Inloggen
AMSTERDAM - ID 8093


Kroniekberichten

Datum 19 juli 1879
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 18 juli. Naar wij vernemen, wordt voor rekening van een afzonderlijke rederij hier ter stede te Dumbarton aan de Clyde weder een groot stoomschip aangebouwd, om dienst te doen in de lijn van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij op New York. Het zal de naam AMSTERDAM dragen, bij geringe diepgang een buitengewoon groot draagvermogen bezitten, en op de meest comfortabele en elegante wijze zijn ingericht voor alle klassen van passagiers.
Wij begroeten deze voorgenomen uitbreiding van het stoomvaartverkeer tussen Nederland en de Verenigde Staten met blijdschap. Het lijdt toch geen twijfel, dat de handel groot belang heeft bij vermeerderde en versnelde communicatie met die vruchtbare en uitgestrekte trans- atlantische gewesten, waarvan de productie hoe langer hoe meer moet voorzien in de toenemende behoeften van de oude wereld.
Maar ook voor Rotterdam heeft de zaak hare verblijdende zijde. Hoe belangrijk zulk ene vermeerdering van onze koopvaardijvloot bijdraagt tot het vertier en de welvaart van de stad, moge blijken uit de volgende opgaven. Voor zulk een groot stoomschip wordt per jaar aan gages van bemanning en arbeidslonen uitbetaald ruim NLG 50.000; aan proviand en uitrusting ruim NLG 35.000; aan steenkolen ruim NLG 50.000; aan havengeld in de gemeentekas ruim NLG 1.600. Voegt men daarbij al het verdere vervoer van de duizenden tonnen lading, die zes- of zevenmaal per jaar worden aangevoerd of weggebracht door slepers, spoorwegen, binnenvaartuigen met al de aankleve van dien, de assurantie premiën op schip en goederen en wat dies meer zij, dan kan men zich een denkbeeld maken van hoeveel belang zulk een stoomschip meer voor onze stad is.
Vooral in de tegenwoordige tijd verdienen de mannen, die dergelijke ondernemingen door hun kapitaal steunen en mogelijk maken, de dank van de burgerij.

Afbeelding
Datum 18 december 1879
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Rotterdam, 17 december. Te Dumbarton aan de Clyde is heden, de 17e december, door de heren Archd. Mc.Millan & Son, met goed gevolg, van hun werf te water gelaten het stoomschip AMSTERDAM, gebouwd voor rekening van een rederij hier ter stede en bestemd om dienst te doen in de stoomvaartlijn van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij.

Afbeelding
Datum 03 maart 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 2 maart. Het stoomschip AMSTERDAM, kapt. J.H. Taat, bestemd voor de dienst der Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, vertrok heden van Greenock naar Rotterdam. (opm: eerste reis na proeftocht)

