Inloggen
OLANDA - ID 4839


Kroniekberichten

Datum 25 augustus 1899
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Rotterdam, 23 augustus. Te West-Hartlepool werd gisteren van de werf der firma William Gray & Co met goed gevolg te water gelaten het s.s. OLANDA, gebouwd voor rekening van de Scheepvaart- en Steenkolen-Maatschappij, in het bijzijn van de heer Victor R. Los, directeur van bovengenoemde Maatschappij. (opm: na oplevering op 4 oktober van Newcastle voor haar eerste reis vertrokken naar Genua)

Afbeelding
Datum 12 januari 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 11 januari. Het Nederlandse stoomschip OLANDA is heden van Bilbao naar hier vertrokken.

Afbeelding
Datum 17 september 1901
Krant DS - Dagblad Scheepvaart
Type bericht Verkoop schepen

De Nederlandsche stoomschepen OLANDA en GELDERLAND zijn voor NLG 599000 verkocht aan de Stoomvaart Maatschappij Nederlandsche Lloyd te Rotterdam.

Afbeelding
Datum 16 september 1903
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 15 september. Aan boord van het Nederlandse stoomschip OLANDA, van Newcastle naar Genua, heden te Plymouth aangekomen, heeft een ontploffing plaats gehad in ruim IV, waardoor enkelen der equipage werden gekwetst. Het schip leed ogenschijnlijk geen schade doch zal worden nagezien.

Afbeelding
Datum 17 september 1903
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Plymouth, 15 september. Het stoomschip OLANDA heeft heden de reis naar Genua voortgezet.

Afbeelding
Datum 03 november 1903
Krant DS - Dagblad Scheepvaart
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Algiers, 2 november. Het Nederlandse stoomschip OLANDA is hedenavond hier aangekomen met 16 geredde opvarenden van het Engelse schip LOCH MAREE. Het Engelse schip was geladen met tarwe en gerst onderweg van Taganrog naar Hamburg en is 31 oktober gekapseisd ter hoogte van Kaap Serrat. Daarbij zijn de kapitein en 8 andere opvarenden omgekomen.

Afbeelding
Datum 31 december 1904
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Snelle lossing. Rotterdam, 30 december. Het Nederlandse stoomschip OLANDA van de Scheepvaart- en Steenkolen-Maatschappij alhier, arriveerde donderdag 22 december, des namiddags 5 uur, met een volle lading ijzererts van Nicolajeff te Tyne Dock (waar de maatschappij haar eigen kantoren heeft) en verliet dit dok weder des zondagsmorgens 4 uur, na eerst nog 800 ton bunkerkolen ingenomen te hebben. Volgens Engelse bladen is, voor dit soort lading, deze lossing de grootste record-verbetering.

Afbeelding
Datum 02 juni 1905
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Björneborg, 26 mei. Het Nederlandse stoomschip OLANDA, gedeeltelijk geladen met hout, geraakte bij het binnenkomen van de haven van Kaskö aan de grond doch kwam weder vlot en te Kaskö aan. Bij duikeronderzoek bleek, dat er twee kleine insneden in de bodem van het schip waren en dat de uiteinden van de schroefbladen licht beschadigd waren. Het heeft een certificaat van zeewaardigheid bekomen om de lading voor Rotterdam te completeren.

Afbeelding
Datum 05 december 1908
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 4 december. Het hedenmiddag vertrekkende Nederlandse s.s. OLANDA is bij de Petroleumhaven in aanvaring gekomen met het van St. Petersburg komende s.s. NEUMUNSTER, waarbij laatstgenoemd stoomschip zo ernstig beschadigd werd aan de voorsteven, dat de voorpiek vol water liep; het schip is op de waterdichte schotten blijven drijven. De OLANDA heeft eveneens grote schade aan de voorsteven. De NEUMUNSTER zal aan Wilton’s werf repareren.

Afbeelding
Datum 10 december 1908
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 9 december. Het stoomschip OLANDA, dat na de aanvaring met het stoomschip NEUMUNSTER bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij wordt gerepareerd, is reeds zo ver hersteld, dat het a.s. maandag de werf zal kunnen verlaten.

