Inloggen
EBEN HAEZER - ID 7947


Kroniekberichten

Datum 27 september 1903
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Wittow, 23 september. Op 18 dezer is de Nederlandse ijzeren tjalk EBENHAEZER, schipper Salomons, in ballast van Odense naar een haven in de Oostzee bestemd, bij Wankevitz gestrand. Het vaartuig zit op steenachtige grond en is lek. De opvarenden bevinden zich nog aan boord.

Afbeelding
Datum 29 september 1903
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Wittow, 23 september. Op 18 dezer is de Nederlandse ijzeren tjalk EBENHAEZER, schipper Salomons, in ballast van Odensee naar een haven in de Oostzee bestemd, bij Wankevitz gestrand. Het vaartuig zit op een steenachtige grond en is lek. De opvarenden bevinden zich nog aan boord. Een Hollandse expert is hier aangekomen om maatregelen te treffen om het schip te bergen. Vermoedelijk zal daarmede dezer dagen worden begonnen door de bergingstoomer RUGEN.

Afbeelding
Datum 01 oktober 1903
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Stralsund, 28 september. De in de nabijheid van Arkona gestrande Nederlandse tjalk EBEN HAEZER werd door de Deense bergingsstomer SKANDINAVIEN vlot en naar hier gesleept. De tjalk heeft zich op de steenachtige grond lekgestoten en dewijl het achterschip lek was en er een gat in was moest dit lek eerst gestopt worden voordat men het vaartuig af kon brengen. De EBEN HAEZER kwam in ballast van Odense en was bestemd naar Memel (opm: Klaipeda) om aldaar planken te laden.

Afbeelding
Datum 07 oktober 1903
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Stralsund, 2 oktober. De Nederlandse tjalk EBENHAEZER, werd hier op de helling gezet en door deskundigen geschat op 6500 mark, van welk bedrag 50% aan de bergingsmaatschappij moet worden betaald. De reparatiekosten worden geschat op circa 5000 mark.

Afbeelding
Datum 26 september 1906
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Kiel, 24 september. De tjalken EBENHAEZER, schipper F. Salomons (Martenshoek), van Hamburg naar Stettin, en ROELFINA, schipper A.R. Kramer (Groningen), van Geestemunde naar Sasnits, zijn tussen Holtenau en Friedrichsort in aanvaring geweest met het Deense s.s. RITA, tengevolge waarvan de EBENHAEZER het voortuig verloor en de ROELFINA schade aan de boeg bekwam. Beide schepen zullen hier weder zeewaardig gemaakt worden. De RITA zette de reis voort. Ogenschijnlijk had het geen schade.

Afbeelding
Datum 19 november 1909
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Norden, 17 november. Het met hout van Hamburg komende Nederlandse schip EBEN HAËZER, dat wegens verlies van anker en zwaard alhier als noodhaven wilde binnenlopen,
geraakte alhier aan de grond. De Nederlandse sleepboot ENGELINA en de tjalk CONFIANCE kwamen alhier aan om schip en lading te bergen.

Afbeelding
Datum 19 november 1909
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Delfzijl, 17 november. De heden alhier aangekomen tjalk EBENHAEZER, kapitein Salomons, van Hamburg naar Hoogkerk, heeft door slecht weer een zwaard en een anker en ketting verloren; zij heeft de reis naar de bestemming aanvaard.

Afbeelding
Datum 17 september 1912
Krant NNO - Nieuwsblad van het Noorden
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Cuxhaven, 17 september. De navolgende schepen liggen hier wegens tegenwind in de haven: HOOP OP ZEGEN, kapt. Slump, RISICO, kapt. Kunst, EBENHAEZER, kapt. Salomons, HENRIETTE, kapt. Balk, EDORA, kapt. Zuidema, EERSTELING, kapt. Lei, STAD GRONINGEN, kapt. Koenen, EETJE, kapt. Bos, HARMINA, kapt. Diepenveen, EBENHAEZER, kapt. Veen, LUCINA, kapt. Ensing, CONFID, kapt. Harmsen, NEPTUNUS, kapt. Kunst, REHOBOTH, kapt. Kunst, NEDERLAND, kapt. Wildeman, VRIENDSCHAP, kapt. Fekkes, MARGIENA GEZIENA, kapt. Bolhuis, COSMOPOLIET, kapt. Tuyl, JANTIENA, kapt. Bonninga, CHRISTINA, kapt. Boontjes, ONDERNEMING, kapt. Krook, en de sleepboot GEERTRUIDA met JANTJE, kapt. Wijngaarden, en VEENDAMMERWERF, kapt. Kunst.
Ter rede liggen DINA, kapt. Duut en JANNA, kapt. Dost.

Afbeelding
Datum 16 april 1915
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Delfzijl, 14 april. De heden alhier aangekomen schepen ALPHA, kapt. Holwerda en EBENHAEZER, kapt. Salomons, hebben vanaf begin november jl. te Bremen, beladen met bier, bestemming Amsterdam zeilklaar gelegen, doch zijn door de Duitse autoriteiten opgehouden, tot in het laatst van de vorige maand beide schepen met Duitse bemanning naar Wilhelmshaven zijn gebracht, alwaar beide schippers Holwerda en Salomons met hun personeel (die op bevel van de Duitse autoriteit per spoor van Bremen de reis daar heen gedaan hadden) het commando over namen en verlof kregen hun weg langs het Eems-Jade kanaal, Emden - Delfzijl naar de bestemming te vervolgen.

