Inloggen
SOERABAJA - ID 6031


Kroniekberichten

Datum 08 januari 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 7 januari. Gisteren had de proeftocht plaats van het stoomschip SOERABAJA, gebouwd aan de Koninklijke Maatschappij De Schelde voor rekening van de Rotterdamsche Lloyd en bestemd voor de maildienst naar Nederlands Indië. Met de trein van 9½ uur kwamen uit Rotterdam een aantal genodigden aan, zomede de directeur van de Rotterdamsche Lloyd, de heer W. Ruys. Onmiddellijk na aankomst op het schip, dat in de grote schutkolk lag, werd de reis aangevangen. Van de beginne af ging alles uitstekend. De steven werd terstond zeewaarts gericht en na de lichtschepen de Wielingen en de Wandelaar te zijn gepasseerd, was men 5 mijlen buiten de uiter boei (opm: uiterton), met flinke bries en tamelijke zee gekomen, toen, in afwijking van het aanvankelijke voornemen om rechtstreeks naar Rotterdam te stomen, omstreeks 1 uur tot de terugkeer naar Vlissingen werd besloten, ten einde de passagiers aldaar aan wal te zetten. Gedurende deze terugtocht, welke in omstreeks 3½ uur was volbracht, werd de kantoorvlag van de Rotterdamsche Lloyd in top gehesen, zijnde het teken dat het schip door genoemde maatschappij was aanvaard geworden, na de goedkeuring van schip en machine. Er werd geconstateerd dat de vaart van het schip 11½ mijl beliep, met een krachtsontwikkeling van de machine van 1.150 ind. paardenkracht bij 70 omwentelingen. De machine heeft niet de minste last gehad van heet lopen. Op de rede van Vlissingen teruggekeerd, had aan boord een diner plaats, waarbij een aangename stemming heerste en menige vleiende toost voor de Maatschappij De Schelde werd uitgebracht. Bij de nogal woelige zee bleek enige moeilijkheid om met een sleepboot langszijde van de SOERABAJA te komen en daarom vertrok een giek van boord om een sleepboot te gaan halen, doch deze werd met 2 gasten en 4 zeelieden door wind en stroom meegevoerd en eerst des nachts ten 2 ure ver de rivier op door de bemanning van het Loodswezen met hun zeilboot teruggevonden en op sleeptouw genomen. Terwijl intussen vier personen werden aangeworven om als runners dienst te doen, verliet te 12 uur de SOERABAJA de rede van Vlissingen met bestemming naar Rotterdam. Hiermee is de grote bestelling van de Rotterdamsche Lloyd aan de Koninklijke Maatschappij De Schelde voltooid.
De SOERABAJA, zoals ze is gebouwd (coll. Marhisdata)

Afbeelding
Datum 13 juni 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Aan het verslag van de directeur van de Koninklijke Maatschappij De Schelde over het jaar 1883 is het volgende ontleend:
Hadden wij het voorrecht, gedurende de laatste vier jaren 1879 – 1882 steeds te kunnen mededelen dat een dividend van 5, 5½ of 6 pct. beschikbaar was, dit jaar kan daarvan niet alleen geen sprake zijn, doch moesten wij een winst- en verliesrekening aanbieden met een nadelig saldo van NLG 151.410,69.
Het slechte resultaat is het gevolg van een samenloop van verschillende omstandigheden:
1e. In de aanneming van de boten voor de Rotterdamsche Lloyd, uit gebrek aan andere voordeliger orders;
2e. in het uitblijven van bestellingen van de Departementen van Marine en Koloniën;
3e. in de toevallige omstandigheid, dat in 1883 belangrijk minder dan in de laatste 3 jaren reparaties van enige betekenis aan de Maatschappij ter uitvoering werden opgedragen;
4e. in de aanneming van nieuwe grote machines, waarvoor nieuwe modellen moesten vervaardigd worden;
5e. in het feit, dat op het tijdstip van aanneming van de beide grote schepen de Maatschappij niet daarvoor was ingericht en tijdens de aanbouw van de schepen die inrichting moest worden tot stand gebracht, hetgeen nog meer nadeel veroorzaakte, omdat de fabrikanten de nieuwe machinerieën en gereedschappen veel te laat leverden.
Dat de stoomschepen BATAVIA en SOERABAJA geen directe winsten zouden afwerpen, werd van den beginne verondersteld. Toch werd het noodzakelijk geacht, de aangeboden gelegenheid, om te tonen dat deze fabriek voor zulke belangrijke werken niet behoefde terug te deinzen, niet te laten voorbijgaan, ten einde onze reputatie te vestigen en tegenover de regering en bij particulieren. Deze voldoening hebben we althans, dat dit doel volkomen bereikt is.
Er is ons over de wijze waarop deze schepen zijn afgeleverd en over hun deugdelijkheid bij het gebruik ondervonden, de meest vleiende getuigenis verleend, zo van de kant van de heren besteders als van de andere zijde. Dit neemt niet weg, dat wij dit contract wellicht niet afgesloten hadden, ware ons niet het vooruitzicht geopend op marineorders en wij er op gerekend hadden die werken gelijktijdig en onder dezelfde algemene onkosten te kunnen uitvoeren.
Het verslag herinnert voorts aan de uitgifte van de obligatielening van NLG 600.000, krachtens besluit van de algemene vergadering van 13 december 1883 en vermeldt dat daarvan NLG 550.000 is geplaatst, terwijl 50 obligaties ad. NLG 1.000 in portefeuille zijn gehouden.
De plaatsing van die lening is niet in 1883 op de balans verantwoord, omdat de storting daarvan eerst in januari tot maart 1884 geschiedde.
Gedurende het jaar 1883 waren ongeveer 700 werklieden aan de Maatschappij geëmployeerd.
De post gebouwen: Getimmerten en vaste inrichtingen werd ten gevolge van aanschaffing en plaatsing van verschillende werktuigen met NLG 68.623,81 verhoogd, terwijl ook de losse machinerieën en gereedschappen om dezelfde reden met NLG 20.508,40, is verhoogd geworden.
Behalve de beide stoomschepen BATAVIA en SOERABAJA, die gezamenlijk – niettegenstaande de korte leveringstijd en de onvolledige inrichting bij de aanvang van dit werk – slechts 6 weken na de gecontracteerde tijd werden opgeleverd, werd de Maatschappij de levering opgedragen van een passagiersboot, twee havenstoombootjes, alsmede het vervaardigen van 3 stoommachines met stoomketels voor de zeestoomboten ARY SCHEFFER, ERASMUS en IBERIA.
Tegen het einde van het jaar werden door ons contracten afgesloten voor 3 general traders voor Engelse rekening.
De orders van de departementen van Marine en Koloniën werden ons in 1883 evenals in 1882 en dit jaar onthouden, niettegenstaande de vleiende berichten betreffende de reeds geleverde werken. Slechts een stoomstuurinrichting voor Zr.Ms. monitor DE STIER werd ons in 1883 opgedragen.
Het spreekt van zelf dat het contract voor de exploitatie van de havens in het eerste jaar van exploitatie nog geen winsten kon opleveren. Toch heeft dit contract reeds thans zijn gunstige invloed doen gevoelen in de vorm van verschillende schepen, die daardoor van ons droogdok hebben gebruik gemaakt.
Wij mogen echter niet achterhouden, dat een vruchtdragende exploitatie van de havenwerken wordt tegengehouden door de weinige medewerking, die wij ondervinden van de zijde van de Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen, die Vlissingen bij andere havens blijft achterstellen. Komt daarin geen verandering, dan is de tussen die Maatschappij en de onze gesloten overeenkomst voor ons van geen de minste waarde. Wij blijven echter de hoop koesteren, dat zij haar zienswijze zal willen wijzigen en de Vlissingse zeehaven tot haar recht zal doen komen.
Aan arbeidslonen en salarissen werd in 1883 uitbetaald een som van NLG 364.545,46. Wat in het algemeen de stand van onze vennootschap betreft, zo kunnen en wij in de eerste plaats wijzen op de waarborg, vervat in het erfpachtcontract goedgekeurd bij de Wet van 8 september 1875 (Staatsblad No. 151).
Zoals bekend is heeft de Maatschappij de bevoegdheid tot opzegging van dat erfpachtcontract na verloop van iedere 5 jaar. Deze bepaling van het erfpachtcontract geeft aan de obligatiehouders volkomen zekerheid dat zelfs – indien wij in de toekomst werden teleurgesteld, hun belang tegen alle gevaar gevrijwaard is.
Ook de aandeelhouders kunnen in het contract zelf en in de uitvoering daarvan hun grootste waarborg vinden. Doch wij gaan niettegenstaande de minder voordelige uitkomsten van het afgelopen jaar, met volkomen vertrouwen op de levensvatbaarheid van onze onderneming de toekomst tegemoet.
Dit vertrouwen is vooral gegrond op de goede reputatie die de Maatschappij met het door haar afgeleverd werk heeft verworven. Volledig uitgerust, geheel ingericht naar de eisen des tijds, zijn we in staat (de stoomschepen van de Rotterdamsche Lloyd hebben dit bewezen), de grootste orders in de kortste tijd uit te voeren.
Het verslag eindigt met een woord van warme dank aan heren commissarissen voor de door hen aan de directie bewezen hulp. Zij gaven daarmede het beste bewijs, dat ook bij hen een ongeschokt vertrouwen voorzit in de soliditeit en de bloei van de vennootschap.

Afbeelding
Datum 07 oktober 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Batavia, 30 augustus. Vrachten. De koersen houden zich goed staande en er is vrij veel omgegaan. Verschillen in de noteringen worden in de meeste gevallen door extra assurantie opgewogen. De laatste afsluitingen van Nederlandse schepen waren als volgt: JOHANNA heeft arak tot NLG 100 per last aangenomen en ligt in lading; stoomschip KONINGIN EMMA koffie tot NLG 90, rijst en tabak NLG 70, huiden NLG 110, indigo NLG 120 per last, beide schepen naar Amsterdam; stoomschip SOERABAJA koffie NLG 90, tabak NLG 70, huiden NLG 110, indigo NLG 120, naar Rotterdam.
Lossende en onbevrachte Nederlandse schepen: NEERLANDS VLAG, BURGEMEESTER SCHORER, HELENA, L.R. KOOLEMANS BEIJNEN, PRINS HENDRIK, CORNELIA, MERAPI, SLAMAT, NEREUS, MARIE, MR. JACOB VAN LENNEP, EENDRAGT, VOORLICHTER, NACHTEGAAL, MARY, SINDORO, JOHANNA en BARON VAN PALLANDT VAN ROOSENDAAL.

