Inloggen
REIJNST - ID 5442


Kroniekberichten

Datum 02 januari 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Schepen in aanbouw op 1 januari 1890:
Bij de Koninklijke Fabriek van Stoom- en Andere Werktuigen te Amsterdam:
Stoomschip PRINS WILLEM II, voor de Koninklijke West Indische Maildienst alhier, lang over alles 264 Engelse voet, breed 36 Engelse voet, hol 23 Engelse voet, bruto inhoud 1700 ton, ipk 1250.
De stoomschepen REIJNST, VAN GOENS en SPEELMAN, voor de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij alhier, lang over alles 220 Engelse voet, breed over alles 30'10" voet, hol 15.9 Engelse voet, bruto inhoud 1089 ton, ipk 700.
Raderstoomboot FRIESLAND voor de stoombootveerdienst Enkhuizen – Stavoren, lengte 53.20 m, bruto inhoud 220 ton, ipk 450.
Zr.Ms. pantserdekkorvet SUMATRA, voor de Indische Militaire Marine, lengte over alles 70 m, breedte 11.25 m, holte 6.70 m, waterverplaatsing 1708 m³, ipk 3750.
Zr.Ms. ramschip REINIER CLAESZEN, voor de Koninklijke Ned. Marine, lengte 70 m, breedte 13.50 m, holte 5.05 m, waterverplaatsing 2490 m³, ipk 2400.
Zr.Ms. pantserdektorenschip PRINSES WILHELMINA DER NEDERLANDEN, voor de Koninklijke Nederlandse Marine, lengte 100 m, breedte 14.90 m, holte 8.93 m, waterverplaatsing 4600 m³, ipk 5900.
Bij de heren Huijgens & Van Gelder te Amsterdam:
Het stoomschip CAMPHUIJS voor de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij.
Het stoomschip OBERON voor de Koninklijke Nederlandsch Stoomboot Maatschappij.
Bij de heer F.F. Groen te Amsterdam:
Een stalen zeilschip voor de grote vaart, groot ongeveer 2100 ton draagvermogen, voor rekening van de bouwmeester.
Bij de heren Rijkee & Co. te Katendrecht:
Een stalen zeilschip (opm: bark), groot plm. 1150 reg. tonnen, voor rekening van een rederij onder boekhouderschap van de heer J. Vroege te Alblasserdam.
Bij de Maatschappij De Maas te Rotterdam:
De stoomschepen SWAARDECROON en REINIERSZ, beide groot plm. 800 ton, voor rekening van de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij.
Bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen:
No. 10 en No. 13 loodsschoeners voor het Nederlands Loodswezen. De stoomschepen BOTH, REAEL en COEN, alle groot 1590 ton met 1000 ipk, voor rekening van de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij.
(opm: de lijst is incompleet)

Afbeelding
Datum 13 juli 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Nieuwediep, 12 juli. Heden is van hier vertrokken het stoomschip REIJNST, naar IJmuiden, na gehouden mijlproeftocht.

Afbeelding
Datum 13 augustus 1890
Krant JB - Javabode

Het nieuwe stoomschip REIJNST is de 12e augustus van Amsterdam naar Batavia vertrokken.

Afbeelding
Datum 15 augustus 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Dover, 13 augustus. Het stoomschip REIJNST van Amsterdam naar Batavia is ter rede geankerd met defecte voedingspijp.

Afbeelding
Datum 16 augustus 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 15 augustus. Volgens door ons ontvangen telegram uit Londen, is het stoomschip REIJNST, van Amsterdam naar Batavia, 15 augustus van Dover vertrokken na volbrachte reparatie.

Afbeelding
Datum 19 augustus 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 18 augustus. Volgens ontvangen telegram uit Londen is het stoomschip REIJNST, van Amsterdam naar Batavia, met enige lichte machineschade te Southampton binnengelopen.

Afbeelding
Datum 04 februari 1891
Krant JB - Javabode
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 4 februari. Het stoomschip REIJNST van de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij vertrok van Makassar op dienst nr. 10 ( naar Kendari-baai) op de 17e januari en had volgens dienstregeling de 1e februari te Makassar terug moeten zijn. De 31 januari ontving de directie te Batavia echter een telegram van Makassar dat volgens rapport van de assistent-resident van Balangnipa aan de gouverneur van Celebes de REIJNST 29 januari nog niet daar terug was, hetgeen blijkbaar aan enig ongeval moet worden toegeschreven, weshalve het stoomschip KARANG van de Paketvaart onmiddellijk alhier werd gereed gemaakt en zondagochtend direct naar Makassar stoomde om, indien bij aankomst aldaar nog geen nader bericht zou zijn ontvangen, de REIJNST te gaan opzoeken.