Afbeelding
Datum 10 augustus 1916
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad

IJmuiden, 9 augustus. Het kofschip EBENHAEZER, kapt. Salomons, 31 juli van hier naar Hallstad in Zweden vertrokken met een lading oud ijzer, is volgens een hier ontvangen particulier bericht, met verlies van boot, gedeelte van de zeilen, en zware slagzij te Cuxhaven binnengesleept.

Afbeelding
Datum 03 oktober 1916
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad

IJmuiden, 2 oktober. Volgens een hier ontvangen particulier bericht is de met stormschade te Cuxhaven binnengesleepte koftjalk EBENHAËZER, kapt. Salomons, thans na herstel van de schade via Hamburg binnendoor naar Lübeck vertrokken, teneinde de reis naar Zweden voort te zetten.

Afbeelding
Datum 17 januari 1917
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

IJmuiden, 16 januari. Gisteren arriveerde hier de Nederlandse zeetjalk EBENHAËZER, kapt. S. Salomons uit Gasselternijveen, welke rapporteerde op de uitreis van Amsterdam naar Hallsta (Zweden) met zware stormschade te Cuxhaven binnengelopen te zijn en na reparatie wegens bezwarende omstandigheden door Duitse binnenkanalen de reis naar de Oostzee te hebben voortgezet. Onze berichtgever te IJmuiden vernam daarover de volgende bijzonderheden: De tjalk EBENHAËZER was met een lading ijzerdraaisel van Amsterdam naar Hallsta bestemd en vertrok 31 juli van IJmuiden naar de bestemming. Na enige dagen gezeild te hebben werd het schip door een zware storm overvallen, waardoor het zware schade beliep en grote slagzij kreeg, daar de lading naar één kant overgevallen was. Met zeer grote snelheid dreef het schip naar de Duitse kust. Na gehouden scheepsraad besloot men dan ook een noodhaven op te zoeken, waarop men naar Cuxhaven koers zette. Een patrouillerende Duitse torpedojager merkte het schip op en informeerde, wijl het schip zich wegens de mijnenvelden in een gevaarlijke positie bevond, naar herkomst en bestemming. Na de mededeling van kapt. Salomons dat hij naar Cuxhaven wenste te gaan, nam de torpedoboot het vaartuig op sleeptouw en bracht het in die haven binnen. Tijdens deze sleeptocht nam een overgekomen marineofficier het commando op zich en werd de Nederlandse bemanning vervangen door Duitse marine-matrozen. De Nederlanders moesten in de kajuit verblijven tot het schip goed en wel gemeerd lag. Door een andere inmiddels aan boord gekomen marineofficier werden de scheepspapieren doorgezien en in orde bevonden. Bij gehouden onderzoek van de schade, bleek deze van grote omvang te zijn, zodat deze ter plaatse moest gerepareerd worden alvorens de reis te kunnen voortzetten. Tijdens deze reparatie (waarbij opgemerkt kan worden dat de benodigde zeilen uit Nederland werden opgezonden) was het verkeer aan land voor de bemanning verboden. Een uitzondering werd gemaakt voor de gezagvoerder als deze zaken te behandelen had. Hij kreeg dan echter steeds een militair geleide mee. Voedsel kon men in voldoende mate krijgen, niet meer, ook niet minder dan de Duitsers zelf. Na een oponthoud van een maand wilde de kapitein op de gewone wijze de reis voortzetten, doch kon daarvoor alleen toestemming krijgen indien hij een som van 3.000 Mark deponeerde, welk bedrag moest dienen voor het uitbrengen van het schip buiten het mijnenveld op de Duitse kust. Door de kapitein werd getracht een betere oplossing te vinden en vroeg hij aan, de reis door het Kaiser Wilhelm-kanaal te mogen doen. Dit werd echter beslist geweigerd. Men wilde echter wel toestemming geven om de reis van Hamburg door het Travemündekanaal te maken. Hier voor was echter nodig dat een gedeelte van de lading gelost werd, wegens de diepgang van het schip ten opzichte van het vaarwater. Ongeveer 50 ton ijzerdraaisel werd nu geladen op een dekschuit welke gelijk met de EBENHAËZER binnendoor naar Lübeck werd gesleept. Bij aankomst te Lübeck werd dit gedeelte van de lading van de zolderschuit genomen en de reis naar Hallsta voortgezet. Na vertrek uit Lübeck beliep het schip wederom averij doordat het in aanvaring kwam met een Duitse torpedoboot, welke ‘s nachts zonder vuren buiten Lübeck ter bewaking voor anker lag. Het schip raakte met de boegspriet het achterschip van de torpedojager, waardoor deze bij de steven afknapte. Voor reparatie ging de tjalk toen naar de Deense haven Gjedser en zette na de schade aldaar hersteld te hebben, de reis voort. Door al deze wederwaardigheden had men een tijdverlies van enige maanden.

Afbeelding
Datum 07 juli 1919
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Verkoop schepen

Rotterdam, 5 juli. De koftjalk EBENHAEZER van de reder S. Salomons Hzn. te Gasselternijveen is onderhands verkocht aan de reder P. Westers te Groningen. Het schip zal nu bevaren worden door kapt. Fr. Kappen uit Delfzijl en ligt thans te IJmuiden gereed tot vertrek naar Kopenhagen.

Afbeelding