Afbeelding
Datum 15 april 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Het verslag van Commissarissen der Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij, over het jaar 1879, aan de aandeelhouders, ten geleide van het verslag der Directie, luidt aldus:
Ter voldoening aan artikel 16 onzer statuten hebben commissarissen der Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij de eer, heren aandeelhouders hierbij het verslag over het afgelopen jaar aan te bieden.
Alvorens tot een nadere beschouwing daarvan over te gaan, zij het ons vergund in het kort de loop onzer zaken gedurende die tijdkring in herinnering te brengen. Tegen onze verwachting bleven de retourvrachten van de Verenigde Staten, het gehele jaar door op een laag standpunt. De verbeterde vraag naar metalen en andere artikelen in Amerika deed de uitvrachten wel enigermate klimmen, en had ten gevolge dat buitengewoon veel schepen daarheen gingen, maar het aanbod van scheepsruimte te New York was dientengevolge dan ook voortdurend veel groter dan de behoefte, zo zelfs, dat daar in het afgelopen najaar tegelijkertijd wel 800 zeil- en stoomschepen onbevracht lagen. Bovendien hield de Amerikaanse handel zijn producten doorgaand hoog, en bleef speculeren op grote behoefte in Europa, die eindelijk de kopers wel zoude dwingen de verlangde hoge prijzen in te willigen. Geen wonder dus dat de vrachten van Amerika ongunstig bleven en gemiddeld een veel lager cijfer aantonen dan het voorgaande jaar. Slechts voor een gedeelte werd zulks vergoed door vermeerderde uitvracht en door enig meerder personenvervoer, Indien dan ook, desniettegenstaande, de resultaten van onze exploitatie in 1879 nog iets gunstiger waren dan in 1878, zo is zulks voornamelijk toe te schrijven aan vermindering van uitgaven, waartoe vooral hebben bijgedragen het meerder gebruik dat onze schepen van de Nieuwe Waterweg hebben kunnen maken en de minder betaalde assurantiepremiën. Ook daarin was het afgelopen jaar voordelig, dat wij verschoond bleven van grote zeerampen of averijen. Alleen op het eind van het jaar had de W.A. SCHOLTEN het ongeluk, bij het binnenkomen van de Nieuwe Waterweg, aan de grond te geraken en daarbij de roersteven en het roer te verliezen, en hoezeer de herstelling van die averij ten laste van H.H. assuradeuren komt, zo lijdt ook de Maatschappij bij dusdanige ramp niet onbelangrijk geldelijk nadeel. De grote moeilijkheid die wij ondervonden om het schip, zonder roer, naar een plaats te vervoeren waar een droogdok bestaat dat het kon opnemen, en het feit dat wij bij deze reparatie plus/minus NLG 8.000,- aan dokhuur te betalen hadden, doen opnieuw zien hoe noodzakelijk de behoefte is aan een groot droogdok te Rotterdam. Het in de buitengewone stormen van februari van dit jaar aan ons stoomschip P. CALAND overkomen ongeluk, het verlies van het roer in de Atlantische Oceaan op 36° westerlengte, is u bekend. Het schip is thans ook in het droogdok te Middelburg ter reparatie. De gevolgen van deze averij zullen zich natuurlijk eerst over het lopende jaar doen gevoelen.
Reeds in ons vorig verslag wezen wij op de noodzakelijkheid van verdere uitbreiding van ons materieel, en met groot genoegen herinneren wij u, dat wij er in zijn geslaagd om een rederij tot stand te brengen, voor het aanbouwen van een geheel voor onze vaart ingericht stoomschip, dat, op dezelfde condities als het stoomschip SCHIEDAM, aan onze Maatschappij is in huur gegeven. Door u daartoe gemachtigd, hebben wij voor haar rekening in de eigendom van die bodem deelgenomen voor een bedrag van NLG 200.000,-, terwijl het overige is geplaatst bij verschillende vrienden van onze onderneming, waarbij wij met dankbaarheid vermelden, dat door de welwillende bemoeiingen van een uwer, ook in de hoofdstad een niet onbelangrijk bedrag aan aandelen in dat schip werd genomen. Het heeft de naam AMSTERDAM bekomen, ligt thans hier aan de stad, en zal spoedig de eerste reis naar New York aannemen. Zo ver nu reeds kan beoordeeld worden, voldoet het aan al de eisten en belooft het een zeer voordelige aanwinst bij onze vloot te zullen zijn.
Zoals aan u bekend is, kwam met het einde van het jaar een overeenkomst tot stand met de Rotterdamsche Handelsvereeniging, waarbij wij van haar in huur hebben genomen, om als vaste ligplaats voor onze stoomschepen te dienen, het aan haar toebehorende gedeelte kade aan de Koningshaven op Fijenoord, gelegen tussen de stadsbrug en de brug over de binnenhaven; wordende op het terrein voor die ligplaats, voor rekening van de verhuurster, voor ons gebruik geschikte loodsen gebouwd. De beweegredenen die ons daartoe hebben geleid en waarvan de gegrondheid door u werd erkend, waren de volgende: Vooreerst de onmogelijkheid om aan de kaden der gemeente een ligplaats te vinden, die voldoende diepte voor onze schepen aanbiedt, waardoor die veelal aan de grond kwamen, en bovendien de grote moeilijkheid om enige ligplaats in het geheel te bekomen, zodat dikwerf de stoomschepen een of meer dagen op stroom moesten blijven liggen. Maar ten andere is het ook voor de goederen, die ons ten vervoer worden toevertrouwd, dringend noodzakelijk dat wij een overdekte kade hebben, waar ze niet zijn blootgesteld aan beschadiging door regen, slijk, sneeuw enz. Ook met de meest mogelijke zorg is daartegen op een open kade zoals thans niet te waken; terwijl ook de veiligheid der goederen op een afgesloten terrein, zoals wij aan de overzijde zullen krijgen, veel beter verzekerd is. De huurprijs die wij zullen te betalen hebben, wordt dan ook voor een zeer groot deel opgewogen door de besparingen van dekkledenhuur, waakloon, enz., benevens de indirecte voordelen, dat de schepen beter en veiliger ligplaatsen erlangen en de goederen zorgvuldiger behandeling vinden. Als noodwendig gevolg van deze maatregel zullen wij onze bureaus later verplaatsen naar het Noordereiland op Feijenoord en hebben wij daartoe reeds een voorlopig huurcontract aangegaan in kantoorlokalen, tegenover de ligplaats van onze schepen te bouwen.
Wanneer wij de resultaten van onze exploitatie in het jaar 1879 samenvatten, dan blijkt daaruit, dat door onze eigen schepen zijn gedaan 32 reizen, één reis voor onze rekening door het Deense stoomschip HARALD, terwijl vier stoomschepen voor eigen rekening te New York naar Rotterdam beladen, aan ons adres kwamen. Aan bruto uitvrachten werd ontvangen NLG 338.227,-, aan bruto retourvrachten NLG 994.897,- en aan bruto passagegelden NLG 251.600,-. Naar New York werden vervoerd ongeveer 20.000 tonnen goederen, van New York ruim 60.000 tonnen. Het gehele aantal in 1879 vervoerde personen was 4.927, als 795 kajuits- en 4.132 tussendekspassagiers. De gemiddelden per reis waren als volgt:
Kajuitspassagiers 25.
Tussendekspassagiers 130.
Passagegelden NLG 7.860,-.
Goederenvrachten NLG 41.660,-.
Bij het vorige jaar vergeleken, waren de passagegelden in 1879 per reis plus/minus NLG 1.100,- hoger, de goederenvrachten daarentegen plus/minus NLG 4.600,- lager dan in 1878.
Uit de hierbijgaande balans van winst- en verliesrekening is u gebleken, dat niettegenstaande onze ontvangsten onder die van het vorige jaar bleven, het bruto overschot onzer exploitatie nog iets hoger is, zijnde nu NLG 423.419,27½ tegen NLG 349.839,99½ in 1878. De verschillende posten vereisen weinig toelichting. Terwijl wij in 1879 een veel grotere som op het hoofd advertenties uitgaven, bleven de posten voor interest en onkosten niet onbeduidend lager. Zoals wij reeds vroeger aan u mededeelden, brengen wij in het credit van onze onkostberekening de commissie over de inkomende vracht die wij vroeger betaalden, daar wij nu die zaken zelf behandelen, alsook de commissies op de passages, die vroeger door de passagie-agenten hier ter stede genoten werden. Hoezeer onze werkzaamheden en ook ons kantoorpersoneel daardoor niet onbelangrijk zijn uitgebreid, zo bewijst toch de uitslag dat deze nieuwe regeling, die nu drie jaren heeft gewerkt, zeer in het belang van onze maatschappij is geweest.
De interestrekening, waarvan de dienst onzer obligatielening de voornaamste post uitmaakt, werd aanzienlijk gebaat door rentes van effecten, voornamelijk bestaande uit in ons bezit zijnde obligaties in die lening zelve.
Wij stelden u voor om over het netto overschot van NLG 332.779,03 als volgt te beschikken:
Aan het reparatie- en ketelfonds, waardoor het gebracht wordt
op NLG 300.000,- NLG 109.320,63
Aan het assurantiefonds NLG 12.000,-
Afschrijving W.A. SCHOLTEN NLG 55.000,-
Afschrijving P. CALAND NLG 55.000,-
Afschrijving ROTTERDAM NLG 25.000,-
Afschrijving MAAS NLG 25.000,-
Dividend 5 procent met patentbelasting NLG 51.280,63
Saldo op volgende rekening NLG 177,77
NLG 332.779,03
Hoogst aangenaam was het ons op die voorstellen uw goedkeuring te mogen verwerven. Bij de belangrijke obligo’s van onze Maatschappij, eerstens voor de geldlening, ten andere voor huur van de stoomschepen SCHIEDAM en AMSTERDAM, gebiedt naar ons inzien de voorzichtigheid, om onze geldelijke positie zoveel mogelijk op vaste grondslag te brengen. Er kunnen toch ook weder slechtere tijden voor onze lijn aanbreken, en de treurige ondervinding van 1874 tot 1877 heeft het geleerd, wij kunnen in de noodzakelijkheid komen om weder gedurende kortere of langere tijd met verlies te varen. Alleen door nu, terwijl er matig verdiend wordt, ook van dat matige ruim af te schrijven en te reserveren, is de toekomst en het voortbestaan van onze stoomvaartlijn te verzekeren.
Wat het lopende jaar voor de Maatschappij zal opleveren is niet gemakkelijk te zeggen, en ongaarne wagen wij ons aan voorspellingen, die maar al te dikwerf door de loop der gebeurtenissen worden gelogenstraft. Op dit ogenblik zijn de retourvrachten van New York nog altijd zeer laag, al is het dan ook dat er iets meer aanbod van goederen naar New York schijnt te komen. Met het zesde stoomschip te onzer beschikking hebben wij echter het aantal onzer afvaarten opnieuw kunnen vermeerderen en verwachten daarvan niet anders dan gunstige resultaten. Wat het personenvervoer betreft gaan wij zeker wel een betere tijd tegemoet. Aan alle kanten ontstaat weder lust tot landverhuizing, en hoezeer de concurrentie van de verschillende buitenlandse stoomvaartlijnen scherper is dan ooit, vertrouwen wij ons aandeel in het personenvervoer eer te zien toe- dan afnemen. Wij zien dan ook met iets meerdere gerustheid dan vroeger, de dingen die komen zullen tegemoet. Hebben wij ook in bange tijden en onder bittere teleurstellingen, met al ons vermogen gearbeid, om onze nationale onderneming voor ondergang te behoeden en de belangen van onze aandeelhouders te behartigen, de ondervinding heeft ons daarbij geleerd, dat het niet onmogelijk is om een Nederlandse stoomvaartlijn op de Nieuwe Wereld in het leven te houden. Met onverminderde lust wijden wij ons dan ook aan de taak om die stoomvaartlijn een onmisbare en blijvende institutie te maken, die ook voor de deelhebbers gunstige resultaten geeft. Wij weten dat, evenals tot nu, uw gewaardeerde steun en voorlichting ons daarbij niet zal ontbreken.

