|
Londen, 1 mei. Volgens een bericht uit Constantinopel d.d. 25 april zijn de van Rotterdam gekomen nieuwe stoomschepen No. 4 en No. 5 in de Gouden Hoorn in dienst gesteld. NNO 030511 Raad voor de Scheepvaart De Raad voor de Scheepvaart stelde gistermiddag een onderzoek in naar de stranding bij Leba op 4 april ll. van het tjalkschip RES NOVA, schipper en eigenaar H. van der Laan uit Groningen. Uit het verhoor van de schipper bleek, dat het vaartuig voor NLG 6.000 geassureerd was. Schipper Van der Laan is in het bezit van een dienstdiploma stuurman grote zeilvaart. Hij heeft echter nooit dienst gedaan op een groot zeilschip. De RES NOVA was met een lading lijnkoeken op weg van Neuss naar Danzig, toen een geweldige sneeuwstorm, 5 zeemijlen ten oosten van Leba, de stranding veroorzaakte. De equipage bestond uit drie man; verder bevonden zich de vrouw en de beide kinderen van de schipper aan boord. Door de hevige zeeën was de lading overgegaan. Het schip werd plat op zijde geworpen en diep in het water gedrukt. Na een bange strijd om het leven werden tenslotte alle opvarenden van de wal af met schietlijnen gered. De lading en alles wat zich aan boord bevond ging echter met het schip verloren. Vóór de stranding was de wind west, koers oost magnetisch. Het schip maakte ongeveer 6 mijl. De storm werd zó hevig, dat geruime tijd vóór de stranding reeds geen zeilen meer gebruikt konden worden, en men zich dus moest laten drijven. Tegelijk met de RES NOVA zijn In de buurt van Leba nog vier andere zeilschepen gestrand. De inspecteur van de scheepvaart maakte de opmerking, dat z.i. de lading te weinig midscheeps opgewerkt was. De schipper antwoordde hierop, te voren nimmer gehoord te hebben, dat lijnkoeken overgingen. Na het horen van de schipper werd het onderzoek in deze zaak gesloten. Uitspraak volgt later.
|