Inloggen
BALI - ID 764


Kroniekberichten

Datum 28 maart 1899
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

(Geen datum of plaats) Aan het verslag van de directie van de Stoomvaart-Maatsachappij Nederland over 1898 ontlenen wij het volgende.
De uitkomsten van het boekjaar 1898 zijn wederom gunstig. Het passagiersvervoer bleef op één hoogte, de maildienst vereiste bij grotere snelheid en hogere steenkolenprijzen meer uitgaven, maar de betrekkelijk grote vloot (de maatschappij bezit acht mail-stoomschepen en een in reserve, alsmede vijf vracht-stoomschepen) kon profiteren van de vaste en zelfs iets verhoogde vrachten, die gedurende een groot gedeelte van het jaar zowel in Europa als in Indië werden betaald, en waardoor het scheepvaart-bedrijf zich over het algmeen door zeldzame voorspoed kenmerkte.
De bate op de reizen der stoomschepen bedraagt NLG 1.903.760,44. Na toevoeging van diverse baten beloopt de winst NLG 2.275.812,18. Na afschrijving op de stoomschepen van NLG 678.405,41 en diverse reserveringen en afschrijving op etablissementen laat het overblijvende winstsaldo toe een dividend uit te keren van 14 pct. over het thans geheel geplaatste kapitaal van NLG 7 miljoen.
Ten aanzien van de afschrijvingen op onze bestaande vloot wordt voortgegaan op de wijze in ons vorig verslag nader uiteengezet, mede in verband met het in de vaart brengen van de nieuwe schepen. De versterking der reparatie-rekening met NLG 65000 geschiedde met het oog op een belangrijke herstelling, ten behoeve van ons stoomschip PRINSES AMALIA, die reeds in 1898 werd aangevangen, doch eerst dit jaar voltooid en betaald.
Voltooid werden 26 mailreizen naar en 25 van Java – waarbij éénmaal een ongeval plaats had met de PRINSES MARIE – en voorts 17 reizen met vrachtschepen, uitgaande rechtstreeks naar Indië, op 2 na, waarbij Southampton werd aangedaan, en thuiskomende alle van Indië naar Nederland met de volgende tussenhavens: op 4 reizen via Marseille, op 2 via Marseille en Havre, op 1 via Marseille en Liverpool en op 1 via Havre.
De duur der mailreizen was op de lijn Genua – Batavia gemiddeld 25 dagen 2 uur, met als korste uitreis 23 dagen, en op de lijn Batavia – Genua gemiddeld 24 dagen 12 uur.
Het nieuwe mailstoomschip KONING WILLEM I, in november 1898 opgeleverd door de Maatschappij ‘De Schelde’, heeft zijn eerste reis met uitnemend succes volbracht. Een tweede mailschip van hetzelfde type is thans in aanbouw bij de Maatschappij Fijenoord. Het zal KONING WILLEM II genoemd worden, en in het begin van het volgend jaar geleverd worden. Bij de Maatschappij ‘De Schelde’ wordt eerstdaags de kiel gelegd van een derde mailschip, dat in het voorjaar van 1900 moet geleverd worden en dat de naam zal ontvangen van KONING WILLEM III.
De vrachtschepen, na het volkomen succes van de MADURA, van ongeveer hetzelfde type besteld, zijn de volgende: BALI, in aanbouw bij de firma Carmichael Maclean & Co te Greenock, levering zomer 1899, SOEMBAWA, bij de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam, levering zomer 1899, FLORES bij dezelfde, levering 15 december 1899 en TIMOR bij dezelfde, levering 15 februari 1900. Ondanks alle aangewende pogingen heeft de directie geen sneller oplevering van die schepen kunnen bedingen of verkrijgen. Van de vloot werden afgevoerd het stoomschip VOORWAARTS, dat de 30e november in veiling verkocht is aan een Italiaanse reder voor NLG 70.000, en het stoomschip PRINSES MARIE, dat na de ondervonden averij de 23e januari jl. te Batavia verkocht is om te Soerabaja te worden gesloopt, en welks provenu in de volgende rekening zal worden verantwoord.
In de boeken is een liquidatie-rekening geopend voor verkochte stoomschepen. Zij staat thans credit met NLG 58.196,05 wegens opbrengst boven boekwaarde van de CONRAD en de VOORWAARTS, en een eventueel nadelig saldo van de liquidatie van de PRINSES MARIE zal daardoor vermoedelijk ruimschoots worden gedekt. De gezamenlijke stoomschepen staan thans op de balans voor NLG 4.369.000; er is successievelijk op afgeschreven NLG 7.797,054,06. De stoomschepen in aanbouw, waaronder ook nog voorkomt de KONING WILLEM I, welks rekening van bouwkosten eerst in dit boekjaar werd afgesloten, staan op de balans voor de betalingen in het afgelopen boekjaar met NLG 2.103.090,26. (opm: zeer sterk bekort)

