Inloggen
CAMPINE (LA) - ID 3561


Kroniekberichten

Datum 19 april 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

De Staats Courant (No. 91) bevat de statuten van de alhier gevestigde N.V. American Petroleum Company (Amerikaansche Petroleum Maatschappij). Doel: het uitoefenen van de petroleumhandel in de meest uitgebreide zin, het redersbedrijf en andere handelszaken, waartoe door de directie en commissarissen besloten wordt.
Aangegaan tot 31 december 1920. Hoofdzetel alhier, met een kantoor te Antwerpen, en met bevoegdheid ook buiten Nederland bijkantoren of filialen te vestigen. Kapitaal NLG 5.000.000, in 100 aandelen (opm: bedoeld zal zijn 200 aandelen) op naam van NLG 25.000 ieder, alle geplaatst.
Het beheer van de zaken is, onder toezicht van de commissarissen, opgedragen aan vijf directeuren, waartoe benoemd zijn de heren O. Randebrock, F.W. Randebrock, O. Horstmann, F. Speth en A. Maquinay.
Tot commissarissen zijn voor de eerste maal benoemd de heren Ch.F. Ackermann, Th.C. Bushnell, G.F. Gregory, W.H. Libby, en A.J. Pouch. Als volledige storting op de aandelen, waarvoor in deze vennootschap wordt deelgenomen door de heren H. Stursberg, O. Randebrock, F.W. Randebrock, F. Speth, Ch. Good, F.W.O. Horstmann en H.F. Korhammer, worden door hen respectievelijk ingebracht en aan haar in eigendom overgedragen de navolgende zaken, te weten:
Door de heren H. Stursberg, O. Randebrock en F.W. Randebrock: het ijzeren schroefstoomschip genaamd: BREMERHAVEN, gemeten op netto tweeduizend eenhonderd negen en zeventig tonnen; het ijzeren schroefstoomschip genaamd: CHARLOIS, gemeten op netto eenduizend achthonderd een en vijftig tonnen; het ijzeren schroefstoomschip genaamd: CHESTER, gemeten op netto eenduizend achthonderd twee en zeventig tonnen; het ijzeren schroefstoomschip genaamd: OCEAN, gemeten op netto eenduizend achthonderd twee en zeventig tonnen, en zulks met al de tot die schepen behorende ankers, zeilen, sloepen, boten, gehele inventaris en verdere toebehoren.
Deze schepen zijn nimmer op een van de openbare registers hier te lande te boek gesteld. Door dezelfde voor hun firma Hermann Stursberg & Co; tien twintigste aandelen in de Tank-Rijnschip-reederij, gevestigd alhier, aan welke rederij toebehoort het onder Nederlandse vlag varende petroleum-tankschip genaamd: PETROLEA I; de helft in een voor gezamenlijke rekening met de firma Horstmann & Co te Charlois, als roerend goed opgerichte tankinrichting met al hetgeen daartoe behoort; door de heer F.W.O. Horstmann; het overdekte ijzeren schroefstoombootje genaamd: MIGNON, gemeten op vijftien tonnen, met de gehele inventaris en verder toebehoren, welk schip nimmer op een van de openbare registers alhier te lande is te boek gesteld.
Door de heren F.W.O. Horstmann en H.F. Korhammer voor hun firma Horstmann & Co; tien twintigste aandelen in de Tank-Rijnschip-reederij gevestigd te Rotterdam, aan welke rederij toebehoort het onder Nederlandse vlag varende petroleum-tankschip genaamd: PETROLEA I; de helft in een voor gezamenlijke rekening met de firma Hermann Stursberg & Co, te Charlois, als roerend goed opgerichte tankinrichting met al hetgeen daartoe behoort; twintig tankwagons; diverse tanklichters, petroleumwagens en verdere zaken tot de detailhandel te Amsterdam behorende; de kantoorinrichtingen alhier te Amsterdam.
Door de heren F. Speth en Ch. Good voor hun firma Fr. Speth & Co: het stalen zeilschip genaamd: HAINAUT, gemeten op eenduizend zevenhonderd achttien en drie en twintig honderdste tonnen; het stalen stoomschip genaamd: LA FLANDRE, gemeten op eenduizend vijfhonderd negen en acht en tachtig honderdste tonnen; het stalen stoomschip genaamd LA CAMPINE, gemeten op tweeduizend zeven en tachtig en een en dertig honderdste tonnen, en zulks met al de tot die schepen behorende ankers, zeilen, sloepen, boten, gehele inventaris en verder toebehoren. Deze schepen zijn nimmer op een van de openbare registers hier te lande te boek gesteld. Voorts drie spoorwegwagons en de te Antwerpen door hen als roerend goed opgerichte tankinrichting, met al hetgeen daartoe behoort.