Afbeelding
Datum 19 januari 1885
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 16 januari. Het stoomschip SOERABAJA, kapt. S. Otto, van Batavia herwaarts, vertrok de 15e dezer van Curunna (opm: La Coruña). Wegens voortdurend stormweer was het genoodzaakt aldaar binnen te lopen teneinde de kolenvoorraad aan te vullen.

Afbeelding
Datum 15 maart 1885
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Batavia, 11 februari. Vrachten. Sedert ons bericht van 28 januari bleef onze markt flauw gestemde en bestaat er in alle richtingen zeer weinig vraag. De onbevrachte vloot bleef nagenoeg stationair en overtreft de vraag. Een paar schepen werden opgenomen voor zout van Sumanap naar de Noordkust van Java tot NLG 9,- per koyang. Het Nederlandse stoomschip SUMATRA boekte koffie tot NLG 90, huiden NLG 110, tabak NLG 70, indigo NLG 90, en suiker tot GBP 1.10/- per ton naar Amsterdam, het Nederlandse stoomschip SOERABAJA koffie NLG 90, huiden NLG 110, tabak 70 en indigo NLG 90 naar Rotterdam.
Lossende en onbevrachte Nederlandse schepen: JOHANNA, BARON VAN PALLANDT VAN ROOSENDAAL, NOACH V, KOSMOPOLIET III, NOACH VI, MINA, NOACH II, SALATIGA, KERSBERGEN en WILHELMINA CORNELIA.

Afbeelding
Datum 17 augustus 1885
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Batavia, 11 juli. Sedert ons bericht van 27 passato bleef de markt zonder levendigheid en bestond er bijna geen vraag, terwijl de onbevrachte vloot weder enigszins vermeerderde. Naar Nederland was geen product aan de markt en bestaat er volgens mededelingen van de Factory voorlopig nog geen behoefte aan ruimte voor Gouvernements-koffie. Naar Het Kanaal kwamen een paar afdoeningen tot stand en begonnen enige in Europa bevrachte bodems te laden, doch afschepers houden zich nog zeer teruggetrokken. Voor de meeste verkopen van suiker uit deze oogst schijnt door kopers in Europa voor scheepsruimte gezorgd te worden, waardoor exporteurs niet vrij zijn in hun bewegingen, hetgeen niet zonder invloed op onze vrachtenmarkt zal blijven, vooral daar de naburige havens alle goed van ruimte voorzien zijn en de vloot hier dagelijks vermeerdert. Hoger dan GBP 2 is hier momenteel niet te maken, terwijl echter de vraag zeer gering is. Naar Amerika werden een paar schepen opgenomen voor koffie uit de jongste Padang-veiling naar New York en is thans in de behoefte voorzien. In andere richtingen ging niets om. De laatste bevrachtingen van Nederlandse schepen zijn: stoomschip PRINSES MARIE NLG 65 koffie, NLG 75 huiden, NLG 20 tin, NLG 60 tabak naar Amsterdam, en suiker tot GBP 2.5/- naar Marseille voor order; stoomschip SOERABAJA NLG 65 koffie, NLG 75 huiden, NLG 60 tabak naar Rotterdam en suiker tot geheime prijs naar Marseille; KINDERDIJK GBP 2 voor suiker naar Het Kanaal voor order.
Lossende en onbevrachte Nederlandse schepen: BARON VAN PALLANDT VAN ROOSENDAAL, NOACH V, NOACH II, KERSBERGEN, SALATIGA, WILLEMINA CORNELIA, OTTOLINA, JOHANNA, CORNELIA, F.H. VON LINDERN, SLAMAT, A.H. VAN TIENHOVEN SR., OCEAAN, JAN VAN HAAFTEN, NICOLAAS BEETS, NOACH III, NOACH IV, MERAPI, AMSTERDAM, THORBECKE V, THORBECKE VI, ZWERVER en het stoomschip SMIT.

Afbeelding
Datum 02 september 1885
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 30 augustus. Ten gevolge van het voortduren van de cholera te Marseille, zullen ook de stoomschepen van de Rotterdamsche Lloyd in plaats van genoemde haven, tijdelijk Genua aandoen, te beginnen met de SOERABAJA, de 12e september a.s. van hier vertrekkende.

Afbeelding
Datum 17 november 1885
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Ingezonden mededeling. Rotterdam, 13 november 1885.
Weledele Heren! Ik las in uw geacht blad van 12 oktober onder het opschrift: Werkeloosheid, Maatschappij Zeeland, een ingezonden stuk, getekend B.M., waarin gevraagd wordt: Kunnen bovengenoemde binnenlandse fabrieken zulke grote schepen niet bouwen?
Op die vraag durf ik, uit volle overtuiging, "ja" zeggen wat de Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij te Rotterdam, aangaat en de Maatschappij De Schelde te Vlissingen, gezwegen nog van Amsterdam. Algemeen bekend toch is het, welke grote schepen eerstgenoemde Maatschappij te Fijenoord, zowel voor bijzondere rederijen als voor de marine heeft gebouwd en vooral welk een menigte machines van grote afmetingen zij, zowel voor het binnen- als buitenland, heeft afgeleverd. Op die fabriek zal wel geen bezwaar bestaan om voor de Maatschappij Zeeland een raderboot te bouwen die, wat snelheid betreft, aan de stoutste verwachtingen zou voldoen.
Ook dunkt mij, dat ieder het kan weten, dat de Maatschappij De Schelde te Vlissingen bewezen heeft, dat daar iets kan worden gemaakt, getuige de voor de Rotterdamsche Lloyd gebouwde schepen BATAVIA en SOERABAJA, die, wat soliditeit en netheid van afwerking aangaat, voor geen in het buitenland gebouwd schip behoeven onder te doen.
De SAMARANG tegelijkertijd voor dezelfde maatschappij in Engeland gebouwd, kan, wat netheid van afwerken betreft, niet in de schaduw staan van de twee eerstgenoemde schepen.
Bovendien, wat nog een gewichtige factor is, die ten voordele van de Maatschappij "De Schelde" pleit is, dat latere ondervinding heeft geleerd, dat, niettegenstaande al de drie opgenoemde stoomschepen van dezelfde afmetingen zijn, met gelijk aantal paardenkrachten, de SAMARANG, met dezelfde vaarsnelheid, tweeduizend kilo kolen meer verbruikt per etmaal. Is dat geen klaar bewijs dat Nederland, in het bouwen van stoomschepen, voor geen ander land behoeft onder te doen?
Zou de Maatschappij De Schelde, die zo'n proefondervindelijk bewijs heeft gegeven dat zij meesteres is op het gebied om grote schepen te bouwen, dan die lichte raderboten van de Maatschappij Zeeland niet met groot succes en tot voldoening hebben kunnen afleveren? De zwaartekracht huist toch niet in een sierlijke salon? Ook daarvoor weet men in Nederland raad. Voor de machinebouw is De Schelde even goed ingericht als John Elder te Glasgow. Ik ken beide fabrieken en beweer, dat die van de eerste voor die van de laatste in genen dele behoeft te wijken. De grote giet- en smeedstukken worden voor zulk soort machines evenmin bij Elder als bij De Schelde gemaakt, daarvoor heeft men in Engeland en Duitsland speciale fabrieken, maar om de zware cilinders, condensors, kruk- of andere assen verder af te werken, bezit De Schelde even goede werktuigen als Elder of andere grote fabrikanten in Engeland, wier fabrieken ik heb gezien. Uit volle overtuiging moet ik dus B.M. antwoorden, dat de drie stoomschepen, die thans voor de Maatschappij Zeeland bij John Elder te Glasgow worden gebouwd, tenminste even goed in Nederland hadden kunnen worden vervaardigd, te meer daar, wat snelheid aangaat, de inrichting van de bestaande schepen van de Zeeland slechts was te volgen.
Met dankzegging voor de plaatsing, heb ik de eer mij te noemen, weled. heren, Ued. Dw. dienaar, X.

Afbeelding
Datum 19 november 1885
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Ingezonden mededeling. Destijds werden voor de Rotterdamsche Lloyd drie stoomschepen gebouwd, de BATAVIA, SOERABAJA en SEMARANG. De SEMARANG, die in Engeland gebouwd is, verbruikt 2.000 kg. kolen per etmaal meer dan de twee andere stomers in Nederland gebouwd. Met de wetenschap dat die schepen even groot zijn, en gelijke vaartsnelheid liepen gedurende het nemen van de proeven is het heel de moeite waard, even de aandacht te schenken aan het kolenverbruik op stoomschepen in het algemeen.
Hiertoe doe ik dan al dadelijk de mededeling dat het een geconstateerd feit is, dat het kolenverbruik kan bedragen van 0,65 tot 5 kg. per uur per paardenkracht.
Alzo zijn er schepen in de vaart, die meer dan zevenvoudig te veel kolen verbruiken, waarvan als hoofdoorzaak vooral bekend is een gebrekkige ketelconstructie; waaruit dus blijkt, hoe omzichtig men moet te werk gaan bij het bestellen van stoomschepen.
Er is geen orgaan aan boord van een schip, hetwelk meer het economisch belang van rederijen raakt dan de stoomketel. Maar, waar vooral rederijen niet genoeg aan denken, is de volgende nog te weinig bekende waarheid, n.l. dat geoefende vuurstokers meer met kolengruis kunnen doen, dan anderen met grove stukken. Ongeoefende stokers werken hoogst nadelig, want zij zijn het die nodeloos, door de vuurmuilen, altijd maar door grote schatten wegsmijten.
’s-Gravenhage, F.W. Mondriaan.

