Inloggen
JEANNETTE FRANÇOISE - ID 3213


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1893-04-24 / 1912-11-19 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 1893
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Type Dek: Flush deck
Masten: Four masts
Material Hull: Steel
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: J. & K. Smit's Scheepswerven, Krimpen aan de Lek, Zuid-Holland, Netherlands
Werfnummer: 448
Launch Date: 1892-11-30
Delivery Date: 1893-04-00
Technical Data

Gross Tonnage: 2292.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 2230.94 Net tonnage
Deadweight: 3500.00 tons deadweight (1016 kg)
 
Length 1: 263.0 Feet (British) Registered
Beam: 44.0 Feet (British) Registered
Depth: 27.0 Feet (British) Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1893
Datum agenda: 1893-04-00
Register nr: 0
Scheepsnaam: JEANNETTE FRANCOISE
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Vroege en de Weijs
Plaats: Rotterdam
Opmerkingen: ja
1893-04-24, uitreiking59-

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1893-04-24 JEANNETTE FRANÇOISE
Manager: Pieter van der Hoog, Krimpen aan de Lek, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Pieter van der Hoog, Krimpen aan de Lek, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Krimpen aan de Lek / Netherlands
Callsign: PFKG

Date/Name Ship 1906-00-00 JEANNETTE FRANÇOISE
Manager: Cornelis J. Lels, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Cornelis J. Lels, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: PFKG

Date/Name Ship 1910-00-00 JEANNETTE FRANÇOISE
Manager: Jan Vroege, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: N.V. Maatschappij tot Exploitatie van het Viermast Barkschip Jeannette Françoise, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: PFKG

Date/Name Ship 1912-11-00 CARL
Manager: C. Krabbenhöft & Bock, Hamburg, Germany
Eigenaar: C. Krabbenhöft & Bock, Hamburg, Germany
Shareholder:
Homeport / Flag: Hamburg / Germany
Callsign: RSNJ

Date/Name Ship 1921-00-00 SOUVENIR
Manager: O. Kverndal & Co., Tvedestrand, Norway
Eigenaar: A/S. Souvenir, Tvedestrand, Norway
Shareholder:
Homeport / Flag: Tvedestrand / Norway

Ship Events Data

1895-09-02: Damaged
Rotterdam, 2 september 1895. Het Nederlandse schip (opm: viermast bark) JEANNETTE FRANÇOISE, kapt. R. Bleeker, van Samarang te Liverpool aangekomen, heeft schade aan het roer gekregen door tegen het dok te lopen.
1896-11-17: Grounded
Krimpen aan de Lek, 18 november 1869. Volgens bij de reder ontvangen telegram was het viermastschip JEANNETTE FRANÇOISE, kapitein Bleeker, de 17e dezer van Java te Delagoa Baai (opm: Madagascar) aangekomen. Het schip had op de baar zwaar gestoten, doch was dicht gebleven. Voor verleende assistentie werd GBP 60 betaald.
1899-01-16: Damaged
Amsterdam, 16 januari 1899. Gisterenmiddag werd in de JEANNETTE FRANÇOISE 17½ voet water gepeild, dat sedert door de sleepboot LAPLAN van de firma Rutters werd uitgepompt. Het schip heeft ogenschijnlijk niet geleden. Misschien is het iets ontzet. Van de lading heeft het meest geleden een partijtje klosjes garen, vaten cement en lampenartikelen. De gehele lading wordt gelost, omdat men verwacht, dat de onderin geladen goederen veel waterschade hebben. Men vermoedt, dat de brand is ontstaan door de broeiing van nat stro, waarin glaswerk verpakt was. Het vertrek wordt waarschijnlijk door deze brand vier weken vertraagd.
1912-10-24: Sold to foreign country
Aankomst van de stalen viermastbark JEANNETTE FRANÇOISE van de reder J.A. Vroege met een lading graan op de Elbe voor Cuxhaven. Het schip was op 5 augustus 1912 vertrokken vanuit Buenos Aires. Op 19 november zal het schip worden verkocht aan Duitse reders, waarmee tevens, met de JEANNETTE FRANÇOISE als laatste Nederlandse zeilschip, een einde zal komen aan de Nederlandse Grote Zeilvaart.
1914-08-00: De CARL lag bij het uitbreken van de eerste Wereldoorlog te Antofagasta (Chili) en werd daar opgelegd. Omstreeks 1920 voer ze terug naar Europa, en werd bij de verdeling van de Duitse schepen in juli 1921 toegewezen aan Groot-Brittannië, dat het schip in 1922 doorverkocht aan Kverndal.
1924-09-00: Final Fate:
AH 270924. De Noorse viermast stalen bark SOUVENIR, de 1e mei van Iquique te Rotterdam aangekomen en sindsdien opgelegd, 2.266 ton bruto, van de A/S. Souvenir (O. Kverndal & Co.) te Tvedestrand, in 1893 bij J.& K. Smit te Krimpen aan de Lek gebouwd, is verkocht aan de Hollandsche Internationale Handel Maatschappij te Terneuzen om gesloopt te worden.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Onderweg van de USA naar Het Kanaal, werd op 8 Maart 1890, in 46o15’N.Br en 31o12”W.L. aan boord van de “Anna Aleida”voorspoedig geboren Reina, dochter van de 46-jarige Kapt.Rein Bleeker en zijn 37-jarige vrouw Aletta Helena Eisma052.

