1918-11-05: |
Final Fate: 01-11-1918: Op weg van Amsterdam naar Haugesund. De lading bestond uit 50 ton dakpannen en 125 ton ballastzand. Op 5 november tijdens slecht weer en stormachtig, is Doggersbank – Noord niet gezien, men dreef al verscheidene dagen zonder verkenning. 's avonds om 18.30 meende men een vuur te zien (tijdens vliegend stormweer uit het Z.W.) in het O.t.Z. (onregelmatig schitterlicht niet thuis te brengen). De “Anna” lag toen over BB ongeveer Zuid voor en men besloot te zeilen, welke gereefd waren, bij te zetten hetgeen gebeurde. Er werd opdracht gegeven de motor gereed te maken voor gebruik. De kapitein was van mening dat dit het vuur van Egerö moest zijn. Om 20.00 uur verkende men land, dat snel naderde, vrezend op de klippen te lopen trachtte men over SB te halzen, hetgeen mislukte, omdat het schip niet naar het roer luisterde. De motordrijver kreeg nu de opdracht de motor te starten, het bleek echter te laat om 23.00 uur voordat de motor werkte liep het schip op de klippen en bleef zitten met het voorschip. Al dadelijk bleek de positie zeer gevaarlijk te zijn, het voorschip helde over. De sloep werd te water gebracht en de bemanning verliet de zinkende “Anna” behalve de Kapitein en de kok. De kapitein gaf de indruk dat hij dacht dat redding onmogelijk was en de kok wilde bij de kapitein blijven. De toestand in de boot was inderdaad erg hachelijk met het oog op de vele klippen en het stormweer. Het gelukte evenwel na enige uren roeien een plaats te vinden waar men aan land kon komen. Ongeveer een kwartier nadat men de “Anna” had verlaten, was het schip reeds in de golven verdwenen. De schipbreukelingen werden door de kustbewoners opgenomen. Op 7 november kreeg men beschikking over een bootje en werd de klip bezocht, waarop de “Anna” was gestrand. Er werd niets meer gevonden, er waren enkele wrakhouten op de kust aangespoeld, kennelijk afkomstig van de ongelukkige schoener. De stranding bleek te hebben plaats gevonden bij het eiland Lysö in de buurt van Solsvik. (t.w. v Bergen check) NB. Overigens walvuren kon men niet zien, omdat die gedoofd waren ten gevolge van de oorlogvoering.
De Telegraaf 04-12-1918: Raad van de Scheepvaart. Het stranden van den motorschoener „Anna”. De Raad van de Scheepvaart stelde heden een onderzoek in naar het stranden op de Noorsche kust benoorden Bergen, op 5 November 1918, van het motorzellschip „Anna", waarbij de schipper en de kok omkwamen en het schip verloren ging. Reederij was de vrachtvaartmaatschappij „Neerlandia" te Rotterdam. De eerste stuurman, de heer A. van Duyn, deelde mede, dat de „Anna" anderhalf jaar geleden gebouwd was. De bemanning van het schip bestond uit 10 personen; kapitein was de heer J. Hagelhof. De schoener was geladen met 50 ton dakpannen en 125 ton ballast. Op 5 November is het schip benoorden Bergen gestrand. Er was al een paar dagen storm geweest; verschillende zeilen en masten waren reeds overboord. Den 5en November woei er een vliegende storm; het licht, dat men aan de kust zag, was niet te herkennen. Tegen den avond is het schip gestrand. Er waren geen vuurpijlen aan boord om hulp in te roepen. De bemanning is in de booten gegaan, doch de kapitein en de kok wilden niet in de boot gaan, niettegenstaande de bemanning hen daartoe aanspoorde. Men vreesde, dat de sloep verloren zou gaan, als men langer bij het schip bleef en is toen naar de kust geroeid. Van het schip heeft men later niets meer kunnen ontdekken. De getuige kon de reden niet opgeven, waarom de kapitein en de kok niet van boord wilden. Volgens den tweeden stuurman had de kapitein gezegd, toen men er bij hem op aandrong het schip te verlaten: „Och stuurman, het geeft toch niets meer." Wat den kok betreft, het is zeer wel mogelijk, dat deze gek geworden is van angst; hij deed ten minste niets dan lachen. De tweede stuurman verklaarde bovendien nog, dat het schip, een kwartier nadat men het had verlaten, reeds gezonken was. De inspecteur van de Scheepvaart merkte op dat tengevolge van den oorlogstoestand de lichten aan de Noorsche kust onregelmatig branden. Hierdoor heeft men niet precies kunnen nagaan, waar men was, zoodat dit ongeluk een direct gevolg is van den oorlogstoestand. De Raad zal later uitspraak doen. |