Afbeelding
Datum 17 augustus 1910
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 10 augustus. Het stoomschip OLANDA, 13 augustus van Hull vertrokken, is nabij Hull aan de grond geraakt, doch kwam na het leegpompen van de ballasttanks weer vlot.

Afbeelding
Datum 20 januari 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 20 januari. Volgens een telegram uit Hull is het van Newcastle on Tyne naar Catania bestemde Nederlandse stoomschip OLANDA aldaar binnengelopen en aldaar met ernstige aanvaringschade in het dok gegaan. De OLANDA is met een onbekend gebleven Frans stoomschip, dat de reis voortzette, in aanvaring geweest.
Verder vernemen wij dat de OLANDA nog niet in een droogdok is opgenomen, doch in het Alexandra Dock ligt, wachtend op de expert, die een onderzoek moet instellen. De expert vertrekt hedenavond van hier naar Hull.

Afbeelding
Datum 22 januari 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Hull, 20 januari. De steven en boegen van het stoomschip OLANDA zijn zwaar beschadigd. De voorpiek staat vol water. Het Franse stoomschip ANTOINETTE waarmee de OLANDA in aanvaring is geweest, was van Duinkerken naar de Tyne bestemd. Laatstgenoemd stoomschip zette de reis naar de Tyne voort.

Afbeelding
Datum 23 januari 1912
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Hull, 20 januari. Het Nederlandse stoomschip OLANDA, van Shields naar Catania, is hier gedokt met zware schade aan steven en boeg en de voorpiek vol water, zijnde gisteravond 11.30 uur op 30 mijlen van Spurn in aanvaring geweest met een Frans stoomschip van Duinkerken naar de Tyne bestemd, dat de reis voortzette.

Afbeelding
Datum 24 januari 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 24 januari. Het onderzoek van het te Hull liggende stoomschip OLANDA is nog in gang. Hoogstwaarschijnlijk wordt het stoomschip daar voorlopig en alhier afdoende gerepareerd.

Afbeelding
Datum 25 januari 1912
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad

Het is thans gebleken, dat het stoomschip OLANDA, met belangrijke schade te Hull binnen, in aanvaring is geweest met het Franse stoomschip ARTHUR CAPEL. (Dit is een stoomschip groot bruto 1.039 en netto 449 register ton. Het werd het vorig jaar op de Seine gebouwd).
(opm: zie ook NRC 200112, NRC 220112 en 240112 en het RN 230112)