Afbeelding
Datum 30 mei 1893
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

New York, 18 mei. Het Nederlandse stoomschip LA CAMPINE, is bij het vertrek van de quarantaine plaats in aanvaring geweest met het bij Tomkinsville ten anker liggende Noorse barkschip BELLONA, dat van Wellington, N.Z, is gearriveerd. Het verloor boegspriet en kluiverboom. De LA CAMPINE leed geen schade.

Afbeelding
Datum 24 december 1893
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

New York, 23 december. De rederij van het Nederlandse stoomschip LA CAMPINE, heeft GBP 500 betaald aan de reders van het schip W.D. MARVEL, waarmee het stoomschip in aanvaring is geweest.

Afbeelding
Datum 18 februari 1894
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Antwerpen, 16 februari. Het Nederlandse petroleum tankstoomschip LA CAMPINE, van New York hier aangekomen, had op de Atlantische Oceaan met hevige stormen te maken. Toen het schip 4 dagen in zee was, brak een kolossale stortzee over het dek, een Noorse matroos sloeg overboord en verdronk, terwijl enige andere matrozen kwetsuren bekwamen.

Afbeelding
Datum 10 november 1894
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Antwerpen, 7 november. Het Nederlandse stoomschip LA CAMPINE, van New York hier aangekomen, heeft een zeer moeilijke reis gehad. Tijdens een orkaan, waardoor het stoomschip belopen werd, braken hoge zeeën over het schip heen en veroorzaakte schade aan roer en machinerie.

Afbeelding
Datum 25 maart 1895
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 22 maart. Volgens telegram van Lloyd´s is de Nederlandse tankstomer LA CAMPINE, van Rotterdam naar Baltimore, aldaar lek aangekomen en moet dokken om nagezien te worden.

Afbeelding
Datum 27 maart 1895
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Antwerpen, 27 maart. Volgens ontvangen telegram arriveerde de Nederlandse tankstomer LA CAMPINE met lekkage in een der tanks en andere schade, waardoor het gedokt moest worden. Men verwacht binnen twee dagen met de reparatie gereed te zijn.

Afbeelding
Datum 22 januari 1897
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 20 januari. De onder Nederlandse vlag varende tankstomer LA CAMPINE, van Antwerpen naar Philadelphia, ligt vermoedelijk met defecte machine ter rede van Dover geankerd.

Afbeelding
Datum 25 januari 1897
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 21 janauri. De tankstomer LA CAMPINE, van Antwerpen naar Philadelphia, ter rede van Dover geankerd, heeft nog gisteren de reis voortgezet.

Afbeelding
Datum 08 mei 1897
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 6 mei. Volgens telegram uit Philadelphia heeft het Nederlandse stoomschip LA CAMPINE door aanvaring met een ijsberg zware schade bekomen. (opm: zie PGC 110597)

Afbeelding
Datum 11 mei 1897
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Philadelphia, 6 mei. Het Nederlandse stoomschip LA CAMPINE, dat 29 april op 46º N.B. en 48º W.L. in aanvaring was met een ijsberg, heeft schade aan de boeg en het voorschip vol water.

Afbeelding
Datum 19 mei 1897
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Philadelphia, 6 mei. Het Nederlandse stoomschip LA CAMPINE, van Antwerpen hier aangekomen, was de 29e april op 46º50´ N.B. en 48º W.L. tijdens dikke mist in aanvaring met een kleine ijsberg, waardoor 12 platen in de stuurboord- en bakboordboeg, meest beneden de waterlijn, werden beschadigd. Het stoomschip is zwaar lek. Voordat men tegen de ijsberg aanvoer, werd veel los ijs gepasseerd.