Afbeelding
Datum 07 februari 1891
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 5 februari. Volgens te Londen uit Macasser ontvangen bericht is het stoomschip REIJNST der Koninklijke Paketvaart-Maatschappij reeds lang over de gewone tijd.

Afbeelding
Datum 11 februari 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 10 februari. Volgens door ons uit Londen ontvangen telegram is het stoomschip REIJNST van de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij, van Macassar naar Kindari, op Kamaena gestrand en totaal verloren. (opm: zie JB 110291 en overige berichten)

Afbeelding
Datum 11 februari 1891
Krant JB - Javabode
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Batavia, 11 februari. Volgens een door de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij van Makassar ontvangen telegram is het stoomschip REIJNST door het stoomschip KARANG verlaten en vol water gevonden op de reven ZZW van Sogari (opm: Pulau Sogori, 5º21’ Z.B. 121º45’ O.L.) bij Boeton (opm: Buton) (oostelijke ingang Golf van Bone). De opvarenden zijn gered en aangetroffen op Buton, waar ook de schipbreukelingen van het Duitse schip BURNS (opm: waarschijnlijk de Duitse bark I.C. WARNS (opm: J.C. WARNS), kapt. Morschlodt, zie NRC 130291) waren. Het ongeval van de REIJNST had plaats op de morgen van de 22e januari op de reis naar Kendari.

Afbeelding
Datum 15 februari 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Batavia, 12 februari. Het bij Kambina gestrande stoomschip REIJNST (opm: zie PGC 120291) zit geheel onder water met hoog tij. Het zal in publieke veiling worden verkocht.

