Inloggen
MOSSEL - ID 4401


Kroniekberichten

Datum 29 januari 1899
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 28 januari. Heden ging bij de werf Fijenoord te Rotterdam voor rekening van de K.P.M. te Amsterdam te water het schroefstoomschip MOSSEL

Afbeelding
Datum 18 april 1899
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 17 april. Hedenmiddag half vier kwam van Nieuwediep, na gehouden proeftocht, te IJmuiden binnen, het nieuwe, voor de Kon. Paketvaart Maatschappij bestemde s.s. MOSSEL. Schip en machine hebben goed voldaan en op de gemeten mijl werd een vaarsnelheid verkregen van 12,4 mijl (opm: knopen). (opm: de paketboot MOSSEL was 16 april van Rotterdam te Nieuwediep aangekomen om te proefstomen en vertrok op 27 april van Amsterdam naar Padang voor haar eerste reis)

Afbeelding
Datum 26 mei 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Het verslag van de raad van bestuur van de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij over 1899 vangt aan met een herdenking van wijlen de heer W. van Hasselt, die, behoudens de goedkeuring van de minister van koloniën, als administrateur wordt opgevolgd door de heer J.H. Hummel, tot dusver inspecteur van de maatschappij in Indië. Het verslag herinnert voorts aan de wet van 19 mei 1899 (Staatsblad nummer 122), welke de regering gemachtigd heeft met de maatschappij een overeenkomst aan te gaan tot verlenging van de bestaande overeenkomst voor de bediening van de paketvaart met tien jaren, tegen een reeds met 1 januari 1899 ingaande vermindering van subsidie ad ongeveer NLG 250.000 ’s jaars. Op 3 maart 1900 is de nieuwe overeenkomst te Batavia getekend. De gemaakte regeling loopt nu tot 31 december 1915. Bij de in de maand juli gehouden uitbesteding voor het vervoer van zout is dit transport voor een tijdvak van 10 jaren aan de maatschappij toegewezen. Die overeenkomst loopt nu tot 31 december 1909. Bij gouvernementsbesluit van 18 september 1899, is de contractuele dienst nummer 3, tussen Batavia en Singapore, ingetrokken tegen november daaraanvolgend. “Terwijl onze vloot in het verslagjaar voor materiële rampen bewaard bleef, hebben wij” – zegt de raad van bestuur – “een treurig ongeluk te melden. In december jl., terwijl het stoomschip GENERAAL PEL zich bevond voor Sileraka ( Nieuw Guinea), werden drie van de opvarenden, de 3e officier J.F. van der Plaat en de machinisten F. Leemans en L.F. van Breemen, die zich aan wal hadden begeven, door inboorlingen gevangen gehouden. De pogingen tot hun bevrijding aangewend bleven vruchteloos en volgens de laatste berichten zijn de drie gevangenen vermoord en elf van de daders gearresteerd”. In de loop van het jaar kwamen de nieuwe stoomschepen VAN IMHOFF, MOSSEL en VAN DER PARRA in dienst. In aanbouw zijn hier te lande drie stoomschepen gebracht, welke de namen ALTING, VAN RIEMSDIJK en DE KLERK hebben ontvangen. Voor de vaart op de Bandjermasing-rivier is bij Yarrow & Co. te Londen een hekwielstomer besteld, genaamd BARITO. Behalve het stoomschip G.G. MIJER, zijn nu nog de stoomschepen PRINS ALEXANDER en SIAK van de hand gedaan. Aan het nieuwe kantoor van de maatschappij te Weltevreden wordt met kracht gewerkt; het zal vermoedelijk tegen het einde van 1900 betrokken kunnen worden. Het aantal geografische mijlen, door de schepen van de maatschappij afgelegd, bedroeg in 1899, 1898, 1897, 1896 op lijnen voor welke subsidie is betaald 83.800, 89.987, 94.999, 95.142. Op regelmatige dienst, buiten contract, 171.645, 157.029, 140.334, 126.055. Op extra reizen 30.571, 29.512, 25.733, 29.071. En buitendien voor de verrichtingen op Atjeh: nihil, 7.681, nihil, en 6.193.
