Inloggen
ZAANSTROOM - ID 7426


Kroniekberichten

Datum 02 mei 1894
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 30 april. Door de Hollandsche Stoomboot Maatschappij is aan de scheepsbouw- meesters Huygens & Van Gelder alhier de bouw opgedragen van een stoomschip van ca. 975 ton laadvermogen voor de dienst Amsterdam-Londen. (opm: de ZAANSTROOM)

Afbeelding
Datum 07 februari 1895
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 6 februari. Het nieuw gebouwde Nederlandse stoomschip ZAANSTROOM kwam hedenochtend onder de stoomkraan om zijn ketel van 42 ton in te nemen.

Afbeelding
Datum 22 oktober 1895
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

IJmudien, 21 oktober. Het naar Hull bestemde stoomschip ZAANSTROOM is in de nacht van de 19e op de 20e dezer bij Oostzaan aan de grond gevaren, doch na een gedeelte der lading gelost te hebben, gisteravond met assistentie van sleepboten weder vlot geworden. Na de geloste lading weder ingenomen te hebben, zette het de reis voort en ging hedenochtend in zee.

Afbeelding
Datum 26 juni 1897
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Wapping, 24 juni. Bij het afstomen van de Theems kwam het stoomschip ZAANSTROOM, bestemd naar Amsterdam, in aanvaring met de barge HOPE, beladen met planken, ten gevolge waarvan de barge vol water is gelopen. Het stoomschip heeft geen schade.

Afbeelding
Datum 23 juli 1897
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 22 juli. Nabij Buitenhuizen heeft op het Noordzeekanaal een aanvaring plaats gehad tussen het opgaande stoomschip ZAANSTROOM en het afkomende stoomschip LILLIAN. Beide kregen zware schade. Eerstgenoemd is naar Amsterdam opgevaren, laatstgenoemd wacht hier orders der rederij. Op het stoomschip LILLIAN is hier vanwege de ZAANSTROOM beslag gelegd.

Afbeelding
Datum 25 juli 1897
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 24 juli. Door het stoomschip LILLIAN is NLG 10.000 borg gesteld voor de schade, aan het stoomschip ZAANSTROOM veroorzaakt. Het beslag is opgeheven en het stoomschip gaat vertrekken.

Afbeelding
Datum 01 augustus 1897
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 30 juli. Men is thans bezig de schade aan het stoomschip ZAANSTROOM te herstellen. De reparatiekosten worden geschat op NLG 5 à 6000.

Afbeelding
Datum 02 september 1898
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 1 september. Bij het beloodsen van het binnenkomende Nederlandse stoomschip ZAANSTROOM, hedenmiddag hier voorgaats, is de loodsvlet door een zee tegen de ZAANSTROOM geworpen en verbrijzeld. De personen, die zich er in bevonden, slaagden er in op het stoomschip aan boord te komen en werden hier behouden aangebracht.

Afbeelding
Datum 01 december 1898
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 30 november. Volgens telegram van Lloyd´s zijn de stoomschepen ZAANSTROOM en SINDBAD te Goole met elkaar in aanvaring geweest, waarbij de laatstgenoemde schade bekwam. Het stoomschip ZAANSTROOM geraakte later aan de grond en men heeft vruchteloos getracht het vlot te slepen.

Afbeelding
Datum 02 december 1898
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 1 december. Het stoomschip ZAANSTROOM is na een gedeelte der lading te hebben gelost met assistentie vlotgebracht. Het schip is naar Hull vertrokken om daar te repareren.

Afbeelding
Datum 20 oktober 1899
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 19 oktober. Volgens telegram van Lloyd’s zijn het stoomschip NORWARD en het stoomschip ZAANSTROOM op de Humber met elkaar in aanvaring geweest. Eerstgenoemd schip had schade. De schade aan het laatste is onbekend.

Afbeelding
Datum 23 mei 1903
Krant DS - Dagblad Scheepvaart
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Bristol, 21 mei. De met kolen van Newport inkomende HAPPY RETURN is gisteren in het Cumberland Basin in aanvaring geweest met het naar Swansea vertrekkende Nederlandse stoomschip ZAANSTROOM.

Afbeelding
Datum 22 januari 1905
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 21 januari. Het Nederlandse stoomschip ZAANSTROOM is bij het van Cardiff binnenkomen te Gent met de Minde brug te Gent in aanvaring geweest. Het schip beliep schade aan boegplaten.

