Inloggen
ANNA - ID 463


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1917-10-00 / 1918-11-05 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1917
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Aux. Sailing Vessel
Type: Schoener
Masten: Three masts
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: J.J. Bodewes, Scheepswerf 'De Hoop', Pannerden, Gelderland, Netherlands
Launch Date: 1917-07-11
Delivery Date: 1917-10-00
Technical Data

Engine Manufacturer: Firma D. Goedkoop Jr., Werf ' 't Kromhout', Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Motor Type: Motor, Oil, 2-stroke single-acting
Number of Cylinders: 2
Power: 130
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Kromhout Type ruwoliemotor 2 takt (400 x 451)
Speed in knots: 7
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 340.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 238.00 Net tonnage
Deadweight: 500.00 tons deadweight (1016 kg)
 
Length 1: 42.60 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 40.60 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 8.05 Meters Breadth, moulded
Depth: 2.25 Meters Depth, moulded
Ship History Data

Date/Name Ship 1917-10-00 ANNA
Manager: N.V. Vrachtvaart-Maatschappij 'Neerlandia', Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: N.V. Vrachtvaart-Maatschappij 'Neerlandia', Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: NDJB

Ship Events Data

1917-07-11: De Maasbode 15-07-1917: Op 11 Juli liep van de werf De Hoop, van J.J. Bodewes, te Pannerden, de geheel van Siemens Martinstaal gebouwde driemast gaflelschoener Anna, afmeting 38 x 8 x 3.60 m., gebouwd naar voorschriften der scheepvaartinspectie en er hoogste klasse van Bureau Veritas. De schoener is voorzien van een ruw olie motor van 13 e. p. k. en is voor Nederlandsche rekening gebouwd.
1918-01-15: De Telegraaf 15-01-1918: Schip in het ijs bekneld. De „Dagener Nyheter" deelt mede, dat bij Degerhamn, bij Karlskrona, Woensdag l.l. een schoener om hulp heeft geseind. Het schip verkeert in een gevaarlijke toestand, het zit in het ijs vast en drijft daarmee voort. Men heeft van het land uit getracht, over het ijs loopend, zich in verbinding te stellen, doch het ijs was echter te zwak. Wel kon men zoo ver komen, dat men den naam van het schip kon lezen. Het schip bleek te zijn de Nederlandsche schoener „Anna" van Rotterdam. De reddingbooten liggen onder stoom, om het schip te hulp te komen. Tot nog toe konden ze echter door het ijs nog niet uitvaren.
Rotterdamsch nieuwsblad 16-01-1918: Hamburg. 14 Jan. De Nederl. 3/m. schoener Anna, van Rotterdam, ligt bij Degerhamn in het ijs. Het schip toont noodseinen. De sleepboot Alte ligt in Bergkvara, in afwachting van beter weder, gereed, om hulp te verleenen.
Haagsche courant 21-01-1918: Nederlandsch schip in nood. De Rotterdamsche schoener „Anna", die bij Kalmar in het ijs is vastgeraakt, is nog niet gered. Maandag raakte het ijs los en de „Anna" dreef naar de Smaalandslandet. De Nederlandsche consul in Karlskrona vroeg hulp aan de Zweedsche marine, die dadelijk de torpedoboot „Skuld" uitzond. Door den ijsgang en de duisternis moest de „Skuld" echter onverrichterzake terugkeeren. De toestand van de „Anna" is gevaarlijk, maar de „Skuld" ligt onder stoom om een nieuwe poging tot redding te wagen.
Rotterdamsch nieuwsblad 25-01-1918: Kalmar, 19 Jan. De meergemelde Nederl. schoener Anna ligt nog steeds ten Noorden van Degerhamn in 't ijs. De bemanning was Donderdag op Oeland aan land gegaan, teneinde zich van proviand te voorzien. De kanonneerboot Svensksund en de pantserboot Tor hebben gisteren getracht tot het zeilschip door te dringen, doch toen de duisternis intrad hebben zij hun arbeid moeten staken. Heden zou andermaal geprobeerd worden.
