Familiegegevens en opleiding
geen
De schepen van de kapitein
F.J.Marker was in 1840 gezagvoerder op de "Marie Julie" (486 ton), te water gelaten op 20 november 1840 op de werf "De Goede Intentie" van J.Strickaert voor de reder E.Serruys027.
Bouma025 vermeldt P.F.Marker als gezagvoerder gedurende:
* 1840 t/m 1847 van de bark “Marie Julie”, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 374 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam;
Vanwege de gegeven initialen P.F., i.p.v. F.J. komt de vraag op of hier geen sprake is van Petrus Franciscus Marker - zie aldaar
Overige bijzonderheden
”Marie Julie
De bark Marie Julie was de tweede van dit scheepstype, die in Zierikzee werd gebouwd. Op 25 juli 1840 werd op de scheepswerf De Goede Intentie de kiel voor dit schip gelegd. Opdrachtgever was de reder S.Serruys uit Rotterdam. Het schip, bestemd voor de vaart op Oost-Indië was 235 Javalasten (486 ton) groot.
In zeer korte tijd werd de bouw van de romp voltooid: vier maanden, een Zierikzees rekord. Op 28 november 1840 liep het schip van stapel. Op de 20e februari 1841 was de Marie Julie voltooid en gereed voor de vaart.
De stoomboot Concordia, met aan boord een muziekkorps en vele belangstellenden, sleepte de Oostindiëvaarder naar de rede van Zierikzee. Volgeladen met onder meer jenever, koper en ijzer vertrok het schip op 23 februari voor zijn eerste reis. De tocht verliep voorspoedig. Kapitein F.J.Marker bracht de Marie Julie na een reis van 90 dagen in Batavia waar het op 23 mei arriveerde. Op 12 oktober was het schip weer terug in Nederland waar het binnenliep bij Hellevoetsluis.
De derde reis van het schip begon op 21 januari 1843, weer met de Batavia als bestemming. Een lange tijd vernemen we niets van het schip, totdat het op 26 december 1846 weer Hellevoetsluis bereikte om naar Rotterdam door te varen. Bij het ten anker gaan sprongen de kettingen en verloor de bark zijn zware anker.”074. Hierna kwam het schip onder gezag van kapitein J.Teygeler, zie aldaar.
Datum vanaf: |
1840 |
Kapitein: |
Marker, F.J. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Jan Teijgeler werd geboren op 10 maart 1804 te Rotterdam als zoon van de Nederlands Hervormde Jan Teijgeler en Neeltje van der Zouw. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Marie Juliestraat. Hij trouwde op 21 mei 1828 te Rotterdam met Johanna Christina Haagberg, geboren op 03 december 1802 te Rotterdam als dochter van Carel Haagberg en Johanna van Hessel. Hij overleed op 25 maart 1864 te Rotterdam aan de Crispijnlaan Wijk 15 nr. 111005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Teygeler was met vlagnummer R92 in de periode 1840 t/m 1864 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
J.Teijgeler was in 1851 “afwisselend commissaris” van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1864 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1864 is overleden058
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.Teygeler met vlagnummer R92 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de bark “Marie Julie” 196 last varend voor E.Serruys te Rotterdam
* 1851, 1855, 1858, 1859 geen schip en reeder vermeld
* 1862 van de sch.brik “Leda” 94 last varend voor Ph. van Ommeren te Rotterdam
* 1863 geen schip en reeder vermeld
Bouma025 vermeldt J.Teygeler als kapitein gedurende:
* 1848 t/m 1851 van de bark “Marie Julie”, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 374 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam;
* 1853 t/m 1854 van de bark “Julia”, gebouwd in 1852 te Rotterdam, 366 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam;
* 1861 t/m 1862 van de brik “Leda” ex Marianne, gebouwd in 1857 te Papenburg, 173 ton o.m., varend voor Ph. van Ommeren te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
”Marie Julie
De bark Marie Julie was de tweede van dit scheepstype, die in Zierikzee werd gebouwd. Op 25 juli 1840 werd op de scheepswerf De Goede Intentie de kiel voor dit schip gelegd. Opdrachtgever was de reder S.Serruys uit Rotterdam. Het schip, bestemd voor de vaart op Oost-Indië was 235 Javalasten (486 ton) groot.
In zeer korte tijd werd de bouw van de romp voltooid: vier maanden, een Zierikzees rekord. Op 28 november 1840 liep het schip van stapel. Op de 20e februari 1841 was de Marie Julie voltooid en gereed voor de vaart.”074. De eerste kapiten was F.J.Marker. (zie aldaar)
“Op 20 november 1848 vertrok de Marie Julie uit Rotterdam wederom in de richting van Oost-Indië. De lading was ditmaal heel bijzonder. 37 last kogels, elk van 30 kilo, moest de bark naar Indië brengen. De munitie diende voor een militaire expeditie naar Bali.
