Inloggen
RHENANIA - ID 5480


Kroniekberichten

Datum 01 november 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Rotterdam, 31 oktober. Gisteren is met goed gevolg van de werf van de firma Dobie & Co., te Govan, bij Glasgow, het stoomschip RHENANIA te water gelaten. Het is vervaardigd van staal. De totaallengte is 260, de grootste wijdte 34 en de holte 17 Eng. voet. De vermoedelijke bruto tonnenmaat is 1.350 en het draagvermogen 2.200 ton. De machine is van ongeveer 850 indicateur paardenkracht. Het schip is gebouwd voor rekening van de firma Wm.H. Müller & Co. alhier en bestemd om dienst te doen als general trader.

Afbeelding
Datum 15 februari 1883
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 14 februari. Volgens particulier bericht is het stoomschip RHENANIA, na zware storm te hebben doorgestaan deze goed en wel van Rotterdam, te Bilbao aangekomen.

Afbeelding
Datum 06 juni 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Hoek van Holland, 5 juni. Het Nederlandse stoomschip RHENANIA, van Bilbao met ijzererts naar Rotterdam, is op het Zuiden vastgevaren, behoeft niet te lichten en zal met het middaggetij wel weer vlot komen.

Afbeelding
Datum 20 februari 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

St. Nazaire, 18 februari. Het Nederlandse stoomschip RHENANIA, van Rotterdam naar Napels met spoorijzer, is met overgewerkte lading hier binnen gekomen.

Afbeelding
Datum 16 september 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

In de nacht van zaterdag op zondag heeft het te IJmuiden binnenkomende Nederlandse stoomschip RHENANIA een Urker visschuit in de grond gevaren. Een veertienjarige zoon van de schipper verdronk. Het lijk werd gistermorgen gevonden.

Afbeelding
Datum 16 september 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 14 september. Gisteravond laat, bij zeer duister weer, toen de Nederlandse stoomboot RHENANIA hier binnen kwam, liep de boot uit het roer en in de wal tegenover de semafoor, juist ter plaatse waar de Urker botter NO.20 gemeerd lag; de botter werd te pletter gevaren en zonk onmiddellijk, de opvarenden redden zich, doch de jongen die sliep, kon niet zo spoedig het luik bereiken, en verdronk.

Afbeelding
Datum 06 juni 1888
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Terschelling, 4 juni. Aan de gezagvoerder van de Nederlandse stoomboot RHENANIA, de heer B. Oepkes, door wiens zeemanschap en doelmatige behandeling het mogelijk was de 1e januari jl. in de Golf van Biscaye de eerste stuurman van de Franse stoomboot MINISTRE ABBATUOCI te redden en te behouden, is de grote gouden medaille uitgereikt van de Noord en Zuid Hollandsche Maatschappij tot Redding van Schipbreukelingen, terwijl hem vanwege de Franse regering een verrekijker met zilver gemonteerd is toegezegd.

Afbeelding
Datum 10 juni 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 9 juni. Volgens telegram uit Londen arriveerde het Nederlandse schoenerschip JAN SMIT, kapt. Boon, de 12e mei van Rio de Janeiro te Martinique en het stoomschip RHENANIA de 9e juni van Bilbao bij Dover, bestemd naar Rotterdam.

Afbeelding
Datum 11 augustus 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 10 augustus. Volgens door ons uit Londen ontvangen telegram arriveerde de 10e augustus het stoomschip RHENANIA, van Bilbao naar Rotterdam bij Wight.

Afbeelding
Datum 14 april 1889
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 13 april. Volgens door ons uit Londen ontvangen telegram is het stoomschip RHENANIA, van Benisaf (Algerije) naar Rotterdam, heden te Porto aangekomen. Het heeft bij Finisterre een stortzee overgekregen, die het kaartenhuis (opm: kaartenkamer) en de boten van de brug overboord sloeg. Ook de kajuit werd vol water gezet. (opm: waarschijnlijk het Nederlandse stoomschip RHENANIA van Wm.H. Müller & Co.)

Afbeelding
Datum 31 december 1892
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Whitburn, 27 december. Het stoomschip RHENANIA, van Amsterdam naar Blyth, heeft bij Whitburn aan de grond gezeten. Het kwam daar te 8.30 uur des avonds bij dikke mist en kalme zee aan de grond, doch kwam met hetzelfde tij weder vlot.