Afbeelding
Datum 26 februari 1891
Krant JB - Javabode
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Uit de beste bron put de Celebes Courant nog de volgende bijzonderheden omtrent het vergaan van de REIJNST. Na onder gunstige omstandigheden het traject van Makassar naar Paloppo te hebben afgelegd, op welke laatste plaats zij donderdag de 22e januari des voormiddags te 8 uur arriveerde, lichtte de REIJNST wederom het anker om haar reis voort te zetten. De lucht was bewolkt, terwijl zich een stijve koelte deed gevoelen. Te 2 uur doemde het hoogland van Poeloe Kabaëna op, doch het werd steeds donkerder en donkerder, waardoor het uitzicht zeer belemmerd werd. Te 3 uur bespeurde de wachthebbende officier branding in de richting van oost-zuidoost, en rapporteerde dit aan de gezagvoerder. Het roer werd aan bakboord gelegd, doch kort daarop was een schok een maar al te duidelijk teken dat het schip gestoten had. Terstond werd de machine gestopt en na peiling van de pompen bleek dat deze lens waren. Wegens hoge zee en het dwars invallen van de wind was het uitbrengen van het werpanker ondoenlijk, waarom beproefd werd om door met volle kracht achteruit te slaan de boot weer vlot te krijgen. Te 4.50 uur was het water in het kolenhok gedrongen en nu was het raadzaam de machine weer te stoppen, daar het water èn in het kolenhok èn in de stookplaats zo onrustbarend snel steeg, dat het weer vlot raken van de boot gevaar op zou leveren voor zinken. Reeds een kwartier na het indringen van het water, had dit het vuur uitgedoofd, terwijl inmiddels het schip al meer en meer door de zee het rif was opgestuwd. Bij het aanbreken van de dag kwam men tot de ontdekking, dat de boot geheel door zand en stenen was omgeven. Men begon nu de noodzakelijkheid in de te zien van het nemen van reddingsmaatregelen; provisie werd aan dek gehaald om in de sloepen geladen te worden; vaten en alles bovendeks wat maar hiertoe geschikt was, werd met drinkwater gevuld. De boten en de stoombarkas werden in gereedheid gebracht, want men was tot het besluit gekomen om voor Boeton en Kantari bestemde passagiers per barkas en een sloep naar eerstbedoelde plaats over te brengen. Nadat de barkas van een voldoende voorraad steenkolen, proviand en drinkwater voorzien was, werd onder commando van de 2e officier W.J. Pet en met de 2e machinist J.C. de Haan, de aspirant-machinist F.L. Gemmeken, de gouvernementsloods Sakim, de djoeroemoedi (opm: jeremudi = stuurman) Sadio, de volkskok Sidin, de jongen Saniman, het gehele inlandse machine-personeel, 1 Europese korporaal, 3 inlandse passagiers voor Boeton en 7 dito voor Kandari, benevens de postpakketten aan boord, koers gezet naar Boeton. De 2e officier kreeg de last mede om aan wal te blijven, ten einde het opzicht te houden over de inlandse bemanning, en de barkas zo spoedig mogelijk terug te zenden onder commando van de loods Sakim. Overdag was het mooi weer en woei er een lichte westelijke koelte. Daar het water niet alleen in het groot- en in het achterruim gedrongen was, maar ook in de stookplaats en de machinekamer reeds op gelijke hoogte stond als buitenboord, werden uit het ruim en de pakketkamer 5 colli opium en zoveel mogelijk mondvoorraad te voorschijn gehaald. Tegen de avond liet men beide ankers vallen, ten einde gedurende de nacht bij hoogtij niet van het rif te worden afgespoeld. De giek van de whale-boot werd opgehesen, terwijl de twee andere sloepen goed vastgesteld en de wachten uitgezet werden. Door het openslaan van de verschansingspoorten van het kuildek, werd dit geheel overstroomd; thans sloeg de zee in de ruimen, de machinekamer enz, en drong weldra ook de salon en de hutten binnen. Te half drie werkte het schip zo hevig en kreeg dermate slagzij, dat het water aan stuurboord tot op het kolendek kwam en de zeeën over het bovendek sloegen. Men oordeelde het nu raadzaam de sloepen in gereedheid te houden. De toestand werd eindelijk onhoudbaar; de boot moest verlaten worden. Scheepspapieren, journaal en geldswaardige papieren werden in veiligheid gebracht en men begaf zich in de sloepen; in de whale-boot voerde de gezagvoerder het bevel, in de werkboot de 1e officier en in de laadboot de serang (opm: bootsman), terwijl de overige equipage over die drie sloepen werd verdeeld. Na over het rif geroeid en, buiten dit gekomen, de drie boten met sleeplijnen aan elkaar verbonden te hebben, werden zeilen gezet in de whale- en de werkboot, die de laadboot op sleeptouw namen. Tegen de avond stak er een steeds aanwakkerende westelijke koelte op en begon een sterke deining. In het gezicht van Poeloe Talaga had de voortdurend in kracht toenemende bries de deining in hoge zee doen veranderen, zodat de sloepen in haar vaart zeer bemoeilijkt werden en de voorste boot zich ten laatste te 9 uur van de andere twee moest losmaken; met gereefd zeil bleef zij echter in de nabijheid. Een kwartier daarna brak de vanglijn van de laadboot en was deze zo goed als aan haar lot overgelaten. De zee stond zo hoog, dat zij onmogelijk genaderd kon worden. De laadboot met een noodzeiltje op en de twee andere sloepen al roeiende en met klein zeil, trachtte men zoveel mogelijk in elkanders nabijheid te blijven en stuurde men tussen de Talaga-eilanden en Kabaëna door. Allengskens begon gelukkig de wind te gaan liggen en nam de hoge zee en vervolgens de deining al meer en meer af en te 4 uur was het doodstil. Te 7 uur evenwel stak de wind opnieuw op, vergezeld van regen. Niet lang daarna kreeg men land en te 9 uur de van Boeton terugkerende stoombarkas in het zicht. Deze nam de drie sloepen op sleeptouw naar Boeton en te 2 uur mocht men eindelijk gelukkig de veilige haven bereiken. De barkas en de boten werden voor anker gebracht en de schipbreukelingen namen hun intrek bij de detachements commandant. Wat er verder gebeurde is reeds bekend.

Afbeelding
Datum 06 maart 1891
Krant JB - Javabode
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Advertentie. Verkoping van het wrak van het stoomschip REIJNST (opm: zie o.a. PGC 120291) van de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij.
Op de 18e maart 1891 zal door de heren Moraux & Co, te Makassar in de Passerstraat aldaar voor rekening van belanghebbenden worden verkocht het wrak van het in 1890 gebouwd ijzeren schroefstoomschip REIJNST, liggende of niet liggende op een rif op zes Engelse mijlen zuid zuid west van Sogori nabij het eiland Kabaëna, zomede de zich daarin al of niet bevindende lading en inventaris.

Afbeelding
Datum 18 maart 1891
Krant JB - Javabode
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Advertentie. Op onze toko vendutie van vrijdag 20 dezer zullen wij verkopen: de geredde inventaris van het gestrande stoomschip REIJNST, waaronder 3 sloepen, 1 vlet, 1 stoombarkas en 2 laadboten, allen liggende in de rivier vóór ons commissiehuis; verder zeilen, meubels, bol- en seinlantaarns, bootsankers, lange riemen, bootswatervaatjes, kaarten, enz, enz.
John Pryce & Co

Afbeelding
Datum 18 maart 1891
Krant JB - Javabode
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Macasser, 18 maart. Het wrak van het stoomschip REIJNST is met de lading en de inventaris heden op publieke vendutie voor 75 centen verkocht.

Afbeelding