Het verslag herinnert met een enkel woord aan de vergroting van het maatschappelijk kapitaal tot NLG 9 miljoen en de uitgifte van de 1.000 nieuwe aandelen 3e serie tegen de koers van 150 %. Over het daarbij verkregen excedent boven de parikoers, ad NLG 494.302,84 is op de volgende wijze beschikt: in het credit van de winst- en verliesrekening is geboekt NLG 42.500 als aandeel in de winst over 1899 over de maanden, voorafgaande aan die, waarop de storting plaats greep. Voorts werd de reserve-rekening aangevuld met NLG 33.509, ten einde de verhouding van deze rekening tot het kapitaal op dezelfde hoogte te houden. Verder werd geboekt op een rekening van afschrijving NLG 200.000, terwijl het restant ten bedrage van NLG 218.293,84 gebracht werd op de assurantiereserve-rekening. Het voordelige saldo van de reizen van de stoomschepen bedraagt NLG 1.371.831,27 tegen NLG 1.714.018,84 in 1898. NLG 1.641.865,11 in 1897 en NLG 1.817.312,12 in 1896. Het bedrag in 1899 is zoveel lager ten gevolge van de vermindering van subsidie en van het sterk verminderd gouvernements-vervoer, terwijl ook de exploitatiekosten hoger waren; het particulier vervoer is daarentegen in het afgelopen jaar zeer belangrijk toegenomen. Ingevolge artikel 26 van de statuten is de afschrijving vastgesteld op: NLG 25.000 op kosten van eerste aanleg enzovoort; NLG 6.850 op dienst van de geldlening 1888; NLG 637.129,23½ op stoomschepen en NLG 10.003,62 op etablissementen. In verband met de verlenging van de overeenkomst met de regering voor de bediening van de paketvaart in Nederlands-Indië tot ultimo december 1915 is de afschrijving op kosten van eerste aanleg, enz. zo geregeld, dat deze kosten na expiratie van genoemde overeenkomst, geheel zullen zijn afgeschreven. Op de reserverekening volgens artikel 27 van de statuten wordt, behalve de hiervoor genoemde bijdrage uit het agio op de aandelen 3e serie, nog uit de winst een bedrag van NLG 35.981 gebracht, waardoor deze rekening op NLG 270.546 komt te staan. De assurantiereserve-rekening, gevormd door het lopen van eigen risico op de stoomschepen, bedroeg op 31 december 1898 NLG 712.024,36; bij: uit het agio op aandelen 3e serie, NLG 218.293,84; samen NLG 930.318,20 waarbij werden gevoegd de in 1899 geboekte premies, onder aftrek van betaalde schades NLG 144.913,69; totaal NLG 1.075.231,89. Hiervan is overgeboekt in het credit van de winst- en verliesrekening NLG 75.231,89; blijft NLG 1.000.000, welk bedrag de raad van bestuur, met het oog op de lopende risico’s alleszins voldoende acht. De liquidatie van de in de afgelopen jaren uit de boeken afgevoerde stoomschepen heeft een voordelig saldo gelaten van NLG 129.237,55 welk bedrag thans onder het hoofd “liquidatie-rekening stoomschepen” in het credit van de balans voorkomt en waaruit, bij verkoop van stoomschepen, eventuele tekorten op de boekwaarde kunnen bestreden worden. De raad van bestuur stelt thans een uitdeling voor ad 8½ % van het geplaatste kapitaal, dit is NLG 85 per aandeel; als wanneer op de bewijzen van winstaandeel, uitgegeven krachtens artikel 30 van de statuten, NLG 39,80 betaalbaar zal zijn. De stoomschepen van de maatschappij staan op de balans per 31 december voor NLG 6.490.000 en die in aanbouw voor NLG 277.168,63.

Afbeelding
Datum 28 augustus 1900
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Amsterdam, 28 augustus. Het stoomschip MOSSEL van de Koninklijke Paketvaart te Batavia is op 17 augustus gestrand nabij Pakolor (opm: Pulau Pakolor, eilandje bij Noord-Celebes), op reis van Gorontalo naar Menado.