Afbeelding
Datum 25 april 1886
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Het tweede jaarverslag, over 1885, van de directie van de naamloze vennootschap De Rotterdamsche Lloyd, luidt als volgt:
Ingevolge artikel 13 van de statuten hebben wij de eer u het jaarverslag aan te bieden. De winst- en verliesrekening geeft de uitkomst van zeventien reizen door onze zeven grote stoomschepen tussen Rotterdam en Java volbracht en van de twee stoomboten die op de kleine vaart dienst doen. Met onze zeven grotere stoomschepen onderhielden wij, in vereniging met de vier stoomschepen van de stoomvaart-maatschappij Rotterdam, een geregelde veertiendaagse dienst met Java, die gelukkig geen enkele maal gestoord werd. De reizen van de stoomschepen laten een saldo van NLG 325.106,90 Van die winst moet bestreden worden de afschrijving tot een bedrag van NLG 201.650,--. Het winst saldo wordt dan NLG 123.456,90, hetgeen ons in staat stelt een uitdeling van 3% over het kapitaal van NLG 4.000.000 aan u voor te stellen. Na aftrek van de patentbelasting ad NLG 3.072 blijft ons volgens de winst- en verliesrekening een saldo van NLG 384,90½ dat op de nieuwe rekening wordt overgeboekt. Nadat de algemene vergadering, op 8 mei gehouden, de balans zal hebben goedgekeurd, wordt het dividend ad NLG 15,- per aandeel van NLG 500,- bij nadere aankondiging in de dagbladen betaalbaar gesteld ten kantore van de heren R. Mees & Zonen te Rotterdam, tegen inlevering van dividendbewijs nummer 1. Ofschoon het voorgestelde dividend niet groot is, geloven wij het toch bevredigend te kunnen noemen, als men de algemeen gedrukte toestand in aanmerking neemt. De stoomvaart gaat gebukt onder lage vrachten, een gevolg van de grote overproductie van stoomschepen. Het aanbouwen, alhoewel minder dan in de laatste jaren, werd niet gestaakt, deels omdat de prijzen zeer laag zijn, deels omdat de triple expansion-machine, welke veel zuiniger in exploitatie is dan de bestaande compound machine, velen heeft aangemoedigd daarmee een proef te nemen. Zolang die uitbreiding van de gehele stoomvloot voortduurt, is er te veel stoomruimte voor het vervoer van alle producten en de gevolgen zijn lage vrachten, waarmee een ieder te kampen heeft. Bovendien hadden wij in het afgelopen jaar te worstelen met gebrek aan vrachtgoederen van Java naar Nederland. De koffieoogst was minder door bladziekte en ook voor suiker, dat anders als opvulling dienst doet, werd er minder stoomboot-ruimte gevraagd, niettegenstaande van dit product de oogst groter was dan vroeger. Door al deze oorzaken waren de vrachten die onze stoomschepen bevoeren, veel minder dan enige jaren geleden. In bespiegelingen over de toekomst wensen wij ons niet te verdiepen, maar toch is het ons aangenaam te mogen constateren dat wij, niettegenstaande de concurrentie, steun vonden bij de handel en dat ons een rechtmatig aandeel in het goederenvervoer deelachtig werd. Ook over het personenvervoer hebben wij ons niet te beklagen en herhaaldelijk bleek ons op ondubbelzinnige wijze, dat men met de behandeling aan boord uiterst tevreden was. De rampen in ons vorig verslag vermeld, overkomen aan de stoomschepen SOERABAJA, GELDERLAND en DRENTHE, werden bevredigend geliquideerd. Gedurende dit boekjaar hebben wij van geen rampen melding te maken. Slechts geringe schades en tegenspoeden troffen ons, welke in de reizen van de stoomschepen verrekend zijn. Aan ons stoomschip DRENTHE werden belangrijke vernieuwingen gedaan, onder meer een nieuw dek, nieuwe ketels, verandering van compound-machines in een triple expansion. De gehele reparatie werd aan de Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen gedaan. Over de uitvoering mogen wij zeer tevreden zijn; de besparing in het kolenverbruik bleek na de eerste volbrachte reis 20% te bedragen en buitendien werd door die verandering een meerdere laadruimte van 8000 kubieke voet verkregen. De kosten aan deze verandering en reparatie verbonden werden in overleg met commissarissen verdeeld over de reisrekening en over de waarde van de stoomschepen. In de vorige algemene vergadering werd de wens geuit voortaan een zeker bedrag op de stoomschepen onverzekerd te laten en als eigen risico te lopen. In overleg met commissarissen werd daarna de eigen risico bepaald op NLG 50.000 per boot. De premie daardoor aangekweekt ten bedrage van NLG 10.000 vindt u in het credit van de balans. Wij stellen u voor, die premierekening eerst tot NLG 50.000 te laten aangroeien, alvorens wij de eigen risico op de stoomschepen verhogen. Door een grotere som als eigen risico te nemen, zouden wij misschien spoedig in staat zijn een groot assurantie-reservefonds te creëren; en wij erkennen dat de assurantiepremie, die wij nu betalen, een zware last is. Maar wanneer ons, bij zoveel eigen risico, een totaal verlies trof, zou dit, als wij nog geen assurantiereservefonds hadden, ten laste van de winst- en verliesrekening van dat jaar komen en misschien de gehele uitdeling van het jaar absorberen. Bovendien zouden wij voor de som, waarvoor de schepen te boek staan en waarvoor zij verzekerd zijn, ( onder aftrek van de NLG 50/m eigen risico), die schepen niet kunnen remplaceren. In overleg met de heren commissarissen, besloten wij een deel van het kassaldo te beleggen in pandbrieven. Ook in het nu lopende jaar zijn wij voornemens daarmee voort te gaan. In de vorige vergadering werd tot commissaris benoemd de heer R. Rauws, die thans tijdelijk afwezig is en daarom de balans niet mee ondertekende. Aan de beurt van aftreding is de heer mr. J. van Gennep, die niet herkiesbaar is.

Afbeelding
Datum 01 juni 1886
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Batavia, 24 april. Vrachten zonder nieuwe afdoeningen. Het Nederlandse stoomschip SOERABAJA laadt voor Rotterdam koffie en huiden NLG 80, tabak NLG 55, thee NL 50 per last.
Lossende en onbevrachte Nederlandse schepen: GEBROEDERS SMIT, LOTOS, BURGEMEESTER SCHORER, SOPHIA, NEREUS, SINDORO en KRIMPEN A/D LEK.

Afbeelding
Datum 17 maart 1887
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Uit Vlissingen schrijft men aan de Middelburgsche Courant:
Het bekend worden van het feit, dat het contract voor de bouw van een nieuw groot stoomschip op de fabriek der Koninklijke maatschappij “De Schelde” met de Rotterdamsche Lloyd is afgesloten, werd hier natuurlijk met grote vreugde vernomen.
In afwijking der vroegere voor dezelfde firma gebouwde ijzeren schepen, zal het thans aangenomen schip geheel van staal worden vervaardigd, terwijl dit in lengte de BATAVIA en
SOERABAJA met 20 Engelse voeten zal overtreffen, zodat men veilig zal kunnen aannemen, dat dit het grootste stoomschip zal zijn, dat tot hiertoe op enige Nederlandse werf zal zijn gebouwd. De bestemming van het schip zal zijn als passagiersstomer voor de maildienst op Nederlandsch-Indië.
De machines, zowel als de stoomketels zullen in de werkplaatsen der fabriek “De Schelde” worden vervaardigd, terwijl op dit stoomschip de nieuwste vindingen op het gebied van scheepvaart en machinerie zullen worden toegepast.

Afbeelding
Datum 19 april 1887
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Het derde jaarverslag van de naamloze vennootschap de Rotterdamsche Lloyd, hetwelk uitgebracht wordt in de algemene vergadering, op dinsdag de 3e mei a.s. alhier te houden, heeft het licht gezien. Daaraan ontlenen wij:
De winst- en verliesrekening geeft de uitkomst van achttien reizen, door onze zeven grote stoomschepen tussen Rotterdam en Java volbracht en van de twee stoomboten die op de kleine vaart dienst doen.
Met onze zeven grotere stoomschepen onderhielden wij, in vereniging met de vier stoomschepen van de Stoomvaartmaatschappij Rotterdam een geregelde veertiendaagse dienst met Java, die geen enkele maal gestoord werd.
De reizen van de stoomschepen laten een saldo van NLG 264.584,96½
De gekweekte rente NLG 5.120,72
samen NLG 269.705,68½
Van die winst moet bestreden worden de
afschrijving tot een bedrag van NLG 186.667,50
het winstsaldo wordt dan NLG 83.038,18½
hetgeen ons in staat stelt, een uitdeling van 2 procent over het kapitaal van NLG 4.000.000 aan u voor te stellen.
Na aftrek van de patentbelasting ad. NLG 2.048 blijft ons volgens de winst- en verliesrekening een saldo van NLG 990,18½, dat op nieuwe rekening wordt overgeboekt.
Nadat de algemene vergadering de balans zal hebben goedgekeurd, wordt het dividend ad. NLG 10 per aandeel van NLG 500 bij nadere aankondiging in de dagbladen betaalbaar gesteld.
Wij behoeven u niet te zeggen dat het ons leed doet, u geen hoger dividend te kunnen voorstellen. Al wordt de grootst mogelijke zuinigheid bij het beheer in acht genomen, toch is dit alleen niet genoeg om te kunnen verdienen. Wij zijn onmachtig tegenover lage vrachten en gebrek aan lading.
Beiden ondervonden wij in het afgelopen voorjaar in hoge mate, vooral bij de retourvrachten van Java. Twee boten verlieten de rede van Batavia, met het ongekend lage vrachtcijfer van NLG 9.700 en NLG 13.800. Ofschoon wij dan in naburige havens nog wat vrachtgoederen zochten, bleef de totaalvracht zeer laag, de reis werd dientengevolge verlengd en bezwaard met zoveel meerdere haven- en andere kosten. Dat gebrek aan goederen werd nog vermeerderd, doordien zowel van Java als van Nederland, dikwijls de stoomschepen van de Maatschappij Nederland door haar tiendaagse vaart, op dezelfde dag afvaarten hadden als onze boten. Sedert 1 april van dit jaar is daarin gelukkig verbetering gekomen, doordien de genoemde Maatschappij haar 10-daagse in een 14-daagse dienst veranderd heeft, zodat nu om de beurt elke week een boot van die Maatschappij en van ons een afvaart heeft in beide richtingen. Daardoor is tevens de sedert lang gewenste wekelijkse dienst tot stand gekomen.
De uitvrachten naar Java waren, ofschoon zeer afwisselend, dooreen bevredigend.
Al voeren onze beide schepen voor de kleine vaart zonder verlies, toch drukten ook op deze de zeer lage vrachten binnen Europa.
Onze schepen bleven gelukkig voor grote rampen bewaard. De kleine averijen werden van assuradeuren gerecouvreerd. Ons assurantiefonds nam door de daarop geboekte premie van onze eigen risico toe met NLG 23.081,55, zodat dit fonds nu NLG 33.081,55 bedraagt. Toch is het nog te klein, om voor eigen risico op elk schip meer dan NLG 50.000 te houden. Zodra wij een voldoend cijfer in het credit van die rekening hebben, zullen wij nader met heren commissarissen de uitbreiding van eigen risico bespreken.
In overleg met H.H. commissarissen belegden wij weer een gedeelte van het kassaldo in pandbrieven en Hollandse schuld.
Ofschoon dit eigenlijk tot de geschiedenis van het nu lopende jaar behoort, willen wij u toch mededelen, dat wij met goedkeuring van commissarissen besloten hebben, een van de kleine boten, de SENIOR, te verlengen; daardoor zal deze circa 300 ton meer bedragen, terwijl de exploitatiekosten dezelfde blijven en voorts om voor de Java vaart een nieuw stoomschip te bouwen. Daar een van de stoomschepen van de "Stoomvaartmaatschappij Rotterdam", met welke wij gezamenlijk de 14-daagse dienst op Java onderhouden, binnenkort uit de vaart geraakt en niet geremplaceerd wordt, hadden wij een schip meer nodig, om de geregelde vaart voort te zetten.
Nu wij, door de afschrijvingen, genoeg in kas hebben kunnen wij dit schip betalen. Wilden wij een schip kopen, dat reeds in de vaart was, dan zouden wij, om het geschikt voor onze dienst te maken, zoveel daaraan moeten vertimmeren, dat de prijs te hoog kwam. De bouw van dit stoomschip is opgedragen aan de Koninklijke Maatschappij “De Schelde”, te Vlissingen, die door de bouw van de stoomschepen BATAVIA en SOERABAJA getoond heeft daartoe uitstekend in staat te zijn.