Afbeelding
Datum 21 februari 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. De Raad voor de Scheepvaart heeft gisteren een onderzoek ingesteld naar de aanvaring op 19 januari in de Noordzee van het stoomschip OLANDA, kapt. B. Sandersfeld, rederij Stoomvaart Maatschappij Nederlandsche Lloyd te Rotterdam en het Franse stoomschip ARTHUR CAPELLE.
De kapitein verklaarde, dat de laatste haven die hij had aangedaan, Newcastle was, waar hij steenkolen had geladen voor Catania. Wanneer hij niet op de brug is, is de staande order, dat hij geroepen moet worden, zodra het mistig wordt, de wind opsteekt of er wal in zicht komt. Op de Noordzee is de kapitein altijd in de kaartenkamer onder de brug geweest; de tweede stuurman, Van Keulen had toen de wacht. Deze heeft zijn diploma voor derde stuurman en verstaat zijn vak goed. Als de wachthebbende stuurman een schip met kruisende koers ziet, behoeft hij de kapitein niet te waarschuwen.
In het journaal staat, dat stuurman Van Keulen eerst een toplicht recht vooruit zag, daarna ook een groen vuur en eerst naderhand, met de kijker, ook nog een rood licht. Volgens de scheepsverklaring, afgelegd voor de consul te Hull, werd tegelijk met het groene vuur ook het rode gezien. De kapitein werd gewezen op het ernstige verschil tussen beide lezingen. Zoals het in het journaal opgetekend staat, merkte de president op, is het ongunstig voor de OLANDA.
De kapitein antwoordde, dat de stuurman onmiddellijk na de aanvaring een beroerte heeft gekregen en daarin 4 uur is blijven liggen. Eerst daarna gelukte het, iets uit hem te krijgen. Het netjournaal is uit de gegevens van stuurman Van Keulen, de uitkijk en de roerganger, eerst te Hull opgemaakt.
De kapitein deelde verder mee, dat hij, in de kaartenkamer liggend, plotseling een stoot op de fluit heeft gehoord. Hij is toen naar de brug gegaan en heeft de telegraaf op volle kracht achteruit gezet. De ARTHUR CAPELLE heeft 9 streken bakboord gedraaid, waarop de OLANDA haar met een hoek van 70 graden stuurboord aanvoer. Van de ARTHUR CAPELLE zijn geen fluitseinen gehoord. De voorpiek van de OLANDA stond binnen 10 minuten vol water; er werd naar Hull terug gestoomd en daar scheepsverklaring afgelegd. Getuige neemt aan, dat op de ARTHUR CAPELLE geen stuurman op de brug is geweest en dat er daardoor verkeerd roer is gegeven.
Gehoord werd vervolgens de matroos J.H. Hofman, die uitkijk had op de bak. Deze verklaart dat hij eerst een wit licht recht vooruit heeft gezien en dit ook heeft uitgezongen. Het witte licht verdaagde aan bakboord, dus de OLANDA week stuurboord. Vervolgens werd ook groen vuur gezien; een ander vuur heeft getuige niet gezien. Kort vóór de aanvaring is op de brug een stoot op de fluit gegeven. De kapitein voegde daarop aan zijn verklaring toe, dat de consul de scheepsverklaring niet anders heeft willen opmaken dan geschied is. De 2e stuurman verklaarde 4 uur na de aanvaring de kapitein hetzelfde als uitkijk en roerganger; eerst voor de consul zei hij ook rood vuur te hebben gezien. De consul wilde niet van iedereen maar een aparte verklaring opmaken; hij zei dat ieder slechts beëdigde wat hij zelf verklaard had.
De roerganger verklaarde daarna evenals de vorige getuige. Hij heeft eerst bezwaar gemaakt om de scheepsverklaring, zoals die door de consul was opgemaakt, te beëdigen, maar erin berust toen hem te kennen was gegeven, dat hij alleen beëdigde voor zover zijn eigen verklaringen betrof.
Ten slotte werd gehoord de 2e stuurman C. van Keulen. Hem werd te kennen gegeven, dat het onderzoek ook zou lopen over de vraag, of het ongeval aan een daad of nalatigheid zijnerzijds te wijten is. Hij verklaarde daarna, dat hij eerst een topvuur recht vooruit heeft gezien, hetwelk enige ogenblikken later door de uitkijk op de bak werd uitgezongen. Gedurende 3 minuten heeft hij daarna koers gehouden, waarna hij van de ARTHUR CAPELLE beide boordlichten heeft gezien. Toen gaf hij stuurboord roer nieuw commando. Het andere schip bleef in dezelfde positie. Er is 11/2 streek van de oorspronkelijke koers afgeweken. Een fluitsein heeft getuige niet gegeven. Kort daarna verdween rood en bleef groen van de tegenligger, waaruit viel af te leiden, dat deze bakboord uithaalde. Getuige gaf toen een attentie sein. Getuige houdt vol, dat hij steeds de kapitein gezegd heeft beide boordlichten, dus groen en rood, van de ARTHUR CAPELLE gezien te hebben. Dit ontkent de kapitein. De stuurman werd er daarop op gewezen, dat de kapitein zichzelf belast door het in het journaal te laten zetten zoals het erin staat. De stuurman blijft erbij en zegt dat hij geweken heeft juist omdat hij rood heeft gezien.
Ten slotte herinnert de kapitein zich, dat Van Keulen, toen het journaal, dat hij niet gezien heeft, reeds ingevuld was, in zijn, getuige's tegenwoordigheid aan de expert van assuradeuren verklaard heeft het rode vuur te hebben gezien tegelijk met het groene.
De stuurman merkt nog in verband met de nabijheid van het land op, dat beide schepen recht tegen elkaar in gelegen moeten hebben en dus elkanders beide boordlichten gezien moeten hebben. Beide schepen hadden een toplicht. Het onderzoek werd daarna voor gesloten verklaard en de uitspraak op later bepaald.