Afbeelding
Datum 30 januari 1906
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

(Geen datum) In Amsterdam werd door de Raad van Tucht voor de Koopvaardij de behandeling voortgezet van de zaak tegen kapitein A.E.F. Bens, gezagvoerder van het s.s. ZAANSTROOM, dat bij Hull in aanvaring kwam met het s.s. DEE. Voorgelezen werden de verklaringen van de loods en de gezagvoerder van het Engelse vaartuig.
Door kapitein Bens werd volgehouden, dat de DEE van koers veranderde en stuurboordroer gaf, waarschijnlijk omdat in de weg liggende schepen haar verhinderden boven de rede op te draaien. Dat men op de DEE aan stuurboordzijde het groene licht der ZAANSTROOM heeft gezien betwistte de kapitein. Van de ZAANSTROOM af werd het rode en het groene licht der DEE gezien. De gezagvoerder heeft evenmin drie stoten van de DEE op de stoomfluit vernomen. De uitspraak volgt later.

Afbeelding
Datum 17 augustus 1909
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 15 augustus. Het stoomschip ZAANSTROOM van de Hollandsche Stoomboot Mij. werd door het politievaartuig ZEEHOND uit zee teruggesleept met gesprongen nagel uit de stoomketel. Een van de machinisten, Jacobus Traanberg en een stoker, Nolbertus de Kort, zijn door stoom gedood. Het schip is te 06.30 uur opgesleept naar de Handelskade.

Afbeelding
Datum 04 september 1909
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

De Raad van Tucht voor de Koopvaardij heeft gisteravond een onderzoek ingesteld naar het bekende ongeluk in de machinekamer van de ZAANSTROOM, het reserveschip van de Hollandsche Stoomboot Maatschappij, bij welk ongeluk de 2e machinist J.A. Traanberg en de stoker H. de Kort om het leven kwamen. De 1e stuurman D.D. Rederbeen verklaard zondag 15 augustus, 's namiddags 06.10 op de brug - de kapitein was naar kooi - een zucht (geen ontploffing) te hebben gehoord. Hij zag vervolgens rook uit de kap komen en daarna stoom. Reeds voor het ongeval had het schip al een weinig vaart geminderd, wat echter bij het vuren schoonmaken wel meer voorkomt. Dadelijk is hij de kapitein gaan roepen. De 2e machinist kwam verbrand op het dek, de stoker werd in de machinekamer dood gevonden. Gelijke verklaringen werden afgelegd door de matrozen F. Geskus en R. Wagenveld en door de kwartiermeester A. Braber. Nog moet vermeld, dat de 2e machinist aan een van de opvarenden, die thans niet aanwezig was, eigener beweging verklaard zou hebben dat er water genoeg in het peilglas was. Gehoord werden als deskundigen en getuigen de heren W. Feninga, directeur van de Amsterdamsche Droogdok Maatschappij, en A.C. van de Stadt, ingenieur van het stoomwezen. Volgens de heer Feninga heeft de ZAANSTROOM in februari laatstleden nog gevaren. Hij zag het schip even vóór zijn vertrek, omdat er een pijp werd gerepareerd, waarin de machinist een gaatje ontdekt had. De machinekamer heeft hij niet onderzocht, want voor zover hij wist, was het schip goed in orde. Na het ongeval heeft hij met de heer Van der Stadt de machinekamer onderzocht. Aan de ketel werd niet het minste gebrek bespeurd. De ketel was weliswaar oud en mankeerde wel wat, maar met het ongeval had dit niets te maken. De plaat was dik genoeg, en dat deze ingedrukt werd, is alleen toe te schrijven aan het ongeluk. Dit ontstond doordat er te weinig water in de ketel was. De heer Van de Stadt legde gelijke verklaringen af en voegde daaraan nog toe, dat hij een proces-verbaal opmaakte, dat de gebruiker van het schip geen schuld aan het ongeval heeft. Dit proces-verbaal werd gezonden aan de kantonrechter en een afschrift ging aan de Minister. De Raad schorste hierop het onderzoek tot later. (opm: zie ook NRC 080909 en AH 090909)

Afbeelding
Datum 08 september 1909
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