Afbeelding
Datum 08 juli 1899
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Greenock, 4 juli. Heden werd van de werf der scheepsbouwmeesters Carmichael, Maclean & Co, alhier, met goed gevolg te water gelaten het voor rekening der Maatschappij Nederland te Amsterdam nieuwgebouwde s.s. BALI. De afmetingen van het stoomschip zijn 322’ lang, 44’ breed en 31’ diep en de bruto-inhoud ongeveer 5000 reg. tonnen De machines van het triple expansion systeem met cilinders van 23, 38 en 62 dm (opm: bedoeld is duim), slaglengte 42 dm (opm: duim), worden vervaardigd door de heren Bow, McLachlan & Co te Paisley.

Afbeelding
Datum 27 oktober 1899
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 26 oktober. Het nieuwe stoomschip BALI, voor rekening van de Stoomvaart Maatschappij Nederland te Greenock gebouwd, heeft gisteren aldaar op de proeftocht uitstekend voldaan. Vermoedelijk heden, na het regelen der kompassen, zal het schip van Greenock naar hier vertrekken ten einde in de geregelde vrachtlijn van de Maatschappij Nederland te worden opgenomen.

Afbeelding
Datum 04 november 1899
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Londen, 2 november. Op de Firth of Clyde werd de vorige week de proeftocht gehouden van het op de Clyde voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland gebouwde stoomschip BALI. De machine van het triple-expansie systeem ontwikkelde 1650 I.P.K, waardoor het stoomschip onder ongunstige omstandigheden van stormachtig weer een vaart liep van 10,8 knoop. Het stoomschip is lang 322 voet, breed 44 voet en 31 voet hol tot het spardek en heeft een waterverplaatsing van 7100 ton. Het arriveerde op 30 oktober te Amsterdam.

Afbeelding
Datum 09 december 1901
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 9 december. Het Nederlandse stoomschip BALI, van Java, is gisteren alhier binnenkomende in de voorhaven aan den grond gevaren, doch kwam spoedig met assistentie van de sleepboten SAMSON en CYCLOP weder vlot. Het stoomschip heeft een tros in de schroef, de tros is nog niet verwijderd.

Afbeelding
Datum 21 november 1902
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Londen, 20 november. Het Nederlandse stoomschip BALI, van Savannah, is op de Weser aan de grond geraakt, doch kwam, na een deel der lading gelost te hebben, weder vlot en arriveerde te Bremen.

Afbeelding
Datum 28 november 1902
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Bremen, 25 november. Twee koksmaats van het in de vrijhaven liggende Nederlandse stoomschip BALI, Johan Hendrik Beckmann en Nicolaas Slagter, werden gisteren morgen, toen zij gewekt zouden worden, bewusteloos gevonden. Daar in hun hut een sterke kolendamp merkbaar was, werden beiden onmiddellijk in de verse lucht gebracht, waar het een te hulp geroepen dokter gelukte Slagter weer bij te brengen. Bij Beckmann waren alle pogingen tevergeefs. De geredde deelde mede, dat zij, om hun hut te verwarmen, voor het naar bed gaan, van onder de stoomketel een emmer gloeiende kolen hadden meegenomen en open in hun hut hadden geplaatst.

Afbeelding
Datum 15 november 1912
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 13 november. Volgens telegram uit Hamburg is het naar Java bestemde Nederlandse stoomschip BALI met beschadigde ketels uit zee teruggekeerd.

Afbeelding
Datum 18 maart 1913
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Op de 12e van de verslagmaand ( december 1912) kwam het stoomschip TANTALUS van de Holtline, op de rede van Sabang aan met 648 terugkerende pelgrims aan boord. Onder de terugkerenden waren er geen zieken of verdachten. Ook de stoomschepen FLORES van de Mij. Nederland. MALANG van de Rotterdamsche Lloyd, TIMOR van de Mij Nederland en BALI van de Mij Nederland kwamen, de 2 eerst genoemden op de 19e en de laatst genoemden op de 23e en 27e van de verslagmaand op de rede van Sabang
aan, respectievelijk met 636, 630, 618 en 600 terugkerende pelgrims, waaronder geen zieken werden aangetroffen. Gedurende verslagmaand werd Sabang bezocht door: 14 Nederlandse schepen, 42 Nederlands Indische schepen, 19 Engelse schepen, 6 Duitse schepen, 3 Zweedse schepen, 1 Deens schip en 1 Russisch schip. Bovendien kwamen de 29e op de rede aldaar de torpedobootjagers FRET en WOLF. Totaal 87 tegen 77 stoomschepen in de vorige maand.