Afbeelding
Datum 28 februari 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. Inzake de aanvaring tussen het stoomschip OLANDA, van de Scheepvaart Maatschappij Nederlandsche Lloyd te Rotterdam, kapt. B. Sandersfeld en het Franse zeilschip ARTHUR CAPELLE, bij het Buiten-Elbe-vuurschip, besliste de Raad, dat de voorstelling van de feiten in het journaal juist is. Het is aannemelijk, dat de kapitein in strijd met de waarheid iets in het journaal zou hebben gezet, dat in zijn nadeel is. Of de schuld van de aanvaring aan de zijde van de OLANDA of van de ATHUR CAPELLE heeft gelegen, is niet uit te maken, omdat de Raad niet bekend is, wat er aan boord van laatstgenoemd schip gedaan is.
Het onderzoek heeft ook gelopen over de vraag, of de aanvaring ook is te wijten aan een daad of nalatigheid van de 2e stuurman Van Keulen. De Raad zal in verband met bovengenoemde omstandigheid op hem geen tuchtmaatregel toepassen, hoewel gebleken is, dat hij geenszins op de hoogte is van de voorschriften ter voorkoming van aanvaringen op zee. De wijze, waarop hij deze heeft toegepast, geven althans blijk van grote onervarenheid.

Afbeelding
Datum 03 juli 1913
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 3 juli. Men seint ons uit Londen: Het Nederlandse stoomschip OLANDA is te Immingham door aanvaring beschadigd.
Nader vernemen wij dat de OLANDA in aanvaring is geweest met een sleepboot van de Great Central en dat er van de schroef van de OLANDA een stuk, groot 26 duim is afgeslagen.

Afbeelding
Datum 04 juli 1913
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Grimsby, 3 juli. Het stoomschip OLANDA werd te Immingham bij het binnenkomen aangevaren door een sleepboot en bekwam schade aan de schroef en aan platen aan de achtersteven.

Afbeelding
Datum 04 oktober 1913
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 4 oktober. Men seint ons uit Hamburg: Het van Hull komende Nederlandse stoomschip OLANDA is op de Beneden Elbe op het Osterrif gevaren en blijven zitten. De pogingen om het stoomschip vlot te brengen zijn mislukt.

Afbeelding
Datum 07 oktober 1913
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 7 oktober. Men seint ons uit Hamburg dat het stoomschip OLANDA onderzocht en naar zee is vertrokken. Nader vernemen wij dat de OLANDA onbeschadigd is bevonden en naar de Humber is vertrokken.

Afbeelding
Datum 05 november 1913
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 4 oktober. Uit Hamburg werd ons geseind dat het Nederlandse stoomschip OLANDA door 3 sleepboten werd vlot gesleept en naar Hamburg opstoomde. De rederij deelde ons mee dat de OLANDA om 5.25 namiddag vlot kwam. Uit Londen werd ons geseind dat er geen schade aan de OLANDA was.

Afbeelding
Datum 08 april 1914
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 7 april. Het stoomschip OLANDA was zaterdag nabij Brockdorf in aanvaring met het in ballast van Gent komende Engelse stoomschip GREYSTOKE CASTLE, dat enige schade aan stuurboord boven de waterlijn bekwam en heden van Hamburg te Antwerpen is aangekomen.

Afbeelding
Datum 20 juni 1914
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 18 juni. Volgens telegram uit Rouaan (opm: Rouen) is het van Rotterdam komende Nederlandse stoomschip OLANDA aldaar op de rivier, nabij Berville, door mist aan de grond geraakt. Assistentie is ter plaatse. Later bericht. Het stoomschip OLANDA is zonder assistentie en ogenschijnlijk zonder schade weer vlot gekomen en zette de reis naar Rouaan voort.

