Inloggen
NOORDSTER - ID 4722


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1908-02-07 / 1912-09-16 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1908
Nat. Official Number: 6977 GRON 1908
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Tjalk
Masten: One mast
Material Hull: Iron
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Briltil, Netherlands
Launch Date: 1908-00-00
Delivery Date: 1908-03-00
Technical Data

Gross Tonnage: 91.60 Gross tonnage
Net Tonnage: 72.04 Net tonnage
Deadweight: 145.00 tons deadweight (1016 kg)
 
Length 1: 25.62 Meters Length overall (Loa)
Beam: 5.30 Meters Breadth, moulded
Depth: 2.12 Meters Depth, moulded
Ship History Data

Date/Name Ship 1908-03-07 NOORDSTER
Manager: Geert Veen, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Geert Veen, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PNCD

Ship Events Data

1908-03-06: Dagregister deel 17 nummer 847 den zevenden Maart 1900acht. Scheepsverklaring. De ondergeteekende Geert Veen, schipper gedomicilieerd te Groningen, verklaart te zijn de eenige eigenaar van het staalijzeren zeiltjalkschip genaamd “Noordster”, liggende te Briltil, zijnde een vaartuig in het Koninkrijk der Nederlanden te huis behoorende gemeten op 25.62 M. lengte 5.30 m. wijdte en 2.12 m . hoogte met een netto inhoud van 204.04 kubieke meter of 72.04 tonnen van 2.83 kubieke meter. Zuidhorn, 6 Maart 1908. G. Veen. (In de kantlijn staat bijgeschreven 6977.)
1908-03-20: Eerste meeting op 20-03-1908. 1 mast stalen tjalk met grootzeil, stagfok, kluiver, jager en topzeil. Bijzonderheden: De hoogte van de luikhoofden was een halve meter. In het grote luikhoofd lagen aan elke zijde 3 dwarsmerkels en daaroverheen in 4 stukken een langsscheepse balk. Het was afgesloten met aan elke zijde naar gissing 13 luiken van pl. 1 meter lengte pl. meter ½ mtr breed en 2 duim dikte. De luiken waren afgedekt met dubbele presennings en goed geschalkt. Daar overheen waren sluitbomen gelegd, die stevig met beugels waren bevestigd. Daarop weer een dekkleed gelegd om het schavielen van de los daarop geplaatste, echter met 2 ijzeren stangen verbonden, kamelen te voorkomen. In de kamelen stond de scheepsboot die met ringbouten was vastgesjord. Gepompt kon worden met 2 pompen achter de mast, die met houten stoppen met zeildoek erover waren gedicht, er was ook een losse pomp aan boord.
1910-03-30: Vertrokken van London naar een Deense haven met een lading van 139 ton lijnkoeken via Holtenau voor orders van de bestemming. Op 23 maart te Holtenau voor anker. Volgens journaal heeft men 28 maart 11.00 uur het vuurschip Gabelsflach gepeild s`avonds om 20.00 uur Fehmarn en op 29 maart te middernacht Hyllekrog gepeild op N.N.O afstand 10 zeemijl. Later in de avond werden Drasser Ort (Z.W.) en om middenacht Dornbusch (Z.O.t. Z.) gepeild ieder op 12 mijl afstand. Op 30 maart s`nachts om 02.00 uur is de naar het oosten gelopen de zee nam hand over hand toe en zware stortzeeën braken herhaaldelijk over het schip. Er werd zwaar gezeild om boven Moen te komen en daarna boven Stevensklint. Dit lukte niet, er werd een veilige rede gezocht en koers gezet op Bögeström, de zeer nauwe ondiepe en van zandbanken omgeven doorvaart tussen Sjælland en het eiland Nyord. Daar is het schip gestrand en door de bemanning verlaten op 30 maart voor de middag. Op 31 maart (er stond 5 voet water in het schip) zijn de berging werkzaamheden begonnen, er is 100 ton lading in lichters gelost. Op zondag 3 april kwam het schip vlot en is naar Kopenhagen gesleept. (Schipper Veen had geen zeevaartkundige opleiding genoten en wist niet te navigeren. (De stuurman voerde de navigatie.)
1910-04-03: Vlot gebracht en naar Kopenhagen gesleept.
1912-00-00: In 1912 wordt Geert Dories kapitein. Geert Veen is dan stuurman/eigenaar.
1912-11-25: Final Fate:
