|
De NIEUW AMSTERDAM. Gelijk altijd heel de Rotterdamse bevolking in spanning was, omdat er een Oost-lnje-vaarder zou binnenkomen, zo was ook nu onze populatie al een paar dagen nerveus van de afwachting naar de NIEUW AMSTERDAM. Al een paar dagen geleden werden wij telkens opgebeld of we iets wisten van de NIEUW AMSTERDAM, waar de NIEUW AMSTERDAM was, wat we van de NIEUW AMSTERDAM dachten, eindeloos gevarieerd, want, omdat zo vele kapiteins en bemanningen van de in beslag genomen schepen aan boord van ons thans grootste stoomschip als passagiers meekomen, zijn honderden families weer belangstellend naar de NIEUW AMSTERDAM. Er zijn ook van buiten ettelijke honderden mensen overgekomen om hier te wachten op de NIEUW AMSTERDAM. Gisteravond zou het schip hier zijn, toen vannacht, toen vroeg in de morgen, en men wilde de binnenkomst niet verzuimen. Zo was het in een aantal gezinnen met en zonder loges, in hotels, waar de portiers zwaar gefooid werden, om aldoor te telefoneren en dadelijk te wekken als “het schip" er was en vooral ook in de buurt van de N.A.S.M. terreinen, een al door gespannen afwachting, gisteravond, vannacht, vanmorgen. Kwam het schip, kwam het niet? Allerlei berichten liepen, spraken elkaar tegen, maar nu, terwijl wij dit schrijven, 2 uur in de namiddag, is de NIEUW AMSTERDAM er nog steeds niet. De binnenkomst is ook wel zeer onfortuinlijk geweest. Om 1.35 uur vannacht was het schip in de Waterweg binnen. Toen viel een zware mist en de NIEUW AMSTERDAM moest naar zee terug, het varen in de Waterweg was onmogelijk. Om 3 uur vannacht was het schip weer in zee; om 3.50 uur trok de mist wat op en waagde de kapitein het weer binnen te varen. Om 4.20 passeerde het veilig Maassluis. Maar even daarop werd de mist plots weer zeer dik en geraakte de NIEUW AMSTERDAM aan de noordwal aan de grond. Nu was er tot het volgende hoge tij, 3 uur vanmiddag, geen sprake van Rotterdam te bereiken. Zo wachtten de vele belanghebbenden hier in Rotterdam weer met de wanhopige kans, dat het opnieuw uren en uren duren zou. Men wist nu het schip en de bevolking erop veilig, maar men wilde hen zelf hier hebben. Toen kwam vanochtend de mededeling. dat de directie van de N.A.S.M. haar tender, een passagiersschip van de firma Van der Schuyt en een sleepboot naar Maassluis had gestuurd, om daar de passagiers en de bagage over te nemen en naar Rotterdam te brengen. Het wachten begon opnieuw. Om 11 uur waren de gerequireerde schepen in Maassluis met de douaneambtenaren aan boord, blij begroet door de ook naar een veilige landing smachtende passagiers van de NIEUW AMSTERDAM. Toen begonnen de douaneformaliteiten. Hoe lang zullen die duren. We wachten nu alweer. We wachten al 24 uur. Het wordt nu bijna een sport van geduld! Rond de terreinen van de N.A.S.M. neemt in de namiddag de belangstelling aldoor toe. Er staan honderden mensen. Wij wachten ……… Om 10 minuten over half 3 zagen we dan eindelijk in de verte de COLUMBUS aankomen, prop en propvol met mensen. Voor de wal draaide langzaam de tender en we zagen nu hoe daar, lijf tegen lijf gedrukt, een paar honderdtallen passagiers van de NIEUW AMSTERDAM naar de wal te hunkeren stonden. Een paar riepen er “Hoezee", anderen trachtten het “Wien Neerlandsch Bloed" aan te heffen, maar het ging niet van harte, wat niet te verwonderen is, want