Afbeelding
Datum 18 februari 1899
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Antwerpen, 15 februari. Het Nederlandse stoomschip LA CAMPINE, van New-York alhier aangekomen, heeft dekschade door slecht weer.

Afbeelding
Datum 21 maart 1901
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen 21 maart. Het Nederlandse stoomschip LA CAMPINE, van Hamburg naar Philadelphia, is ter rede van Cuxhaven geankerd met lichte lekkage in de ketels en schade door aanvaring met het Engelse stoomschip INTREPID.

Afbeelding
Datum 23 maart 1901
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 22 maart. Het stoomschip LA CAMPINE is van Cuxhaven naar Newcastle vertrokken om te repareren. De schade wordt begroot op GBP 200.

Afbeelding
Datum 20 november 1912
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Antwerpen, 18 november. Het Nederlandse tankstoomschip LA CAMPINE, van hier naar New York, heeft op de rivier twee ankers verloren.

Afbeelding
Datum 05 februari 1913
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

New York, 25 januari. Het van Antwerpen alhier aangekomen Nederlandse stoomschip LA CAMPINE heeft door slecht weer schade aan de brug en dekinrichtingen opgelopen. Om de golven te stillen, heeft men olie gebruikt.

Afbeelding
Datum 13 mei 1913
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. Hedenmiddag had de behandeling plaats van de klacht van de hoofdinspecteur van de scheepvaart tegen de heer J. Oortgiese, gezagvoerder van het stoomschip LA CAMPINE (rederij: American Petroleum Company te Rotterdam).
Een onderzoek zal worden ingesteld of de gezagvoerder Johannes Oortgiese zich heeft schuldig gemaakt aan misdraging jegens de opvarenden door met een onvoldoend uitgerust schip een reis te ondernemen.
De klacht van de hoofdinspecteur van de scheepvaart is dat het stoomschip LA CAMPINE de 16e november 1912 van Terneuzen naar New York is vertrokken, zonder van behoorlijke en vereiste ankers en kettingen te zijn voorzien.
De gezagvoerder deelt mee dat het schip de 16e november 1912 van Terneuzen naar New York vertrok in waterballast. Hij verloor van Antwerpen uitstomende SB boeganker met 125 vadem ketting en BB boeganker met 60 vadem ketting. Er was nog 1 reserve boeganker met de overgebleven 65 vadem ketting, benevens 1 tuianker en twee werpankers aan boord. Hij had van uit Terneuzen aan de rederij te Antwerpen gevraag wat te doen en orders bekomen de reis voort te zetten. De reis werd vervolgd en volbracht zonder de beide verloren boegankers te herplaatsen.
Er hadden gedurende de reis geen ongelukken plaats en werd te New York, waar geankerd werd, gebruik gemaakt van het reserve boeganker en de overgebleven 65 vadem ankerketting. Ook te New York konden de verloren ankers niet weer herplaatst worden. Vanuit New York stelde hij de directie in kennis dat er geen geschikte ankers en kettingen te verkrijgen waren. De heer J.F. Muller te Antwerpen, vertegenwoordiger te Antwerpen van de rederij Am. Petr. Comp., deelt mee dat het stoomschip LA CAMPINE te Antwerpen wordt beheerd en onder zijn toezicht staat. Aangezien er geen nieuwe en passende ankers en kettingen te verkrijgen waren en hij oordeelde dat er ankers genoeg aan boord waren, gaf hij orders de reis zonder meer te vervolgen. De Raad was van oordeel dat het onverantwoordelijk was een schip zonder de beide verloren boegankers te herplaatsen, naar zee te sturen. Het schip was groot 1.893 reg. ton, bemand met 30 koppen, onder wie 6 Nederlanders. De uitspraak volgt later. (opm: zie ook AH 140613)