Afbeelding
Datum 15 mei 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Batavia, 11 april. Vrachten. Ofschoon aan de dadelijke behoefte voldaan schijnt te zijn, bestaat er vraag naar passende schepen. Nederlands stoomschip PRINS FREDERIK bedong voor koffie NLG 80, tabak NLG 50, huiden NLG 95, tin NLG 25 per last, naar Amsterdam; stoomschip SOERABAJA koffie NLG 80, indigo NLG 120, huiden NLG 95, tabak NLG 60, krossoks NLG 45 per last, naar Rotterdam en koffie FF 80, indigo FF 120 per ton, naar Marseille. Lossende en onbevrachte schepen: Nederlands GEZUSTERS VAN HAAFTEN, DELIANE, MARIA, CORNELIA.

Afbeelding
Datum 25 mei 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 24 mei. Volgens telegram uit Londen was het Nederlandse schip SOERABAJA van Java naar Rotterdam in aanvaring met het Italiaanse schip REGINA van Genua naar Buenos Aires. Beiden zijn Genua binnengelopen met lichte schade.

Afbeelding
Datum 27 mei 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Marseille, 24 mei. Het Nederlandse stoomschip SOERABAJA van Java, laatst van Marseille naar Rotterdam, bevond zich de 23e mei namiddag om half twee op plus minus 80 Engelse mijlen afstand van Ile du Planier, toen het door het Italiaanse stoomschip REGINA van Genua naar el Plata-rivier bestemd, werd aangevaren. De SOERABAJA leed schade aan het bovenschip en een grote sloep werd verbrijzeld. De voorsteven van de REGINA werd vernield. Beide schepen zijn hier in de haven gekomen om de schade te herstellen.

Afbeelding
Datum 11 december 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 10 december. Volgens door ons uit Londen ontvangen telegram is het stoomschip SOERABAJA, van Rotterdam naar Batavia, heden te Gibraltar binnengesleept. De stoomschuif van de lagedrukcylinder was de 9e dezer bij Trafalgar gebroken.

Afbeelding
Datum 12 december 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Londen, 11 december. Volgens telegram uit Gibraltar arriveerde aldaar het Engelse transportschip CROCODILE van Portsmouth, op sleeptouw hebbende het Nederlandse stoomschip SOERABAJA, bestemd naar Batavia, met een defect aan de machine. Het ongeval had plaats 9 mijl ten oosten van Trafalgar. De CROCODILE heeft gisteren de reis voortgezet.

Afbeelding
Datum 22 december 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Gibraltar, 14 december. Een nieuwe stoomschuif wordt hier gegoten voor het hier binnengesleepte stoomschip SOERABAJA. Men verwacht in tien dagen gereed te zijn met de reparatie.

Afbeelding
Datum 24 december 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 22 december. De torpedoboot CERBERUS blijft te Aden tot de aankomst van één der mailboten DRENTHE of SOERABAJA van de Rotterdamsche Lloyd, welke de CERBERUS een paar dagen op sleeptouw zal nemen. Eén dezer boten wordt 10 à 12 januari te Aden verwacht.

Afbeelding
Datum 22 februari 1889
Krant JB - Javabode

Omtrent de CERBERUS deelt het Soerabajasch Handelsblad het volgende mede: Het vaartuig is volkomen nieuw, gebouwd te Vlissingen door de Koninklijke Maatschappij De Schelde, geheel van staal, meet 33 registertonnen en machines van 750 paardenkracht. Op de proeftocht in Nederland maakte het meer dan 22 knopen. Het scheepje heeft voor en achter een roer en kan geheel ronddraaien in ongeveer een minuut. Met een bemanning van 14 koppen verliet het Vlissingen op de 12e november; namelijk de kapitein, de heer Groen, de eerste officier, twee machinisten, een kok, vier matrozen en vijf stokers. Te Dover werden de kompassen geverifieerd. Buiten het Engels Kanaal ondervond de boot zulk stormweer, dat het in de Franse oorlogshaven Brest binnenliep. Van daar ging de reis naar Cadiz, Tunis, Malta, Port Saïd en Aden, telkens om kolen in te nemen, want in de bunkers is slechts ruimte voor 15 ton, ofschoon er nog 15 ton gestuwd werden in het voorschip en op dek. Er was echter geen kans om met die capaciteit voor steenkolen van Aden tot Point de Galle te komen, zo moest de boot in Aden bijna een maand wachten tot de SOERABAJA kwam, die haar 1200 mijlen ver sleepte. Tussen Point de Galle en Atjeh had het vaartuig zwaar tegen de moesson te kampen: het dek was gedurende dat traject geen ogenblik droog. Volgens zeggen van de eerste officier dompelde de voorsteven telkens tot aan de toren in het water, doch de zeeën liepen spoedig af en de boot hield zich gedurende de gehele reis uitstekend. Op een kolenverbruik van vier ton per dag maakt het scheepje ongeveer tien knopen. De diepgang is achter 3½ voet, voor 3 voet. De lengte is 155 voet, de breedte 13. Achter is een provisiekamer met kombuis, een salon voor kapitein en officieren, daarna de machinekamer met de observatietoren, vanwaar het vaartuig bestuurd wordt: er zijn daar twee stuurraderen, een voor het handroer en een voor het stoomstuurtoestel, terwijl telegraaf, stoomfluit en spreekroer binnen bereik van de roerganger zijn. De matrozen slapen in de toren. In verhouding tot de grootte is het scheepje ruim en comfortabel genoeg. De CERBERUS heeft acht waterdichte schotten, waarvan meer dan een gedurende de reis water inhield. Het vaartuig zal te Soerabaja kant-en-klaar zijn, met torpedo’s, elektrisch licht enzovoort. Op de 13e dezer vertrok het van Singapore en arriveerde 16 februari te Soerabaja. Er zijn nog drie torpedoboten van hetzelfde type en bestemd voor de dienst in Indië in Nederland in aanmaak.

Afbeelding
Datum 19 maart 1889
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Batavia, 13 februari. Vrachten. Weinig schepen aangeboden en ook weinig voorhanden ; voor sommige bestemmingen zou men goede prijzen willen besteden. De laatste bevrachtingen zijn : Nederlands stoomschip SOERABAJA koffie NLG 85, huiden NLG 95, tabak NLG 65, krossoks NLG 50 per last, naar Rotterdam, en koffie Ffrs. 85, huiden Ffrs. 95, suiker Sh. 55/- per ton, naar Marseille; Nederlands stoomschip PRINSES AMALIA koffie NLG 85, huiden NLG 95, tin NLG 35, tabak NLG 65 per last, naar Amsterdam, en zwarte peper Ffrs. 80, damar Ffrs. 65 per ton, naar Genua .
Lossend en onbevracht schip : Nederlands schip ARDJOENO.