bijna al deze passagiers op de COLUMBUS bleken kapiteins en manschappen van de in beslag genomen schepen. Zij moeten zich wrevelig gestemd gevoeld hebben, dit toonden zij, want toen van de wal iets geroepen werd over de Amerikanen, werd er terug geschreeuwd: ,,Praat ons nooit meer over de Amerikanen!" Intussen was het scheepje gemeerd en werd een mooie teakhouten brug voor de wal uit geschoven. Achter ons werden nu de deuren van de loodsen voor de daar buiten wachtenden opengezet en in koortsachtig gedrang, gretig verlangend, hun bloedverwanten terug te zien, stroomden de mensen naar binnen. Thans kwamen de passagiers aan wal, we zeiden reeds, meestal gestrande bemanningen, we zagen er verscheidene kapiteins van de N.A.S.M., o.a. kapitein Van den Heuvel, van de RIJNDAM. Wij hadden het voorrecht, een gesprek te hebben met de heer J.E. v. d. Wielen, de secretaris van de Nederlands-Amerikaanse commissie. Hij deelde ons mee, dat de reis, onder kapitein Kroll's uitnemende leiding, bijzonder voorspoedig was geweest. Vandaag precies voor 14 dagen vertrok men van New York en volgde toen een koers, die nog nooit gevolgd is, n.l. dwars over de Atl. Oceaan tot bewesten de gevaarzone en toen rechtstandig op de Noord aan (noord-noordwest op de Far Oer-eilanden) en dan langs de Noorse kust verder de vaargeul volgend. Deze route werd gekozen met het oog op het ijs en de mist nabij Nieuw Brunswijk. In deze 14 dagen heeft men niets van oorlogsschepen bemerkt, zelfs geen duikboot is zichtbaar geworden en men is niet één keer aangehouden. Slechts één stormdag bracht een ietwat onaangename afwisseling. Nadat aan boord per draadloze telegrafie vernomen was van het ongeluk met het Reliefschip, werd buitengewoon omzichtig, ook met het oog op de dikke mist gevaren. De stemming aan boord (er waren 300 eerste, 600 tweede, 1400 derde klasse passagiers) was aldoor alleraangenaamst. Intussen had ook de heer V.d. Wielen zijn echtgenote onder de talrijke wachtende opgemerkt en het spreekt vanzelf, dat hij, na 8 maanden afwezigheid, voor een oud-collega thans geen tijd meer had. De ontscheping van de ruim 400 passagiers, onder wie 3 of 4 dames, was betrekkelijk spoedig geschied, toen werd door witkielen de bagage afgedragen en in de loods voor de eigenaars ter beschikking gelegd. Snel voer dan de COLUMBUS weer terug om nieuwe passagiers te gaan halen. De spanning onder de wachtenden in de loods, die bij dit eerste detachement hun geliefden niet gevonden hadden, was nu wel zeer groot. Maar men had nu gelukkig passagierslijsten, waarop men zien kon, of hij aan boord was. Tegen half 4 kwam de vrachtboot STAD KAMPEN met een 350-tal passagiers en toen kwam ook in de verte de Harmonie in 't gezicht, eveneens vol opvarenden. Men verwacht, dat de NIEUW AMSTERDAM nu wel ongeveer vlot zal komen en dan naar Rotterdam kan opstomen, waar men haar om 5 uur verwacht. De drukte in de loods en buiten houdt aldoor aan. Manschappen met hun bekende grote zakken over de nek wringen zich door de aanstuwende belangstellenden heen. Keurig gepelsjaste heren maken zich meester van één van de wachtende rijtuigen. Wij hadden het voorrecht intussen kapitein Van den Heuvel van de RIJNDAM welkom in het vaderland te heten en vragen hem hoe de inbeslagneming is gebeurd. Hij antwoordt, dat dit vrij rustig geschiedde. Men