(Geen plaats of datum) De Staatscourant nr. 209 bevat het verslag, uitgebracht aan de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel door de Ingenieur voor het Stoomwezen in het 4e district te Amsterdam, naar aanleiding van het ongeluk, hetwelk op 15 augustus heeft plaats gehad op de Noordzee met de hoofdstoomketel van het stoomschip ZAANSTROOM en waarbij de tweede machinist P.A. Traanberg en de stoker N. de Kort het leven verloren. Wij ontlenen aan dit verslag het volgende: Toen het ongeval plaats vond, had het schip een kleine slagzij over stuurboord, terwijl er weinig rolling stond.
Onder dagtekening van 6 mei 1895 werd voor het gebruik van de stoomketel, waarmede het ongeval heeft plaats gehad, een acte van vergunning als bedoeld in art. 4 der Stoomwet verleend. De ketel is in 1895 vervaardigd door de Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel te Amsterdam. Op 19 januari 1895 werd hij met goed gevolg onder waterdruk beproefd. De laatste inwendige inspectie vond plaats op 24 februari 1909, waarbij geen belangrijke gebreken werden geconstateerd. De ketel werd toen goedgekeurd. De hoofdstoomketel van de ZAANSTROOM is van het gewone bootketeltype (zogenaamde ‘schotse ketel’), met drie vuren, drie vlamkasten en 233 vlampijpen. Het verwarmingsoppervlak bedraagt 155m². De hoofdafmetingen van deze ketel zijn: lengte 3,08 meter, middellijn 4,20 meter, lengte der vuren 2,18 meter, middellijn 1,00 meter.
Aard van het ongeval: De topplaat van de stuurboord-vlamkast is ingezakt en de daarop aangebrachte brugsteunbouten, welke met draad in de plaat en omgeklonken koppen bevestigd waren, zijn uit de gaten getrokken. De stoom uit de ketel heeft zich door de hierdoor ontstane openingen in de stuurboord-vlamkast en door het stuurboordvuur in de machinekamer ontlast.
Toestand van de ketel na het ongeval: De ingezakte topplaat was niet gescheurd, de brugsteunen waren in orde, terwijl de brugsteunbouten – behalve dat de geklonken koppen er afgestript waren – nog volkomen gaaf werden bevonden. De draad op deze bouten was bijna onbeschadigd, terwijl in de gaten in de ingedrukte vlamkasttopplaat nog schroefdraad aanwezig was. Aan de vuurzijde vertoonde de topplaat van de stuurboord-vlamkast geen aanloopkleuren. De stoom, welke door de in de topplaat ontstane openingen ontsnapte, heeft deze vlamkast geheel schoongeblazen, waardoor zij overal dezelfde kleur heeft aangenomen. Aan de waterzijde bleek de ketel slechts weinig met ketelsteen te zijn aangeladen. Van het bovengedeelte der drie vlamkasten was de ketelsteen afgebladderd, terwijl deze van de ingedrukte plaat geheel was afgesprongen. De midden- en bakboord-vlamkast hebben overigens, voor zover zichtbaar was, niet geleden. De aanwezigheid van olie of vet in de ketel heb ik niet kunnen constateren.
Toestand van het peiltoestel en van de voedingsleiding na het ongeval: Het waterpeilglas van de bewuste stoomketel bleek, na losgenomen te zijn, geheel in orde te zijn. De pakkingringetjes waren nog gaaf en de peilglaskranen niet verstopt. De verbindingsbuizen van het waterpeilglas en de afsluiters, waarmede deze aan de stoomketel bevestigd waren, bleken, na losgenomen te zijn, in orde en niet verstopt te zijn. De voedingsleidingen en de voedingskleppen aan de ketel waren – voor zo ver zichtbaar was – in orde. De zelfwerkende klep van de hoofdvoedingsleiding was goed gangbaar.
Oorzaak van het ongeval: de oorzaak van het ongeval is geweest: te lage waterstand in de stoomketel, waardoor de stuurboord-vlamkasttopplaat rood gloeiend is geworden en ten gevolge van de stoomdrukking is ingezakt. Door de vervorming van deze plaat zijn eerst de boutgaten aan de bovenzijde wijder geworden, waardoor de schroefdraad heeft losgelaten. Vervolgens hebben de omgeklonken koppen der brug-steunbouten zich begeven. Dat alleen de stuurboord-vlamkast door te de lage waterstand heeft geleden, is wellicht hierdoor te verklaren, dat het stuurboordvuur kort voor het ongeval was schoongemaakt en feller heeft gebrand dan de beide andere. Dat de bovenste rij vlampijpen niet is gaan lekken, is hierdoor te verklaren, dat, toen het ongeval plaats vond, het voorschip hoger lag dan het achterschip en het achtergedeelte van de in gedrukte plaat het eerst is drooggestookt. Het achtergedeelte van deze plaat is dan ook sterker doorgezet dan het voorgedeelte.