 

Kapitein Rein Bleeker was in 1844 te Harlingen geboren. “Hij was als 13-jarige jongen gaan varen op de Oostzeevaart en had in de winter 1859-’60 de Zeevaartschool te Harlingen bezocht en was beide keren “weer naar zee gegaan als ligtmatroos”, in het Register van die school staat hij te boek als een leerling met een “levendig en werkzaam gedrag”en met een “zeer vlugge vatbaarheid”, kortom het kapiteinschap wenkte aan zijn horizon; van het halen van diploma’s wordt verder niet gerept; wellicht was hij een der genen die ook zonder diploma’s stuurman en kapitein op grote schepen werden; en in dit geval een heel goede ook. Wanneer hij stuurman werd, weten we niet, maar in 1877 moet hij eerste stuurman op de 703 tons houten bark “Amstelstroom” zijn geweest, want in dat jaar verving hij op dit schip Kapt.J.Appel … In 1879 wordt Bleeker kapitein op de, 34 jaar oude, Harlinger 180 tons brik “Zuiderzee”. Met dit schip leed hij op 2 September 1880 schipbreuk in de Barentszee; Komende van Archangel met een lading teer en pek voor Harlingen, zonk (oorzaak?) het schip beNW Hammerfest. Kapt. Bleeker, zijn vrouw Aletta Helena Eisma, hun 1½-jarige zoontje Douwe Rein en de zes man equipage werden gered door het Engelsche schip “Margret”, Capt. Parsons, en 4 October te Newcastle on Tyne aan land gebracht. Waarschijnlijk is hij daarna 1ste stuurman geworden op de 915 tons Amsterdamsche clipperbark “Thorbecke III”, want in 1881 zien we hem vermeld als waarnemend gezagvoerder op dat schip. Tenslotte komt hij in dienst bij reeder van der Hoog en voert diens barken “Anna Aleida” (1887-’91; zijn dochter Reina werd in 1890 aan boord van de “Anna Aleida” op de Atlantische Oceaan geboren in 46’15 N.B. en 31’12 W.L.) en Martina Johanna” ((1891-’92) om dan vanaf de nieuwbouw in 1893 tot 1902 (toen hij in New York werd afgelost door Kapt.H.Duit Dzn.), het gezag op Nederlandsch grootste zeilschip, de viermastbark “Jeannette Francoise” te voeren. Kapt. Bleeker had zijn leven lang in Harlingen gewoond …Het gezin verhuisde 1 Mei 1899 naar Haarlem en 5 November 1900 naar Amsterdam (beide malen toen Kapt. Bleeker op zee was). Bij zijn terugkomst uit New York in September 1902 schijnt hij bij W.Bus’ Stoomboot Maatschappij in dienst te zijn getreden. Of hij daar minder goed functioneerde, dan wel niet met de oude heer Bus overweg kon, vermeldt de historie niet. Om de heer Bus (in 1907) als directeur op te volgen, zal wel niet in de bedoeling hebben gelegen; daarvoor was Kapt. Bleekr met 58 jaar al te oud. Om bij die maatschappij de hem wel bekende, maar zoveel jongere, Kapt. Pronker boven zich te zien komen, moet voor Rein Bleeker moeilijk zijn geweest. Echter … vertrok Bleeker al spoedig nadat Kapt. Pronker bij Bus tot tweede directeur benoemd was.   “.52