Afbeelding
Datum 28 oktober 1914
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 27 oktober. Het Nederlandse stoomschip OLANDA is gistermiddag van Cardiff op de rede van Nieuwediep aangekomen en vertrekt naar de oorlogshaven aldaar om de lading steenkool te lossen.

Afbeelding
Datum 03 november 1914
Krant AH - Algemeen Handelsblad

Graanladingen voor Nederland.
Ook het Nederlandse stoomschip OLANDA is door de Regering gecharterd voor het vervoer van mais van Buenos Aires naar Nederland.

Afbeelding
Datum 08 mei 1915
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. – OLANDA - Op een mijn gelopen.
De Raad stelde daarop een onderzoek in, betreffende het vergaan van het stoomschip OLANDA op 18 april door het stoten op een mijn in de Noordzee. Gezagvoerder was J. Piscaer. Rederij Nederlandsche Lloyd te Rotterdam. De 1e machinist P.G. Weber deelde mee, dat er drie man in de machinekamer waren, toen de ontploffing plaats had. Dezen gingen dadelijk naar boven en weldra was ieder in de boten. Toen de machinist later terugkeerde, bleek hem, dat er een halve voet water in de stookplaats stond; er was nog 80 pond stoom. Op de stookplaats was te veel water, om de vuren te bedienen. De mijnontploffing had plaats 50 mijl uit de wal. Een trawler bracht allen naar Grimsby.
Men had het machinekamerpersoneel niet gevraagd, om de machines te bedienen. Na drie kwartier stond er 160 ton water in het schip. Door de naden en de schermen van ruim 2 kwam water in de stookplaats en bunker. Stoken was onmogelijk. Hoewel het schip achter geladen was, zonk de kop terstond. Na schorsing deelde de voorzitter mee, dat het verdere onderzoek zou lopen over de vraag, of de scheepsramp te wijten was aan een daad van nalatigheid van de gezagvoerder of de machinist.
De gezagvoerder J. Piscaer zei, dat hij niet de officiële weg van de Engelse Admiraliteit gevolgd had. De Engelsen sturen je expres in het mijnenveld, merkte de gezagvoerder op. De 17e april was men van Seaham naar Rotterdam vertrokken. De 18e om half negen had de mijnontploffing plaats. De kapitein was in de kajuit, de stuurman en de roerganger stonden op de brug. Er was geen uitkijk op de bak. De gezagvoerder wist niet, dat dit noodzakelijk was. Er waren wel twee mannen op het dek. De gezagvoerder liep bij de ontploffing naar voren. Toen bleek, dat de kolen weggespoeld waren. Het water stroomde ruim 2 binnen en was daar spoedig even hoog als buiten boord. Bij het in de boten gaan heerste goede orde. Het was mooi weer. Na tien minuten ging de gezagvoerder weer eens aan boord kijken. Van alle kanten spoot het water in de machinekamer. De machinist zei: “Daar is geen pompen tegen”. Wanneer hij met het schip naar de kust had willen varen, had hij door het mijnenveld moeten gaan; terwijl het waterdichte schot elk ogenblik zich kon begeven, dan zou het schip binnen een minuut naar de kelder zijn gegaan; de mensen in de machinekamer zouden verdronken zijn. Hij durfde niet het machinekamerpersoneel terug sturen, om te stoken. Dat vond hij te gevaarlijk en onverantwoordelijk.
De voorzitter mr. Cnoop Koopmans merkte op, dat achteraf gebleken is, dat de OLANDA 7½ uur is blijven drijven. De gezagvoerder deelde voorts nog mee, dat hij om half vier het schip verliet. Het water stond tot bij de cilinders. Om 4 uur zonk het schip.
Verschillende leden maakten de opmerking dat de gezagvoerder wel de pompen in werking had kunnen stellen, nadat de sloepen gestreken waren. Hierna werd gehoord de stuurman A.J.W. Jardi, die de wacht had; hij keek uit naar mijnen. Er was niets te zien, ook geen onderzeeërs. Hij kreeg bij de mijnontploffing een grote hoeveelheid steenkolen in zijn gezicht, welke uit het ruim over het gehele schip werden geworpen. Hij schrok en riep: “Alle mannen in de boten”. Nadat de machines gestopt waren, ging hij naar de boten. Dadelijk na de ontploffing lag het schip stil. Later volgt de uitspraak.

