Inloggen
MEMENTO MORI - ID 4208


Kroniekberichten

Datum 13 augustus 1913
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 13 augustus. Men seint ons uit Hamburg. De Nederlandse tjalk MEMENTO MORI, met een lading rijst van Bremen naar Hamburg, is verschenen nacht tijdens storm op Vogelsand gestrand. De bemanning is gered. De tjalk is later met dekschade en een half voet water in het ruim te Cuxhaven binnengekomen.

Afbeelding
Datum 19 augustus 1913
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Hamburg, 15 augustus. De tjalk MEMENTO MORI is onderzocht en kan met behulp van pompers de reis naar Hamburg voortzetten.

Afbeelding
Datum 20 augustus 1913
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Cuxhaven, 15 augustus. Wegens een bergloonvordering is op het Nederlandse schip MEMENTO MORI beslag gelegd.

Afbeelding
Datum 04 september 1913
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Hamburg, 2 september. Het Nederlandse zeilschip MEMENTO MORI, is alhier aangekomen en voor reparatie naar de werf van Körner gebracht. (opm: zie ook RN 201013)

Afbeelding
Datum 20 oktober 1913
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Hamburg, 16 oktober. Het beslag op het Nederlandse zeilschip MEMENTO MORI, dat bij Groot Vogelsand op strand heeft gezeten, is opgeheven. Het heeft te Altona de geloste lading weer ingenomen en is heden vandaar naar Meppel vertrokken.

Afbeelding
Datum 13 februari 1914
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. Stranding van het tjalkschip MEMENTO MORI. Hedenmiddag stelde de Raad voor de Scheepvaart een onderzoek in betreffende de stranding op Groot Vogelsand op 13 augustus jl. van het tjalkschip MEMENTO MORI, schipper en eigenaar Geert Veen te Groningen. De Nederlandse tjalk MEMENTO MORI van Bremen met meel naar Hamburg, is op Groot Vogelsand gestrand, doch werd met dekschade en met water in het ruim vlot gebracht en te Cuxhaven binnengesleept, alwaar de nodige reparaties werd verricht en vervolgens de reis naar Hamburg werd voortgezet. De schipper G. Veen, als getuige gehoord deelt mee, dat hij in het bezit is van een Certificaat van Deugdelijkheid voor de kleine vaart. Hij vertrok de 11e augustus te 3 uur vm. van Bremen met bestemming naar Hamburg beladen met meel en arriveerde 's avonds te Bremerhaven waar geankerd werd wegens tegenwind en tegenstroom. Te 9 uur ging bij ankerop en vervolgde de reis naar Hamburg. De volgende morgen te 1 uur vm. passeerde hij het vuurschip Elbe I. Het was toen stormweer en gedurig dik van regen. Bij het passeren van het vuurschip Elbe II werd het zo dik dat er niets meer was te zien en zeilde hij met een koers van ZO½O de Elbe in. Het was eb tij, doch voor de wind, en het schip stuurde slecht. Het was niet mogelijk te loden aangezien de bemanning te veel werk had met de zeilen. Te 3 uur 's nachts van de 13e augustus geraakte het schip op een zandbank. Het schip stootte zwaar en er kwam zoveel water over, dat het niet mogelijk was om te pompen. Ook kwam er veel water door de luiken die gedeeltelijk open sloegen, in het ruim. Toen na vergeefse pogingen om het schip vlot te brengen te 5 uur de reddingsboot langszij kwam, heeft men het schip verlaten, maar begaf zich naar het vuurschip Elbe III. Het schip werd later door een sleepboot afgesleept en te Cuxhaven binnengebracht. Het schip was voor NLG 7.000 verzekerd; de lading was ook verzekerd, voor hoeveel weet hij niet. De equipage was bij vertrek van Delfzijl niet aangemonsterd, zulks was geschied ten overstaan van de Nederlandse consul te Cuxhaven. De monsterrol was verloren gegaan. Bij een onderzoek door het Seeambt te Hamburg ingesteld, werd de oorzaak van het ongeval toegeschreven aan het uit de koers geraken door stroom en drift bij stormweer en slecht zicht bij het binnenvaren van de Elbe. De stuurman B. Terpstra deelt mee hij te Groningen aan boord is gekomen, doch bij vertrek vandaar of van Delfzijl werd hij aangemonsterd. Men had gevraagd om aangemonsterd te worden maar de waterschout te Delfzijl had zulks geweigerd; de reden hiervan weet hij niet. Nadat het schip te Cuxhaven was binnengebracht begaf de equipage zich weer aan boord en werd verder de reis vervolgd naar Hamburg waar het schip is gerepareerd. (opm: zie ook AH 190214)

Afbeelding
Datum 14 februari 1914
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart.
Stranding van het tjalkschip MEMENTO MORI.
Hierna werd door de voorzitter het volgende meegedeeld: In februari 1911 is de schipper G. Veen volgens artikel 411 van het Wetboek van Strafrecht zijn bevoegdheid ontnomen om als schipper op een Nederlands schip te varen. Hieraan heeft hij een poos voldaan door een schipper in dienst te nemen, doch later heeft hij die schipper bedankt en is zelf weer in die functie gaan varen. De schipper was van mening dat de bevoegdheid hem alleen was ontnomen om als schipper op een schip in kleine kustvaart te varen maar dacht dat zulks wel geoorloofd was voor de vaart op de rivieren Elbe en Weser. Hierna werd het onderzoek in deze zaak gesloten. (opm: zie ook AH 190214)

Afbeelding
Datum 19 februari 1914
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart.
In de hedenmiddag door de Raad voor de Scheepvaart gehouden zitting werd de volgende uitspraak gedaan:
Uitspraak betreffende de stranding op 13 augustus op Groot Vogelsand van het tjalkschip MEMENTO MORI, schipper en eigenaar Geert Veen te Groningen.
De Raad is van oordeel, dat de oorzaak van de stranding van de MEMENTO MORI moet worden toegeschreven aan onbekwame navigatie en gebrek aan zeemanschap van de schipper. Toen deze, bij het Elbe-vuurschip II gekomen, het vuurschip Elbe III niet kon zien, had hij niet mogen doorzetten, maar moeten trachten te ankeren, althans moeten wachten tot het weer helderder zou zijn geworden. In plaats daarvan is hij doorgegaan en heeft niet genoegzaam met wind en stroom rekening gehouden, zodat hij te Noordelijk is gekomen en op het strand geraakt. Wanneer gebruik was gemaakt van het lood, zou de schipper het gevaar, waarin hij verkeerde, tijdig hebben kunnen bemerken.
Waar deze schipper bij uitspraak van de Raad voor de Scheepvaart d.d. 21 februari 1911, wegens gebleken ongeschiktheid, de bevoegdheid om als schipper te varen is ontnomen, vindt de Raad in het bovenvermelde de bevestiging van de juistheid van de toen gegeven uitspraak, onder opmerking, dat het de Raad zeer noodzakelijk voorkomt, dat maatregelen worden genomen, dat aan de uitspraken van de Raad, in gevallen als de onderhavige, gevolg wordt gegeven door de met de uitvoering daarvan belaste ambtenaren.

Afbeelding