Afbeelding
Datum 09 september 1909
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad van Tucht. Gisteravond zette de Raad van Tucht voor de Koopvaardij het onderzoek voort naar de ramp in de machinekamer van de ZAANSTROOM, waarbij de 2e machinist J.A. Traanberg en de stoker H. de Kort om het leven kwamen. Werden op de 3e september (zie Handelsblad van 4 sept., Ochtendblad) enige getuigen en twee deskundigen gehoord, thans verscheen de 1e machinist A.H.M. Oievaar voor de Raad. Deze werd niet onder ede gehoord. De scheepsverklaring, die hij niet mee afgelegd had, werd hem voorgelezen. Wat er in stond, werd door hem beaamd. Het schip - een reserveschip van de Holl. Stoomboot Maatschappij - had hij in februari neergelegd, nadat hij er twee reizen mee gedaan had. Vrijdagsmorgens 13 augustus, daags vóór de afvaart, kwam hij weer aan boord. De donkeyman stookte de ketel op en ontdekte toen een gaatje in de aanvoerpijp van het peiltoestel. Hij stookte niet verder door, liet de pijp afnemen en die repareren. Daarna werd weer opgestookt en de machine geprobeerd. Deze liet de machinist een paar slagen draaien en hij bevond alles in orde. Het peiltoestel werkte goed. Niettemin oordeelde de 1e machinist het, vóór IJmuiden te verlaten, voorzichtig een nieuw pijp glas te laten inzetten, dat hij liet voorzien van nieuwe patentringen. Hij dacht: „Jongen, zou er niet meer water in de ketel wezen", maar hoe hij tot dit vermoeden kwam, weet hij zelf niet. De 1e machinist had tot 's nachts 3 uur de wacht en nadat hij zich overtuigd had, dat alles goed werkte, gaf hij de wacht over aan de 2e machinist. Een kleine vijf duim water stond er toen in het peilglas, dat goed werkte en iedere wacht doorgeblazen wordt. De 1e machinist legde zich in de hut op de bank te slapen en werd wakker door de ontploffing, een stoomzucht. Dadelijk begaf hij zich naar dek, hij zag geen rook, alleen stoom. De 2e machinist zag hij naar boven komen en deze zei tot hem: „Stuurboord hoogvuur heeft zich begeven". De 1e machinist begaf zich door het vuur tot de vlamkast en zag toen dat de topplaat was doorgezet. Het ongeluk schrijft hij toe aan watergebrek. Alle voedingspijpen waren bij zijn onderzoek in orde. Het schip had enigszins slagzijde over stuurboord. De behandeling van de zaak werd daarop gesloten. De uitspraak volgt later.

Afbeelding
Datum 01 oktober 1909
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad van Tucht. De Raad van Tucht voor de Koopvaardij deed gisteravond uitspraak in zake do ramp in de machinekamer van de ZAANSTROOM, waarbij de 2e machinist J.A. Traanberg en de stoker H. de Kort om het leven kwamen. De Raad wijdde twee zittingen aan de behandeling van deze zaak, n.l. op 3 en 8 september.
Met de deskundigen is de Raad van mening dat het ongeval niet is veroorzaakt door een gebrek aan machine en ketel, maar zeer waarschijnlijk door te lage waterstand in de ketel. Alsdan is het gebeurde geredelijk te verklaren. Immers niet meer door het water afgekoeld, is de topplaat van de stuurboord vlamkast gloeiend geworden en ten gevolge van de druk, door de stoom uitgeoefend, ingedrukt. Waarom alleen de topplaat gloeiend en ingedrukt is geworden, kan niet volledig worden opgehelderd. Hoe het watergebrek in de ketel, niettegenstaande alle voorzorgen is ontstaan, valt niet te beslissen. De beide personen, in de machinekamer aanwezig, die daaromtrent opheldering zouden kunnen verschaffen, zijn als slachtoffers van het ongeluk overleden. Alleen dit staat vast, dat het ongeluk niet is te wijten aan gezagvoerder en bemanning. Derhalve sprak de Raad als zijn oordeel uit, dat het ongeluk, op 15 augustus op de ZAANSTROOM voorgevallen, niet is veroorzaakt door schuld of nalatigheid van gezagvoerder en thans nog levende bemanning van dat stoomschip en hen deswege dus geen blaam kan treffen.