Afbeelding
Datum 14 juni 1913
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. Gistermiddag werd door de Raad voor de Scheepvaart de volgende uitspraak gedaan: Uitspraak betreffende de klacht van de hoofdinspecteur van de Scheepvaart tegen J. Oortgiese (uit Antwerpen), gezagvoerder van het stoomschip LA CAMPINE (rederij American Petroleum Company te Rotterdam). Overwegende dat daar het stoomschip LA CAMPINE na het ongeval nog aan boord had een reserveanker en 3 werpankers, benevens ongeveer 60 à 70 vadem ketting en enige stalen trossen, dit schip geacht moet worden, wat zijn grondtakel betreft, voldoende uitgerust te zijn geweest om de reeds aangevangen reis voort te zetten. Overwegende, dat de gezagvoerder zich derhalve niet heeft schuldig gemaakt aan enige misdraging, bedoeld bij art. 48 al. 1, van de Schepenwet, verklaart, dat er geen termen zijn een ‘Maatregel van Tucht’ op de gezagvoerder J. Oortgiese toe te passen.

Afbeelding
Datum 26 februari 1914
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Antwerpen, 23 februari. Het Rotterdamse tankstoomschip LA CAMPINE, hier van New York aangekomen, heeft tijdens zwaar weer geweldige stortzeeën overgekregen, welke o.a. de stuurboord reddingboot No. 2 over boord sleurden en zware schade toebrachten aan de bakboord werkboot, de commandobrug, verschansingen, stutten, enz. Het schip sprong lek in de voorpiek en de voorste ballasttank, maar de bemanning slaagde er in het lek te stoppen. Bij aankomst alhier bevond men dat ook de tanken 3, 4 en 5 water maakten. Een van de opvarenden werd gekwetst.

Afbeelding
Datum 09 augustus 1915
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 8 augustus. Het Nederlandse tankstoomschip LA CAMPINE, van New York naar Rotterdam, passeerde 5 augustus Lizard, koersende naar Falmouth om schipbreukelingen te landen.

Afbeelding
Datum 19 februari 1917
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Nederland en de oorlog. De verscherpte duikbootoorlog.
Het alhier van Baton Rouge binnengekomen Nederlandse tankstoomschip LA CAMPINE rapporteert in het Engelse Kanaal door een Duitse onderzeeër te zijn beschoten. Nadat de bemanning zich in de boten had begeven, ging de gezagvoerder met de papieren naar de onderzeeër. Na inzage van de papieren kreeg men verlof de reis te vervolgen. Eerst is er een los schot gelost en daarna een scherp schot. Niemand is gekwetst. De lading bestaat uit ongeveer 3.100 ton petroleum. De LA CAMPINE behoort aan de American Petroleum Company.

Afbeelding
Datum 13 maart 1917
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Nederland en de oorlog. De scheepvaart.
Nu de Noordelijke vaargeul van 15 dezer af blijkens mededeling van de Duitse autoriteiten absoluut veilig zal zijn, zal het motorschip GALLIA van de firma Ph. van Ommeren te Rotterdam, op genoemde datum de reis via Halifax naar Noord Amerika aanvaarden. De stoomschepen LA CAMPINE en NEW YORK, van de American Petroleum Company, hebben reeds enige dagen geleden langs dezelfde route de reis aanvaard.

Afbeelding
Datum 15 maart 1917
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

De LA CAMPINE getorpedeerd. Men deelt ons mee, dat het stoomschip LA CAMPINE, dat uit Rotterdam uitgevaren is, in de Noordzee getorpedeerd is. De gehele bemanning, bestaande uit 32 man, is aangebracht op het lichtschip Doggersbank-Zuid.
Heden zal zij daarvan worden afgehaald.
(Het stoomschip LA CAMPINE, het eigendom van de American Petroleum Company te Rotterdam, was in 1890 te Newcastle gebouwd en mat 2.557 ton bruto. Het stoomschip was 10 dezer uit de Waterweg naar New York vertrokken. –Red.)

Afbeelding
Datum 16 maart 1917
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

De LA CAMPINE. Het Haagsche Corr.-bureau meldt ons: Wij menen te weten, dat volgens de bemanning van het getorpedeerde stoomschip LA CAMPINE dit schip getorpedeerd is in de vaargeul, waarin veilig kon worden gevaren, maar dat volgens de Duitse lezing de torpedering zou zijn geschied in het verboden gebied.