De Maasbode 21-02-1918: ANNA (motorschoener.) Stockholm, 15 Februari. De Nederlandsche motor schoener „Anna" (reeds meer gemeld) die, op weg van Sundsvall naar Rotterdam, sedert nieuwjaar in het Kalmarsund in het ijs vastgevroren zit, is Donderdag, bij stijve Noordelijke bries met het ijs Zuidwaarts verdreven. De kapitein en de 1ste machinist waren te Mörbylanga aan den wal gegaan en hebben sedert dien vergeefs getracht weder aan boord van het schip te komen. Van Karlskrona uit zal zoodra het ijs het toelaat, een marine vaartuig de noodige assistentie verleenen.
1918-03-29: Leeuwarder courant 29-03-1-1918: Bemanning van een aangevaren logger. IJmuiden, 29 Maart. Hier heeft hedenochtend de schoener „Anna" de geheele bemanning aangebracht van den logger Vlaardingen 217, welke aangevaren was. Er waren geen gewonden bij.
Algemeen Handelsblad 30-03-1918: Aanvaring. De zeilogger „Viaardingen 217" de „Noord" is eergisteravond dwars van Scheveningen aangevaren door den Ned. motorschoener „Anna" van Rotterdam naar Gotenborg. De bemanning van zeven koppen kon zich op den schoener redden. Deze is te IJmuiden binnengeloopen met verlies van de scheepsbooten. De logger is vermoedelijk gezonken.
NvhN 30-03-1918: Een dronken bemanning. Donderdagnacht kwam, naar reeds werd gemeld, te IJmuiden onder vreemde omstandigheden binnen de motor-schoener „Anna", kapitein B.H.Visser, van de Maatschappij „Atlanta" te Rotterdam. Het schip stond namelijk onder stuur van de bemanning van den logger „De Noord" V. L. 217, welke logger den avond te voren ter hoogte van Scheveningen door den motorschoener was overvaren en bij welk ongeval de opvarenden van den logger nauwelijks gelegenheid hadden op den schoener over te springen. Wat bleek hun daar? Dat alle opvarenden van den schoener onder den invloed van sterken drank waren, de kapitein wel het ergst, zoodat niemand in staat was den schoener behoorlijk te sturen, waardoor de aanvaring onvermijdelijk werd. De schoener, die op reis was van Rotterdam naar Gothenburg, liep kort na de aanvaring aan den grond en de schipper van den logger W. Pronk, vond het toen maar geraden het stuur op den schoener over te nemen. Door snel het roer te wenden, wist hij den schoener weder op zee te krijgen en bracht het vaartuig daarop te IJmuiden binnen.
Leeuwarder courant 30-03-1918: Dronken bemanning. Gisteren hebben we gemeld, dat de bemanning van den logger „De Noord VL 217". van de reederij De Zeeuw en Van Raalte te IJmuiden, is aangebracht door den motorschoener „Anna", van Rotterdam naar Gothenburg. De „Anna" heeft den logger overstoomd. De opvarenden konden op den schoener overspringen. De schuld van de aanvaring ligt aan de bemanning van de „Anna", die niet in staat was het schip to besturen. Alle opvarenden van den schoner waren onder den invloed van sterken drank, bericht de „N. R. Ct.": de kapitein wel het ergst. De schoener liep kort na de aanvaring aan den grond en de schipper van den logger W. Pronk vond het toen maar geraden het stuur op den schoener over te nemen. Door snel het roer te wenden, wist hij den schoener weder op zee te krijgen en het vaartuig daarop te IJmuiden binnen te brengen.
Rotterdamsch nieuwsblad 04-04-1918: IJmuiden 2 April. Het beslag op den motorschoener “Anna” is na borgstelling opgeheven. Dinsdagavond heeft de schoener de reis naar Gotenburg voortgezet.
Haagsche courant 08-04-1918: De kapitein van de „Anna". Van belanghebbende zijde wordt aan de "Tel." verzocht te melden, dat na een grondig onderzoek gebleken is, dat op het moment der aanvaring tusschen den motorschoener „Anna" en den logger ,,de Noord", de bemanning van den schoener niet onder den invloed van sterken drank was. Eerst daarna heeft de gezagvoerder, die een uitstekenden staat van dienst heeft en als een oppassend huisvader bekend staat, uit teleurstelling over het ongeluk, zijn schip overkomen, uit baloorigheid drank gedronken, waardoor de indruk gewekt was geworden bij aankomst te IJmuiden , dat hij onbekwaam moet geweest zijn het schip te besturen.