Afbeelding
Datum 11 mei 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Maassluis, 10 mei. Het stoomschip AMSTERDAM, gisteren van Vlissingen binnengekomen, is door het breken van de stuurketting aan de Zuidwal gestoomd, doch heden nacht met assistentie van de sleepboten MAASSLUIS, COLONEL en ANTHONY vlot gekomen en opgestoomd.

Afbeelding
Datum 15 mei 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

New York, 14 mei. Last tot inhechtenisneming is uitgevaardigd tegen de bevelhebbers van veertien stoomschepen, wegens overtreding der wet, welke beperkt het aantal passagiers, dat elk vaartuig mag opnemen. De stoomschepen zijn: SUEVIA, AMSTERDAM, MOSEL, VIKING, RHEIN, BALTIMORE, HOHENSTAUFEN, OHIO, BELGENLAND, HELVETIA, HERDER, CELTIC, DEVONIA, CITY OF RICHMOND. Kapitein Barre van een Duitse stoomboot is reeds gevangen genomen. De overige zullen dit lot ondergaan, zodra zij hier zijn aangekomen.

Afbeelding
Datum 24 maart 1881
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Het verslag van de directie der Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij over het jaar 1880 aan heren commissarissen luidt:
Ons achtste boekjaar begon niet onder zeer gunstige omstandigheden. Zoals wij bereids in ons vorig jaarverslag meldden, waren twee van onze grootste schepen, de P. CALAND en W.A. SCHOLTEN, beiden in averij met verlies van roer en roersteven, en het was eerst in mei dat het eerste en in juni dat het andere weder geregeld dienst kon doen. Zulks was te meer te bejammeren, dewijl juist in dat voorjaar de emigratie sterk toenam en bij het gemis van die twee schepen, zo uitstekend voor het vervoer van grote getallen landverhuizers ingericht, ontging ons een vrij aanzienlijke hoeveelheid personen, die anders stellig de voorkeur aan onze lijn zouden hebben gegeven. Voor het overige van het jaar bleven wij gelukkig van belangrijke averijen verschoond. Alleen werd in juli ll. de krukas van het stoomschip SCHIEDAM gebroken bevonden en te New York vernieuwd; het daardoor veroorzaakte tijdverlies was gelukkig gering. Wij konden dan ook verder de dienst met de meeste regelmatigheid volhouden, waartoe veel bijbracht het stoomschip AMSTERDAM, dat de 27e maart 1880 de eerste reis aanving en de 1e januari dezes jaar reeds voor de zesde maal naar New York vertrok. Met genoegen kunnen vermelden, dat laatstgenoemd schip in elk opzicht uitstekend voldoet.
Zoals aan u bekend is gaf onze geachte mede-directeur, de heer A. Plate, in mei ll. zijn verlangen te kennen om uit zijn betrekking te worden ontslagen, welk ontslag dan ook door u op de meest eervolle wijze werd verleend. Voor ons, die zijn medewerking zo hoog waardeerden en die hem zo node zagen heengaan, kon het niet anders dan aangenaam zijn te weten, dat zijn bekwaamheden en energie ook in het vervolg der Maatschappij ten goede zouden blijven komen. Intussen achten wij het voor een goed en richtig beheer der zaken nodig en wenselijk, dat de vacature, door het uittreden van de heer Plate ontstaan, weder worde vervuld. Het verheugt ons dat die zienswijze door u wordt gedeeld en dat door u aan heen deelhebbers zal worden voorgesteld om een derde directeur te kiezen.
In het kort wensen wij hier te herinneren wat in het afgelopen najaar heeft plaats gevonden ten opzichte van het aan ons kenbaar gemaakte verlangen, om onze stoomschepen ook van Amsterdam te laten varen. Nadat in uw vergadering daarover door een uwer was gesproken en was medegedeeld, dat vooral de Nederlandsche Handelmaatschappij daarop aandrong, ontvingen wij van de directie van laatstgemelde instelling een uitnodiging, om met haar over die zaak te komen spreken. De directie van de Nederlandsche Handelmaatschappij meende dat Amsterdam niet langer zonder een directe stoomvaartverbinding met de Verenigde Staten kon blijven, en wenste dat onze Maatschappij reeds dadelijk daarin zoude voorzien. Ons antwoord was, dat wij de tijd voor die splitsing van onze krachten nog niet gekomen achtten, dat de ondervinding door ons opgedaan leerde, dat ons streven om een geregelde wekelijkse dienst van Rotterdam tot stand te brengen, het eerste en enige middel was om onze onderneming krachtig en duurzaam te vestigen en dat wij dat doel eerst moesten hebben bereikt vóór wij er aan konden denken onze krachten tussen Amsterdam en Rotterdam te verdelen. Wij wezen er op dat onze deelhebbers in de eerste jaren, door de treurige economische toestand van Noord-Amerika, de helft van hun kapitaal in onze onderneming hebben zien teloor gaan, en dat het nu, terwijl de zaak door hun opofferingen tot een zekere hoogte is gekomen en een matige rente belooft te geven, een grove onbillijkheid jegens die deelhebbers zou wezen, die eerste voordelen terstond te moeten delen met nieuw kapitaal dat in de nadelen niets heeft gedragen of wel die voordelen weder geheel te moeten missen, ten bate van Amsterdam. Ook was het ons niet duidelijk, waardoor zo eensklaps die grote behoefte van Amsterdam aan een directe stoomvaartverbinding met de Verenigde Staten was ontstaan, dewijl het toch steeds ons streven was de Amsterdamse ontvangers en afschepers, met vrachten en in elk ander opzicht, geheel en al gelijk te stellen met de Rotterdamse. Wij meenden daarom, in het welbegrepen belang van onze deelhebbers, vooralsnog niet aan die drang van sommigen in Amsterdam te mogen toegeven en het was ons aangenaam te ondervinden dat zulks, met uitzondering van een uwer, ook eenstemmig uw gevoelen was.
Sedert heeft de Koninklijke Nederlandsche Stoombootmaatschappij te Amsterdam, na een garantie voor mogelijk verlies te hebben verkregen van de Nederlandsche Handelmaatschappij en enige anderen, een begin gemaakt met enkele van de in haar bezit zijnde stoomschepen op New York te doen varen. Wij onthouden ons over die proef een oordeel uit te spreken en volgen met belangstelling de resultaten.