Afbeelding
Datum 16 maart 1917
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Nederland en de oorlog. De LA CAMPINE.
Uit Nieuwediep meldt men ons: De Nederlandse sleepboot THAMES heeft heden alhier van het lichtschip Doggersbank-Zuid aangebracht de bemanning, groot 32 man, van het stoomschip LA CAMPINE, dat in de Noordzee door een Duitse duikboot vernietigd is. De bemanning, die door de Duitsers aan haar lot werd overgelaten, heeft in twee scheepsboten 32 uur op zee rondgezworven. Toen trof een Engelse duikboot haar aan, die ze later op een Noors stoomschip heeft overgezet, welk schip de opvarenden aan het lichtschip Doggersbank-Zuid heeft afgegeven.

Afbeelding
Datum 17 maart 1917
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Nederland en de oorlog. De LA CAMPINE.
Tegen half negen gisteravond zijn 27 mannen, die deel uitmaken van de bemanning van het in de Noordzee in de grond geschoten stalen tankstoomschip LA CAMPINE van de American Petroleum Company, uit Den Helder aan het station D. P. alhier aangekomen. De kapitein is te Amsterdam achtergebleven en de overige leden van de 32 man sterke bemanning zijn met dezelfde trein naar Vlissingen doorgespoord.
Een van de stuurlieden deelde ons omtrent het voorgevallene het volgende mee: Dinsdagmorgen omstreeks 9 uur werd het stoomschip LA CAMPINE, van Rotterdam via Halifax in ballast naar New York, plotseling beschoten door een Duitse duikboot. Dit schieten was voornamelijk gericht op de Marconi-inrichting en eindigde niet, voor men dit had laten zakken en het schip gestopt had.
Nadat de tweede stuurman de scheepspapieren naar de duikboot, die geen nummer vertoonde, gebracht had, werd het sein A B opgezet, hetgeen betekent: Verlaat het schip onmiddellijk. De gehele bemanning begaf zich te omstreeks 11 uur in twee reddingboten en werd door de Duitsers aan haar lot overgelaten. Tevergeefs werd het verzoek gedaan om gesleept te worden. Na 32 uren te midden van sneeuwbuien te hebben rondgedreven ontmoette men de Engelse duikboot E 46. Dadelijk verkreeg men alle hulp en aan de mannen in de boten werd warme thee en rum verstrekt. Na drie uur door deze duikboot gesleept te zijn, werden allen overgegeven aan het stoomschip NORDEN, dat men acht mijl van het lichtschip Doggersbank—Zuid ontmoette en welk stoomschip de mensen op dat lichtschip bracht. Zij hebben alles verspeeld. Donderdagavond 9 uur heeft de sleepboot THAMES hen daar afgehaald en gisteren voormiddag omstreeks 11 uur kwamen zij te Nieuwediep aan, alwaar men hen op het wachtschip ontving. De LA CAMPINE is, nadat de bemanning het schip verlaten had, door de Duitsers in de grond geschoten. De bemanning heeft het zien kapseizen. Er zijn tenminste 50 schoten gelost. De stuurman, die het vorenstaande meedeelde, verklaart, dat de LA CAMPINE, toen zij aangehouden werd, zich bevond op 56 graden Noorderbreedte en 4 graden 57 minuten Oosterlengte. Men had juist die hoogten genomen en bevond zich volgens het bestek in de vrije vaargeul. Over de behandeling en hulp door de Engelsen aan de schipbreukelingen verleend, de verzorging op het lichtschip Doggersbank-Zuid en de ontvangst op het wachtschip te Nieuwediep, waren de mensen hoogst voldaan.

