Inloggen
MAETSUYCKER - ID 3908


Kroniekberichten

Datum 15 september 1889
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 14 september. De vier bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde voor de Koninklijke Paketvaart Maatschappij in aanbouw zijnde stoomschepen hebben de namen ontvangen van BOTH, REAEL, COEN en MAETSUYCKER.

Afbeelding
Datum 06 juli 1890
Krant VCO - Vlissingsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 5 juli. Op heden zaterdag 5 juli, ’s morgens half 7, is te Kinderdijk bij de firma L. Smit & Zoon met goed succes afgelopen het derde schip voor de Koninklijke Paketvaart Maatschappij, genaamd MAETSUYCKER, van de vier bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde in aanbouw zijnde schepen, waarvan evenwel wegens gebrek aan plaats de romp bij eerstgenoemde firma werd gebouwd. Het schip wordt over 14 dagen te Vlissingen verwacht om alhier geheel te worden afgewerkt.

Afbeelding
Datum 05 augustus 1890
Krant ZZN - Zierikzeesch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 2 augustus. Heden kwam alhier binnen van het etablissement Fop Smit te Kinderdijk, gesleept door 2 sleepboten, het stoomschip MAETSUYCKER, aan genoemde inrichting gebouwd om van de fabriek der Koninklijke Maatschappij De Schelde de stoommachines en ketels te ontvangen en verder geheel afgetimmerd en uitgerust te worden. Dit schip is bestemd voor de vloot der Koninklijke Paketvaart-Maatschappij te Amsterdam.

Afbeelding
Datum 05 november 1890
Krant VCO - Vlissingsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 4 november. Heden morgen te ruim 8 uur vertrok uit de grote sluis tot aanvaarding van de eerste reis en met bestemming buitenom naar Amsterdam, het nieuw gebouwd stoomschip MAETSUYCKER, kapt. C.J. Peters, om aan de Koninklijke Paketvaart Maatschappij te Amsterdam te worden afgeleverd. Dit is het 4e stoomschip groot model, type A, door de Koninklijke Maatschappij De Schelde gedurende dit jaar aan bovengenoemde maatschappij afgeleverd. Het schip zowel als de machine is geheel gelijk aan de stoomschepen BOTH, afgeleverd 8 juli, REAEL, afgeleverd 18 augustus en COEN afgeleverd 3 oktober. (opm: de MAETSUYCKER vertrok op 13 november op de eerste reis, van Amsterdam naar Batavia)

Afbeelding
Datum 06 januari 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 4 december. Van Atjeh is, zoals reeds kortelijk gemeld, de treurige tijding gekomen, dat de cholera te Kota-Radja en te Oleh-leh epidemisch heerst en reeds talrijke slachtoffers heeft gemaakt. De eerste gevallen deden zich voor, nadat een stoomschip der Pakketvaartmaatschappij, MAETSUYKER geheten, waarop iemand onderweg aan cholera was overleden, zonder quarantaine te hebben behoeven te houden, zijn passagiers aan wal heeft gezet. Groot is de verontwaardiging over de aan de dag gelegde nonchalance. Volgens de particuliere berichten heeft zij onder de manschappen van de 4de compagnie van het 3de bataljon infanterie in de Kraton zo vele offers geëist, dat de gehele compagnie moedeloos de kazerne uitgelopen was en ieder lid daarvan zijns weegs ging, hetzij naar de kantine, hetzij naar de passar, Gedah of Penajong. De manschappen waren niet in hun chambrée terug te krijgen, mankeerden op alle appèls en verzuimden alle diensten. Met een zoet lijntje heeft men daarop de gehele compagnie “en corps” naar het hospitaal gebracht met haar officieren er bij en haar aldaar gekazerneerd. Reeds meer dan veertig man van die troepenafdeling, meest allen jonge Europeanen, zijn door het monster neergeveld en naar het grote kerkhof op Petjoet vervoerd.