Afbeelding
Datum 21 april 1889
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Aan het verslag van de directie van de Naamloze Vennootschap de Rotterdamsche Lloyd, uit te brengen in de algemene vergadering, welke de 3e mei alhier zal worden gehouden, ontlenen wij het volgende: De winst- en verliesrekening geeft de uitkomst van twintig reizen, door de acht grote stoomschepen tussen Rotterdam en Java volbracht en van de twee stoomboten die op de kleine vaart dienst doen. De reisrekeningen over 1888 laten een voordelig saldo van NLG 838.564,96; de gekweekte rentes bedragen NLG 1.290,65 en saldo van de vorige rekening was NLG 469,37½ , tezamen NLG 840.324,98½ . Daarvan moet worden afgetrokken: voor afschrijving op de boten NLG 235.571,32, voor vernieuwingsfonds NLG 150.000, voor uitkering aan commissarissen volgens art. 22 van de statuten NLG 1.500 en voor patentbelasting NLG 11.264, dus tezamen NLG 398.335,32, zodat er een saldo ter verdeling overblijft van NLG 444.989,66½ . De directie stelt voor daaruit een uitdeling van 11% over het kapitaal te doen. Dat zal NLG 440.000 vorderen, zodat er NLG 1.989,66½ overblijft om op nieuwe rekening over te brengen. De hierboven vermelde reizen werden in vereniging met twee stoomschepen van de stoomvaartmaatschappij Rotterdam volbracht, waardoor de Lloyd in staat was de geregelde veertiendaagse dienst op Java te onderhouden. Gedurende het boekjaar hebben er geen grote rampen plaats gehad. De aanzeiling van de SOERABAJA met het Italiaanse stoomschip REGINA in het gezicht van Marseille heeft slechts een betrekkelijk geringe schade berokkend. Over deze aanzeiling wordt het proces te Marseille gevoerd; de pleidooien hadden 5 en 8 april plaats, nadat sedert acht maanden de tegenpartij steeds uitstelde. Enige gezagvoerders hadden het geluk boten in nood aan te treffen en te helpen, als de GELDERLAND, kapt. W. van der Sprang van Lee, sleepte het Engelse oorlogsschip SERAPIS van ter hoogte Djeddah in Suez, de ZUID-HOLLAND, kapt. S. Otto, het Engelse stoomschip VEGA van ter hoogte Perim in Aden en de BATAVIA, kapt. K.C. de Gruiter, het Engelse stoomschip CLAYMORE uit de Golf van Biscaye te Ferrol binnen. De betaalde hulplonen voor de beide eerstgenoemde schepen waren bevredigend. Het laatst is eerst onlangs door de High Court of Justice in Londen beslist. Het aan de Lloyd toegekende bedrag, dat gering is in verband tot de verleende diensten, wordt in het aanstaande boekjaar verrekend. “In het algemeen”, zegt de directie, “mogen wij wijzen op een zeer gunstig jaar dat achter ons ligt. Het nu ingetreden boekjaar, als het in diezelfde gunstige vervoertoestanden blijft delen, heeft rekenschap te houden met de verhoogde steenkoolprijzen die van 12 tot 30%, alhier en op de verschillende stations, hoger zijn dan in het afgelopen jaar. De veertiendaagse maildienst van Marseille naar Batavia en terug wordt tot nog toe door ons als proef gevaren. Thans zijn onderhandelingen met ons gouvernement aanhangig, om in gemeenschap met de stoomvaartmaatschappij Nederland de wekelijkse maildienst op vaste basis te vestigen. Onze vloot verkeert in een goede toestand. De BROMO, door de Koninklijke Maatschappij De Schelde geleverd, voldoet aan de gestelde verwachtingen; terwijl in overleg en met goedkeuring van commissarissen, besloten werd nog een nieuw stoomschip van hetzelfde type, de MERAPI, bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde te bestellen om een van de andere boten te vervangen, die als extra boot blijft dienst doen. De eisen worden steeds hoger gesteld voor spoed en inrichting, waardoor wij genoodzaakt worden – willen wij met de tijd mee gaan – veelvuldiger nieuw materieel aan te schaffen en het oude spoediger te veranderen. Met het oog hierop werd in overleg met heren commissarissen en krachtens art. 24 van de statuten, een vernieuwingsfonds geopend, dat wij doteerden met NLG 150.000. Het eigen assurantiefonds klom tot een bedrag van NLG 91.603,25. Eveneens in overleg met heren commissarissen is besloten de eigen risico te verhogen tot NLG 100.000 op elke boot.” De heer J.W. Jäger is als commissaris aan de beurt van aftreding en niet herkiesbaar.

Afbeelding
Datum 06 augustus 1889
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Batavia, 6 juli. Vrachten. In aansluiting met het bericht van 22 juni valt thans slechts te vermelden, dat de markt lusteloos bleef en er bijna niets omging, terwijl het aantal onbevrachte schepen enigszins verminderde. Naar Holland kwam de Factory in de markt met 20.000 picols koffie, en nam daarvoor het Nederlands schip MELATI, dat verder zal aanleggen; momenteel is zij weder uit de markt; particuliere lading blijft schaars. Naar Kanaal v.o. kwamen geen afdoeningen tot stand; de hieronder genoemde schepen werden allen in Europa bevracht; vraag voor spoedige belading bestaat er niet. Naar Port Said v.o. begonnen weder enige stoomschepen voor bevrachters rekening te laden. Naar Amerika ging niets om, doch kan spoedig enige vraag voor scheepsruimte, om te Padang te laden, verwacht worden. Naar Australië werd niets afgedaan en wordt ook geen tonnenmaat gezocht. De laatste bevrachtingen zijn: Nederlands stoomschip PRINSES WILHELMINA NLG 85,- koffie, NLG 65,- tabak, NLG 95,- huiden, naar Amsterdam, en FFRs. 85,-- koffie, FFRs. 80,- peper, naar Genua; stoomschip CELEBES gemengde lading tot geheime vrachten naar Holland via Genua; stoomschip SOERABAJA NLG 85,- koffie, NLG 95,- huiden, NLG 120,- indigo, naar Rotterdam, en FFRs. 85,- koffie, FFRs. 95,- huiden, FFRs. 55,- suiker, naar Marseille; Nederlandse ANNA ALEIDA laadt voor Sh.33/9 suiker uit de nieuwe oogst voor bevrachters rekening naar het Kanaal voor orders.
Lossende en onbevrachte Nederlandse schepen: NELLY EN HELENA, DELI, CORNELIA en AMICITIA.

Afbeelding
Datum 30 april 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Aan het verslag, door de directie van de naamloze vennootschap de Rotterdamsche Lloyd, uit te brengen in de 18e mei alhier te houden algemene vergadering van aandeelhouders, ontlenen wij het volgende: De winst- en verliesrekening geeft de uitkomst van 22 reizen door de 8 grootste stoomschepen tussen Rotterdam en Java volbracht en van de twee stoomboten die op de kleine vaart dienst doen. De exploitatie-rekening over 1889 laat een voordelig saldo van NLG 815.022,33½ ; de gekweekte rentes bedragen NLG 8451,82 en het saldo van de vorige rekening NLG 1989,66½ ; tezamen NLG 825.463,82. Daarvan moet worden afgetrokken: voor afschrijving op de boten NLG 233.875,33; voor vernieuwings- en reservefonds NLG 200.000; voor commissarissen volgens artikel 22 der statuten NLG 1.500 en voor patentbelasting NLG 9.728, tezamen dus NLG 445.103,33, latende een saldo ter verdeling over van NLG 380.360,49, waarvan de directie voorstelt een uitdeling van 9½ % over het kapitaal te doen. De hierboven vermelde reizen werden in vereniging met twee stoomschepen van de Stoomvaart-Maatschappij Rotterdam volbracht, waardoor de geregelde veertiendaagse dienst op Java onderhouden kon worden. De twee bedoelde boten krijgen in het begin van het jaar 1891 een andere bestemming en verlaten dan de dienst van de Lloyd. Het stoomschip GELDERLAND werd, tegen de in dienst stelling van de MERAPI, geconverteerd in een cargaboot en vaart thans als extra boot tussen hier en Java; de eerste reis als zodanig gedaan, valt in het aanstaande boekjaar. Het proces inzake de aanzeiling van de SOERABAJA met het Italiaanse stoomschip REGINA werd reeds in twee instanties, wat de verplichting tot schadevergoeding betreft, in het voordeel van de Lloyd beslist. Over het bedrag van de schadevergoeding wordt nog geprocedeerd. De veertiendaagse maildienst van Marseille naar Batavia en terug, werd op de oude voet voortgezet. De onderhandelingen over een mail-contract met het gouvernement in gemeenschap met de maatschappij Nederland, zijn thans zo ver gevorderd, dat wij weldra de afsluiting tegemoet zien. De vloot van de maatschappij verkeert in goede toestand. De MERAPI, bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde gebouwd, aanvaardde de 16e november 1889 zijn eerste reis en heeft daarop goed voldaan. Na melding te hebben gemaakt van de op 28 november j.l. uitgegeven obligatie-lening van NLG 2 miljoen, vervolgt de directie: “Tot uitbreiding van ons materieel werden in overleg en met goedkeuring van commissarissen, twee stoomschepen, type MERAPI, bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde besteld, waarvan het eerste in onze dienst wordt opgenomen tegen ultimo van dit jaar en de tweede in mei 1891. Bij het oprichten van de Stoomvaart-Maatschappij Phoenix, ter vervanging van de ontbonden Stoomvaart-Maatschappij Holland, die een maandelijkse dienst tussen Nederland en Java onderhield, vermeenden wij, onder goedkeuring van commissarissen, in het belang van onze deelhebbers te handelen, door ons daarbij, in vereniging met de Stoomvaart-Maatschappij Nederland ruimschoots te interesseren; de aandelen in deze maatschappij ontvangen wij in het komende boekjaar. Het eigen assurantiefonds klom tot een bedrag van NLG 133.819,98. Het eigen risico is NLG 100.000 op elke boot; dit bedrag wordt onder goedkeuring van commissarissen voorlopig niet verhoogd. Aan het vernieuwingsfonds ontnamen wij NLG 53.141,83 voor verbeteringen en veranderingen. Aan dit fonds wensen wij een wijdere strekking te geven door het te veranderen in vernieuwings- en reservefonds; wij dotereerden dat fonds met NLG 200.000.” In de balans staan de schepen van de maatschappij te boek voor NLG 4.130,882,77.
De heer Mr. J. van Gennep, president-commissaris, is volgens rooster aan de beurt van aftreden.

Afbeelding
Datum 19 januari 1891
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Het stoomschip CONRAD, van Batavia naar Amsterdam, passeerde 15 dezer Gibraltar; BATAVIA, van Rotterdam naar Java, vertrok 15 dezer van Perim; SOERABAJA, van Java naar Rotterdam, vertrok 15 dezer van Colombo; DRENTHE, van Java naar Rotterdam, arriveerde 15 dezer te Suez.

Afbeelding
Datum 02 februari 1891
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Het stoomschip PRINSES WILHELMINA, van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 30 dezer te Genua; SOERABAJA, van Java naar Rotterdam, arriveerde 30 dezer te Suez; ZUID HOLLAND, van Rotterdam naar Java, vertrok 29 dezer Perim; BURGEMEESTER DEN TEX, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 29 dezer van Southampton; AMSTERDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Amsterdam, vertrok 30 dezer des ochtends 4 uur 20 minuten van Boulogne; PRINS MAURITS is den 29 dezer des nachts 12 uur van Havre naar Amsterdam vertrokken.