Tijdens deze reis was J.Teygeler kapitein. Hij werd opgevolgd, in 1851, door L.C.Dijcke … “074.
De bark “Marie Julie” onder kapitein J.Teygeler vertrok op 21 december 1849 uit Hellevoetsluis en bereikte via Kaap Hoorn op 16 april 1850 Valparaiso. Wederom via Kaap Hoorn werd op 24 januari 1851 Cowes bereikt.121
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.C. van Dijcke was met vlagnummer R265 in de periode 1851 t/m 1856 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein L.C. van Dijcke met vlagnummer R265 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1851 van de bark “Marie Julie” 196 last arend voor E.Serruys te Rotterdam
* 1855 geen vermelding van schip en reder
Bouma025 vermeldt L.van Dijcke als gezagvoerder gedurende:
* 1852 t/m 1853 van de bark “Marie Julie”, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 374 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
”Marie Julie
De bark Marie Julie was de tweede van dit scheepstype, die in Zierikzee werd gebouwd. Op 25 juli 1840 werd op de scheepswerf De Goede Intentie de kiel voor dit schip gelegd. Opdrachtgever was de reder S.Serruys uit Rotterdam. Het schip, bestemd voor de vaart op Oost-Indië was 235 Javalasten (486 ton) groot.
In zeer korte tijd werd de bouw van de romp voltooid: vier maanden, een Zierikzees rekord. Op 28 november 1840 liep het schip van stapel. Op de 20e februari 1841 was de Marie Julie voltooid en gereed voor de vaart.”074. De eerste kapiten was F.J.Marker, daarna J.Teygeler, opgevolgd door L.van Dijcke - zie aldaar.
De bark “Marie Julie” onder kapitein van Dijcke werd vermeld te Cardiff op 17 november 1852 en te Valparaiso op 21 maart 1853, dus via Kaap Hoorn. “Situation not clear because destination Panama and a mutiny on board.”121
Familiegegevens en opleiding
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.A.Bruinseels was met vlagnummer R159 in de periode 1855 t/m 1867 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1867 is overleden058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.A.Bruynseels met vlagnummer R159 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
- 1855 van de bark “Pantalon” 181 last varend voor A.E.Serruys te Rotterdam
- 1858, 1859 van de bark “Pantalon” 181 last varend voor Edmund Serruys te Rotterdam
- 1862 t/m 1866 van de bark “Emilie” 241 last varend voor Eduard Serruys te Rotterdam
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
J.A.Bruynseels Emelie 24 september 1859 12 januari 1861
Bouma025 vermeldt kapitein J.A.Bruinseels als gezagvoerder gedurende:
- 1855 van de bark “Marie Julie”, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 374 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam
- 1856 t/m 1859 van de bark “Pantalon”, gebouwd in 1851 te Dordrecht, 345 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam
- 1860 t/m 1867 van de bark “Emilie”, gebouwd in 1847 te Rotterdam, 456 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
”Marie Julie
De bark Marie Julie was de tweede van dit scheepstype, die in Zierikzee werd gebouwd. Op 25 juli 1840 werd op de scheepswerf De Goede Intentie de kiel voor dit schip gelegd. Opdrachtgever was de reder S.Serruys uit Rotterdam. Het schip, bestemd voor de vaart op Oost-Indië was 235 Javalasten (486 ton) groot.
In zeer korte tijd werd de bouw van de romp voltooid: vier maanden, een Zierikzees rekord. Op 28 november 1840 liep het schip van stapel. Op de 20e februari 1841 was de Marie Julie voltooid en gereed voor de vaart.”074. De eerste kapiten was F.J.Marker - zie aldaar.
Zierikzeesche Courant dd 17 februari 1864
Op 15 februari 1864 is te Brouwershaven binnengelopen de “Emelie” onder kapitein J.A.Bruinseels komend van Batavia naar Rotterdam.
Zierikzeesche Courant 06 april 1864
Te Brouwershaven gearriveerd op 04 april 1864 de “Emilie”, kapt. J.A.Bruinseels komend van Rotterdam op weg naar New York.
Familiegegevens en opleiding
Klaas Lourensz Hille werd geboren op 25 april 1825 te Zaandam als zoon van Lourens Hille en Elizabeth Snoek.
Hij trouwde met Gijsje Zwanenburg. Een overlijdensdatum is niet vermeld.
In het Notarieel Archief van Katwijk d.d. 14-12-1864 wordt hij genoemd als koopvaardij-kapitein wonend in Katwijk aan Zee054-060. (een scheepsnaam wordt niet genoemd).