Afbeelding
Datum 30 januari 1893
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Frederikshaven, 23 januari. Het Nederlandse stoomschip RHENANIA, van Blyth naar Kopenhagen, ligt hier sinds 21 januari binnen. De gezagvoerder, kapt. J. de Jonge, rapporteert des ochtends van de 17e januari zoveel zwaar ijs gehad te hebben bij het passeren van Skagen, dat hij naar de Zweedse kust overstak, doch des achtermiddags geraakte hij vast in zwaar ijs, doch de volgende dag gelukte het hem des ochtends daartussen weg te komen, doch schroef, roer en machine hadden daardoor veel te lijden.
Des achtermiddags geraakte hij bij Vinga wederom vast in het ijs. De wind, die naar het zuidwesten was gelopen, dreef het ijs noordwaarts en het stoomschip dreef met het ijs mede. De 19e en 20e januari bleef het bij dikke mist in het ijs zitten. Bij het forceren om om de west een weg door het ijs te vinden werden, behalve andere schade aan dek, ook twee der schroefbladen gebroken en leden de twee andere schade. Ook waren twaalf klinkbouten in de boegplaten gebroken, waardoor enige lekkage ontstond. Het schip werd door de onregelmatige werking van de schroef zeer ontzet. De kapitein meent, dat het raadzaam zal zijn, zodra de scheepvaart geopend is, om door een sleepboot geassisteerd naar Kopenhagen vergezeld te worden.

Afbeelding
Datum 08 maart 1893
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Elseneur, 2 maart. Het Nederlandse stoomschip RHENANIA, van Frederikshaven komende, is heden met defecte schroef door de sleepboot AMALIENBORG hier binnengebracht.

Afbeelding
Datum 27 februari 1903
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Stettin, 25 februari. Volgens hier ontvangen telegram uit Gibraltar is het stoomschip RHENANIA na voorlopige reparaties door experts zeewaardig verklaard en heeft de reis naar Barcelona voortgezet.

Afbeelding
Datum 27 april 1906
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Ontleend aan het jaarverslag over 1905 van Wm. H. Müller & Co’s Algemeene Scheepvaart Maatschappij N.V, Rotterdam: De stoomschepen MAUD CASSEL, SKANDIA en GRÄNGESBERG vonden, evenals in 1904, geregeld emplooi in de Zweedse ertsvaart. Verkocht werd het stoomschip SKANDIA onder verlenging voor een reeks van jaren van de overeenkomst voor het vervoer van erts van Zweden naar Rotterdam. Het stoomschip TEUTONIA vond emplooi in de algemene vrachtvaart, evenals de stoomschepen HISPANIA en RHENANIA in de vaart op Noord Spanje. Het stoomschip IBERIA voer in de geregelde vaart Rotterdam – St. Petersburg, terwijl het stoomschip CALEDONIA de dienst op Aberdeen en Middlesbrough onderhield. De stoomschepen BATAVIER IV en BATAVIER V voeren, met de aan de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij toebehorende stoomschepen BATAVIER I, BATAVIER II en BATAVIER III op Londen en de BATAVIER VI op Hamburg. In de loop van 1905 werd aan de firma Rijkee & Co alhier de bouw opgedragen van een motortankschoener, groot 500 ton, voor het vervoer van petroleum van Hamburg naar Oostzee-havens. De bruto winst bedraagt NLG 529.806,61 (1904: NLG 449.486,61) Voorgesteld wordt om over 1905 een dividend van 7% (1904: ook 7%) uit te keren.

Afbeelding
Datum 14 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Keulen. 12 januari. Het van Londen via Rotterdam naar hier bestemde stoomschip RHENANIA is gisteren door storm nabij Worringen aan de grond gevaren. Men is met het lichten begonnen.

Afbeelding
Datum 18 oktober 1910
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 17 oktober. Het stoomschip HOLLANDER heeft de cilinderdeksel gebroken en wordt gesleept door het stoomschip RHENANIA.