Afbeelding
Datum 16 februari 1892
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Aan het verslag der voornaamste gebeurtenissen in het Gouvernement Atjeh en Onderhorigheden, lopende van 17 januari tot en met 2 februari 1892 wordt onder meer het volgende ontleend:
De 28e januari kwam het stoomschip MAETSUYCKER der Koninklijke Paketvaart Maatschappij ter rede Oleh-leh aan met het bericht, dat tussen Padang en Atjeh brand aan boord was ontstaan en hierdoor enige vertraging van de reis was ondervonden. De aard der aangerichte schade liet echter toe dat het schip, na enige reparatiën te hebben ondergaan, de 1e februari zijn reis naar de Noord- en Oostkust (opm: van Sumatra) voortzette.

Afbeelding
Datum 08 maart 1892
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 5 februari. In de lading van het Nederlands-Indische stoomschip MAETSUYCKER, is op de reis van Padang naar Atjeh brand ontstaan, welke echter geblust werd. Geen persoonlijke ongelukken zijn te betreuren. Het stoomschip is de 28e januari te Atjeh aangekomen. Het zou de terugreis wat later aanvaarden en eerst 6 februari te Padang aankomen.

Afbeelding
Datum 17 maart 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant

Aan een particuliere correspondentie gedagtekend van de 7e februari uit Atjeh, ontlenen wij de volgende bijzonderheden omtrent een brand, die woedde aan boord het stoomschip MAETSUYKER, op reis van Batavia naar Atjeh:
De dag na ons vertrek van Padang, ’s avonds om een uur of tien, terwijl wij rustig zaten te spelen, kwamen plotseling enige onderofficieren van het detachement (er waren 260 militairen aan boord) de officier, met het bevel over de troepen belast, melden, dat het schip in brand stond, terwijl er ongeveer gelijktijdig een rookwolk naar achteruit woei. Een aangename tijding was dat bepaald niet. De nodige maatregelen werden onmiddellijk genomen, de brandspuiten werden opgetuigd, waarna zoveel mogelijk water in het ruim werd geworpen. Bij nader onderzoek bleek, dat het voorruim, waar hooi en olie was geborgen, en door een waterdicht schot was afgesloten, in brand stond, vermoedelijk tengevolge van het broeien van het hooi. De verstikkende rook, die uit het voorruim opsteeg, maakte het onmogelijk met enige juistheid te bepalen, waar gespoten moest worden.
Natuurlijk moest getracht worden land te bereiken. Het dichtst in de buurt was Aralaboo dat ons echter vijandig gezind is, zodat besloten werd daar niet heen te gaan. Volle kracht stomende werd daarom koers gezet naar Poelau Babi (varkenseiland), dat wij ongeveer half twee ’s nachts bereikten.
Intussen waren de sloepen in orde gemaakt en van levensmiddelen voorzien, terwijl de verschillende zich aan boord bevindende personen werden ingedeeld. Dit laatste was lang geen gemakkelijk werk, daar er 400 passagiers meer aan boord waren dan de sloepen konden bergen. Toch bekwam ieder een plaats.
Daar er veel inlandse vrouwen en kinderen aan boord waren, een 150 man te samen, kostte het in het begin heel wat moeite om de orde te handhaven. De kalme houding der officieren en overige militairen deed echter alles in goede orde verlopen. Alle ingedeelden, voor zover ze niet bij het blussen werkzaam waren, namen op het dek van hun respectieve sloepen plaats, waarbij door de officieren een oogje in het zeil werd gehouden.
Door de warmte van het brandende hooi waren inmiddels de bussen machine olie gesprongen, zodat de rook nu minder werd, en men, naar beneden kijkende, niets dan één grote vuurgloed zag, waardoor men beter kon waarnemen waar gespoten moest worden. Men bepaalde zich nu voornamelijk tot het nat houden van het dek boven het brandende ruim, daar het water, in het ruim gespoten, de brandende olie slechts deed stijgen. Zo werd de gehele nacht doorgewerkt, in afwachting dat de dag zou aanbreken.
Toen eindelijk om half zes het zonnetje tevoorschijn was gekomen, kon alles beter overzien en met meer succes gespoten worden. Er werd doorgestoomd tot Poelau Azoe, waar wij zo dicht mogelijk, als de koraalkust het toeliet, het anker lieten vallen. Nadat de 1ste stuurman naar de wal op verkenning was gezonden en geen mensen had gezien, werd besloten om de vrouwen en kinderen, onder bedekking van enige inlandse militairen, aan de wal te brengen, ten einde, wanneer het verlaten van het schip nog nodig mocht worden, geen overvolle sloepen te hebben. Gelukkig bleef de brand echter tot het voorschip beperkt, voornamelijk doordat het waterdichte schot zich niet had begeven; toen het ruim dan ook was leeg gebrand, kon de brand als geëindigd beschouwd worden. Het was toen tien uur in de morgen, dus juist twaalf uur nadat de brand was uitgebroken.
Één ogenblik, namelijk ’s nachts om half vier, spande het er terdege. De vlam sloeg toen plotseling tot boven het dek uit, wat echter spoedig bedwongen werd.
Zodra de brand geheel geblust was, werden de vrouwen en kinderen, die gedebarkeerd waren, weder aan boord genomen, en om vier uur stoomden wij door naar Oleh-Leh, waar wij 24 uur te laat aankwamen. De huid van het schip had niets geleden, alleen was de bedekking eraf gebrand, zodat wij op eigen gelegenheid konden doorstomen.
Persoonlijke ongelukken zijn er gelukkig niet bij voorgevallen. Het goed van de soldaten, dat in kisten in het voorruim was opgeborgen, was of verbrand of door waterschade onbruikbaar geworden.
Vooral aan de flinke houding en de krachtige hulp der militairen is het te danken, dat de brand geen verdere uitbreiding heeft gekregen.

