|
In het verslag van de Nieuwe Afrikaansche Handelsvennootschap alhier over 1891 komt het volgende voor: Hoewel de omvang van onze handel in het boekjaar, waarover wij thans verslag geven, ongeveer gelijk was aan die van het voorafgaande, waren de resultaten niet even voordelig. Die minder gunstige uitslag is voornamelijk te wijten aan de grote moeilijkheden, die wij in het gebied van de Congo-Vrijstaat ondervonden en aan de buitensporige belastingen, die wij daar hadden te betalen. Wij kunnen evenwel met genoegen hier vermelden, dat in de laatste maanden de verstandhouding tussen de ambtenaren van de Vrijstaat en de vertegenwoordigers van onze vennootschap belangrijk verbeterd is, welke verbetering wij voornamelijk toeschrijven aan de tussenkomst van Zijne Majesteit Koning Leopold en de verdere regering van de Congo-staat te Brussel. Intussen zullen zich de nadelige gevolgen van die vroeger ondervonden moeilijkheden nog wel in het nu lopende boekjaar doen gevoelen; in het gebied van de Boven-Congo, de hoofdzetel van de ivoorhandel, werden wij gedurende geruime tijd in onze werkzaamheid belemmerd. Daardoor werd in dat gebied belangrijk minder gekocht, waarvan het nadeel eerst blijkt bij de aanvoeren in Europa, die maanden tijd vorderen voor het vervoer uit het zover afgelegen binnenland. In het Frans Congo-gebied breiden wij onze werkkring geregeld uit en ondergaat onze vloot daar de noodzakelijke vermeerdering. Van de zijde van de Franse autoriteiten ondervinden wij steeds de gewenste ondersteuning. De zolang bestreden invoerrechten zijn eindelijk tot stand gekomen. Hoewel wij de heffing daarvan steeds als een groot nadeel blijven beschouwen, vleien wij ons, dat de regeringen van de Congo-staten wel alles zullen doen om door milde voorschriften onnodige kwelling te voorkomen. Door de veranderde omstandigheden bleek het wenselijk, om behalve de AFRIKAAN nog een tweede stoomboot in de vaart te hebben. Het kwam ons evenwel niet geraden voor, om daarvoor een zo groot deel van het maatschappelijk kapitaal vast teleggen, en het gelukte ons een combinatie tot stand te brengen, die tegen betaling van rente en jaarlijkse aflossing een stoomschip tot onze beschikking stelt, waarvan alle voordelen voor de Nieuwe Afrikaanse Handelsvennootschap zijn bedongen en dat, nadat alle aflossingen geheel zijn voldaan, het eigendom dezer vennootschap wordt. Die stoomboot, de KONINGIN WILHELMINA, werd gebouwd bij de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij te Fijenoord. Zij is thans op haar eerste reis naar de zuidwestkust van Afrika en wij geloven reeds nu te mogen zeggen, dat de bouwmeesters in elk opzicht een flink, mooi werk hebben geleverd. Met de handel op Afrika werd na behoorlijke afschrijving op vaste eigendommen en kustvaartuigen, een winst behaald van NLG 225.042,82; de exploitatie rekening van de stoomboot AFRIKAAN liet een avans van NLG 72.701,36, totaal NLG 298.644,18. Hiervan moet worden afgetrokken; onkosten en salarissen alhier NLG 47.186,58½ en interest NLG 8.520,61, tezamen NLG 55.707,19½; blijft NLG 242.936,98½. De directie stelt voor daarvan af te schrijven: op panden alhier NLG 1.581,64; en op de stoomboten en schepen hier in administratie NLG 8.000, en over te boeken op reserve NLG 25.000; totaal dus NLG 34.581,64, waarna er overblijft NLG 208.355,34½. Daarbij gevoegd het onverdeeld saldo van het vorig jaar ad NLG 7.766,99½, blijft ter verdeling over NLG 216.122,34, welke som in staat stelt, aan de aandeelhouders uit te keren NLG 199.500, aan 2 directeuren NLG 10.349,75, en voor dividendbelasting te reserveren NLG 5.107,87, waarna er als saldo, over te boeken op nieuwe rekening, blijft: NLG 1.164,72. De inventaris in Afrika, met alle daarop betrekking hebbende posten, bedraagt NLG 3.030.283,82, zijnde ruim NLG 200.000 meer dan vorig jaar. Dit is een gevolg van grotere uitzendingen met het oog op het verwachte in werking treden van de inkomende rechten. De post stoomboten en schepen hierin administratie is NLG 125.000, dus ruim NLG 10.000 lager dan vorig jaar. De panden te Rotterdam staan te boek met NLG 41.000, tegen NLG 45.000 vorig jaar. De reserverekening bedraagt nu NLG 400.000, terwijl de assurantiereserve, voorkomende met NLG 251.810,23, een vooruitgang toont van NLG 21.185,14. De heer B.P. van IJsselstein heeft de boekhouding weer geregeld nagezien. De heer G. Mees R.Az. treedt dit jaar af als lid van de commissie tot opname van de rekening en verantwoording en is volgens statuten niet dadelijk verkiesbaar.
|