Afbeelding
Datum 15 april 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Het verslag van de directie van de Stoomvaart Maatschappij Rotterdamsche Lloyd over het jaar 1890, uit te brengen in de tegen de 28e a.s. uitgeschreven algemene vergadering van aandeelhouders, behelst het volgende:
De winst- en verliesrekening geeft de uitkomst van 23 reizen door onze negen grote stoomschepen tussen Rotterdam en Java volbracht, en van de twee stoomboten, die op de kleine vaart dienst doen. De exploitatierekening over 1890 laat een voordelig saldo van NLG 692.643,91; saldo van de vorige rekening NLG 360,49; samen NLG 693.004,40.
Daarvan moet worden afgetrokken: Voor afschrijving op de boten NLG 268.899,85; voor vernieuwing- en reservefonds NLG 117.641,83; voor dienst van de geldlening NLG 15.641,31; voor commissarissen volgens art. 22 van de statuten NLG 1.500 en voor patentbelasting NLG 7.168, totaal NLG 410.850,99, latende een saldo ter verdeling van NLG 282.153,41.
De directie stelt voor uit dit saldo een dividend van 7 pct uit te keren over het kapitaal van NLG 4 miljoen, waarvoor dus NLG 280.060 vereist wordt, zodat er NLG 2.153,41 overblijft om op nieuwe rekening over te brengen.
De hierboven vermelde reizen werden in vereniging met de twee stoomschepen van de Stoomvaart Maatschappij Rotterdam volbracht, waardoor wij in staat waren de geregelde veertiendaagse dienst op Java te onderhouden. Voor deze twee stoomschepen, die alsnu onze dienst verlaten, treden in plaats de twee stoomschepen, in aanbouw bij de Koninklijke Maatschappij ‘De Schelde’, waarvan het eerste, de ARDJOENO, in mei de eerste reis aanvaardt, en het tweede, de SALAK, in september geleverd wordt.
Het proces inzake de aanzeiling van de SOERABAJA met het Italiaanse stoomschip REGINA, werd grotendeels in ons voordeel beslist.
De veertiendaagse maildienst van Batavia en terug, werd op de oude voet voortgezet.
De onderhandelingen met ons gouvernement over een te sluiten contract, leidde nog niet tot een gewenst resultaat. Wij vertrouwen echter dat er een oplossing te vinden zal zijn van dit vraagstuk, omdat het belang van Nederland en zijn overzeese bezittingen een geregelde verbinding met nationale stoomschepen niet kan missen.
Het eigen assurantiefonds klom tot een bedrag van NLG 173.959,04. Het eigen risico is nog NLG 100.000 op elke boot; dit bedrag wordt onder goedkeuring van commissarissen voorlopig niet verhoogd.
Aan het vernieuwingsfonds ontnamen wij NLG 14.500 voor het aanbrengen van elektrisch licht; wij doteerden het uit deze balans met NLG 117.641,83.
In de balans staan de 11 stoomschepen geboekt voor een gezamenlijke waarde van NLG 3.861.982,92 en de beide in aanbouw zijnde schepen voor NLG 1.041.899,65.

Afbeelding
Datum 19 februari 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Het stoomschip PRIOK arriveerde 14 dezer van Amsterdam te Batavia; ORANJE NASSAU, van West-Indië, is 16 dezer te New York aangekomen; PRINSES AMALIA, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 16 dezer van Southampton; SALATIGA, van Hamburg en Amsterdam naar Java, arriveerde 16 dezer te Genua; BROMO, van Java naar Rotterdam, arriveerde 17 dezer te Marseille; BATAVIA, van Rotterdam naar Java, vertrok 17 dezer van Perim; SOERABAJA, vertrok 17 dezer van Batavia naar Rotterdam.

Afbeelding
Datum 12 maart 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Zeetijdingen. Het stoomschip SPAARNDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 10 dezer Prawlepoint; EDAM, van de N.A.S.M, van Amsterdam naar Baltimore via New York, arriveerde 9 dezer te New York; DIDAM, van de N.A.S.M, vertrok 9 dezer van New York naar Amsterdam; ZAANDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar Baltimore via New York, passeerde 10 dezer Beachy Head; SAMARANG, van Java naar Rotterdam, vertrok 10 dezer van Colombo; SOERABAJA, van Java naar Rotterdam, arriveerde 9 dezer te Suez; GELDERLAND, van Java naar Rotterdam, vertrok 10 dezer van Padang.

Afbeelding
Datum 30 april 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Het stoomschip BURGEMEESTER DEN TEX, van Batavia naar Amsterdam, vertrok 28 dezer van Port Said; PRINSES WILHLMINA, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 28 dezer van Suez; VOORWAARTS, van Hamburg naar Batavia, vertrok 27 dezer van Suez; PRINS ALEXANDER, arriveerde 28 dezer van Batavia te Amsterdam; BATAVIA, van Java naar Rotterdam, arriveerde 28 dezer te Marseille; SOERABAJA, van Rotterdam naar Java, vertrok 28 dezer van Marseille; KONINGIN EMMA, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 28 dezer te Padang.

Afbeelding
Datum 22 februari 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 21 februari. Het stoomschip OBDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, passeerde 20 dezer Lezard; WERKENDAM, van de N.A.S.M, arriveerde 19 dezer te New York; PRINS MAURITS, arriveerde 20 dezer te Amsterdam; PRINS ALEXANDER, van Amsterdam naar Batavia, passeerde 19 dezer Carboéra; SOENDA, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 20 dezer te Suez; BATAVIA, van Rotterdam naar Java, arriveerde 19 dezer te Southampton; SOERABAJA, van Rotterdam naar Java, arriveerde 19 dezer te Batavia; GEDE, van Java naar Rotterdam, passeerde 19 dezer Ouessant en wordt 20 dezer des nachts verwacht; SALAK, van Java naar Rotterdam, vertrok 20 dezer Port Said; DEUCALION, van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 19 dezer bij Perim; LARNACA, van Singapore naar Amsterdam, passeerde 20 dezer Dover; PRINSES SOPHIE, van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 20 dezer te Genua.

Afbeelding
Datum 20 oktober 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 19 oktober. Het stoomschip AMSTERDAM, van de N.A.S.M, vertrok 18 dezer van Rotterdam naar New York; SCHIEDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Amsterdam, passeerde 18 dezer Prawle Point; SPAARNDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 18 dezer Beachy Head; SUMATRA, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 18 dezer te Genua; PRINSES MARIE vertrok 18 dezer van Batavia naar Amsterdam; SOERABAJA, van Rotterdam naar Java, arriveerde 18 dezer te Port Said.

Afbeelding
Datum 11 november 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 10 november. Het stoomschip PRINS ALEXANDER, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 9 dezer van Suez; PRINSES MARIE, van Batavia naar Amsterdam, vertrok 9 dezer van Port Said; PRINSES SOPHIE, van Batavia naar Amsterdam, passeerde 9 dezer Dungeness; SOERABAJA, van Rotterdam naar Java, arriveerde 9 dezer te Batavia; SAMARANG, van Rotterdam naar Java, vertrok 9 dezer van Marseille; KONINGIN EMMA, van Batavia naar Amsterdam, passeerde 9 dezer Point de Gaille; SOENDA, van Singapore naar Amsterdam, vertrok 8 dezer van Marseille; CARLISLE, der N.A.T.L, van New York, arriveerde 9 dezer te New York.

Afbeelding
Datum 08 december 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 7 december. Het stoomschip SPAARNDAM, van de N.A.S.M, vertrok 6 dezer van Rotterdam naar New York; OBDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 6 dezer Prawle Point; PRINSES SOPHIE, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 5 dezer Southampton; PRINS HENDRIK, van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 5 dezer te Suez; PRINSES AMALIA, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 6 dezer te Port Said; SOERABAJA vertrok 6 dezer van Batavia naar Rotterdam.

Afbeelding
Datum 10 januari 1894
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 8 december. Het barkschip CLAN GRANT, van Amoy naar New York, met een lading thee, heeft ongeveer 50 mijlen N.O. van de Noordwachter de 27e november op een onbekend rif gestoten. Na van het rif afgekomen te zijn werd het zo lek dat men er niet tegen kon pompen. De 1e december werd het door de equipage verlaten die opgenomen werd op het stoomschip SOERABAJA dat bij het schip bleef tot de volgende ochtend toen men het verliet met het dek te water. De plaats waar men het zinkende vaartuig achterliet was op 30 à 40 mijlen benoorden de kust van Java tussen Cheribon en Tagal.

Afbeelding
Datum 19 januari 1895
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Kaap Sicie, 16 januari. Het Nederlandse stoomschip SOERABAJA is hier gepasseerd, koersende naar Marseille, op sleeptouw hebbende het Italiaanse schip ROSSINA M, dat de fokkemast heeft verloren.

Afbeelding
Datum 13 februari 1895
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 11 februari. Het stoomschip SOERABAJA, van de Rotterdamsche Lloyd, dat alhier aan de Koninklijke Maatschappij ‘De Schelde’ verlengd wordt en een belangrijke reparatie ondergaat, zal worden herdoopt in SMEROE.

Afbeelding
Datum 30 maart 1895
Krant ZZN - Zierikzeesch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Middelburg, 28 maart. In het droogdok Prins Hendrik heeft heden met goed gevolg de uit elkaar zetting plaats gehad van het stoomschip SMEROE van de Rotterdamsche Lloyd, welk schip alhier 24 voet verlengd moet worden. Deze belangrijke reparatie is opgedragen aan de Koninklijke Maatschappij ‘De Schelde’ te Vlissingen.

Afbeelding
Datum 23 april 1895
Krant ZZN - Zierikzeesch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 20 april. Met de verlenging met 24 voet van het stoomschip SMEROE van de Rotterdamsche Lloyd, in het droogdok Prins Hendrik te Middelburg, is men reeds zover gevorderd dat het schip in het begin van de volgende maand het dok zal kunnen verlaten. Het zal dan ongeveer zes weken daarin hebben gelegen en aan de Koninklijke Maatschappij De Schelde alhier verder worden afgewerkt.
Wegens de vele en buitengewoon drukke werkzaamheden aan de werf De Schelde is het aantal werklieden opgevoerd tot ruim duizend, terwijl nog enkele ploegen tot des avonds 10 uur moeten werken.

Afbeelding
Datum 06 juli 1895
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 3 juli. Het stoomschip SMEROE, van de Rotterdamsche Lloyd, vertrekt heden van hier naar Rotterdam, na aan de werf van de Koninklijke Mij. ‘De Schelde’ 24 voet te zijn verlengd.