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

R.Bleeker werd per mei 1879 met vlagnummer H86 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Zuiderzee”, boekhouders Zeilmaker & Co. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Aletta Helena Eisma. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 1 kind.

Hij was van 1879-1912 lid van het College “Zeemansvoorzorg”034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In augustus 1906 werd vanuit “Zeemansvoorzorg” aan R.Bleeker toegestaan ¦500,- te ontvangen in 10 halfjaarlijkse termijnen 028-fol.160.

 

De schepen van de kapitein

Kapitein R.Bleeker was in 1886 de eerste kapitein van de ijzeren bark “Anna Aleida”, (1102 ton), gebouwd op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek. Hij was ook de eerste gezagvoerder van de 4/mast bark “Jeanette Françoise” (2231 ton), gebouwd op werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek. “Zijnde het grootste schip waarvoor tot op dien datum op een Nederlandsche werf de kiel is gelegd”026(39/312).

 

Lid van het Harlinger college Zeemansvoorzorg036

vlagnummer     periode                type       naam van het schip             boekhouder/reder

        H86              1880                  brik         Zuiderzee                              Zeilmaker & Co, Harlingen

                                                            op 71o NB gezonken op reis van Archangel naar Harlingen

                            1881-1883            cl.bark     Thorbecke III                      A.H.Meursing, Amsterdam

                            1887-1890            bark(ijz)  Anna Aleida                         P.van der Hoog, Krimpen a/d Lek

                            1891                    bark(ijz)  Martina Johanna                 P.van der Hoog, Krimpen a/d Lek

                            1893-1902            4/m staal Jeannette Francoise            P.van der Hoog, Krimpen a/d Lek

                            1917-1919                              ss           Flores                                     Stoomv.Maatsch.Nederl., Amsterdam

 

R.Bleeker was in 1877 korte tijd de vervanger van J.Appel als gezagvoerder van de bark “Amstelstroom”, in 1857 gebouwd als houten fregat wellicht in St.John, N.Br., 701 ton, onder de naam “Acadia” en varend voor de reder F.A.Jas te Amsterdam052

R.Bleeker was van 1877-1880 (moet waarschijnlijk zijn vanaf 1879) kapitein op de houten brik “Zuiderzee”, in 1845 gebouwd door D.& L.Alta te Harlingen, 180/200 tom, varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip is in de Barentszee op 71on.Br., 22o o.l. gezonken waarbij de bemanning werd gered052.

R.Bleeker was van 1881-1882 kapitein op de clipperbark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 door A.H.Meursing te Nieuwendam-Amsterdam, 915 ton, varend voor A.H.Meursing te Amsterdam052.

R.Bleeker was van 1887-1891 kapitein van de ijzeren bark “Anna Aleida”, gebouwd in 1886/87 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de IJssel, laadvermogen c. 1700 ton, varend voor reder P.van der Hoog te Krimpen aan de IJssel052.

R.Bleeker was van 1891-1892 kapitein van de stalen bark “Martina Johanna”, gebouwd in 1890/91 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, 1360 nrt, , varend voor P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek052.