Ten opzichte van de zo nodige uitbreiding van ons materieel kunnen wij het volgende berichten. Door voldoende kasruimte daartoe in staat gesteld, konden wij het stoomschip SCHIEDAM van de eigenaars inkopen. Tezelfdertijd verkregen wij uw toestemming om pogingen te doen opnieuw een stoomschip in de vaart te brengen en in te huren. Dat schip is thans in aanbouw en zal in de loop van de zomer onder de naam EDAM in de lijn worden opgenomen. Met uw goedkeuring hebben wij voor onze Maatschappij voor een derde in de eigendom van de EDAM deelgenomen; terwijl in het stoomschip AMSTERDAM aan vrienden in de hoofdstad ongeveer een twaalfde van de aandelen was geplaatst, werd het kapitaal voor het nu gebouwd wordende schip geheel te Rotterdam genomen. De dringende noodzakelijkheid om reeds nu over een verdere uitbreiding van onze vloot te denken zullen wij wel niet behoeve te betogen, bij de omstandigheid dat wij reeds dit jaar zullen moeten aanvangen onze eerste schepen tijdelijk uit de vaart te nemen tot ketelvernieuwing.
Omtrent onze exploitatie kunnen wij u het volgende overzicht geven. Met onze schepen werden gedaan 34 reizen, met gecharterde schepen 3, terwijl 6 stoomschepen van New York aan ons werden geconsigneerd. De bruto uitvrachten bedroegen NLG 456.756,-, de bruto retourvrachten NLG 1.248.768,- en de bruto passagegelden NLG 456.896,-. De goederenbeweging beliep naar New York pl.m. 32.000 ton, van New York pl.m. 78.000 ton. Het personenvervoer klom tot 10.404 zielen, als 436 kajuits- en 9.968 tussendekspassagiers. De gemiddelden per reis waren als volgt: kajuitspassagiers 13, tussendekspassagiers 284, passagegelden NLG 13.054,-, goederenvrachten NLG 46.100,-. Vergeleken met het vorige jaar waren in 1880, per reis, de bruto passagegelden ongeveer NLG 5.200,- en de bruto goederenvrachten ruim NLG 4.400,- hoger.
De verschillende posten van de winst- en verliesrekening en balans vereisen weinig toelichting. Dat die voor administratie en onkosten belangrijke hoger is dan de laatste voorgaande jaren, NLG 52.571,53, is niet veroorzaakt door vermeerdering van uitgaven op dat hoofd, maar alleen doordien die thans, overeenkomstig het ten vorigen jare door u te kennen gegeven verlangen, in haar geheel en onverminderd voorkomt, in tegenstelling met de vroegere wijze van boeking, toen een door ons over de passagegelden berekende commissie, ten bate van de onkostenrekening werd gebracht. De interestrekening is NLG 29.840,66.
Het bruto overschot van onze exploitatie, na aftrek van onkosten, renten, enz., bedraagt 588.881,57½. Aangenaam was het ons, dat onze voorstellen om daarvan een groot deel te bestemmen tot ruime afschrijvingen op de schepen, samen NLG 227.377,06 en tot vergroting van het reparatie- en ketelfonds met NLG 236.083,55 werden goedgekeurd. Dat desniettegenstaande door u een uitdeling van 10 procent aan aandeelhouders kon worden vastgesteld, strekt ons tot grote voldoening.”
Volgens de winst- en verliesrekening brachten de reizen der schepen op: SCHOLTEN NLG 93.262,05 (in 4 reizen), CALAND 95.004,34 (5 reizen), ROTTERDAM NLG 136.251,76 (7 reizen), MAAS NLG 100.942,67 (6 reizen), SCHIEDAM NLG 108.181,83 (6 reizen), AMSTERDAM NLG 148.831,86½ (5 reizen).
Commissarissen voegen hier o.a. het volgende bij.
“Daar de vrachten volstrekt niet hoog waren, en daar het zich laat aanzien, dat de aanvoer van producten uit Amerika een blijvende zal zijn, gaan wij de toekomst met vertrouwen tegemoet. Toch behoeven wij het u niet in herinnering te brengen, dat, daar de helft van ons kapitaal is afgeschreven, ons dividend van 10 %, gerekend over het oorspronkelijke kapitaal, nog slechts een matige rente vertegenwoordigt. Die afschrijving op het kapitaal heeft, voor een groot deel, gediend tot vermindering van de boekwaarde der schepen, en door deze vermindering behoeven wij jaarlijks slechts over een kleiner kapitaal assurantie en renten te betalen, die tezamen ca. 15 % vertegenwoordigen. Maar voor een deel was die afschrijving nodig door het verlies, dat elke nieuwe zaak lijdt, vóórdat zij haar plaats heeft ingenomen tussen andere. Dit is dus een verlies, dat bij ons niet meer terugkeert, en van het kapitaal daaraan besteed, wordt de rente nu door u getrokken; die rente zal ook door u getrokken worden over het kapitaal dat gij verder in de onderneming zult beleggen. En, terwijl de directie niet gaarne in het openbaar een lofspraak van ons hoort, mogen wij haar toch de lof niet onthouden, van met grote bekwaamheid en grote toewijding de belangen van aandeelhouders te behartigen.
Wat wij van de directie gezegd hebben, passen wij ook in volle mate toe op de afgetreden directeur, de heer A. Plate. Met groot leedwezen gaven wij hem het ontslag, dat hij verzocht had omdat hij een andere werkkring hier ter stede gekozen had.
Voor een groot deel (1/3 gedeelte) zijn de aandelen van het stoomschip AMSTERDAM reeds ons eigendom; maar wij wensen in het financieel belang onzer Maatschappij de overige aandelen van dat schip te kopen, waartoe wij volgens het huurcontract het recht hebben. Tevens menen wij, dat het volstrekt nodig is, een achtste stoomschip in de vaart te brengen zowel om daardoor een stap nader te komen tot de wekelijkse vaart, als omdat het te voorzien is, dat bij het ouder worden onzer stoomschepen deze successievelijk tijdelijk uit de vaart zullen moeten genomen worden tot ketelvernieuwing of andere reparaties, zoals wellicht reeds dit jaar met onze beide eerste stoomschepen het geval kan zijn. Het is daarom, dat wij, in overleg met de directie, besloten hebben ons kapitaal uit te breiden door uitgifte van 4 nieuwe series à NLG 250.000,-, waartoe het recht gegeven is in art. 6 der statuten. Niettegenstaande de grote afschrijvingen die op onze schepen hebben plaats gehad en de opvoering van het reparatie- en ketelfonds tot een vrij aanzienlijk cijfer, waardoor een goede reserve gecreëerd is, zijn wij voornemens de nieuwe aandelen à pari uit te geven, maar achten het dan ook niet meer dan billijk dat aan de aandeelhouders daarop de voorkeur gegeven worde, hoewel dit niet bij de statuten is voorgeschreven.”
Als opvolger van de heer Plate wordt voorgesteld de heer J.V. Wierdsma, oud zeeofficier. Nog moeten vijf commissarissen worden gekozen in plaats der heren Muntz, Hijmans, Boissevain, Jan Havelaar en Boden.