1918-04-05: Leeuwarder courant 05-04-1918: Nederland. Een aanhouding ter zee. IJmuiden, 5 April. Hedenmiddag is uit zee teruggekeerd de motor-schoener „Anna", die Dinsdagavond vandaar naar Gothenburg was vertrokken. Donderdagmiddag is dat schip door vier Duitsche watervliegtuigen aangehouden, die gelastten de scheepspapieren en het journaal ter inzage te ontvangen en den opvarenden het schip te verlaten. Hieraan werd voldaan. Men heeft later de scheepspapieren zonder het journaal terug ontvangen, waarop de watervliegtuigen verdwenen. De bemanning keerde terug en constateerde dat het schip was lekgeschoten.
NvhN 06-04-1918: Door vliegtuigen beschoten. De gisternamiddag in IJmuiden uit zee teruggekeerde motorschoener „Anna" dezelfde Schoener, die IJmuiden was binnengeloopen om te repareeren, na aanvaring met den Vlaardinger logger de Noord, VL 217, en Dinsdagavond de reis naar Gothonburg vervolgde, rapporteert bij de terugkomst, dat de schoener Donderdagmiddag op 56 gr. 58 m. en 3 gr. .D.I. door 4 Duitsche watervliegtuigen, waaronder de 1600 en de 1746, werd aangehouden, die de bemanning gelastten de scheepspapieren en het journaal ter inzage te geven en het schip te verlaten. Aan dit bevel werd voldaan en de watervliegtuigen begonnen den schoener te beschieten met mitrailleurs. Nadat de bemanning twee uur in de boot had rondgedreven, verdwenen de watervliegtuigen met medeneming van het journaal, na eerst nog een aantal bommen naar de „Anna" te hebben geworpen, die alle rond het schip in het water neerkwamen. De scheepspapieren werden teruggegeven. Nadat de vliegmachines verdwenen waren, keerde de bemanning aan boord van den schoener terug, waar zij tot de ontdekking kwam, dat het schip was lek geschoten en de voorpiek vol water stond. Daarna werd de terugreis haar IJmuiden aanvaard. Het schip is zoowel boven als onder de waterlijn zwaar beschadigd.
Rotterdamsch nieuwsblad 13-04-1918: De motorschoener Anna van de vrachtvaartmaatschappij Neerlandia, die ongeveer vijf maanden geleden van IJmuiden naar Malmö vertrok en eindelijk na een zeer onvoorspoedige reis — de schoener heeft o.a. lange tijd in het ijs bekneld gezeten — via Sundsvall met een lading hontstof voor de papierfabriek te Velsen binnen kwam, rapporteerde bovendien nog op de thuisreis door een duikboot beschoten te zijn. De schoener bevond zich Dinsdag nabij het vuurschip Doggersbank Noord, toen onverwacht; een scherp schot kort langs het schip vloog. Terwijl de motor gestopt en de zeilen gestreken werden, ginger nog drie scherpe schoten over het schip, die geen doel troffen. Men zette een boot uit en roeide naar de op grooten afstand zlch bevindende duikboot. Daar werden de papieren onderzocht en toen men daarbij een Duitsch vriigeleide vond, ontving men vergunning de reis te vervolgen. De geheele deklast houtstof was verloren gegaan bij de pogingen den schoener uit het ijs te bergen.
1918-11-05: Final Fate:
01-11-1918: Op weg van Amsterdam naar Haugesund. De lading bestond uit 50 ton dakpannen en 125 ton ballastzand. Op 5 november tijdens slecht weer en stormachtig, is Doggersbank – Noord niet gezien, men dreef al verscheidene dagen zonder verkenning. 's avonds om 18.30 meende men een vuur te zien (tijdens vliegend stormweer uit het Z.W.) in het O.t.Z. (onregelmatig schitterlicht niet thuis te brengen). De “Anna” lag toen over BB ongeveer Zuid voor en men besloot te zeilen, welke gereefd waren, bij te zetten hetgeen gebeurde. Er werd opdracht gegeven de motor gereed te maken voor gebruik. De kapitein was van mening dat dit het vuur van Egerö moest zijn. Om 20.00 uur verkende men land, dat snel naderde, vrezend op de klippen te lopen trachtte men over SB te halzen, hetgeen mislukte, omdat het schip niet naar het roer luisterde. De motordrijver kreeg nu de opdracht de motor te starten, het bleek echter te laat om 23.00 uur voordat de motor werkte liep het schip op de klippen en bleef zitten met het voorschip. Al dadelijk bleek de positie