Afbeelding
Datum 04 augustus 1913
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 4 juli. Het Nederlandse stoomschip BALI, van Calcutta naar Soerabaja, is 29 juni met lekkage hier binnengelopen. Het stoomschip heeft gerepareerd en kan thans veilig naar Soerabaja vertrekken om te dokken. De lading in ruim 3, bestaande hoofdzakelijk uit gonjezakken, is ernstig beschadigd, en moet gelost worden.

Afbeelding
Datum 31 juli 1914
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Londen, 30 juli. Het Nederlandse stoomschip BALI, groot bruto 3.380 en netto 2.555 register ton, in 1899 door de firma Carmichael & Co. te Greenock gebouwd met triple-expansie machines, die cilinders hebben met middellijnen van 23, 38 en 62 Engelse duim, en een slag van 42 Engelse duim, is door de Mij. Nederland te Amsterdam aan Oosterse kopers verkocht. Dit stoomschip met een laadvermogen van 5.000 ton op een diepgang van 24 voet 5 duim, heeft bij een gebruik van 22 ton kolen per etmaal een snelheid van 10 knopen.

Afbeelding
Datum 10 november 1914
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Verkoop schepen

Amsterdam, 10 november. Het stoomschip BALI van de Stoomvaart Mij. Nederland werd onlangs verkocht naar Engeland en vertrok begin november onder Engelse vlag van hier naar Cardiff.