Afbeelding
Datum 26 november 1909
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Harlingen, 26 november. Het stoomschip ZAANSTROOM, met defect roer alhier aangekomen, heeft gerepareerd. De equipage weigert echter met dit stoomschip te vertrekken.

Afbeelding
Datum 29 november 1909
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Het stoomschip ZAANSTROOM, te Harlingen uitgaande naar Hull, is vastgemaakt, daar een gedeelte van de bemanning weigert te vertrekken, bewerende dat het schip onzeewaardig is.

Afbeelding
Datum 21 december 1910
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Dierenbescherming.
Aan het uittreksel uit de rapporten van de inspecteurs van de Sophia-Vereeniging tot bescherming van Dieren te Amsterdam over de maand november wordt het volgende ontleend: De aanvoer van paarden uit Engeland voor het abattoir bestemd, bedroeg gedurende dit tijdvak 505 stuks, 310 hiervan arriveerden aan de De Ruyterkade met de stoomschepen MASCOTTE en 180 kwamen aan de Handelskade aan met de stoomschepen AMSTEL- RIJN- EEM- EN ZAANSTROOM, LIBERTY, HEBBLE, WHARFE, AIRE, GALDER en GANNET, terwijl er bij exceptie 15 stuks in de Rietlanden mede uit het stoomschip EEMSTROOM debarkeerden. Het totaal van de sterfgevallen (19) gedurende de reizen was ditmaal bijzonder hoog terwijl nog 12 dieren bij aankomst moesten worden afgemaakt. In hoofdzaak was deze treurige toestand in het leven geroepen door de buitengewoon zware stormen waarmee de schepen te kampen hadden, die op 26 en 27 dezer Engelse havens verlieten; zo bedroegen de vertragingen van de Leith en Goole boten 12 en die van de Hull boten zelfs 36 uren.

Afbeelding
Datum 22 december 1911
Krant NNO - Nieuwsblad van het Noorden
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Amsterdam, 22 december. De stoomboot ZAANSTROOM van de Hollandsche Stoomboot Maatschappij, varende van Amsterdam op Engeland v.v., is in de Noordzee vergaan. Het volk is gered.

Afbeelding
Datum 22 december 1911
Krant NNO - Nieuwsblad van het Noorden
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 22 december. De WESTDALE zette heden te Rijde 19 man scheepsvolk aan land,
welke het had overgenomen van het Nederlandse schip ZAANSTROOM, dat op weg van Fowey naar Amsterdam een lek had bekomen. Een man van de ZAANSTROOM verdronk.

Afbeelding
Datum 09 januari 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart.
De Raad voor de Scheepvaart is hedenmiddag begonnen met het onderzoek naar het vergaan, op de Noordzee, op 21 december jl. van het stoomschip ZAANSTROOM, kapitein J. Kruyshoop, rederij de Hollandsche Stoomboot Maatschappij te Amsterdam.
Als eerste getuige werd gehoord de heer H. Snoek, inspecteur van bovengenoemde Maatschappij, belast met het toezicht op de vloot. Deze deelde mee, dat het schip geklasseerd was bij Lloyds en drie opbouwen had, namelijk voor, midscheeps en achter, onderling verbonden met een brug. Voor sliep de bemanning, midscheeps logeerden de officieren.
Het schip telde vier waterdichte schotten, de met hout afgedekte tunnel liep door het gehele schip. De drijfkracht bestond uit een triple expansiemachine. De machinekamer had een waterdicht schot met waterdichte deuren.
Een paar maanden geleden werd de ballastpomp op de lensleiding gezet, omdat het oude lenspompje niet voldoende was. Er kon alleen gepompt worden op de machinekamer. Het schip stond onder de Scheepvaart Inspectie en kreeg in 1909 een voorlopig certificaat. In Februari 1910 had het eerste onderzoek plaats. Het schip was In 1895 gebouwd. De lengte bedroeg 63 meter, de breedte 10 meter en de hoogte 5 meter. Op 9 december 1911 heeft het vaartuig het laatst gedokt; het schip was niet opnieuw geregistreerd bij Lloyds omdat er nog een kleinigheid veranderd moest worden. Men had aan boord twee reddingsboten aan bakboord en twee aan stuurboord, waarvan één werkboot. De grote ketel en de donkeyketel waren in juli jl. door het stoomwezen gekeurd.
Tot zover de verklaring van deze getuige. Ter verduidelijking wordt hier aan nog het volgende toegevoegd: Het schip vertrok op woensdag 20 december 1911, geladen met pijpaarde en steen van Fowey in Cornwall naar Amsterdam, zonder deklading en geladen tot het Plimsoll merk. Op donderdag 21 december kwam er water in het achter ruim en dat nam zo toe, dat het pompen niet hielp. Het schip maakte slagzij naar bakboord. Men was oostelijk van het eiland Wight op 2½ mijl van het Owers lichtschip. (Wordt vervolgd.)