Afbeelding
Datum 19 oktober 1910
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 18 oktober. Het stoomschip HOLLANDER (zie Avondblad 17 okt.) werd van Cherbourg tot Dungeness gesleept door het stoomschip RHENANIA. Deze sleep duurde 19 uren. In die tussentijd heeft de machinist de machine afgekoppeld en toen kon men van af Dungeness alleen met hogedruk cilinder de reis naar de Nieuwe Waterweg voortzetten.

Afbeelding
Datum 09 april 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Londen, 7 april. Volgens een telegram van het eiland Alderney (einde Eng. Kanaal) is het van Rotterdam naar Bilbao bestemde Nederlandse stoomschip RHENANIA op het eiland Berhou (west van Alderney) gestrand en waarschijnlijk zal dit stoomschip totaal wrak worden. De bemanning is gered. (De RHENANIA van Wm.H. Müller & Co’s Algemeene Scheepvaart Maatschappij te Rotterdam, in 1882 te Glasgow gebouwd, is groot bruto 1.277 en netto 1.098 reg. ton).

Afbeelding
Datum 09 april 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 8 april. Van andere zijde wordt gemeld, dat het stoomschip RHENANIA tijdens dichte mist op Noir Houmet strandde en wel ’s ochtends 03 uur 30 min. Uit de drie achterruimen wordt gelost. De twee voorruimen staan onder water. De mist klaarde om 07.30 uur voormiddag op.

Afbeelding
Datum 09 april 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 8 april. Uit Alderney wordt van twee kanten gemeld, dat er koeien die aan boord waren van het stoomschip RHENANIA zijn verdronken. Het ene bericht zegt, dat er 35 en het andere, dat er 29 van die dieren zijn omgekomen. De bergingswerkzaamheden worden voortgezet.

Afbeelding
Datum 09 april 1912
Krant NNO - Nieuwsblad van het Noorden
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Alderney, 7 april. Het Nederlandse stoomschip RHENANIA, van Rotterdam naar Bilbao bestemd, is tijdens dichte mist bij Berhou Island gestrand en zal waarschijnlijk totaal wrak worden. De equipage is gered. Uit drie achterruimen wordt gelost. De twee voorruimen staan onder water.

Afbeelding
Datum 13 april 1912
Krant NNO - Nieuwsblad van het Noorden
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 12 april. Volgens alhier ontvangen berichten, is het stoomschip RHENANIA nog dicht en wordt aanbevolen bergingsmateriaal te zenden ten einde te trachten het stoomschip weer af te brengen. Diensvolge zal de sleepboot ROTTERDAM met de nodige pompen naar de strandingsplaats vertrekken.

Afbeelding
Datum 22 april 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 22 april. Nadat er afgelopen vrijdag nog pogingen zijn gedaan om het Nederlandse stoomschip RHENANIA, dat ten westen van Alderney op het eiland Berhou is gestrand, vlot te slepen en nadat er nog gepompt is, heeft men het stoomschip zo als het daar ligt aan plaatselijke slopers aldaar verkocht.