Afbeelding
Datum 10 april 1881
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Advertentie. Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij. Uitgifte van NLG 1.000.000 kapitaal in 2.000 aandelen, elk van NLG 500. Dit kapitaal is bestemd tot aanbouw van een nieuw stoomschip en inkoop van het stoomschip AMSTERDAM.
Inschrijvingen moeten ingezonden worden uiterlijk op dinsdag 26 april 1881 te Rotterdam bij de heren R. Mees & Zoonen, Zuidblaak no.6, of bij de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, Willemskade no.25. Prospectussen en inschrijvingsbiljetten zijn vanaf heden aan beide kantoren verkrijgbaar.
Rotterdam, 9 april 1881, de directie Van der Hoeven en Reuchlin en de commissarissen M. Mees, voorzitter, en A. de Monchy, secretaris.

Afbeelding
Datum 06 november 1881
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 5 november. Het Nederlandse stoomschip AMSTERDAM, gezagvoerder Lucas, is bij het uitvaren in het Oostgat aan de grond gevaren, doch na 4 uren, zonder hulp, vlot gekomen, en heeft de reis naar Rotterdam voortgezet.

Afbeelding
Datum 04 maart 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Het stoomschip AMSTERDAM, kapt. Lucas, van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, vertrekt heden, zaterdag de 4e maart, met ongeveer 1.000 passagiers van Rotterdam naar New York.

Afbeelding
Datum 06 maart 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Hellevoetsluis, 5 maart. Het naar New York bestemde stoomschip AMSTERDAM, kwam hedennacht de Kanaalhaven uitstomende, in aanvaring met het Nederlandse fregat BATAVIER, kapt. W. Maasdijk, welke de brasboom brak. De AMSTERDAM stoomde ter rede.

Afbeelding
Datum 28 april 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Met het stoomschip AMSTERDAM, kapt. Lucas (opm: van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij), zullen zaterdag 29 dezer ruim 1.100 passagiers naar New York vertrekken.

Afbeelding
Datum 02 mei 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 29 april. Als naar gewoonte had zich hedennamiddag een menigte belangstellenden alhier en bij de sluizen verzameld om het vertrek van twee mailboten bij te wonen, toen zich hier het gerucht verspreidde, dat de MADURA bij Westzaan aan de grond was gevaren en dat de mailboot op New York, de AMSTERDAM, daarom later zou vertrekken. Dit gerucht bleek waarheid te zijn. De MADURA kwam eerst om 6 uur in de sluizen en was om 7 uur in zee, de AMSTERDAM was om ongeveer 8.30 in zee. De MADURA heeft een diepgang van 57 decimeter en de AMSTERDAM van 61 decimeter.

Afbeelding
Datum 09 maart 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

New York, 24 februari. Kapt. Lucas voerende het stoomschip AMSTERDAM, te New York aangekomen, rapporteert de 18e februari op 45º50’ NB 47º30’ WL een grote ijsberg aangetroffen te hebben, en dezelfde dag op 45º28’ NB 49º08’ WL een massa ijsbergen van verschillende grootte, benevens uitgestrekte ijsvelden. Hij was genoodzaakt een zuidelijker koers te varen om van het ijs vrij te blijven.

Afbeelding
Datum 30 juni 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

New York, 15 juni. De gezagvoerder van het Nederlandse stoomschip AMSTERDAM, van Amsterdam alhier aangekomen, rapporteert dat 7 dezer op 41º29’ NB 58º WL de stoompijp van de hogedrukcilinder brak, waardoor men genoodzaakt was de machine op enkel werk te stellen en de volgende dag de reis onder werking van de lagedrukcilinder te vervolgen.

Afbeelding
Datum 02 juli 1883
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

New-York, 15 juni. De gezagvoerder van het stoomschip AMSTERDAM, kapt. T.M. Lucas, van Amsterdam hier aange komen, rapporteert dat op de 7e dezer, op 41º29' NB 58º23' WL, de stoompijp der hogedrukking cylinder brak, waardoor men genoodzaakt was de machine op enkel werk te stellen en de volgende dag de reis onder werking der lagedrukking cylinder te vervolgen. Dit stoomschip passeerde de 5e dezer, op 41º24' NB 50º04' WL, een grote ijsberg.

Afbeelding
Datum 14 december 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 13 december. Door het stoomschip AMSTERDAM, van New York, is zonder mast in de Noordzee gepraaid de Engelse ijzeren bak KATHERINA, thiuis behorende te Cardiff in ballast. De sleepboot SIMSON is derwaarts vertrokken.