Afbeelding
Datum 13 april 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Jaarverslag 1911 – Hollandsche Stoomboot Maatschappij.
Aan het verslag over 1911 van de Hollandsche Stoomboot-Mij. te Amsterdam, ontlenen wij het volgende: Het bedrijf van de Maatschappij werd In het afgelopen jaar geregeld voortgezet. In de maand januari openden de Schotse op Nederland varende rederijen een concurrerende lijn tussen Amsterdam en Londen, waardoor de in het vorige jaar aangevangen strijd om het verkeer met Schotland verscherpt werd. Een en ander heeft zijn invloed doen gevoelen op de uitkomsten van de lijnen van de Maatschappij op Londen en op Schotland. In het voorjaar werd een overeenkomst gemaakt met de Schotse reders, welke de vrede op belde lijnen herstelde en voor de toekomst gunstig belooft te zijn. Belangrijke stoornis werd ondervonden door arbeidsmoeilijkheden in de loop van de zomer te Amsterdam en in nagenoeg alle Engelse havens, op welke de Maatschappij lijnen onderhoudt; de directe en indirecte gevolgen waren belangrijke kosten en vrachtderving. De arbeidstoestanden in het Verenigd Koninkrijk, met name in de haven van Londen, vorderen nog steeds de zorg en aandacht van de directie.
Op 24 augustus werd het voormalig etablissement van de Stoomvaart-Mij. “Nederland'' aan de Handelskade te Amsterdam, daartoe van de gemeente gehuurd en voor de behoeften van de Maatschappij doelmatig verbouwd, betrokken; de nieuwe inrichting voldoet in ieder opzicht aan de daarvan gekoesterde verwachtingen voor de concentratie van het bedrijf. De vloot onderging een verlies door het vergaan van het stoomschip ZAANSTROOM, dat op 21 december jl. in het Engelse Kanaal bij stormweer zonk; de bemanning werd op één na gered. Het verlies is door verzekering gedekt. Ter aanvulling van dit verlies en ten behoeve van een noodzakelijke uitbreiding van de vloot, werd overgegaan tot de bestelling van twee stoomschepen, die in 1912, respectievelijk 1913 zullen worden opgeleverd.
Het kapitaal van de Maatschappij onderging geen verandering: Het saldo van de exploitatierekening geeft een cijfer van NLG 270.910 tegen NLG 287.237 over 1910. Na NLG 151.258 (v.j. NLG 173.304) afschrijvingen op de schepen blijft er een saldo van NLG 131.873 (v.j. NLG 130.181, na toevoeging van NLG 27.000 aan de reserve voor afschrijvingen en NLG 40.000 aan de reserve voor afrekening met andere ondernemingen). Voorgesteld wordt van dit saldo 5 (2½) procent dividend uit te keren op de preferente en wederom 7 procent op de gewone aandelen en NLG 14.000 toe te voegen aan de reserve. Op nieuwe rekening gaat NLG 2.113 over. De balans vermeldt o.a. aan activa: Stoomschepen NLG 1.090.000 (v.j. NLG 1.219.000), inventaris NLG 9.000 (NLG 10.000). etablissementen NLG 97.152 (nihil), kas en kassier NLG 79.894 (NLG 44.691), magazijngoederen NLG 15.425 (NLG 11.581), diverse debiteuren NLG 645.721 (NLG 383.471), lopende assurantie NLG 35.048 (NLG 38.063) en prolongaties en effecten NLG 187.756 (NLG 307.756). Daartegenover staan o.a. als passiva, behalve het kapitaal: 5 pct. obligatielening (waarvan NLG 45.000, v.j. NLG 50.000 in portefeuille) NLG 122.000 (NLG 133.000), rekening van afschrijving NLG 157.000 (onveranderd), reservefonds NLG 146.605 (NLG 132.332) en diverse crediteuren NLG 402.582 (NLG 231.868). De post reserve voor afrekening met andere ondernemingen, welk v.j. met NLG 40.000 paraisseerde, komt thans op de balans niet voor.

Afbeelding