Afbeelding
Datum 07 januari 1915
Krant AH - Algemeen Handelsblad

Rederijen in 1914. Het jaar 1914 is ten einde en daarmee een jaar, dat zeker in vele opzichten een van de merkwaardigste zal zijn voor het tegenwoordige geslacht. Een jaar, waarin, trots de hoge beschaving, waarop men meende te kunnen bogen, in weerwil van de zoveel jaren gepredikte vredesbedoelingen en niettegenstaande het schijnbaar veld winnen van een algemeen altruïsme, het ruw geweld hoogtij vierde, en recht en wet op last van de hoogst geplaatsten in de maatschappij, met voeten werden vertreden. In zeer korte tijd stond niet alleen geheel Europa in vuur en vlam, maar over de gehele wereld scheen men door de oorlogsduivel te zijn aangetast. Overal strijd. Natuurlijk werden onder deze omstandigheden Handel en Scheepvaart ten zeerste getroffen. De vooruitzichten waren in 't begin van het jaar zeker niet zeer bemoedigend en algemeen was de stand van de vrachten laag, zodat door vele rederijen bezwaarlijk lonend emplooi voor de schepen kon worden gevonden. Toen brak plotseling de oorlog uit. Het gevolg was algemene stagnatie in het goederenverkeer en een gedemoraliseerde toestand in het scheepvaartbedrijf, zoals nooit tevoren gekend. Niet alleen toch werden weldra de gehele Duitse- en Oostenrijkse koopvaardijvloten aan het verkeer onttrokken, terwijl ook tal van schepen van de andere oorlogvoerende partijen tot stilliggen gedoemd werden, maar ook de neutrale schepen werden dermate lastig gevallen, dat het de schijn had of de gehele scheepvaart zou worden lamgelegd. Eerbied voor vlag en lading scheen niet meer te bestaan. Men hield de schepen eenvoudig aan en nam kalmweg bezit van de ladingen. Gelukkig is er sedert wel enige verbetering in de toestand gekomen, hoewel vooral de kleine vaart nog steeds met allerlei moeilijkheden en gevaren te kampen heeft en er menig schip en vele opvarenden door de mijnen zijn te gronde gegaan. Maar ook hier is het spreekwoord van toepassing, dat het al een slechte wind is, die voor niemand goed waait. Nadat de eerste opwinding iets bedaard was en een kalm zakelijk overzicht mogelijk geworden, werden weldra door onze rederijen maatregelen getroffen, om zo mogelijk de toestand dienstbaar te maken aan het bedrijf. Wel werkten de hoge premies voor oorlogsrisico drukkend, maar daar het wereldverkeer toch niet kon worden aan banden gelegd en er een zo grote scheepsruimte van de markt was genomen, bleek het weldra, dat de nog disponibele scheepsruimte niet voldoende was om in de vraag daarnaar van de verschillende productielanden te voorzien. Het gevolg was natuurlijk een belangrijke stijging van de vrachten, waarvan nu kon worden geprofiteerd, zodat met enige grond mag worden gehoopt, dat de balansen van vele van onze rederijen er beter zullen uitzien dan de vooruitzichten aanvankelijk konden doen verwachten, terwijl er, wat de handel betreft, in weerwil van de algemene malaise in enkele branches, toch nog door velen goede winstgevende zaken werden gedaan. Aan de ,,Scheepvaart" ontlenen wij voorts het volgende: „Een natuurlijk gevolg van de grote behoefte aan scheepsruimte was de aandrang van onze rederijen om de vloten te vergroten. Doch dit ging niet zo gemakkelijk, te minder, daar Engeland dezer dagen de uitvoer van schepen verbood en dus de schepen die reeds vóór de oorlog aldaar waren besteld, niet zullen geleverd worden, voordat de vrede getekend is. Dat dit sommige rederijen belangrijke schade veroorzaakt, behoeft geen betoog. Juist de laatste jaren waren wegens overgrote drukte op de Nederlandse werven, vele schepen in Engeland besteld, die gelukkig voor verreweg het grootste gedeelte vóór de oorlog waren afgeleverd, doch het thans gebeurde doet duidelijk de wenselijkheid uitkomen om zoveel mogelijk slechts bij uitzondering in het buitenland schepen te bestellen. Mocht de oorlog ten gevolge hebben, dat de Nederlandse scheepsbouwindustrie zich zodanig weet in te richten, dat zij voortaan aan alle opdrachten gevolg kan geven, dan zou dit althans een zegenrijk gevolg zijn. Waar aankoop moeilijk ging en aan bouwen in Engeland of Duitsland niet behoeft gedacht te worden, daar spreekt het vanzelf, dat de orders aan de Nederlandse scheepsbouw ten goede moesten komen en zo zagen wij de laatste tijd een zeer groot getal schepen hier te lande bestellen. Kon in het vorige jaar worden