Afbeelding
Datum 01 juni 1915
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Met de Staats Courant (No. 125) worden verzonden de uitspraken van de Raad voor de Scheepvaart betreffende:
a. Het vergaan van het stoomschip PRINS MAURITS;
b. Het vergaan van het stoomschip OLANDA (betrokkenen J. Piscaer, gezagvoerder en P.G. Weber, 1e machinist).

Afbeelding
Datum 07 januari 1916
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Verkoop schepen

Rotterdamse rederijen in 1915.
Aan het overzicht dat de Scheepvaart geeft van de staat van de rederijen in Nederland, ontlenen wij het volgende voor wat Rotterdam betreft: De Holland Amerika Lijn heeft een overeenkomst getroffen, waardoor een groot gedeelte van het kapitaal, dat zich in Duitse handen bevond, in Nederlandse terugkwam. Om te voorkomen, dat deze aandelen wederom in buitenlands bezit zouden geraken, werd opgericht de N.V. Gemeenschappelijk Eigendom van aandelen Holland Amerika Lijn met een kapitaal van NLG 7.125.000, waarvan geplaatst NLG 3.185.000. Van de in aanbouw zijnde schepen kwam er nog geen gereed. Aangekocht werden de vrachtboten EEMDIJK (6.180), MAASDIJK (6.065) en POELDIJK (4.226), waarvan eerstgenoemde op een mijn liep en verloren ging. Het stoomschip POTSDAM (12.522) werd naar het buitenland verkocht. Vele schepen werden gecharterd, terwijl een aantal schepen in de La Platavaart gebezigd werden.
Voor de Rotterdamsche Lloyd zijn thans in aanbouw een mailschip van 9.600 ton en 5 vrachtboten van 7.050 ton, waarvan de SITOBONDO (7.057) reeds te water is gelaten. Het stoomschip BENGALEN (2.676) werd verkocht. De in het vorig jaar opgerichte N.V. Algemeene Stoomvaart Mij. (Wambersie & Zoon) was niet gelukkig. Doordien haar schepen in time-charter voeren, profiteerde zij niet van de hoge vrachten, terwijl het derde stoomschip, dat in aanbouw was, de VAN STIRUM (3.284) nooit geleverd is, doch door het Engelse gouvernement is gerekwireerd terwijl het dezer dagen is getorpedeerd.
De Nederlandsche Stoomvaart Mij. Oceaan kocht de stoomschepen VEGHTSTROOM (1.339) en ELVE (899) aan.
De Nederlandsche Lloyd en Scheepvaart- en Steenkolen Mij. hadden het verlies van twee schepen te betreuren, die op mijnen liepen, nl. de SCHIELAND (1.106) en OLANDA (2.138).
In de vaart kwamen de GAASTERLAND (1.091), DIRKSLAND (1.858), MIDSLAND (1.085) en SCHOKLAND (1.113). In aanbouw zijn nog de OOSTERLAND (1.200), ST. JANSLAND (1.900), ST. PHILIPSLAND (2.000), HOOGLAND (1.300) en een stoomschip van 1.900 ton, waarvan de OOSTERLAND en HOOGLAND reeds te water zijn gelaten. Verkocht werd het stoomschip OTTOLAND (1.574).
De firma Phs. Van Ommeren bracht de tankstomer BARENDRECHT (3.704) in de vaart, kocht het stoomschip CONSTANCE CATHARINA (1.037) aan en verkocht de stoomschepen KATENDRECHT (2.155) en DORDRECHT (2.151). Thans is in aanbouw de tankmotor PENDRECHT (1.500).
De firma P.A. van Es & Co. bracht in de vaart het stoomschip BERNISSE (951) en bestelde de stoomschepen ELVE (950) en AMSTEL (800). Zij verkocht het stoomschip ELVE (899), terwijl de AMSTEL (853) op een mijn liep.
Het stoomschip BATAVIER I (1.013) van de Scheepvaart Mij. v/h Smith & Co. kwam gereed, terwijl zij het stoomschip HOLLANDER (759) verkocht. Dit schip werd onder de naam OTIS TARDA in de vaart gebracht door de nieuwe rederij L. & L. Pieters, die nog het stoomschip OTIS TETRAX (800) in aanbouw heeft.
De American Petroleum Company verloor het stoomschip CHESTER (2.568).