zeer gevaarlijk te zijn, het voorschip helde over. De sloep werd te water gebracht en de bemanning verliet de zinkende “Anna” behalve de Kapitein en de kok. De kapitein gaf de indruk dat hij dacht dat redding onmogelijk was en de kok wilde bij de kapitein blijven. De toestand in de boot was inderdaad erg hachelijk met het oog op de vele klippen en het stormweer. Het gelukte evenwel na enige uren roeien een plaats te vinden waar men aan land kon komen. Ongeveer een kwartier nadat men de “Anna” had verlaten, was het schip reeds in de golven verdwenen. De schipbreukelingen werden door de kustbewoners opgenomen. Op 7 november kreeg men beschikking over een bootje en werd de klip bezocht, waarop de “Anna” was gestrand. Er werd niets meer gevonden, er waren enkele wrakhouten op de kust aangespoeld, kennelijk afkomstig van de ongelukkige schoener. De stranding bleek te hebben plaats gevonden bij het eiland Lysö in de buurt van Solsvik. (t.w. v Bergen check) NB. Overigens walvuren kon men niet zien, omdat die gedoofd waren ten gevolge van de oorlogvoering.
De Telegraaf 04-12-1918: Raad van de Scheepvaart. Het stranden van den motorschoener „Anna”. De Raad van de Scheepvaart stelde heden een onderzoek in naar het stranden op de Noorsche kust benoorden Bergen, op 5 November 1918, van het motorzellschip „Anna", waarbij de schipper en de kok omkwamen en het schip verloren ging. Reederij was de vrachtvaartmaatschappij „Neerlandia" te Rotterdam. De eerste stuurman, de heer A. van Duyn, deelde mede, dat de „Anna" anderhalf jaar geleden gebouwd was. De bemanning van het schip bestond uit 10 personen; kapitein was de heer J. Hagelhof. De schoener was geladen met 50 ton dakpannen en 125 ton ballast. Op 5 November is het schip benoorden Bergen gestrand. Er was al een paar dagen storm geweest; verschillende zeilen en masten waren reeds overboord. Den 5en November woei er een vliegende storm; het licht, dat men aan de kust zag, was niet te herkennen. Tegen den avond is het schip gestrand. Er waren geen vuurpijlen aan boord om hulp in te roepen. De bemanning is in de booten gegaan, doch de kapitein en de kok wilden niet in de boot gaan, niettegenstaande de bemanning hen daartoe aanspoorde. Men vreesde, dat de sloep verloren zou gaan, als men langer bij het schip bleef en is toen naar de kust geroeid. Van het schip heeft men later niets meer kunnen ontdekken. De getuige kon de reden niet opgeven, waarom de kapitein en de kok niet van boord wilden. Volgens den tweeden stuurman had de kapitein gezegd, toen men er bij hem op aandrong het schip te verlaten: „Och stuurman, het geeft toch niets meer." Wat den kok betreft, het is zeer wel mogelijk, dat deze gek geworden is van angst; hij deed ten minste niets dan lachen. De tweede stuurman verklaarde bovendien nog, dat het schip, een kwartier nadat men het had verlaten, reeds gezonken was. De inspecteur van de Scheepvaart merkte op dat tengevolge van den oorlogstoestand de lichten aan de Noorsche kust onregelmatig branden. Hierdoor heeft men niet precies kunnen nagaan, waar men was, zoodat dit ongeluk een direct gevolg is van den oorlogstoestand. De Raad zal later uitspraak doen.

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1917
Kapitein: Lip, Van der
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1918
Kapitein: Visser, B.H.
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1918
Kapitein: Hazelhof, J.
Overige informatie: 0

Algemene informatie

RN 251017
IJmuiden, 24 oktober.De voor de Vrachtvaart Mij. NeerIandia te Rotterdam nieuw gebouwde stalen drie-mast motorschoener ANNA, kapt. Van der Lip, welk schip eergisteren met een lading stukgoederen uit de Waterweg naar Malmö en Stockholm was vertrokken, moest zeilende de haven binnenlopen daar de motor, toen het schip reeds tot aan vaargeul genaderd was, weigerde te werken. De reparatie zal vermoedelijk hier worden uitgevoerd. De ANNA is circa 450 ton groot.