Afbeelding
Datum 14 december 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Rotterdam, 13 december. Volgens rapport van kapt. Lucas, van het Nederlandse stoomschip AMSTERDAM, van New York te IJmuiden binnen, ontwaarde hij 12 december ongeveer op de hoogte van de Nieuwe Waterweg een masteloos schip met noodseinen op. Naderbij komende bleek het een bark te zijn, met al het tuig op de bezaansmast na, overboord. Bijdraaiende werd een boot te water gelaten, bemand met de eerste stuurman en 6 man die naar de bark roeide en niettegenstaande de hoge zee en het over boord hangende tuig, zo nabij mogelijk het schip naderde. Op de vraag van de 1e stuurman of de bemanning het schip wilde verlaten, werd kortaf neen gezegd, doch gevraagd om in een naastbij gelegen haven binnengebracht te worden. Dit werd mij door de 1e stuurman gerapporteerd, tevens meldende dat het de CATARINA van Cardiff was in ballast van Leith naar Cardiff die de vorige dag in de storm het tuig verloren had. Aangezien er met de nacht geen kans bestond om met de hoge deining zo dicht bij te komen, om trossen vast te maken en wij met de stijve noorden wind te veel uit onze koers dreven, te meer daar we ons reeds op ondiep water bevonden, kon ik het aanbreken van de dag niet afwachten en zag ik daarom van het binnenslepen geheel af, doch liet hun dit mededelen en andermaal vragen of zij hun schip wilden verlaten, doch ook ditmaal werd er kortaf neen geantwoord, doch verzochten echter assistentie te zenden zo spoedig zulks mogelijk was; wij namen onze reddingboot weer aan boord en vervolgden onze koers en zagen daarna dat er een Engelse visser bij het vaartuig was. In IJmuiden aangekomen zijnde, is er onmiddellijk de sleepboot SIMSON heen gestoomd.

Afbeelding
Datum 07 februari 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 6 februari. Het stoomschip AMSTERDAM, van New York hier aangekomen, heeft in de Buitenhaven aan de grond gezeten, doch is met assistentie van 2 sleepboten vlot gekomen.

Afbeelding
Datum 08 augustus 1884
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Volgens bericht in de New-York-Herald, telegrafisch hier ontvangen bij de Nederlandsche Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, is het stoomschip AMSTERDAM, kapt. Lucas, op reis van hier naar New York de 30e juli jl. bij Sable Island gestrand, na verscheiden dagen geen waarnemingen te hebben kunnen doen. (Vermoedelijk wegens mist). Allen zijn gered behalve drie passagiers (twee vrouwen en een man) benevens een stoker.
De tucht aan boord wordt voorbeeldig genoemd. Een gouvernementsstoomschip van Canada bracht een deel van de passagiers naar Halifax.
De AMSTERDAM vertrok 19 juli uit IJmuiden en had de volgende passagiers aan boord: Kajuitpassagiers: De heer en mevrouw A. Opfinger, de heer Rev. J. Caruanus, de heer en mevrouw H. Takrenwaldt, de heer en mevrouw C. Ludwig en 3 kinderen en de heer C. Ulder, benevens 201 tussendekpassagiers.
Later ontvingen wij het volgende Reutertelegram uit New York van heden: Het stoomschip AMSTERDAM, van Amsterdam, is in de nacht van 30 juli bij het Sable Island vergaan; van de 224 passagiers en de 59 koppen van de bemanning zijn slechts drie personen, onder welke twee passagiers en een vrouw, niet gered geworden. Zij verdronken bij het landen door het omkantelen van de sloep. De AMSTERDAM heeft gedurende de mist op een zandbank gestoten op vijftien mijlen afstand van de vaste wal. In de nacht van 6 augustus zijn de geredden (279) te Halifax aangekomen.

Afbeelding
Datum 09 augustus 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

New York, 7 augustus. Het stoomschip AMSTERDAM, kapt. Lucas, van Amsterdam naar New York, is gedurende mistig weer op een zandbak bij Sable eiland (bij Nova Scotia) op 15 mijlen van de kust gestrand. Al de opvarenden werden gered, behalve drie man, die door het vol water slaan van de boot, bij het landen zijn verdronken. De passagiers en equipage bereikten in de nacht van 6 augustus Halifax.

Afbeelding
Datum 09 augustus 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Volgens nader telegrafisch bericht heeft het stoomschip AMSTERDAM 11 voet water in het ruim. Bij goed weer zou wellicht nog een gedeelte van de lading geborgen kunnen worden.

Afbeelding
Datum 14 augustus 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 13 augustus. Volgens een ontvangen bericht is er reeds een gedeelte van de lading van het op Sable Island gestrande stoomschip AMSTERDAM te Halifax aangebracht, en bestond er hoop, als het weer gunstig bleef, nog meer te bergen en wellicht het schip nog af te brengen.

Afbeelding
Datum 16 augustus 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 14 augustus. Te Halifax zijn 1.500 pakken, geborgen uit het stoomschip AMSTERDAM, aangebracht.

Afbeelding
Datum 20 augustus 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Aangaande het verongelukken van het stoomschip AMSTERDAM, op Sable Island, zijn nog de volgende bijzonderheden per mail uit Halifax ontvangen:
Op 19 juli vertrok gemeld stoomschip van Amsterdam naar New York met 12 kajuits- en 212 tussendekpassagiers, benevens een lading stukgoed, bestaande uit haring, tabak, rijst, enz. Ten gevolge van mistig weer was het onmogelijk om waarnemingen te kunnen doen, waardoor het schip vijf en dertig mijlen uit de gewone koers geraakte en op 30 juli des avonds, omstreeks tien uur, plotseling aan de grond liep; men meende toen op een ijsberg te hebben gestoten. De schok was niet hevig, maar had toch ten gevolge, dat alle passagiers aan dek kwamen. Er woei slechts een lichte koelte, en ofschoon de zee over het schip heensloeg, werd voor geen onmiddellijk gevaar gevreesd. De gezagvoerder gaf aan de equipage bevel de lading te werpen, waarbij menig passagier de behulpzame hand bood.
De volgende dag werden pogingen in het werk gesteld om het schip vlot te krijgen, maar deze mochten niet baten, en in de namiddag van dezelfde dag werd een van de boten uitgezet, waarin zich 35 van de opvarenden begaven, onder bevel van een officier, koersende naar de kust. Andere boten werden onmiddellijk daarna te water gelaten, totdat de AMSTERDAM geheel was verlaten.
De eerste boot bereikte gelukkig de kust, na een moeilijke en gevaarvolle tocht van vijf uur, daar de zee zeer hol stond. De tweede boot, welke reeds dicht bij land was, trachtte een aanvaring te voorkomen met een in de nabijheid zijnde boot, maar kreeg een zware zee over, waardoor ze vol water liep en al de zich daarin bevindende personen te water geraakten. Aan sommigen gelukte het in een uitgeputte toestand de kust te bereiken, terwijl anderen door de in de nabijheid zijnde boot werden gered; vier personen echter, twee mannelijke en een vrouwelijke passagier, benevens een stoker vonden hun graf in de golven.