De Noord-Nederlandsche Scheepvaart Mij. verkocht haar stoomschip CONSTANCE CATHARINA (1.036) en liquideerde.
Evenzo de Stoomvaart Mij. Tromp, die haar stoomschepen HEEMSKERCK (2.183), KORTENAER (2.151) en TROMP (2.751) verkocht. De onder dezelfde directie staande N.V. Kolen- en Scheepvaart Kantoor verkocht haar enige schip, de JAN BLOCKX (1.366) en liquideerde eveneens.
Voorts liquideerde de Stoomvaart Mij. Sophie H, die haar stoomschip SOPHIE H (2.930) verkocht en werd het enige stoomschip van Karl Schroers Stoomvaart Mij. de KARL SCHROERS (1.871) verkocht.
De nieuw opgerichte Dordtsche Stoomschip Mij., waarbij de Rotterdamse firma P.W. Louwman geïnteresseerd is, kocht het stoomschip WOUDRICHEM (4.015) aan, terwijl genoemde firma haar stoomschip LOUISE (2.045) verkocht.
De rederijen onder directie van Wm. Ruys & Zonen verkochten de stoomschepen AMELAND (2.554), MARKEN (2.587) en WALCHEREN (3.531). De turbinestomer TURBINIA (3.164) kwam in de vaart, terwijl nog 2 stoomschepen van 3.550 en één van 4.200 ton in aanbouw zijn.
De N.V. Furness' Scheepvaart- en Agentuur Mij. verkocht de stoomschepen VRIJBERGEN (4.226), ZEVENBERGEN (3.121) en STEENBERGEN (3.735) terwijl haar stoomschip ALBERGEN (1.777) verloren ging. Zij bestelde 3 stoomschepen van 4.700 ton.
De rederijen onder directie van Jos. de Poorter verkochten de stoomschepen THEODORA (859), LAURA (3.154) en JOHANNA (1.120), terwijl het stoomschip JOSEPHINA (1.295) werd, verbeurd verklaard. De nieuwe stoomschepen LEONORA (1.155) en FOLMINA (1.158) kwamen in de vaart, waarvan laatstgenoemd echter weer verkocht werd. Thans zijn nog 4 stoomschepen in aanbouw.
De firma Gebr. Van Uden verkocht het stoomschip VEERHAVEN (2.509), doch kocht een ander, dat dezelfde naam ontving (3.003), aan. Thans zijn nog 11 stoomschepen in aanbouw, nl. 4 van 3.550 ton, 1 van 2.500 ton, 1 van 1.900 ton, 3 van 1.400 ton, 1 van 800 ton en 1 van 700 ton.
De N.V. Houtvaart verkocht haar stoomschip RIJN (1.285), terwijl het stoomschip NOORD (1.250) voor haar werd te water gelaten en een nieuw stoomschip RIJN (2.030) in aanbouw is.
De Mij. Zeevaart verkocht het stoomschip CALLISTO (3.521) en bestelde een stoomschip van 3.550 ton.
Van Nievelt, Goudriaan & Co's Stoomvaart Mij., die haar stoomschip POOLSTER (2.060) verkocht, bracht in de vaart de stoomschepen BELLATRIX (3.525), PROCYON, THUBAN (elk 3.566), ALCOR en ALGENIB (elk 3.551). Het stoomschip ALPHARD (3.550) werd te water gelaten en 2 schepen van resp. 3.550 en 4.700 ton zijn in aanbouw.
Solleveld, Van der Meer en T.H. van Hattum's Stoomvaart Mij. verkocht de stoomschepen KINDERDIJK (2.180) en POELDIJK (2.205), terwijl zij de stoomschepen RIJNDIJK (3.557) en MAASDIJK (3.556) in de vaart bracht. Dezer dagen zonk het stoomschip ELLEWOUTSDIJK (2.223) doordien het op een mijn liep.
Het stoomschip KATWIJK (2.040) van Erhardt en Dekkers werd getorpedeerd; het stoomschip NAALDWIJK (2.000) is in aanbouw.
De Overzeesche Vrachtvaart Mij. bestelde een stoomschip van 615 ton, terwijl het stoomschip HAMBORN (1.229) van de N.V. Handels- en Transport Mij. Vulcaan werd opgebracht. Een definitieve beslissing betreffende de verbeurdverklaring is nog niet genomen. De nieuwe zee-rederij van W. Van Driel's Stoomboot- en Transportondernemingen bestelde 6 schepen van verschillende afmetingen, waarvan de WILLEM VAN DRIEL SR. (2.521) reeds in de vaart kwam.