Hij was van 1893-1896 en 1898-1901 kapitein van de stalen 4-mast bark “Jeannette Françoise”, gebouwd in 1891/93 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, 3250 ton, varend voor P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek052

 

Bouma025 vermeldt R.Bleeker als gezagvoerder gedurende:

*       1878 van het fregat “Amstelstroom” ex Acadia, gebouwd in 1857 te St.John, 724 ton o.m., varend voor P.H.Kaars Sijpestein te Krommenie;

*       1875 t/m 1879 van de brik “Zuiderzee”, gebouwd in 1845 te Harlingen, 196 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip is gezonken op weg van Archangel naar Harlingen;

*       1882 op de bark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 te Nieuwendam, 990 ton o.m., varend voor A.H.Meursing te Amsterdam;

*       1887 t/m 1891 van de ijzeren bark “Anna Aleida”, gebouwd in 1886 te Krimpen aan de IJssel, 1100 ton o.m., varend voor P.v/d Hoog te Krimpen aan de Lek;

*       1892 van de stalen bark “Martina Johanna”, gebouwd in 1891 te Krimpen aan de Lek, 1360 ton n.m., varend voor P. v/d Hoog te Krimpen aan de Lek;

*       1893 t/m 1896 van de 4/m bark “Jeannette Françoise”, gebouwd in 1893 te Krimpen aan de Lek, 2250 ton o.m., varend voor P.v/d Hoog te Krimpen aan de Lek;

*       1899 en later op hetzelfde schip en voor dezlefde reeder. Bouma gaat niet verder dan 1900!

 

 

Overige bijzonderheden

In “Bron Privaat” 102 staat op p. 045/048 een brief dd november 1894 vanuit Banjo Wangi van kapitein Bron aan zijn vrouw, waarin de passage:

“De 22 November na 3 volle dagen voor straat Balie op de loods gewacht te hebben, zijn wij hier aangekomen. Van der Laag is hier niet geweest, heeft zeker Lombok gekozen om de kogels te horen fluiten. Van de loods verneem ik dat Bleeker een 116 dagen reis had, dus ook niet vrij bijzonder. … “

In maart 2003 verspreidde Ton F.J.Pronker te Vlieland een manuscript getiteld “De laatste Kaap Hoorn reizen van schepen van de Nederlandse Groote Zeilvaart” waaraan een bijlage met nadere bijzonderheden over de schepen. Het laatste schip dat hij behandelde was de “Jeannette Françoise”, een stalen viermastbark, in 1893 voltooid op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek. Reeder tot 1906 was P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek, daana C.J.Lels, Rotterdam en vanaf 1910 J.A.Vroege. Bij 2231 netto register ton had zij een laadvermogen van 3250 ton. Haar Nederlandsche kapiteins waren R.Bleeker (1893-1896 en 1898-1901), R.H.Vil (1897), H.Duit Dz (1902-1903), G.Visser (1904-1910) en J.Bosma (1910-1913).

De 4-mast bark “jeanette Francoise” onder kapitein R.Bleeker vertrok op 19 oktober 1899 te Sydney en werd vermeld op 28 januari 1900 op 01o105’Z/03oW. Het schip was op 17 maart te Londen “(a 5-months voyage but departure from Sydney still suggests route via Cape Horn and so does position on 18/1”)

Zelfde schip en kapitein op 03 januari 1902 te Sydney. “departure from e-coast suggests via Cape Horn”. Schip was op 12 mei te Falmouth

“Hoe het ook zij V.d.Hoog zou als apotheose van zijn carriére een daad stellen waarmee hij niet alleen de geschiedenis van Krimpen zou verrijken, hij zou bovendien een unica in de maritieme historie van Nederland worden. Want in 1891 gaf hij de opdracht tot de bouw van een stalen viermastbark welke een draagvermogen zou krijgen van 3250 ton en een bruto registertonnemaat van 2231. Op dat moment zou het niet alleen de enige viermaster van ons land worden, het werd tevens het grootste schip. Op 30 november 1892 werd de bark “Jeannette Françoise” gedoopt en te water gelaten. In 1893 kwam zij in de vaart onder gezag van kapitein Bleeker.

Willem Eerland “Rederijen A. van Santen en P.v/d/Hoog te Krimpen a.d. Lek. Van 1863 tot 1906”. Spiegel der Zeilvaart 10, december 1986 , p.8-12

Harlinger Courant dd 07 maart 1878, Scheepvaartberichten096 Uitgegaan:

“Passaroeang 11 Jan. Amstelstroom, R.Bleeker, Amsterdam.”