Afbeelding
Datum 03 oktober 1895
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

De Java-Bode schrijft: Een tweede-klasse passagier van de SMEROE, de vroegere SOERABAIJA, die verlengd is en in hare nieuwe gedaante de eerste reis hierheen heeft gemaakt, verzoekt ons uit naam van al de tweede passagiers, een twintigtal, een klacht op te nemen over de inrichting van dat stoomschip der Rotterdamsche Lloyd, voor zover zij daarvan ondervinding hebben opgedaan. Volgens hen voldoet die inrichting niet aan de eisen, die men aan een schip dat ook in de tropen vaart, stellen mag: In de hutten kwam geen frisse lucht genoeg, omdat de patrijspoorten veertien dagen en langer achtereen gesloten waren, en op het dek had men last van de geuren welke uit de kombuis kwamen; de patrijspoorten lieten soms water door en dan werd dat gebrek niet verholpen, maar kreeg men een emmer in zijn kooi om het water op te vangen, soms drie dagen lang, zodat men op een harde bank moest slapen en 's morgens afgemat opstond.
Ook over de bediening en de voeding wordt geklaagd; alles opdat de directie der Rotterdamse Lloyd een onderzoek instellen en verbetering aanbrengen kan.
In een volgend nummer meldt hetzelfde blad:
Enige passagiers 2e klasse van de SMEROE delen ons mede dat hun passagiers, wiens klachten wij hebben opgenomen, het recht niet had ook namens hen te spreken, daar zij hem dit niet hadden verzocht en dat die klachten niet allen gegrond zijn; ook maken zij de juiste opmerking dat men het aan boord niet zo kan hebben als thuis. Van de agenten der Rotterdamse Lloyd vernemen wij verder, dat het slechte weer tot het sluiten der patrijspoorten heeft gedwongen en dat slechts in één kooi een emmer moest worden geplaatst om het door de defecte patrijspoort sijpelende water op te vangen, zonder dat dit de passagiers hinderde in het slapen in de overige kooien.

Afbeelding
Datum 16 januari 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 15 januari. De gezagvoerder van het stoomschip KONINGIN REGENTES van de Maatschappij Nederland, 14 dezer te Padang aangekomen, rapporteert het stoomschip SMEROE, van de Rotterdamsche Lloyd, gepraaid te hebben op 11 januari met gebarsten stoompijp, stomende met één ketel en route naar Colombo. Alles wel aan boord.
Volgens telegram van Lloyd’s is het Nederlandse stoomschip SMEROE met gebarsten stoomleibuis te Colombo aangekomen.

Afbeelding
Datum 23 januari 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 22 januari. Het Nederlandse stoomschip SMEROE heeft, na de schade aan de stoompijp te hebben hersteld, heden de reis van Colombo naar hier voortgezet.

Afbeelding
Datum 15 februari 1900
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 11 februari. Volgens hier ontvangen telegram uit Lissabon is het stoomschip SMEROE, van Batavia naar Rotterdam bestemd, aldaar met brand in de lading binnengelopen.

Afbeelding
Datum 17 februari 1900
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 16 februari. Volgens telegram van Lloyd’s, ontvangen uit Lissabon, werd de brand aan boord van het stoomschip SMEROE geblust door het grootruim onder water te zetten. De deskundigen willen morgen beslissen of het stoomschip moet lossen of dat het de reis met de beschadigde lading kan voortzetten.

Afbeelding
Datum 17 februari 1900
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 16 februari. Volgens telegram van Lloyd’s is de brand aan boord van het stoomschip SMEROE, in het groot ruim, beladen met tabak. Brandspuiten geven water.

Afbeelding
Datum 20 februari 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Met het stoomschip SMEROE van de Rotterdamsche Lloyd, heden in de Entrepothaven hier aangekomen, is aangebracht behalve een detachement kolonialen en schepelingen, sterk 43 man, een 17-jarige Belg, die na vertrek uit Marseille in het ruim is gevonden en te Marseille gedeserteerd was van het Belgische fregatschip PIETER BOUDEWIJN.
Aan boord van het schip is brand ontdekt even nadat men Gibraltar was gepasseerd, door het tevoorschijn komen van rook uit de luchtkoker. De bemanning heeft tevergeefs beproefd de brand te blussen, en toen werd naar Lissabon koers gezet, waar men de brand met hulp van stoomspuiten meester werd. Hij heeft zich bepaald tot het groot ruim, waarin voornamelijk tabak, specerijen, gom damar enz. was geladen. Alles is zwaar beschadigd. Ook werd grote waterschade toegebracht aan een partij koffie, die in het ruim, grenzende aan het groot ruim, was geladen. Men heeft de oorzaak van de brand nog niet kunnen vaststellen. De lading wordt gelost op het Entrepotterrein.

Afbeelding
Datum 20 februari 1900
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 17 februari. Het stoomschip SMEROE zou hedenavond de reis van Lissabon naar Rotterdam voortzetten.

Afbeelding
Datum 23 februari 1900
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 22 februari. In het grootruim waarin het hedenmiddag voor de stad gekomen stoomschip SMEROE brand heeft gehad, bevond zich, behalve tabak, ook een grote hoeveelheid indigo, kaneel, huiden enz, en daar het ruim geheel onder water moest gezet worden om het vuur te blussen, is de schade zeer aanzienlijk. Door het zwellen van een partij koffie werden de luiken drie voet opgelicht. Hedennacht leed het stoomschip door het zware weer op zee nog erg belangrijke dekschade.

Afbeelding
Datum 24 februari 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Tijdens de brand aan boord van het stoomschip SMEROE, in de nabijheid van Lissabon, zijn twee matrozen, die zich in het kabelgat bevonden door de verstikkende rook bewusteloos geraakt. De matroos P.J. Linge heeft zich toen aan een touw in het kabelgat laten zakken en met gevaar van eigen leven zijn beide makkers opgehaald. Met de lossing van het grote ruim is aangevangen met het oog op een eventueel opnieuw uitslaan van de vlammen. Tijdens die lossing is de op Fijenoord gestationeerde stoomspuit nabij het stoomschip opgesteld onmiddellijk hulp te kunnen verlenen.

Afbeelding
Datum 24 februari 1900
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Brand aan boord van het stoomschip SMEROE. Omtrent de wederwaardigheden van het stoomschip SMEROE der Rotterdamsche Lloyd dat ditmaal bij de thuisreis van Batavia naar Rotterdam zoveel tegenspoed ondervond, verneemt de Arnhemsche Courant van de repatriërende militairen het volgende:
Een paar dagen na het vertrek van Padang op zondag 7 januari omstreeks 7 uur sprong met een hevige slag een der hoofdstoombuizen, n.l. een der buizen die de stoom van de ketels naar de cylinders voert. Dank zij de oplettendheid van de vijfde machinist, die het dreigend gevaar zag, kon het machinekamer-personeel zich in tijds bergen en de vuren uithalen, daar door het plotseling afsluiten van de stoomkraan de ketels dreigden te springen. De breuk zat boven in de machinekamer onder de ijzeren trap en was vrij makkelijk te bereiken, door de buis plat te slaan, waarop met één stoomketel de machine op halve kracht kon stomen. Naar de bemanning ons mededeelde was de buis te Soerabaja onvoldoende gerepareerd. Zo dreef de SMEROE ruim 4½ dag door de Indische Oceaan, totdat zij de KONINGIN REGENTES der Maatschappij Nederland praaide, aan wie het ongeval overgeseind werd, met verzoek bij aankomst in Indië naar Rotterdam te seinen en te melden, dat zij Colombo zou aandoen ter reparatie, alwaar zij 15 januari arriveerde. De reparatie vorderde 7 dagen, gedurende welke tijd men gelegenheid vond het prachtige natuurschoon van Colombo te bewonderen en de beroemde theeplantages van Lipton te bezichtigen.
De reis had verder tot Marseille zonder stoornis plaats. Alleen zag men een paar dagen na het vertrek van Marseille onverwachts een 17-jarige jonge zeeman, Jos. van der Einde, aan dek verschijnen, die te Marseille gedeserteerd was van het Belgische schip PRINS BOUDEWIJN, komende van Algiers. Hij was naar de Belgische consul te Marseille gegaan, die hem aanraadde naar Antwerpen te lopen (!) en hem daarvoor een vrije pas gaf om ongehinderd de douanes te passeren. Deze wandeling was Janmaat evenwel te lang en daarom vond hij het beter zich tussen de lading van de SMEROE te verbergen. Toen de honger hem begon te plagen, kwam hij te voorschijn. Hij werd ter beschikking van de bootsman gesteld en de passagiers voorzagen hem rijkelijk van klederen.
In de nacht van 13 februari werd onverwachts te ruim 12 ure alarm geslagen en was in een oogwenk alle hens aan dek, matrozen, kolonialen en marine-schepelingen. Het schip bevond zich toen ter hoogte tussen Gibraltar en St. Vincent. De wachthebbende officier had n.l. rook zien komen uit de tussendeks-luchtkoker en dadelijk werd de temperatuur opgenomen, die evenwel geen verhoogde warmtegraad aanwees.
Met verenigde krachten werd de kapoklading, liggende in het tussendek van het grootruim in het achterruim geworpen, waaruit te Marseille de lading gelost was. Een ieder beijverde zich in het grootruim ruimte te verkrijgen en de brand zo dicht mogelijk te naderen, terwijl reeds een tweetal slangen op de stoompomp water gaven.
Wij waren inmiddels nabij Sagres genaderd, toen na enige uren arbeid geweldige vlammen aan bakboordszijde uitsloegen. De luiken werden toen dicht geworpen en de stoombuizen op het grootruim gekoppeld ten einde met stoom en water de brand te bedwingen.
De gezagvoerder, kapitein Guthrie, belegde te 4 uur in de ochtend scheepsraad met de stuurlieden, machinisten, de bootsman, de timmerman en de donkeyman. Besloten werd naar Rotterdam te seinen dat getracht zou worden met eigen middelen de brand te blussen en als men daarin niet slaagde Lissabon zou worden aangedaan. Enige uren later werd de scheepsraad andermaal bijeengeroepen daar de brand in hevigheid toenam en gevaar bestond voor gehele vernieling van schip en lading, terwijl ook de passagiers angstig begonnen te worden.
De 15e februari ‘s morgens werd de Taag bij Lissabon opgestoomd, terwijl de brand inmiddels steeds voortwoedde. Spoedig waren de dok-autoriteiten ter plaatse terwijl een tweetal gouvernements stoombrandspuiten in volle ren kwamen aangesneld om hulp te bieden. Daar de SMEROE de wal niet kon naderen, werden de stoomspuiten op twee pontons geplaatst en kwamen zo langs bak- en stuurboord. Met zes brandslangen werd water gegeven totdat na twee volle dagen spuiten circa 20 voet water in het ruim stond waarbij alle Portugese brandweermannen zich als rappe gasten deden kennen. Op telegrafisch bericht uit Rotterdam werd te Lissabon niets van de rijke lading Indische producten als tabak (circa 4000 pakken), specerijen, drogerijen, huiden, enz. gelost daar hieraan zeer kostbare en lastige douaneformaliteiten zouden zijn verbonden geweest.
Door de brand was de lading in het voorruim voorts zodanig gaan zwellen dat een groot aantal balen koffie opengesneden moesten worden, daar de dwarsbalken van de luiken 3 voet verbogen waren door de aandrang van het water. Toen het gehele ruim volgepompt was, kon de brandweer inrukken en werd met eigen kracht het leegpompen begonnen en de reis naar Rotterdam zondagochtend voortgezet.
Tijdens het binnenstomen van de Taag had nog een ongeval plaats. Een tweetal matrozen, die in het kabelgat moesten wezen, werden door de rook bevangen en vielen bewusteloos neer. Dadelijk liet de matroos Piet Linge zich met een touw om het lijf zakken en bond, de scherpe rook trotserende, de beide bewustelozen touwen om het lijf, waaraan zij opgehesen werden. Ook de moedige redder werd bewusteloos uit het kabelgat aan dek gehaald en de Duitse scheepsdokter was twee uur bezig om de levensgeesten op te wekken.
Bij de verdere thuisreis had men nog in het Engels Kanaal met hevig stormweder te kampen, waardoor schade veroorzaakt werd aan de stoombuizen op dek, die door de golfslag krom geslagen werden.
Thans ligt de SMEROE in het Entrepotdok te Rotterdam en wordt de nog steeds broeiende lading gelost. Een stoomspuit en 6 man houdt de wacht. Hoewel de schade nog niet onder cijfers is te brengen, bedraagt zij ongetwijfeld enkele tonnen gouds.
Heden wordt door de kantonrechter te Rotterdam het getuigenverhoor geopend.