Afbeelding
Datum 28 maart 1917
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. De Raad voor de Scheepvaart stelde gistermiddag een onderzoek in ter zake van het tot zinken brengen door een Duitse duikboot van het stoomschip LA CAMPINE op 56º-20' N.B. en 03º-25' O.L. op 13 maart 1917. Gehoord werd allereerst de gezagvoerder G. Claudé, die verklaarde, dat de LA CAMPINE een tankschip was en voer 10 maart in waterballast van Rotterdam naar New York via Halifax. Getuige had de voorgeschreven route gevolgd, het laatste bestek had hij gehad bij IJmuiden. Voor die tijd was de LA CAMPINE voor anker gegaan wegens averij aan de stuurketting en was blijven liggen tot zondagmiddag 11 maart, 5 uur, daar er te dikke mist was dan dat getuige durfde gaan varen. Dinsdagmorgen te 8 uur 30 heeft getuige hoogte gehad. Het was toen helder weer. Kort daarop, toen getuige naar achteren liep om de loglijn te zien, hoorde hij een schot. Het was toen 8 uur 45. OZO zag getuige een duikboot, die bleef doorvuren, niettegenstaande getuige drie stoten met de fluit deed geven, ten teken, dat hij achteruit sloeg. Ook toen de LA CAMPINE gestopt lag, bleef de duikboot doorschieten. De marconist kon geen draadloze verbinding krijgen met de duikboot, die op een dikke mijl afstand lag. De wimpel-seinen voor de duikboot waren niet te zien, daar er geen wind genoeg was. Getuige zette toen een boot uit, waarmee hij de tweede stuurman naar de duikboot zond, terwijl hij seinde: ,,Mijn boot komt naar u toe". Toen de 2e stuurman langszij van de duikboot lag, hees deze het sein A. B. — „verlaat uw schip". De bemanning gaf aan dit bevel gevolg, en getuige liet naar de boot van de stuurman roeien, die hem verslag gaf van zijn onderhoud met de duikbootcommandant. Getuige is niet bij de duikboot geweest. De duikboot dook onder en kwam dichter bij het schip weer boven, daarop begon zij het schip te beschieten, dat zij tenslotte door een torpedo in de grond heeft geboord. Ruim 24 uur hebben de schepelingen rondgezwalkt, zoveel mogelijk zodanige koers houdende, dat zij zouden uitkomen ergens aan de Nederlandse kust. 's Middags zagen zij een Engelse duikboot, die hen op sleeptouw nam, koersende naar de Terschellinger Bank. Volgens het gegist bestek van getuige is de torpedering geschied op 56º N.B. en 04º-57" O.L. (Dit wijkt af van de opgaaf van de Duitse duikboot, die aangeeft 56º-20' N.B. en 03º-25' O.L. Dit is in zoverre van betekenis, dat de opgaaf van de duikboot aangeeft een plaats buiten de veilige vaargeul, terwijl volgens het gegist bestek van kapt. Claudé het schip binnen die geul zou zijn geweest). Na uitvoerig onderzoek op de kaart bleek, dat de juistheid van het gegist bestek niet was vast te stellen. Wel bleek, dat men zich, eenmaal in de boten zijnde, had vergist in de plaats waar men was. Getuige meende te kunnen koersen met zijn boten naar Doggersbank-Noord, dit kwam evenwel niet uit. Nadat de Engelsman hen had losgelaten, zijn zij gekoerst naar Doggersbank-Zuid, waar zij opgenomen werden op het lichtschip. Daar zijn zij afgehaald door de sleepboot THAMES. De 1e stuurman J. Ebbens bevestigde de verklaringen van de gezagvoerder. De 2e stuurman H. de Grooth verklaarde, dat hij een klein uur gevaren had van zijn schip naar de duikboot. Hij had de trommel met papieren bij zich. De duikbootcommandant is met de papieren naar beneden gegaan, waar getuige later ook moest komen. De commandant merkte toen op, dat de LA CAMPINE te diep lag, dan dat hij kon geloven dat zij in ballast voer. Bovendien verklaarde de commandant, dat het schip in verboden gebied was en hij achtte het waarschijnlijk, dat het contrabande voor Engeland ging halen. Als plaats gaf toen de Duitser aan 56º-20' N.B. en 03º-25' O.L. De commandant kondigde aan, dat de LA CAMPINE zou worden in de grond geboord. Voor het overige stemmen de verklaringen van deze getuige overeen met die van de gezagvoerder en de 1e stuurman. Het nummer van de duikboot heeft getuige niet gezien. De commandant had op verzoek van getuige om de boten te slepen, weigerend geantwoord en de raad gegeven om ZW te sturen. De Inspecteur van de Scheepvaart, de heer Landweer, opmerkende, dat het voor een duikboot minder gemakkelijk is juiste hoogte te nemen dan voor een gewoon schip, omdat een duikboot vaak onder water vaart en in allerlei richtingen manoeuvreert, zodat de duikbootcommandanten vaak zelf verklaren, dat zij niet zeker zijn van hun standplaats, stelde de vraag waaraan de duikbootcommandant de zekerheid ontleent, dat zijn bestek het juiste was. De Raad zal later uitspraak doen.