Afbeelding
Datum 01 mei 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Rechtbank te Rotterdam. Hulp loon?
Voor de derde kamer werd gisteren in de volgende zaak gepleit. Het stoomschip RHENANIA, op weg van Bilbao naar Rotterdam, trof in het begin van Het Kanaal het stoomschip HOLLANDER aan, op weg van Bordeaux naar Rotterdam, dat stil lag met defecte machine. Daar voor de herstelling geruime tijd nodig zou zijn en de nacht begon te naderen, werd overeengekomen, dat de RHENANIA de HOLLANDER zou slepen. Dit geschiedde over een afstand van plm. 125 mijlen, tot in de nabijheid van Dover. In die tijd was de machine gerepareerd, zodat de HOLLANDER van daar met eigen kracht zijn reis voortzette, terwijl de RHENANIA te Dover moest binnenlopen, om haar sterk verminderde kolenvoorraad aan te vullen. Voor de RHENANIA werd nu als hulp loon geëist NLG 6.000, terwijl door de HOLLANDER als beloning voor verleende diensten, werd aangeboden NLG 2.500.
Mr. K.A. Rombach, voor eiser optredende, behandelt eerst de vraag, of hier al dan niet van hulp loon sprake kon zijn. Door gedaagde is beweerd, dat dit geen onderscheid maakt, daar het te betalen bedrag moet worden bepaald naar wat er gepresteerd is. Pleiter echter is van oordeel, dat er wel degelijk verschil bestaat, daar bij de bepaling van hulp loon een andere, een ruimere maatstaf wordt aangelegd. Deze regel is niet te vinden in een uitdrukkelijke wetsbepaling, doch spruit voort uit de gegevens, door de wet voor de berekening van het hulp loon opgesomd (spoed, tijd, gevaar, enz.). Dit is dan ook de algemene opvatting in onze jurisprudentie.
In gevallen van hulp loon wordt de hulp verleend onder abnormale omstandigheden, dat wil zeggen omstandigheden, waarbij hulp groter waarde heeft. De wetsbepalingen omtrent hulp loon dienen juist, om het verlenen van hulp meer wenselijk te maken. Anders zou ook een vrachtboot, als de RHENANIA, die hulp niet hebben verleend.
Pleiter komt thans tot de vereisten voor hulp loon: Dat het schip verkeerde in gevaar en dat het gebracht is naar een veilige plaats in zee. Dat de HOLLANDER inderdaad in gevaar verkeerde, tracht pleiter uit verschillende feiten aan te tonen. En wat betreft de veilige plaats: Het schip werd aangetroffen in hoge ruwe zee, en gesleept naar een beschut gedeelte, dicht bij veilige havens. Doch naar pleiters mening is dit de hoofdzaak: Het schip, dat werd gevonden met defecte machine, is gebracht in een toestand dat het weer met eigen kracht kon verder stomen. Pleiter is van oordeel, dat het brengen van een schip op een "veilige plaats in zee", (art. 581 Wetboek van Koophandel) hierin kan bestaan, dat men, het latende op dezelfde plek, het van onmanoeuvrabel maakt manoeuvrabel. De Rotterdamse rechtbank (2e kamer) gaf 3 januari jl. in beginsel deze beslissing. Doordat de HOLLANDER, gesleept wordende, zijn machine weer aan de gang kon krijgen, kwam zij op een veilige plaats.
Bovendien was de RHENANIA bereid, de HOLLANDER naar Dover te slepen, doch deze gaf er de voorkeur aan, met eigen kracht naar Rotterdam te varen; terwijl men zich vroeger achtte in gevaar, beschouwde men zich nu als veilig.
Pleiter meent dus, dat al de elementen voor hulp loon vaststaan en dat eiser dus het volste recht heeft dit te vorderen. Hij geeft tenslotte nog een opsomming van de gemaakte kosten, tijdverlies, enz.
Mr. H.J. Knottenbelt, voor gedaagde optreden, is van mening dat hier een hulp loon, zoals onze wet dat toestaat, geen sprake kan zijn, doch dat men in alle geval zich moet stellen op het standpunt, dat een dienst op zee verleend, ruim betaald moet worden: Een soort hulp loon dus in ruime zin, gebaseerd zelfs op de maatstaf, door onze wet voor hulp loon gesteld.
Over de feiten is men het eens, slechts over de juridische kwalificatie verschilt men. Pleiter acht deze van weinig belang, maar wil toch antwoorden op het zo juist omtrent "gevaar" en "veilige plaats" aangevoerde. Uit de feiten tracht hij aan te wijzen, dat een toestand van nood, zoals de wet die voor hulp loon eist, hier niet aanwezig was.
Hiervoor toch is nodig een zich in de onmiddellijke nabijheid bevindende gevaar. Men kan hulp van anderen nodig hebben, zonder dat men in gevaar verkeert. (Rechtbank Rotterdam 22 februari 1911). Ook had de HOLLANDER geen noodsignalen gegeven, slechts: "Ik kan niet manoeuvreren"
Wat betreft de "veilige plaats in zee": Dit geval kan in het enge kader van de wet niet gewrongen worden. De plaats waar de HOLLANDER gebracht werd, was niets veiliger dan die waar zij werd aangetroffen. Nu is gezegd: Een schip kan, op dezelfde plek blijvende, op een veilige plaats in zee gebracht worden: Slechts de toestand van het schip beslist. Doch dit is zeker niet de bedoeling van onze wet. Het aan boord brengen van een benodigd stuk materiaal zou dan al voldoende kunnen zijn! De enige verandering, die hier plaats vond, was, dat eerst de machine van de HOLLANDER niet werkte, later wel.
Pleiter is dus van oordeel, dat hier juridisch geen hulp loon verschuldigd is. Toch heeft gedaagde, billijkheidshalve, zijn aanbod naar de maatstaf van hulp loon berekend. Dat het inderdaad hoog genoeg is, tracht pleiter tenslotte door een opsomming van de door eiser gemaakte kosten aan te tonen. Na re- en dupliek bepaalde de rechtbank de uitspraak op donderdag 30 mei a.s. (opm: zie ook NRC 300512)