In het boek van E.W.Petrejus “Het schip vaart uit”, De Boer Maritiem, 1975, p,101 staat een afbeelding van de tewaterlating van de “Jeannette Francoise” in 1893 bij P. van der Hoog te Krimpen aan de Lek met de vlag van het Harlinger College “Zeemansvoorzorg” met nummer H86.

 

Datum vanaf: 1893
Kapitein: Bleeker, Rein
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Roelof Hendriks Vil werd geboren te Schiermonnikoog op 11 december 1849 als zoon van Hendrik Douwes Eltjes Vil en Janneke Bouwes Jonker.

Hij trouwde op 09 augustus 1877 te Schiermonnikoog als stuurman met Maria Witteveen, geboren op 23 april 1853 te Schiermonnikoog als dochter van Fokke Jans Witteveen en Anna Alberdina Klazens Ekamp. In de Tresoar wordt in de geboorteakte geen vader vermeld en wordt zij benoemd als Maria Ekamp. Het huwelijk van de genoemde ouders werd voltrokken op Schiermonnikoog op 14 november 1856 en kennelijk is toen dochter Maria formeel geëcht. Haar overlijdensplaats en -datum zijn niet teruggevonden in Tresoar en in het Gemeentearchief van Rotterdam.

Roelof Hendriks overleed op 13 november 1898 op zee.

“In het jaar 1898, den zevenden der maand December is door ons Ambtenaar van den burgerlijken Stand der gemeente Schiermonnikoog Arrondissement Leeuwarden, provincie Friesland ingeschreven navolgend uittreksel:" Uittreksel uit het dagregister gehouden aan boord van het Nederlandsche 4/m barkschip "Jeanette Françoise" houdende akte van overlijden van Roelof Hendriks Vil, Heden den 14den November 1898, aan boord van het bovengenoemd zeilschip, zich bevindende op 48gr. 56min. N. Breedte en 10gr. 56min. W. Lengte zijn voor mij Nicolaas Rengers, tweede stuurman en gezaghebber van gemelden bodem, Douwe Smid kok en Yzak de Boer, derde stuurman, beide domicilie houdende op Ameland, welke verklaard hebben, dat Roelof Hendriks Vil, gezagvoerder van gemelden bodem, laatst gedomicilieerd te Schiermonnikoog, op den dertienden November des namiddags ten 7 uur 20 minuten is overleden op gemelden bodem in den ouderdom van onbekend, zoon van onbekend, gehuwd met onbekend.

Wij hebben hiervan deze verklaring opgemaakt en na voorlezing met de comparanten onderteekend. Was geteekend. D. Smit, Y de Boer, N. Rengers.” (document in Archief van J.Teensma)

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

R.H.Vil is met vlagnummer 30 in de periode 1882 t/m 1898 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

R.H.Vil was in 1897 kapitein van de stalen 4-mast bark “Jeannette Françoise”, gebouwd in 1891/93 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, 3250 ton, varend voor P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek052

 

Bouma025 vermeldt R.H.Vil als gezagvoerder gedurende:

*         1879 t/m 1887 op de 2-mastschoener “Piet Hein” ex Consul Voelkel, gebouwd in 1862 bij W.& A.H.Meursing te Nieuwendam, 188 ton, varend voor P.H.Kaars Sijpesteyn te Krommenie. Het schip werd in 1887 verkocht naar Frankrijk. voor fr 7000,- (Bouma);

*         1895 t/m 1896 op de 3-mastbark “Noach V”, gebouwd in 1876 bij A.Smit te Slikkerveer, 1263 ton, varend voor Fop. Smit te Rotterdam.

           Zeetijdingen 06 augustus 1896: Noach V onder kapitein R.H.Vil: “nabij Pekalongan verbrand.” (Sweys);

           Handelsblad: “NOACH V (Rotterdam 06 augustus: “Volgens particulier telegram is het Nederlandsche schip Noach, kapitein Vil in de haven van Pekalongan verbrand. De Noach arriveerde 15 juli van Rotterdam te Cheribon en vertrok sedert vandaar naar Pecalongan alwaar het schip een deel der lading moest lossen en tijdens de lossing in brand is geraakt.” (Hoedemaker);

*         1897 t/m 1898 op de 4-mastbark “Jeanette Françoise”, gebouwd in 1893 bij J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, 2250 ton, varend voor P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek.