Afbeelding
Datum 09 februari 1916
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Stoomvaart Maatschappij Nederlandsche Lloyd.
In het verslag over 1915 wordt meegedeeld, dat ook gedurende dit jaar de Maatschappij niet voor rampen gespaard bleef; in de maand april ging het stoomschip OLANDA in de Noordzee door het stoten op een mijn verloren. Alhoewel volgens de bevrachtings-overeenkomst de boekwaarde van het schip door bevrachters werd vergoed en dit dus geen direct verlies betekent, bracht niettemin dit ongeluk, bij de tegenwoordige hoge waarde en rentabiliteit van de schepen, zeer zeker een grote winstderving met zich. In de loop van dit jaar verkocht de Maatschappij het stoomschip OTTOLAND, tot ca. NLG 350.000 boven de boekwaarde.
Het stoomschip DIRKSLAND werd in de loop van de maand augustus afgeleverd en voldoet in alle opzichten aan de gestelde verwachtingen; deze boot, alsmede onze twee andere stoomschepen, de GELDERLAND en de NEDERLAND, lopen op basis van een geruime tijd voor de oorlog gesloten overeenkomst, op time-charter met de Scheepvaart en Steenkolen Maatschappij en profiteren daardoor niet van de thans geldende hoge vrachten. De verlies- en winstrekening sluit, na 6% (evenals v.j.) afschrijving op de stoomschepen en inclusief het onverdeeld saldo à NLG 10.982 van Ao. Po. met een winst van NLG 678.279 (v.j. NLG 249.164), te verdelen als volgt: Toevoeging aan de rekening: Fonds voor extra-afschrijving en ketelvernieuwing (hetwelk hierdoor stijgt tot NLG 300.000) NLG 200.000 (NLG 25.000), dividend 25% (v.j. 9%) over NLG 1.250.000 NLG 312.500, belasting NLG 20.781, tantièmes NLG 83.459 (NLG 22.280), reserve NLG 41.729 (NLG 11.140), saldo voor te dragen NLG 19.808 (NLG 10.982).
De balans per 31 december 1915 vermeldt de volgende posten: Activa: Stoomschepen NLG 740.713 (v.j. 779.561), kassa en bankiers NLG 1.286.481 (652.355), debiteuren en crediteuren NLG 3.519 (11.042), effecten NLG 38.281 (—). Totaal NLG 2.068.996 (5.353.111).
Passiva. Geplaatst kapitaal NLG 1.250.000 (onv.). Statutair Reservefonds NLG 40.086 (NLG 28.946), Fonds voor extra-afschrijving voor reparatie en ketelvernieuwing NLG 100.000 (NLG 75.000), Netto winst NLG 678.279 (NLG 249.164).

Afbeelding