Afbeelding
Datum 22 augustus 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 21 augustus. Volgens een telegram van New York bij de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij ingekomen, was kapt. Lucas met de bemanning van het stoomschip AMSTERDAM te Halifax aangekomen. Het schip was totaal verloren, een groot deel van de lading en bagage van de passagiers was geborgen.

Afbeelding
Datum 10 september 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 6 september. Volgens een alhier ontvangen bericht is de lijst van de geborgen goederen van gemeld stoomschip AMSTERDAM grotendeels abusief en zal zo spoedig mogelijk een verbeterde opgave worden gezonden, welke onmiddellijk na ontvangst openbaar zal worden gemaakt.

Afbeelding
Datum 16 september 1884
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Halifax, (N.S.) 23 augustus. Het rapport van kapt. Lukas van het stoomschip AMSTERDAM luidt als volgt:
Het stoomschip AMSTERDAM vertrok van Amsterdam op 19 juli met bestemming New York en ondervond tot op de banken voortdurend ruw weer. Op 30 juli raakte het stoomschip aan de grond op de oostelijke baai van Sable eiland. De machine sloeg dadelijk achteruit en men wierp met behulp van alle mannelijke passagiers lading over boord. De volgende dag begon het schip water te maken en spoedig daarna kon men met pompen het water niet meer keren en moest de machine stoppen, aangezien die vol zand was geraakt; men had toen ca. 400 ton lading geworpen. Ziende dat alles tevergeefs was werden passagiers en equipage in de boten geplaatst. Op 1 augustus kwam een reddingboot van het eiland en hielp in het redden van de mensen die nog aan boord waren. Een boot sloeg om, waardoor twee passagiers en een kolenwerker verdronken. Het gouvernementsstoomschip NEWFIELD kwam 5 augustus ter plaatse, nam de passagiers en een gedeelte van de equipage aan boord en vertrok naar Halifax. De 8e keerde het stoomschip en werd er meer van de lading geborgen. De 17e trachtte men de AMSTERDAM af te slepen, maar hoewel men ca. 20 voet won, belette de voorraad zand die zich reeds rondom het schip had verzameld verdere pogingen. De 18e echter beproefde men het, na weer gelost te hebben, opnieuw, maar tevergeefs, daar de stalen trossen van de NEWFIELD braken. Op 19 augustus zat het schip rondom in een zandbank van minstens 100 voet omvang; bij het schip was slechts 12 à 13 voet water. De lekkage nam toe en duikers, die in de machinekamer werden neergelaten rapporteerden, dat verscheiden stutten en platen gebroken waren, zodat wij verplicht waren het schip te verlaten, nu alle pogingen, om het te redden vruchteloos bleken.

Afbeelding
Datum 19 september 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Amsterdam, 17 september. Bij de Vereeniging van Assuradeuren alhier is een verbeterde opgave ontvangen van de geborgen goederen uit het wrak van het stoomschip AMSTERDAM. Een grote hoeveelheid van de geborgen goederen bevindt zich nog te Halifax en zal, zodra omtrent het bergloon is overeengekomen naar New York worden verscheept. De lijst van die goederen is nog niet ontvangen.

Afbeelding
Datum 26 september 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Halifax, 10 september. De geborgen inventaris van het gestrande Nederlandse stoomschip AMSTERDAM zal de 18e dezer alhier publiek verkocht worden.

Afbeelding
Datum 02 oktober 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Halifax, N.S., 18 september. Het stoomschip ARDANDHU is naar New York vertrokken, mede nemende 470 collies goederen, gered uit het op Sable eiland gestrande stoomschip AMSTERDAM. De provisies, inventarissen en kajuitgoederen van de AMSTERDAM werden heden alhier verkocht en brachten goede prijzen op.

Afbeelding
Datum 10 oktober 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Amsterdam, 9 oktober. Het bergloon van de geborgen goederen, uit het op het eiland Sable gestrande Nederlands stoomschip AMSTERDAM, bedraagt volgens particulier bericht 40 à
50%.

Afbeelding
Datum 11 november 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Halifax, 28 oktober. Het wrak van het stoomschip AMSTERDAM op Sable eiland gestrand, is verkocht voor 5 dollar, de lading voor 50 cents.

Afbeelding
Datum 23 november 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 22 november. Belanghebbende assuradeuren bij het stoomschip AMSTERDAM wordt medegedeeld dat de stukken betreft gemeld stoomschip ter inzage liggen bij de secretaris van de Vereeniging van Assuradeuren alhier.

Afbeelding
Datum 15 april 1885
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