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
K.L.Hille was met vlagnummer R403 in de periode 1855 t/m 1865 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1865 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij conform art. 37 van het reglement is geroyeerd. Dat betekent dat hij is uitgeschreven058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein K.L.Hille met vlagnummer R403 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855 van de bark “Marie Julie” 196 last voor A.N.E Serruys te Rotterdam
* 1858, 1859 van de brik “Prinses Charlotte” 141 last voor H.H.Roelofs Heijermans te Rotterdam
* 1862 t/m 1864 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 en van Sluijs013 vermelden de volgende bijzonderheden:
K.Hille voer in 1856 de brik “Boxtel” (ex Harmonie), gebouwd in 1830 te Alblasserdam aan de Kinderdijk, 224 ton o.m., varend voor H.Roelofs Heyerman te Rotterdam Het schip werd, op weg van Rotterdam naar Manzanillla (is dit Manzanillo op Cuba?) op 21 december 1856 in het Kanaal overvaren door het Spaanse stoomschip “Hamburgo”. De equipage werd aan boord van het stoomschip genomen en aldus gered.
Algemeen Handelsblad 25/26 december 1856
“De Holl.brik Boxter (sic) van Rotterdam naar Manzanilla bestemd is volgens berigt uit Cuxhaven van 21 dezer in het kanaal aldaar door de Spaansche stoomboot Hamburgo overzeild; de equipage heeft zich aan boord der stoomboot gered.”
Bouma025 vermeldt K.G. (moet zijn K.L.) Hille als gezagvoerder gedurende:
* 1856 van de bark “Marie Julie”, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 374 ton o.m., varend voor E.Serruys te Rotterdam. Het schip werd in 1856 verkocht aan J.A.Scott & Co te Rotterdam en herdoopt in “Anna”;
* 1858 t/m 1862 van de 3/msch “Prinses Charlotte”, de kiel gelegd op de werf van E.de Hoog te Maassluis op 09 juli 1849, te water gelopen op 07 augustus 1850, 140 last, 266 ton o.m., varend voor H.H.Roelofs Heyermans te Rotterdam. Het schip werd op 14 januari 1862 te Rotterdam verkocht aan C.Vlierboom & Zn te Rotterdam en werd herdoopt in “Japan Packet”.zie ook 013.
(Bouma spreekt van L.K.Hille, maar dit is hoogstwaarschijnlijk een omkering van de initialen).
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.P.Hueser was met vlagnummer R388 in de periode 1853 t/m 1858 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
J.P.Hueser was in 1855 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1855 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij een schadevergoeding van f 100,- heeft gekregen, vermoedelijk vanwege geleden schade met zijn schip058.
In het Jaarverslag 1855 van het College staat kapitein J.P.Hueser met vlagnummer R388 in de ledenlijst als gezagvoerder maarzonder vermelding van schip en boekhouder058.
De schepen van de kapitein
De “Antoinette Maria”, geladen met producten, op weg van Batavia naar Bremen, onder gezag van kapitein Hueser, is op 22 maart voor de Weser gestrand en totaal verloren gegaan.078.
Bouma025 vermeldt J.P.Hueser als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1855 van de bark “Antoinette Maria”, gebouwd in 1836 te Rotterdam, 510 ton o.m., varend voor L.F.de Bruyn te Rotterdam. Van Batavia naar Bremen voor de Weser gestrand. Bemanning gered;
* 1856 van de bark “Anna” resp “Anna Elisabeth” ex Marie Julie, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 366 ton o.m., varend voor J.A.Scott & Co te Rotterdam.
Het schip werd in 1856 als “Marie Julie” gekocht van E.Serruys te Rotterdam en herdoopt in “Anna”. In hetzelfde jaar werd het herdoopt in “Anna Elisabeth”.074.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1856 |
Kapitein: |
Hueser, J.P. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Jacob Dirk Suyck werd geboren te Amersfoort op 14 maart 1824 als zoon van Gerard Suyck, lid van de Minicipale Raad van Amersfoort, enPetronella Bartholda Johanna de Roock.Hij overleed te Soerabaja op 27 december 1866.
Gegevens van K.Suyk te Heiloo, 20 januari 2001
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.D.Suyck als gezagvoerder gedurende:
* 1857 op de bark “Anna Elisabeth” ex Anna ex Marie Julie, gebouwd in 1840 te Zierikzee, 366 ton n.m., varend voor J.A.Scott & Co te Rotterdam. Het schip verongelukte in 1857 in de Straat van Malakka op reis met een lading suiker van Akyab naar Hongkong.
“In het Handelsblad van 10 december 1857 wordt het bericht vermeld dat de bark, met kapitein Suyck, in de Straat Malakka verongelukte op 17 oktober. Het schip werd geheel uitgeplunderd, maar het scheepsvolk gered.”074.
Overige bijzonderheden
Geen
|