was reeds enkele dagen geprepareerd. Om 12 uur 's middags kwamen 2 officieren met 12 man aan boord. Eén van de officieren overhandigde mij een schrijven van het Foreign Department, dat ons schip was overgenomen en in peaceful bezit genomen. Ik protesteerde en verzocht aantekening van mijn protest, vooral tegen het peace-ful had ik bezwaar. Er zijn 3 manieren, zei ik, om een schip te krijgen, te bouwen, kopen of afnemen. Het laatste hebben jelui gedaan. Wij hadden expres geen vlag gehesen, omdat wij wisten, dat het volk in spanning was en het neerhalen allicht aanleiding tot relletjes had kunnen geven. De Amerikanen hebben trouwens ook geen Amerikaanse vlag opgezet zolang wij in de buurt waren. Kapitein Van den Heuvel was volstrekt niet te spreken over het gehalte mannen, die zijn schip nu voortaan zouden varen. De nieuwe gezagvoerder wist b.v. in de kaartenkamer volstrekt geen weg. „Het waren 9 maanden van ellendige spanning, die wij in Amerika geleefd hebben", zei kapt. Van den Heuvel. „Telkens kregen wij bericht van vaarplannen, die dan ingetrokken werden en vooral de hypocritische geest aan de overzijde van de Atlantische Oceaan is zo antipathiek. Recht wordt niet erkend en zo kon ik b.v. nooit een Amerikaan aan zijn verstand brengen, dat de inbeslagneming van onze schepen een onrecht was. — Ach, zeiden zij dan, jullie willen wel graag ons je schepen geven, maar je moet je een houding voorwenden tegenover Duitsland. Ontkende ik dan nogmaals, dan zeiden ze: Nu ja, je moet wel ontkennen, maar je meent het niet. Is dat niet het toppunt? Behalve de lading rijst van de SAMARINDA, had het schip aan boord de bemanningen en officieren van de OOSTDIJK en RIJNDIJK, beide van Solleveld, Van der Meer & Van Hattem’s Stoomvaart Maatschappij, voorts van de ZEELANDIA, GOOILAND EN RIJNLAND, ZAANLAND en DRECHTERLAND, met uitzondering alleen van de kapiteins Maas en Veldkamp, van de hoofdmachinist De Rie en de magazijnmeester Boon, die voorlopig nog te New York blijven, de bemanningen en officieren van de BELLATRIX, ALKAID, DUBHE, PHECDA, MERAK en MIRACH, alle van de firma Van Nievelt, Goudriaan & Co., alhier. Aan boord bevonden zich voorts de afgetreden Nederlandse gezant te Washington, W.L.F.C. ridder van Rappard en mr. V. d. Houven van Oordt, lid van de Nederlandse Commissie die indertijd naar Amerika werd uitgezonden in verband met onze economische belangen en de secretaris van de Nederlandse Economische Commissie in Amerika, de heer J.E. v.d. Wieler. Voorts bevonden zich aan boord de bemanningen van de volgende schepen, van de firma Gebr. van Uden alhier: JOBSHAVEN, WAALHAVEN, IJSELHAVEN, VEERHAVEN, SASSENHEIM en KRALINGEN. Alleen de kapiteins van de JOBSHAVEN en de SASSENHEIM zijn in Amerika achtergebleven. Dan de kapitein en overige bemanning van het stoomschip WOUDRICHEM en de bemanningen van de stoomschepen ARUNDO en THEMISTO, de kapiteins en de bemanningen van de stoomschepen THUBAN en PROCYON en de bemanning zonder kapitein en officieren van het stoomschip ALCOR. Laatstgenoemden zijn te New York achtergebleven. Genoemde schepen zijn van de firma Van Nievelt, Goudriaan & Co.; de kapitein en de bemanning van het stoomschip BIESBOSCH van de Holl. Algem. Atlantische Scheepvaart Mij.; ten slotte de equipages van de stoomschepen RANDWIJK, WINTERSWIJK en RIJSWIJK.
|