Afbeelding
Datum 18 mei 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. De Raad voor de Scheepvaart heeft heden een onderzoek ingesteld naar het vergaan op 9 april bij Alderney van het stoomschip RHENANIA van de firma Wm. Müller & Co. te Rotterdam, kapt. J.E. Vegter. Deze werd door de Raad gehoord.
Hij verklaarde, dat het zijn vierde reis was met de RHENANIA. Het schip was gebouwd in 1883 en mat bruto 1.227 en netto 787 ton. Het had 19 koppen bemanning aan boord, w.o. 2 stuurlieden en 2 machinisten. De officieren waren allen gediplomeerd. Er waren 3 kompassen aan boord, een op de bovenbrug, een in het stuurhuis en een achter. Ook was er een Thomson peiltoestel aan boord, een handlood, een reservelood en een blue-back.
Op 4 april was de RHENANIA van Rotterdam met een lading stukgoed en vee vertrokken met bestemming naar de Franse kust bij Spanje in de Golf van Biscaye. In het achterruim was ook enig ijzer geladen.
De kapitein wist niet of het Thomson stuurkompas gecompenseerd was, het kompasjournaal werd geregeld bijgehouden. Door een abuis van de stuurman is te laat opgemerkt, dat de deviatie op alle koersen dezelfde was.
De kapitein erkende, dat hij toen hij bij het uitzetten van de koersen niet in de lichtcirkel van Kaap La Hogue (opm: is Cap de La Hague) kwam, gelijk hij verwachtte, het lood niet gebruikt heeft.
De president merkte op dat hij dan zeker bemerkt zou hebben, dat hij teveel door de sterke stroom om de zuid werd gezet, te meer daar hij niet zeker was van zijn bestek.
Uit het verdere verhoor bleek, dat hij de nacht om de zuid werd gezet, te meer daar hij niet zeker was van zijn bestek.
Uit het verdere verhoor bleek, dat hij de nacht van de zevende om twee uur in een mistvlaag was geraakt, die spoedig weer optrok; een half uur later kwam de RHENANIA opnieuw in een mistbank; om 3 uur riep de uitkijk: "Land vooruit", maar het was te laat, het schip liep met volle kracht op de rotsen bij Alderney, waar het tot de 22e bleef zitten. Daarna is het afgezakt en gezonken; de opvarenden hebben zich in de boten gered.
Nog verklaarde de kapitein, dat hij kort voor de stranding de lichten van een ander schip had gezien, wat hem gesterkt had in zijn vertrouwen, dat hij de goede koers had gevolgd. De volgende dag heeft hij nog enige andere schepen gezien.
Aanmerking werd hem erop gemaakt, dat hij in de mist te snel gevaren had. In verband hiermee werd voorlezing gedaan van een schriftelijke verklaring van een Engelse loods, dat stroom en tij in deze buurt zó sterk zijn, dat men volle kracht moet stomen om koers te behouden. De kapitein legde voorts nog over een verklaring van de burgemeester van Alderney, dat er in de laatste jaren op dit punt vele schepen vergaan zijn en dat er nu een vuurtoren met zeer sterk licht zal gebouwd worden.
De eerste stuurman, de heer J. Zimmerman, vervolgens gehoord, verklaarde dat hij toen ’s avonds 8 uur op de brug kwam, het licht van Catherine’s Point nog zag. Met dit licht en dat van Barfleur had hij een kruispeiling genomen. Tot 12 uur werden geen lichten waargenomen, behalve van passerende schepen. Getuige heeft Kaap La Hogue niet gezien. Om 12 uur, toen getuige de brug verliet, was het helder weer.
De derde stuurman, J.B.A. Lamette, verklaart om 12 uur de wacht te hebben overgenomen. Als koers werd hem overgegeven WZW ½ W. Hij had speciale opdracht om te letten op het licht van Kaap La Hogue, maar heeft dat niet gezien, evenmin dat van Casquette. Getuige meende buiten de lichtcirkel van deze vuren te zijn.
Tenslotte werd nog gehoord de matroos J.C. Mooyman, die de wacht had.
De Raad zal later uitspraak doen.