 

Een portret van de 4-mast bark “Jeanette Françoise”, staat op p. 151 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp. Het origineel is in het Noordelijk Scheepvaartmuseeum te Groningen.

Dezelfde afbeelding staat ook op de frontpagina van de publicatie 2014 van de Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders “Dagboek van Jan Janse. Stuurmansleerling aan boord van het Viermastbarkschip “Jeanette Françoise” 1905-1907.”

 

Overige bijzonderheden

In het boekwerkje “Nederlandse Zeilschepen 1813-1880”, staat op blz. 56 een afbeelding van de Noach V, gekrengd voor reparatie, dat wil zeggen geheel op de zijkant gehaald. Een methode van reparatie waardoor droogdokkosten werden vermeden en reparatie bij elke werf kon plaatsvinden. De foto werd omstreeks 1895 genomen. Het zal wel de laatste opname geweest zijn, daar het schip het jaar daarop bij Pekalongan verbrandde. Eveneens in 1895 verwisselde het schip van eigenaar en kwam in bezit van J. Koning voor f. 17.000,=. Aldus verkort de tekst behorende bij de afbeelding van het schip.

 

De Raad van Tucht voor de koopvaardij deed op 30 oktober 1896 uitspraak in een zaak regen kapitein R.H.Vil, gezagvoerder van de “Noach V”. “Op 1 augustus 1896 vertrok het aan de Rotterdamse firma Koning & Co toebehorende barkschip ‘Noach V’ van Cheribon … naar het nabijgelegen Pekalongan. De gezagvoerder was R.H.Vil. Het restant van de lading bestond uit steenkool, cokes, salpeter, lood, oud ijzer en enig stukgoed. De volgende dag werden ’s avonds om 7 uur gasdampen waargenomen die uit het grote luik opstegen. Order werd gegeven alle luiken te sluiten en deze met presennings af te dekken.”

“In de nacht van 4 op 5 augustus … werden alle luiken met groot geweld weggeslingerd door een ontploffing.” Er was brand ontstaan mogelijk door broei in de steenkool. Er werd besloten het schip te verlaten, maar daarbij bleek dat het reddingsmateriaal, waaronde de boten, volstrekt onvoldoende waren en in slechte staat. Een passerende Chinese schoener nam via een aantal overtochten de bemanning aan boord. Al bij de tweede overocht ging de kapitein van boord, hetgeen hem later werd verweten. De “Noach V” zonk dezelfde dag.

De Raad verweet de kapitein het vroege van boord gaan en de slechte staat van de reddingssloepen. De Raad meende dat de gezagvoerder niet van alle blaam kon worden gezuiverd, maar dat was nog geen reden om hem de bevoegdheid als gezagvoerder te ontnemen. Het geval was wel aanleiding voor de overheid om te wijzen op de slechte staat van reddings- en brandblusmiddelen

Het complete verslag van de Raad staat eveneens in het tijdschrift  De Zee, Jaargang 1896, p. 520-527.

 

NRC 26 april 1895

Advertentie. Willem de Lorme van Rossem, makelaar, presenteert als lasthebbende van zijn principalen, op maandag 27 mei ten 3 ure precies in het lokaal Frascati in de Nes te Amsterdam, ten overstaan van de deurwaarder J.H. Dupont Noordbeek, alleen bij opbod te verkopen het extra ordinair welbezeild, gekoperd en kopervast Nederlandse barkschip genaamd: NOACH V, volgens Nederlandse meetbrief lang 63.23 meter, wijd 12.89 meter, hol 7.60 meter en alzo gemeten op 3577.05 kub. meter of netto 1262.70 ton, en dat met al deszelfs rondhouten, opstaand en lopend want, ankers, kettingen en verdere inventaris, alles breder bij biljetten omschreven. Het schip ligt in het Oosterdok te Amsterdam. Afzonderlijk zal worden geveild 1 chronometer no. 365. A. Hohwu.

Nadere inlichtingen bij bovengenoemde makelaar en bij de cargadoors Ruys & Co te Amsterdam en te Rotterdam.