Afbeelding
Datum 28 augustus 1900
Krant JB - Javabode
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 28 augustus. De td. (opm: tijdelijke) hoofdagent der Koninklijke Paketvaart Maatschappij ontving heden uit Makassar het volgende telegram:
Het gouvernement stoomschip ZEEMEEUW bericht dat de MOSSEL op reis van Gorontalo naar Menado, nabij het eiland Patokar (opm: Pulau Pakolor, eilandje bij Noord-Celebes) is vastgelopen. Volgens berichten, door de COEN van Ternate afgezonden, steken de stenen door het schip; de lading is geworpen. De COEN vertrok met duikers van Ternate naar de MOSSEL.
Het stoomschip REYNIERSZ van de Paketvaart Maatschappij wordt dadelijk gereed gemaakt om morgen met een krachtige pomp, duikertoestellen en verdere reddingsmaterialen naar de strandingsplaats te vertrekken ten einde te trachten de MOSSEL af te brengen.

Afbeelding
Datum 29 augustus 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 28 augustus. Volgens bij Lloyd’s ontvangen telegram is het stoomschip MOSSEL bij Belang (opm: Noord-Celebes) gestrand en is beschadigd. Er zit een klip door de bodem; van de lading werd geworpen.
Amsterdam, 28 augustus. Blijkens heden bij de directie van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij ontvangen telegram is het stoomschip MOSSEL, op reis van Gorontalo naar Menado, nabij het eiland Pakolor aan de grond geraakt en zit het in gevaarlijke toestand. De stenen steken door het schip. Het stoomschip REIJNIERSZ van dezelfde maatschappij vertrekt morgenavond derwaarts met duikertoestellen en verder reddingsmateriaal.

Afbeelding
Datum 07 september 1900
Krant JB - Javabode
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 7 september. Het hoofdagentschap der Koninklijke Paketvaart Maatschappij ontving zo-even uit Makasser het telegrafisch bericht, dat het stoomschip MOSSEL, dat bij het eiland Batopor (opm: Pulau Pakolor, eilandje bij Noord-Celebes) was vastgelopen, vlot is gekomen en te Balise binnengesleept.

Afbeelding
Datum 08 september 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 7 september. Volgens heden bij de Koninklijke Paketvaart Maatschappj te Amsterdam uit Batavia ontvangen bericht is het stoomschip MOSSEL vlot gekomen en te Talisse (opm: Talisei) op de kust gezet.

Afbeelding
Datum 20 september 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 19 september. Bij de Koninklijke Paketvaart Maatschappij ios heden uit Indië telegrafisch bericht ontvangen dat het stoomschip MOSSEL hedenochtend te 6.00 uur te Soerabaja is aangekomen teneinde aldaar te dokken en voorlopig te repareren, en daarna door zal gaan naar Singapore ten einde aldaar definitief te worden gerepareerd.

Afbeelding
Datum 23 oktober 1900
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 25 september. Het stoomschip MOSSEL, van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij, dat ten noorden van Celebes op de stenen liep, zal in het bassin van het marine-etablissement te Soerabaja zover worden hersteld, dat het met eigen middelen de reis naar Singapore zal kunnen maken om daar te dokken. De Soerab. Crt. deelt mede dat de diepste deuk in de stalen huid bij het achterschip een halve meter bedraagt en dat ongeveer 48 stalen platen zijn ontzet. De gehele reparatie wordt geraamd ongeveer een ton gouds te zullen kosten, maar assurantie dekt de schade.

Afbeelding
Datum 10 november 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Singapore, 13 oktober. Het stoomschip MOSSEL is hier nu in het dok om te repareren na bij Celebes op het strand te hebben gezeten. Het kolsem (opm: zaathout, verticale kielplaat) is gebroken, de wrangen en spanten onder de machinekamer zijn zwaar beschadigd en 40 platen zijn verbogen. De kosten der reparatie worden op GBP 6.000 – 8.000 begroot.

Afbeelding
Datum 28 december 1900
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 30 november. De gezagvoerder De Blinde, die de 17e augustus j.l. met het stoomschip MOSSEL van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij op een onbekend rif bij Patakol (opm: moet zijn Pulau Pakolor, eilandje bij Noord-Celebes) ten noorden van Celebes liep, tengevolge waarvan dit schip hoogst belangrijke reparaties moet ondergaan, is volgens de Soerabaija Courant door de Raad van Onderzoek te Batavia, waarvoor hij moest verschijnen, volledig vrijgesproken van enige schuld en de Directie van de Paketvaart Maatschappij heeft hem het eerst openvallend commando op een harer boten toegezegd.
Het stoomschip MOSSEL zal niet voor de 18e december voor de vaart gereed zijn.

