
Aan boord van de AMSTEL werd de equipage van de MARIA SOPHIA met deernis, maar met zeemans hartelijkheid ontvangen, en van het allernodigste voorzien. Ere zij daarvoor gebracht aan kapt. Rademaker en zijn equipage, die als om strijd trachten de aldus geredden te helpen.

Afbeelding
Datum 17 oktober 1854
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Batavia, 22 augustus. Aangaande het verongelukken van het Nederlandse schoenerschip MARIA SOPHIA – zie onze nommers van 29 september en 5 oktober – kunnen wij thans de volgende bijzonderheden mededelen. De 9e juni vertrokken van Sydney de schoener MARIA SOPHIA, gezagvoerder Van Gijzel, en het barkschip AMSTEL, gezagvoerder Rademaker, beide naar Java bestemd. Met elkander afgesproken hebbende om de reis gezamenlijk door de Torres-straat te bewerkstellingen, bleven de beide schepen bij elkander tot op de 4e juli, toen de AMSTEL de MARIA SOPHIA uit het gezicht verloor. De volgende dag ging eerstgenoemd vaartuig over stag met het doel om de schoener op te zoeken. Niet lang daarna ontwaarde men een driemastschip en, nader bij gekomen zijnde, bleek het dat hetzelve zijn fokkemast verloren had, waarop men van de AMSTEL hetzelve toeseinde. Het bleek te zijn het Franse schip la FLEUR DU SUD, van St. Malo, aan boord hebbende de gehele equipage van de MARIA SOPHIA. Alras vernam men, zowel van de Nederlandse als Franse bemanning, dat beide schepen in de nacht van de 4e op de 5e juli elkander zodanig te boord waren gelopen, dat de schoener na enige minuten te gronde ging. Niets is er gered, zelfs de journalen niet en de equipage had ter nauwernood tijd om op LA FLEUR DU SUD over te gaan. De kracht, waarmede het Franse schip de schoener met een achtmijls vaart in de zijde liep, was zo onweerstaanbaar, dat de MARIA SOPHIA letterlijk in tweeën brak en dus ogenblikkelijk zonk.

Afbeelding