In het verslag over het boekjaar 1884 van de directie van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij wordt het volgende medegedeeld :
De verwachting in ons vorig verslag uitgesproken, dat het toen aangevangen boekjaar voor onze onderneming geen voordeel zou opleveren, heeft zich helaas, bewaarheid.
Zoals trouwens bij de ongekend lagen stand van de vrachten moest worden voorzien, lieten de reizen tot in mei nagenoeg allen kasverlies.
Daarna, hoofdzakelijk door het enigermate stijgen van de thuisvrachten, werd op de meeste reizen een zeker bedrag overgehouden, waardoor het eindresultaat onzer exploitatie rekening nog een voordelig saldo aanwijst van ruim honderd duizend gulden, een uitkomst welke wij menen te mogen vertrouwen dat, vergeleken met die van vele onzer zusterlijnen, onze deelhebbers niet zal teleurstellen, zij het dan ook dat daarmede onze kosten niet kunnen worden gedekt. Dat onze winst- en verliesrekening als gevolg van die met een nadelig saldo sluit, kan wel niemand meer leed doen dan ons.
Bij de vermelding van het verloren gaan van de stoomschepen AMSTERDAM en MAASDAM, brengt de directie haren oprechte dank aan kapt. Jüngst, de verdere officieren en bemanning van het stoomschip RHEIN, voor hetgeen hunnerzijds aan de passagiers en bemanning is bewezen, en tevens aan de eerste officier H. C. van der Zee, toenmaals waarnemend gezagvoerder van het stoomschip MAASDAM, voor zijn bedaarde en beleidvolle houding gedurende het ganse ongeval.
In het vorig verslag, heet het verder, werd bereids mededeling gedaan van het ongeval, het stoomschip LEERDAM in de loop van 1884 overkomen. Tot het vernieuwen van de gebroken achtersteven met roer, werd dit stoomschip gedurende ongeveer twee maanden aan de dienst onttrokken. Het stoomschip EDAM moest, in navolging van vele stalen schepen, versterking ondergaan en was verplicht gedurende 2½ maand daarvoor stil te liggen. Behoudens voorzieningen van betrekkelijk minderen omvang, viel met de verdere stoomschepen niets voor.
Ten aanzien van de exploitatie wordt gemeld, dat gedurende het afgelopen boekjaar door de stoomschepen werden gemaakt 50 reizen, terwijl het stoomschip JASON van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij nog drie reizen in de dienst van de maatschappij deed, waarvan twee op Baltimore en één op Baltimore via New- York. De bruto ontvangsten van de 50 reizen onzer stoomschepen bedroegen in 1884:
Aan uitvrachten NLG 641.400, gemiddeld per reis NLG 12.828;
aan retourvrachten NLG 1.139.640, gemiddeld per reis NLG 22.793;
aan passagegelden NLG 470.808, gemiddeld per reis NLG 9416.
Alzo een gemiddelde bruto ontvangst per reis van NLG 45.037. In het geheel werden in 1884 vervoerd 741 kajuit- en 13.973 tussendekspassagiers, of gemiddeld per reis 15 en 279. De bruto- ontvangsten van de reizen met het stoomschip JASON bedroegen te samen
NLG 54.266, of per reis NLG 18.086.
Gedurende 1884 werden vervoerd: naar New- York plus minus 68.000 ton ; van New- York plus minus 102.000 ton; naar Baltimore plus minus 2.100 ton; van Baltimore plus minus 4.000 ton. Bij de winst en verliesrekening wordt opgemerkt dat de vermeerdering van de administratie- en bureaukosten te Rotterdam, Amsterdam en New- York grotendeels een gevolg is van het oprichten van een afzonderlijk passagebureau te Amsterdam, zomede van het aanstellen van een walmachinist.
De kosten, aan de maatregelen verbonden, kwamen de maatschappij ruimschoots op indirecte wijze ten goede. De publiciteitskosten zijn over 1884 belangrijk minder dan over 1883. De directie vertrouwt dat, ook door een wijziging gebracht in het systeem van publiciteit, deze kosten over 1885 nog minder zullen wezen.
Ofschoon zulks niet uit het overschot van de exploitatie kan gevonden worden, heeft de directie toch gemeend, de afschrijving op het materieel niet beneden het cijfer van 5 procent te moeten stellen, en het ketel- en reparatiefonds aan te vullen in verhouding tot het aanwezig materieel.
Voor het bedrag van de kosten van versterking van het stoomschip EDAM werden, na overleg met de medereders, aandelen in de rederij van dat stoomschip uitgegeven ; die aandelen werden door de vennootschap genomen. Met het oog op die gemaakte kosten, meende de directie een meer dan gewone afschrijving te moeten voorstellen op de aandelen.
Over het lopende jaar maakt de directie de volgende opmerking over de vooruitzichten van de vaart:
Het valt niet te ontkennen, dat de retourvrachten in de laatste tijd, na een korte verheffing, wederom zijn gedaald tot cijfers, die wel is waar beter zijn dan die van het vorig jaar, maar nochtans weinig of niets overlaten. Wel bestaat in handelskringen in Amerika de overtuiging dat deze verlaging, als zijnde veroorzaakt door tijdelijke stagnatie in het spoorwegvervoer, niet van lange duur zal wezen, doch wij menen een afdoende verbetering onzer vaart te moeten betwijfelen, zolang de algemene vrachtvaart zulk een treurig aanzien geeft.
Onder deze omstandigheden hebben wij dan ook gemeend, vooralsnog geen voorstellen te moeten doen voor de aanvulling van ons gedund materieel. De bezwaren daardoor ontstaan, zijn wel is waar verre van gering te achten, wij menen echter dat het ogenblik tot aanvulling thans nog niet daar is.
Meer dan ooit zijn wij evenwel overtuigd, dat bij de stoomvaart het zwaartepunt moet worden gezocht in oordeelkundig beheer en gepaste bezuiniging in elk onderdeel van dienst. Wij trachten zelve dat doel steeds voor ogen te houden en ons ganse personeel daarvan te doordringen. Ook in de stoomvaart geldt met de dag meer en meer de spreuk:
small profits, quick returns. Elke maatregel, welke strekken kan om dit doel bij onze exploitatie te bereiken, wordt met kracht toegepast. Wordt onze taak daardoor niet gemakkelijker, het is niet alleen de enig aangewezen weg om te kunnen mededingen, maar het geeft ons ook recht om met zelfvertrouwen te mogen verklaren, dat wij niet ten achter staan bij enige zusterlijn, waar het de vraag geldt, het ons toevertrouwde materieel nog zo productief te doen wezen als mogelijk is, in de moeilijke tijden welke wij beleven.
Die overtuiging geeft ons moed voor de toekomst en vertrouwen op uw steeds hooggewaardeerde steun.
Uit het verslag van de commissarissen blijkt, dat deze in overleg met de overblijvende directeuren hebben gemeend, met het oog op de minder gunstige omstandigheden, vooralsnog geen voorstel te moeten doen, om wederom een derde directeur aan te stellen, in plaats van de heer W. v. d. Hoeven, die sedert de oprichting van de Maatschappij als naamloze vennootschap, de betrekking van president- directeur vervulde en tegen het einde van het afgelopen jaar zijn ontslag heeft gevraagd, hetgeen hem op de meest eervolle wijze verleend is.
Uit de winst en verliesrekening blijkt dat de administratie en bureaukosten te Rotterdam, Amsterdam en New- York bedroegen NLG 84.399,01 en de publiciteitskosten in Europa en Amerika NLG 46.356,09, terwijl werd afgeschreven op de W. A. SCHOLTEN NLG 24.000, de P. CALAND NLG 24.000, de SCHIEDAM NLG 22.000, de ZAANDAM NLG 29.000, aandelen LEERDAM NLG 16.225 en aandelen EDAM NLG 45.500, totaal NLG 160.725.
De reserve ketel- en reparatiefonds bedraagt NLG 48.417,64 en het saldo verlies
NLG 273.346,78½ .

Afbeelding