Afbeelding
Datum 01 april 1903
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 31 maart. Het stoomschip MADURA van de Stoomvaart Maatschappij Nederland, heeft 3 mijlen benoorden Banjoewangi gestoten en is blijven zitten, doch er bestaat geen onmiddellijk gevaar. Het ss. MOSSEL van de K.P.M. zal hedenavond van Soerabaja vertrekken om hulp te bieden.

Afbeelding
Datum 05 juni 1909
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 5 juni. Aan de Sumatrapost werd 8 mei geseind: Aan boord van het te Priok liggende petroleumschip GRONINGEN (opm: zeelichter) van de Asiatic Oil Co. (opm: = Ned. Ind. Tankstoomboot Mij.) heeft zaterdagmorgen een ontploffing plaats gehad. Twee drums, gevuld met olie, vlogen met luide knal in de lucht. De havenpolitie kreeg dadelijk bericht van de uitkijk. Ogenblikkelijk werd de JACATRA, de drijvende stoombrandspuit, gereed gemaakt. Binnen een half uur was de JACATRA langszij van de GRONINGEN. Intussen waren de stoomschepen HERCULES en BARAPAN (opm: bedoeld zal zijn BABALAN), beide van de Asiatic (opm: Ned. Ind. Tankstoomboot Mij.) met het reddingwerk reeds bezig. Door het krachtig optreden van kapt. Jansen werd het vuur bedwongen. Ongekwetste opvarenden van de GRONINGEN waren in hun angst overboord gesprongen. De HERCULES sleepte de GRONINGEN naar buiten. De MOSSEL (opm: vrachtschip van de KPM) lag zeer nabij. Er zijn zes zwaar gewonden en deerlijk verminkten onder de opvarenden: het zijn Singaporese en Penangse Maleiers. Aan hun genezing kan nauwelijks worden gehoopt. De ontploffing had plaats in het volkslogies. Het schijnt, dat in een tweetal drums, inhoudende gasoline, door onvoorzichtigheid van de opvarenden, die in het volkslogies hebben gerookt, de ontploffing is ontstaan. Van de gewonden der ontploffing te Priok zijn er twee overleden.

Afbeelding
Datum 19 april 1913
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Droogdok Mij. Tandjong Priok te Rotterdam.
Aan het verslag over 1912 wordt het volgende ontleend:
In het afgelopen jaar was de fabriek te Tandjong Priok steeds ruim van werk voorzien; vaak werd er veel moeite ondervonden om het nodige werkvolk te vinden teneinde de steeds toenemende werkzaamheden op tijd af te leveren; het aantal werklieden klom tot gemiddeld 740, tegenover 681 in 1911. Het aantal dokkingen bedroeg 101 met 283 dokdagen, tegenover 106 met 283 dokdagen in 1911. Ook de sleephelling bewees uitmuntende diensten en was gedurende 257 dagen bezet, voornamelijk met meer langdurige reparaties. Van het dok werden 9 pontons verwisseld evenals in 1911.
Er werden 5 niet in Indië thuis behorende stoomschepen gedokt, waaronder voornamelijk het stoomschip PONTIANAK van de Rotterdamsche Lloyd een belangrijke bodemreparatie onderging. Verder werden min of meer belangrijke reparaties uitgevoerd aan de stoomschepen MOSSEL, ALTING en HOUTMAN van de Koninklijke Paketvaart Mij. en aan Hr.Ms. schepen CERAM, HOLLAND, JAVA en HOOFDINSPECTEUR ZEEMAN.
De bouw van motorboten en prauwen en het in elkander zetten en klinken van vaartuigen, die in Nederland gebouwd en in stukken uitgezonden werden, vormden een belangrijk onderdeel van het bedrijf, terwijl ook opdrachten van verschillende cultuur-ondernemingen steeds in omvang toenamen.
De drijvende elektrische centrale, die stroom levert voor elektrische boormachines en voor de verlichting van dok en helling, bleek in een lang gevoelde behoefte te voorzien. De directie gaat steeds voort de werkplaatsen van nieuwere gereedschappen te voorzien, teneinde aan de steeds groter wordende eisen van de scheepvaart te kunnen voldoen.
Blijkens de winst- en verliesrekening bedroeg de nettowinst NLG 123.260.
Commissarissen stellen voor het dividend over 1912 vast te stellen op 15%.

Afbeelding