Afbeelding
Datum 29 mei 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. Voorts deed de Raad uitspraak inzake het vergaan bij Alderney van het stoomschip RHENANIA, van de firma W.H. Müller & Co. te Rotterdam, gezagvoerder J.E. Vegter te Onstwedde.
De Raad is tot de slotsom gekomen, dat de schipbreuk van het stoomschip RHENANIA is veroorzaakt, doordat de vuren ten gevolge van over het land hangende mist verduisterd waren en aan boord van de RHENANIA niet zijn gezien.
Dientengevolge is niet bemerkt, dat het schip uit zijn koers geraakte, en dat de sterke stroom het schip, dat slechts weinig vaart had, naar de klippen toedreef.
De Raad is van oordeel, dat op de wijze, waarop het schip door de gezagvoerder J.E. Vegter is bestuurd, geen aanmerking valt te maken.

Afbeelding
Datum 30 mei 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Rechtbank te Rotterdam. – Hulp loon ?
Heden heeft de rechtbank uitspraak gedaan in de zaak, waarvan de pleidooien door mrs. K.A. Rombach en H.J. Knottenbelt zijn opgenomen in het Avondblad D van 1 dezer.
Het stoomschip RHENANIA, op weg van Bilbao naar Rotterdam, trof in het begin van Het Kanaal het stoomschip HOLLANDER aan, op weg van Bordeaux naar Rotterdam, dat stil lag met defecte machine. Daar voor de herstelling geruime tijd nodig zou zijn en de nacht begon te naderen, werd overeengekomen, dat de RHENANIA de HOLLANDER zou slepen. Dit geschiedde over een afstand van plm. 125 mijlen, tot in de nabijheid van Dover. In die tijd was de machine hersteld, zodat de HOLLANDER van daar met eigen kracht zijn reis voortzette, terwijl de RHENANIA te Dover moest binnenlopen om haar kolenvoorraad aan te vullen.
Voor de RHENANIA werd geëist hulp loon en wel NLG 6.000, terwijl voor de HOLLANDER werd ontkend, dat hier hulp loon zou verschuldigd zijn, doch werd aangeboden, als een voor de verleende diensten ruim voldoende beloning NLG 2.500.
De rechtbank besliste, dat hier hulp loon moet worden betaald; dat toch de HOLLANDER, toen zij door de RHENANIA werd aangetroffen, niet kon manoeuvreren of stomen en dat wel op een woelige zee, bij dalende barometer en weldra naderende nacht; dat dus de HOLLANDER toen verkeerde in een toestand van nood en daarmee voldeed aan de omschrijving van art. 580 Wetboek van Koophandel; dat ten gevolge van het slepen de schroef van de HOLLANDER weer is gaan werken en dat het schip, dat eerst verkeerde in nood, is gebracht op een plaats, vanwaar het zelfstandig de reis kon voortzetten; dat het dus wel niet volgens de letterlijke woorden van art. 561 Wetboek van Koophandel is gebracht "in een veilige plaats op zee of in een behouden haven", maar dat toch hebben plaats gehad handelingen, waardoor het schip uit een toestand van nood is gered.
De rechtbank besliste voorts dat, in aanmerking genomen de tijd, het getal van de behulpzame personen, de aard van de dienst, enz., alle feiten waaromtrent tussen partijen geen verschil bestaat, terwijl het slepen voor de RHENANIA wel bijzondere moeilijkheden doch geen bepaald gevaar had opgeleverd, een hulp loon van NLG 2.500 hier voldoende geacht moest worden. (opm: zie ook NRC 010512)

Afbeelding