|
Raad voor de Scheepvaart. In de hedenmiddag door de Raad voor de Scheepvaart gehouden zitting werd de volgende uitspraak gedaan: Uitspraak betreffende de stranding op 13 augustus op Groot Vogelsand van het tjalkschip MEMENTO MORI, schipper en eigenaar Geert Veen te Groningen. De Raad is van oordeel, dat de oorzaak van de stranding van de MEMENTO MORI moet worden toegeschreven aan onbekwame navigatie en gebrek aan zeemanschap van de schipper. Toen deze, bij het Elbe-vuurschip II gekomen, het vuurschip Elbe III niet kon zien, had hij niet mogen doorzetten, maar moeten trachten te ankeren, althans moeten wachten tot het weer helderder zou zijn geworden. In plaats daarvan is hij doorgegaan en heeft niet genoegzaam met wind en stroom rekening gehouden, zodat hij te Noordelijk is gekomen en op het strand geraakt. Wanneer gebruik was gemaakt van het lood, zou de schipper het gevaar, waarin hij verkeerde, tijdig hebben kunnen bemerken. Waar deze schipper bij uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart d.d. 21 februari 1911, wegens gebleken ongeschiktheid, de bevoegdheid om als schipper te varen is ontnomen, vindt de Raad in het bovenvermelde de bevestiging van de juistheid van de toen gegeven uitspraak, onder opmerking, dat het de Raad zeer noodzakelijk voorkomt, dat maatregelen worden genomen, dat aan de uitspraken van de Raad, in gevallen als de onderhavige, gevolg wordt gegeven door de met de uitvoering daarvan belaste ambtenaren.
|