vermeld, dat geen enkel Nederlands stoomschip verloren ging, dit jaar is het verlies te betreuren van niet minder dan 10, waarvan de meeste ten gevolge van de oorlog. Toch bleef een belangrijke vermeerdering over. Het Panamakanaal, hoewel niet officieel geopend, wordt in gebruik genomen en hoewel nog geen Nederlandse lijnen er door lopen, passeren toch af en toe enkele schepen onder Nederlandse vlag. Voor de Holland Amerika Lijn bleef in aanbouw het stoomschip STATENDAM (34.000). Voorts werden besteld twee stoomschepen voor passagiers en goederen van 12.000 ton voor een lijn naar San Francisco via het Panama Kanaal en twee goederenboten (elk 8.000). In de vaart kwamen het nieuw gebouwde stoomschip VEENDIJK (6.874) en het aangekochte stoomschip WAALWIJK (4.995). Tijdelijk had deze Maatschappij het zeer druk met het vervoer van de gestrande Amerikanen en van een grote hoeveelheid exportgoederen naar Amerika.
Voor de Stoomvaart Mij. Nederland werd te water gelaten de mailboot JAN PIETERSZOON COEN (11.200) en kwamen in de vaart de mailboot PRINS DER NEDERLANDEN (9.322) en de goederenboten ROEPAT (7.563), BANKA (6.561), RIOUW (7.526), BOEROE (6.591), BAWEAN (6.478) ROTTI (7.518) EN RONDO (7.549). De mailboot Koning Willem III (4.541) en de goederenboot BALI (3.389) werden verkocht. Een goederenboot van 6.800 ton werd besteld. Sedert korte tijd wordt door deze Maatschappij in vereniging met de Rotterdamsche Lloyd een verbinding onderhouden tussen New York en Nederlands Indië via Zuid Afrika.
De Rotterdamsche Lloyd bracht in de vaart het mailschip INSULINDE (9.615) en de goederenboot DJEMBER (7.058). Besteld werden de mailboten PATRIA (9.660) en de goederenboten SITOEBONDO en BUITENZORG (7.000). Ongelukkigerwijze ging het stoomschip BOGOR (3.621) verloren. De mailschepen van deze Maatschappij zullen dezer dagen beginnen met op de uit- en thuisreis Napels aan te doen.
Voor rekening van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij kwamen in de vaart de stoomschepen SINGKEP (615), SINGKARA (622), VAN REES (3.050), SLOET VAN DE BEELE (2977), VAN IMHOFF (2.980) en PIJNACKER HORDIJK (2.982), terwijl het stoomschip BORNEO (2.167) buiten dienst werd gesteld, thans zijn nog in aanbouw de stoomschepen BARENTSZ, ROGGEVEEN (elk 4.700) en OMBILIN (5.400) en de motorboten MIJER, SIBERG (elk 1.870), BENGKALIS EN BOELONGAN (elk 1.000).
Voor rekening van de Koninklijke Hollandsche Lloyd kwam in de vaart het dubbelschroefmailschip TUBANTIA (13.911).
De gewone diensten van de Kon. Ned. Stoomboot Mij. werden grotendeels door de oorlog in de war gebracht, doch in plaats daarvan werden een aantal schepen in de algemene vrachtvaart gebezigd en veelal op lange reizen, waar men de schepen van deze Maatschappij anders niet ziet, zoals Brits-Indië, Noord- en Zuid-Amerika. De in aanbouw zijnde stoomschepen HERCULES (2.288), DEUCALION (1.779), ORION (1.705), AGAMEMNON (1.904) en POSEIDON (1.900) kwamen alle in de vaart. De met K.N.S.M. verbonden Kon. West-Indische Maildienst, verkocht nog in 1913 haar stoomschip PRINS WILLEM III (1.980). Voor de nieuwe lijn op Colon zijn in aanbouw de stoomschepen VENEZUELA, COLOMBIA en ECUADOR (elk 4.900).
Opgericht werd de N.V. Algemeene Stoomvaart-Mij. (Wambersie & Zoon) te Rotterdam, met een kapitaal van NLG 5 miljoen, waarvan voorlopig uitgegeven NLG 1,2 miljoen. Zij bestelde in Engeland drie bananenboten, waarvan de VAN HOGENDORP en VAN DER DUYN (elk 3.299) in de vaart kwamen, doch de VAN STIRUM (3.300) nog niet is afgeleverd. De schepen zijn voor tien jaar verhuurd aan de Atlantic Fruit Company voor de vaart van Centraal Amerika en Jamaica naar Europa, speciaal naar Nederland, maar ook dit is door de oorlog in de war gebracht.
Van de lijn voor bananenvervoer tussen Suriname en Rotterdam, waarover de firma's Wambersie & Zoon en Van Nievelt Goudriaan & Co. onderhandelingen met de regering voerden, schijnt niets meer te komen, daar de voorgestelde regeling niet de goedkeuring van de planters kon verwerven.
De Java-China-Japan-Lijn bracht het stoomschip TJIKEMBANG in de vaart, terwijl het stoomschip TJISONDARI (8.000) in aanbouw bleef.
Het voor de Hollandsche Stoomboot Maatschappij in aanbouw zijnde stoomschip TEXELSTROOM (1.600) kwam gereed.
De Nederlandsche Stoomvaart Mij. Oceaan bracht de stoomschepen ANTENOR (5.319) en PATROCLUS (5.312) onder Nederlandse vlag, terwijl haar stoomschip PYRRHUS (3.491) onder vreemde vlag kwam.