Afbeelding
Datum 16 april 1917
Krant AH - Algemeen Handelsblad

Torpedering van Nederlandse schepen.
Wolff seint uit Berlijn: De Nederlandse pers beklaagt zich in heftige bewoordingen over de talrijke, naar zij meent ongerechtvaardigde torpederingen van Nederlandse schepen en van schepen van het Belgische "Relief-Committee" door Duitse duikboten.
Hierover wordt gemeld: Het stoomschip HAELEN van het Belgische Relief Committee werd op 17 maart 1917 in het vrije verkeersgebied volgens het prijzenrecht aangehouden. Het stoomschip poogde zich aan het onderzoek door de vlucht te nemen te onttrekken, totdat het door beschieting tot stoppen werd gedwongen. Dit geval is dus volgens het internationale recht volkomen juist. Het tankschip LA CAMPINE werd in het afgezette gebied tot zinken gebracht. Hetzelfde geldt van het stoomschip van de Belgische Relief-Commissie TREVIER, een onbekend klein Nederlands tankschip, dat naar Engeland ging om benzine te halen, de Nederlandse TRES FATRES, het stoomschip AMSTELSTROOM en het stoomschip HESTIA, dat op 31 maart in een Engels konvooi op de reis naar Engeland werd getorpedeerd. Het tankschip HEALDTON ging bij Doggersbank onder, blijkens dagbladberichten. Volgens tot dusver ontvangen berichten heeft geen Duitse duikboot dit schip getorpedeerd, maar zelfs indien dat het geval was, zou het binnen het afgezette gebied gebeurd zijn. Wat ten slotte het stoomschip FEISTEIN van de Belgische Relief-Commissie betreft, dat schip liep op 31 maart op een mijn, waarschijnlijk in het Engelse mijnenveld, dat ten NO van Terschelling ligt. Hierdoor zijn alle ons verweten gevallen het gevolg ervan, dat de scheepskapiteins de waarschuwingen over het varen in het afgezette gebied in de wind sloegen, of, zoals in het geval van de HAELEN, getracht hebben, zich aan de uitoefening van het prijsrecht te onttrekken. De Nederlandse pers zou zich verdienstelijk maken, als zij met deze zakelijke uiteenzetting rekening wilde houden.
De Duitse regering geeft met de grootste koelbloedigheid rapporten van wat de Duitse duikbootcommandanten menen — of moeten wij zeggen, misschien menen? -- dat de waarheid is, als de waarheid weer. De getuigenverklaringen van de bemanning van de HAELEN wijzen uit, dat hel stoomschip HAELEN niet poogde te ontvluchten. Een Duitse duikbootcommandant, op vele mijlen afstand, verklaart dat dit wel zo was.
Een Nederlandsche rechtbank, de Raad voor de Scheepvaart, heeft in haar op 5 april uitgesproken vonnis verklaard, dat het zeker was, dat de LA CAMPINE in de vrije vaargeul was. Een fout in het bestek, in de astronomische plaatsbepaling, leek deze deskundige rechter, die de methode en gegevens van plaatsbepaling heeft onderzocht, onmogelijk, terwijl deze rechter tevens vaststelde, dat de onderzeeboot geen betrouwbaar bestek kon hebben. Wat nu andere gevallen, het stoomschip AMSTELSTROOM b.v. betreft, de Duitse regering schijnt te menen, dat deze verraderlijke torpedering gemotiveerd is, wijl zij vooral gewaarschuwd heeft, dat zij aldus zou handelen! Alsof een rover het recht heeft, moord te begaan, indien hij slechts van te voren bekend maakt, dat hij ieder, die een gegeven weg volgt, doden zal! De Duitse regering heeft hier boven slechts zeer weinige van de gevallen genoemd, die hier in Nederland zó diepe verontwaardiging gewekt hebben. Zelfs voor die enkele gevallen zijn de verontschuldigingen van dit treurig gehalte. (opm: zie ook AH 200417)

Afbeelding