Afbeelding
Datum 24 maart 1900
Krant JB - Javabode
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Omtrent de wederwaardigheden van het stoomschip SMEROE van de Rotterdamsche Lloyd, dat ditmaal bij de thuisreis van Batavia naar Rotterdam zoveel tegenspoed ondervond, verneemt Het Vaderland (opm : een krant) van de repatriërende militairen het volgende:
Een paar dagen na het vertrek van Padang op zondag 7 januari, omstreeks 7 uur, sprong met een hevige slag een van de hoofdstoombuizen, namelijk een van de buizen die de stoom van de ketels naar de cilinders voert. Dank zij de oplettendheid van de vijfde machinist, die het dreigende gevaar zag, kon het machinekamer-personeel zich in tijds bergen en de vuren uithalen, daar door het plotseling afsluiten van de stoomkraan de ketels dreigden te springen. De breuk zat boven in de machinekamer onder de ijzeren trap en was vrij gemakkelijk te bereiken, door de buis plat te slaan, waarop met een stoomketel de machine op halve kracht kon stomen. Naar de bemanning ons mededeelde, was de buis te Soerabaja onvoldoende gerepareerd. Zo dreef de SMEROE ruim 4½ dag door de Indische Oceaan totdat zij de KONINGIN-REGENTES van de Maatschappij Nederland praaide, aan wie het ongeval overgeseind werd, met verzoek bij aankomst in Indië naar Rotterdam te seinen en te melden dat zij Colombo zou aandoen ter reparatie, alwaar zij 15 januari arriveerde. De reparatie vorderde 7 dagen, gedurende welke tijd men gelegenheid vond het prachtig natuurschoon van Colombo te bewonderen en de beroemde theeplantages van Lipton te bezichtigen. De reis had verder tot Marseille zonder stoornis plaats. Alleen zag men een paar dagen na het vertrek van Marseille onverwachts een 17-jarige jonge zeeman Jos. van der Einde, aan het dek verschijnen, die te Marseille gedeserteerd was van het Belgische schip PRINS BOUDEWIJN, komende van Algiers. Hij was naar de Belgische consul te Marseille gegaan, die hem aanraadde naar Antwerpen te lopen en hem daarvoor een vrije pas gaf, om ongehinderd de douanes te passeren. Deze wandeling was Janmaat evenwel te lang en daarom vond hij het beter zich tussen de lading van de SMEROE te verbergen. Toen de honger hem begon te plagen, kwam hij tevoorschijn. Hij werd ter beschikking van de bootsman gesteld en de passagiers voorzagen hem rijkelijk van kleren. In de nacht van 13 februari werd onverwachts te ruim 12 uur alarm geslagen en was in een oogwenk alle hens aan dek, matrozen, kolonialen en marineschepelingen. Het schip bevond zich toen ter hoogte tussen Gibraltar en St. Vincent. De wachthebbende officier had namelijk rook zien komen uit de tussendekse luchtkoker en dadelijk werd de temperatuur opgenomen, die evenwel geen verhoogde warmtegraad aanwees. Met verenigde krachten werd de kapoklading, liggende in het tussendek van het groot ruim, in het achterruim geworpen, waaruit te Marseille de lading gelost was. Een ieder beijverde zich in het grootruim ruimte te verkrijgen en de brand zo dicht mogelijk te naderen, terwijl reeds een tweetal slangen op de stoompomp water gaven. Wij waren inmiddels nabij Sagres genaderd, toen na enige uren arbeid geweldige vlammen aan bakboordzijde uitsloegen. De luiken werden toen dicht geworpen en de stoombuizen op het grootruim gekoppeld, ten einde met stoom en water de brand te bedwingen. De gezagvoerder, kapt. Guthrie, belegde ten 4 uur in de ochtend scheepsraad met de stuurlieden, machinisten, de bootsman, de timmerman en de donkeyman. Besloten werd naar Rotterdam te seinen dat getracht zou worden met eigen middelen de brand te blussen en als men daarin niet slaagde, Lissabon zou worden aangedaan. Enige uren later werd de scheepsraad andermaal bijeengeroepen, daar de brand in hevigheid toenam en gevaar bestond voor gehele vernieling van schip en lading, terwijl ook de passagiers angstig begonnen te worden. De 15e februari, ’s morgens werd de Taag bij Lissabon opgestoomd, terwijl de brand inmiddels steeds voortwoedde. Spoedig waren de dokautoriteiten ter plaatse, terwijl een tweetal gouvernements-stoombrandspuiten in volle ren kwamen aangesneld, om hulp te bieden. Daar de SMEROE de wal niet kon naderen, werden de stoomspuiten op twee pontons geplaatst en kwamen zo langs bak- en stuurboord. Met zes brandslangen werd water gegeven, totdat na twee volle dagen spuiten circa 20 voet water in het ruim stond, waarbij de Portugese brandweermannen zich als rappe gasten deden kennen. Op telegrafisch bericht uit Rotterdam werd te Lissabon, niets van de rijke lading Indische producten als tabak (circa 4.000 pakken), specerijen, drogerijen, huiden enzovoort gelost, daar hieraan zeer kostbare en lastige douaneformaliteiten zouden zijn verbonden geweest. Door de brand was de lading in het voorruim voorts zodanig gaan zwellen dat een groot aantal balen koffie opengesneden moesten worden, daar de dwarsbalken van de luiken 3 voet verbogen waren door de aandrang van het water. Toen het gehele ruim volgepompt was, kon de brandweer inrukken en werd met eigen kracht het leegpompen begonnen en de reis naar Rotterdam zondagochtend voortgezet. Tijdens het binnenstomen van de Taag had nog een ongeval plaats. Een tweetal matrozen die in het kabelgat moesten wezen, werden door de rook bevangen en vielen bewusteloos neer. Dadelijk liet de matroos Piet Linge zich met een touw om het lijf omlaag zakken en bond, de scherpe rook trotserende, de beide bewusteloze touwen om het lijf, waaraan zij opgehesen werden. Ook de moedige redder werd bewusteloos uit het kabelgat aan dek gehaald en de Duitse scheepsdokter was twee uur bezig om de levensgeesten op te wekken. Bij de verdere thuisreis had men nog in het Engelse Kanaal met hevig stormweer te kampen, waardoor schade veroorzaakt werd aan de stoombuizen op dek, die door de golfslag krom geslagen werden. Thans ligt de SMEROE in het entrepotdok te Rotterdam en wordt de nog steeds broeiende lading gelost. Een stoomspuit en 6 man houden de wacht. Hoewel de schade nog niet onder cijfers is te brengen, bedraagt zij ongetwijfeld enkele tonnen gouds. Heden wordt door de kantonrechter te Rotterdam het getuigenverhoor geopend.

Afbeelding
Datum 03 november 1904
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Verkoop schepen

Rotterdam, 2 november. Het stoomschip SOERABAJA van de Rotterdamsche Lloyd is aan de rederij H. Jebsen te Hamburg verkocht.

Afbeelding
Datum 12 november 1905
Krant DS - Dagblad Scheepvaart

Het op 25 oktober van Nicolaievsk (Amur) naar Vladivostok vertrokken Duitse stoomschip SOERABAJA (ex Ned.) is overtijd. Een stoomschip is uitgezonden om het op te sporen.

Afbeelding
Datum 24 november 1905
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Vladivostok, 21 november. Het schip, dat volgens rapport 30 mijl ten noorden van Kaap Menshikoff is vergaan, wordt vermoed het stoomschip SOERABAJA te zijn. Omtrent het lot der opvarenden is nog niets bekend. Een expeditie zal over ijs afgezonden worden.

Afbeelding
Datum 24 december 1905
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Hamburg, 22 december. Van de bemanning van het nabij Nikolajev gestrande stoomschip SOERABAJA is nog steeds niets vernomen. De door de rederij uitgezonden stoomboot heeft geen enkel spoor kunnen ontdekken.

Afbeelding