Op 16-10-1912 vertrokken van Charlestown (Scotland) naar Stege (Dk) geladen met 143 ton steenkool. Zodra men de rivier Forth af was werd koers gezet op Hanstholm de wind was Z.W. Hanstholm heeft men niet in zicht gekregen echter op 20 oktober s`avonds werd het vuur van Hirsthals op de Jutlandse kust gepeild op 16 zeemijl Z.O. De wind waaide uit het Z. en men bleef over B.B. bij de wind zijn koers vervolgen, om boven Skagen te zeilen. De 21e oktober om 12.30 werd het vuur van Skagen verkend in het Z.O. De wind ging krimpen tot Z.O. en om 13.00 uur werden 2 reven gelegd in het grootzeil , daarna namen de wind en zeegang toe zodat het schip veel water over dek en luiken kreeg. Intussen hield men het gaande onder de opperwal. Tegen de middag nam de wind toe tot storm er stond een hoge zee. De voorzeilen werden vastgezet en het schip bijgelegd. Het stormweer uit het Z.O. hield 22 en 23 oktober aan. Met vastgemaakte voorzeilen en 2 reven in het grootzeil dreef men de 22e eerst over B.B. on de N.N.O. waarna s`middags werd rondgehalsd over S.B. Bij dezelfde weersomstandigheden van wind en zee lag men de 23e eerst over B.B. daarna over S.B. bij. Beide dagen kwamen telkens zware brekers over het schip en kreeg men veel staanwater aan dek. s`middags merkte men dat het schip slagzij had over S.B. volgens gegist bestek was toen in het Skagerrak. Onmiddellijk werden de en aangezet, doch deze waren lens. De oorzaak van de slagzij kon men niet nagaan, daar wegens overkomend water men de luiken niet kon openen, maar vermoed werd dat de lading was overgegaan. (het grootluik was niet geheel vol er werd geschat 5 a 6 ton wan ruimte, en de lukhoofden waren ook leeg, er waren geen gevelingen gezet, wel was er door tremmers van de wal gevlakt onder toezicht.) Om 18.00 uur terwijl de storm aanhield en het schip met de kop in de wind lag, scheurde de S.B. presenning van het grootluik en begon er water in het ruim te komen. Omdat het schip slagzij had, stond het water aan S.B. aan dek. Deze omstandigheden deden de pogingen teniet om de scheur te herstellen. De pompen konden het water niet terugdringen, temeer ook omdat overkomende brekers het pompen beletten. Tweemaal is geprobeerd overstag te gaan, om de slagzij te verminderen, deze pogingen mislukten. Intussen vermeerderde de slagzij. Op 24 oktober hield het stormweer uit het Z.O. aan en voerde men alleen een dicht gereefd grootzeil, om 09.00 uur kwam een stoomschip in zicht, toen is de noodvlag gehesen, dit werd niet opgemerkt. Om 11.00 uur was men genoodzaakt, uit vrees voor zinken de scheepsboot te water te laten. Bij het klaren van de boot merkte men dat deze nog goed vastgesjord zat, zodat de scheur in het presenningdoek niet door het schavielen van de kamelen kon zijn veroorzaakt. Om 12.30 uur werd het noodsein van de Noordster opgemerkt door de postboot “Skagen “ die het schip op sleep nam, het schip kreeg steeds meer slagzij, terwijl het water aan dek tot midden op de luiken stond was het pompen niet meer mogelijk. Terwijl met matige vaart gesleept werd ging om 20.00 uur de scheepsboot onder water zonder echter verloren te gaan. Op 25e oktober stormde het nog steeds in maar in mindere mate, om 02.00 uur helde het schip zover over S.B. dat de slepende “Skagen” met flambouwen verzocht werd te stoppen. Dit gebeurde. Het water werd uit de scheepsboot geschept en daarna is het slepen hervat. om 15.00 uur kapseisde het schip en ging de voorzijde eronder. Weer werd geflambouwd waarop de bemanning de zinkende “Noordster” verliet in de scheepsboot en allen werden opgenomen op de Postboot kort daarna is de “Noordster” vergaan in positie : 47° 42” NB – 10°.18”n OL. Allen kwamen veilig aanboord van de “Skagen” en 26 oktober om 8.30 bereikte men Frederikshavn.

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1912
Kapitein: Dories, Geert.
Overige informatie: 0