De Nederlandsche Lloyd en Scheepvaart- en Steenkolen Mij. brachten in de vaart het stoomschip NIEUWLAND (931) welk schip kort daarop op een mijn liep en zonk. Thans zijn nog in aanbouw de stoomschepen DIRKSLAND (1.600), MIDSLAND (950), GAASTERLAND (1.000) en OOSTERLAND (1.200).
De firma Phs. van Ommeren bracht het tankmotorschip GALLIA (1.113) in de vaart en heeft thans het tankstoomschip BARENDRECHT (3.500) in aanbouw, terwijl haar vorige stoomschip BARENDRECHT (3.223) verkocht werd.
Voor de Nederlandsche Tankstoomboot Maatschappij kwamen in de vaart de tankmotorschepen ARTEMIS (3.803), ARES (3.783), SELENE (3.738), POSEIDON (617) en HERMES (3768) en het stoomschip J.H. MENTEN (482).
De firma. P.A. van Es & Co. bestelde het stoomschip BERNISSE (900) en de Scheepvaart Mij. v/h. Smith & Co. het stoomschip HOLLANDER.
Voor de N.V. Furness Scheepvaart & Agentuur Mij., waarin thans zijn opgelost de Indische Lloyd, de Stoomvaart Mij. „Hollandia" en de Rotterdamsche Scheepvaart Mij. kwamen in de vaart de nieuwgebouwde stoomschepen EIBERGEN en KELBERGEN (beide 4.751), benevens de aangekochte stoomschepen VRIJBERGEN (4.228), TENBERGEN (3.826) en VEENBERGEN (4.281). Het stoomschip GRAMSBERGEN (4.995) werd aan de Holland Amerika Lijn verkocht.
Hudig & Veder's Stoomvaart Mij. liquideerde en haar beide stoomschepen CALLISTO (3.521) en THEMISTO (3.594) werden ingebracht in de Maatschappij Zeevaart, die tevens het nieuwgebouwde stoomschip LETO (3.225) in de vaart bracht.
Voor Van Nievelt Goudriaan & Co's Stoomvaart Mij. werd te water gelaten het stoomschip BELLATRIX (3.552), terwijl nog vijf stoomschepen van gelijke grootte in aanbouw zijn; haar stoomschip ALCOR (3.233) werd door de Russen tot zinken gebracht.
Voor Solleveld, Van der Meer en T.H. van Hattum’s Stoomvaart Mij. kwamen in de vaart het stoomschip NOORDDIJK (3.241) en zijn nog in aanbouw 2 stoomschepen van 3.500 ton. Haar stoomschip HOUTDIJK (2.336) ging door een mijn verloren, tegelijkertijd met het stoomschip ALICE H (3.052) van de Stoomvaart Mij. Sophie H.
De firma Erhardt & Dekkers bracht het stoomschip WINTERSWIJK (3.205) in de vaart en de N.V. Houtvaart het stoomschip MAAS (1.234). De stoomschepen JENNY (1.809) en HAROLD (1.804) van de Westphalische Transport Actien Gesellschaft kwamen onder Duitse vlag. In de vaart kwamen nog het nieuwe stoomschip CORNELIS (2.434) voor de N.V. A.C. Lensen's Stoomvaart Maatschappij en het aangekochte stoomschip HAMBORN (1.219) voor de N.V. Handels- en Transport Maatschappij „Vulcaan”.
De firma Jos. de Poorter verloor haar stoomschip MARIA (3.801), (Holland-Gulf Stoomvaart Mij.) dat in de grond werd geboord en haar stoomschip HERMINA (634) (Nederlandsche Vrachtvaart Mij.), dat strandde, terwijl zij het stoomschip LEONORA (2.668) (Stoomvaart Mij. Leonora) verkocht.
Voor Wm. Ruys & Zonen (Stoomvaart Mij. Triton) werd te water gelaten de eerste Nederlandse turbineboot TURBINIA (3.200), terwijl verkocht werd het stoomschip VLIELAND (2.029). Voorts werd verkocht het stoomschip LA HESBAYE (2.552) van de American Petroleum Company, terwijl verloren gingen het stoomschip DOROTHEA (2.035) van P.W. Louwman, het stoomschip AUTOMAAT (1.107) van de Overzeesche Vrachtvaart Mij. (Vermeer & Van den Arend) en de LEERSUM (1.455) van de Stoomvaart Mij. Oostzee, de laatste door op een mijn te lopen. In aanbouw zijn het stoomschip LARENBERG (3.000) voor de Stoomv. Mij. Hilligersberg, een stoomschip van 1.200 ton voor Hudig & Pieters en twee stoomschepen van 3.500 ton voor Gebr. van Uden.
In 1914 kwamen in het geheel in de vaart 49 stoom- en motorschepen, metende 205.842 tonnen, terwijl uit de vaart geraakten 22 schepen, metende 56.838 tonnen zodat de vermeerdering bedraagt 27 schepen en 149.004 tonnen.
In de laatste 10 jaren was de vermeerdering als volgt:
Jaar. Schepen. Tonnen.
1913 30 135.424
1912 23 96.707
1911 3 35.305
1910 17 56.693
1909 28 97.611
1908 14 79.274
1907 7 45.261
1906 5 33.979
1905 2 8.443
1904 8 20.840
Thans zijn nog in aanbouw 42 stoom- en motorschepen (vorig jaar 55), metende 215.282 tonnen (269.837), waarvan 37 (v.j. 37) schepen, metende 150.482 tonnen (153.337) op Nederlandse werven gebouwd worden.
N.B. De getallen tussen haakjes geplaatst achter de scheepsnamen, geven de tonnenmaat in bruto register tonnen.

Afbeelding