Afbeelding
Datum 24 maart 1892
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 16 februari. Het stoomschip MAETSUYKER dat brand heeft gehad op de reis van hier naar Atjeh, waardoor het voorschip schade leed, zal hier dokken en repareren. De schade wordt hier op NLG 3.000 begroot.

Afbeelding
Datum 30 augustus 1892
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 29 juli. Kapt. Peters, gezagvoerder van het stoomschip MAETSUYCKER van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij ontving van de directie in Nederland een prachtig gouden horloge ten geschenke, vergezeld van een loffelijk getuigschrift, voor zijn beleidvol optreden toen tijdens de reis naar Padang en Atjeh, aan boord van die bodem brand ontstond.

Afbeelding
Datum 07 augustus 1902
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Londen, 6 augustus. Volgens telegram uit Macassar is het Nederlandse stoomschip MAETSUYCKER van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij gestrand, doch kwam vlot en is na de stranding bij Mandhar in de haven teruggekomen. Het stoomschip zal onderzocht worden.

Afbeelding
Datum 07 augustus 1902
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 6 augustus. Het stoomschip MAETSUYCKER strandde bij Tandjong Kait, westkust van Celebes, doch kwam vlot en in Macassar, en is van daar naar Singapore vertrokken om te dokken. (opm: het gemelde vertrek naar Singapore bleek voorbarig, zie NRC 110902 en 270902)

Afbeelding
Datum 11 september 1902
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Makassar, 7 augustus. Het Nederlandse stoomschip MAETSUYCKER, dat hier heden binnen liep na 36 uur op het Tandjong Thai rif aan de grond te hebben gezeten, lost de lading en zal worden onderzocht. Men verwacht echter, dat het stoomschip niet erg beschadigd is.

Afbeelding
Datum 27 september 1902
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Macassar, 15 september. Het stoomschip MAETSUYCKER, dat aan de grond heeft gezeten, werd onderzocht en heeft schade aan enige platen in het vlak. Het is naar Singapore vertrokken om te dokken.

Afbeelding