 

Provinciale Groninger Courant 28 mei 1895

Amsterdam, 27 mei. Het Nederlandse barkschip NOACH V, groot 1263 ton, gebouwd in 1875, sedert enige maanden alhier in het Oosterdok liggende, is heden verkocht voor NLG 17.000. Koper is de makelaar W. de Lorme van Rossem.

 

 

Datum vanaf: 1897
Kapitein: Vil, Roelf Hendriks
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Onderweg van de USA naar Het Kanaal, werd op 8 Maart 1890, in 46o15’N.Br en 31o12”W.L. aan boord van de “Anna Aleida”voorspoedig geboren Reina, dochter van de 46-jarige Kapt.Rein Bleeker en zijn 37-jarige vrouw Aletta Helena Eisma052.

 

Kapitein Rein Bleeker was in 1844 te Harlingen geboren. “Hij was als 13-jarige jongen gaan varen op de Oostzeevaart en had in de winter 1859-’60 de Zeevaartschool te Harlingen bezocht en was beide keren “weer naar zee gegaan als ligtmatroos”, in het Register van die school staat hij te boek als een leerling met een “levendig en werkzaam gedrag”en met een “zeer vlugge vatbaarheid”, kortom het kapiteinschap wenkte aan zijn horizon; van het halen van diploma’s wordt verder niet gerept; wellicht was hij een der genen die ook zonder diploma’s stuurman en kapitein op grote schepen werden; en in dit geval een heel goede ook. Wanneer hij stuurman werd, weten we niet, maar in 1877 moet hij eerste stuurman op de 703 tons houten bark “Amstelstroom” zijn geweest, want in dat jaar verving hij op dit schip Kapt.J.Appel … In 1879 wordt Bleeker kapitein op de, 34 jaar oude, Harlinger 180 tons brik “Zuiderzee”. Met dit schip leed hij op 2 September 1880 schipbreuk in de Barentszee; Komende van Archangel met een lading teer en pek voor Harlingen, zonk (oorzaak?) het schip beNW Hammerfest. Kapt. Bleeker, zijn vrouw Aletta Helena Eisma, hun 1½-jarige zoontje Douwe Rein en de zes man equipage werden gered door het Engelsche schip “Margret”, Capt. Parsons, en 4 October te Newcastle on Tyne aan land gebracht. Waarschijnlijk is hij daarna 1ste stuurman geworden op de 915 tons Amsterdamsche clipperbark “Thorbecke III”, want in 1881 zien we hem vermeld als waarnemend gezagvoerder op dat schip. Tenslotte komt hij in dienst bij reeder van der Hoog en voert diens barken “Anna Aleida” (1887-’91; zijn dochter Reina werd in 1890 aan boord van de “Anna Aleida” op de Atlantische Oceaan geboren in 46’15 N.B. en 31’12 W.L.) en Martina Johanna” ((1891-’92) om dan vanaf de nieuwbouw in 1893 tot 1902 (toen hij in New York werd afgelost door Kapt.H.Duit Dzn.), het gezag op Nederlandsch grootste zeilschip, de viermastbark “Jeannette Francoise” te voeren. Kapt. Bleeker had zijn leven lang in Harlingen gewoond …Het gezin verhuisde 1 Mei 1899 naar Haarlem en 5 November 1900 naar Amsterdam (beide malen toen Kapt. Bleeker op zee was). Bij zijn terugkomst uit New York in September 1902 schijnt hij bij W.Bus’ Stoomboot Maatschappij in dienst te zijn getreden. Of hij daar minder goed functioneerde, dan wel niet met de oude heer Bus overweg kon, vermeldt de historie niet. Om de heer Bus (in 1907) als directeur op te volgen, zal wel niet in de bedoeling hebben gelegen; daarvoor was Kapt. Bleekr met 58 jaar al te oud. Om bij die maatschappij de hem wel bekende, maar zoveel jongere, Kapt. Pronker boven zich te zien komen, moet voor Rein Bleeker moeilijk zijn geweest. Echter … vertrok Bleeker al spoedig nadat Kapt. Pronker bij Bus tot tweede directeur benoemd was.   “.52

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

R.Bleeker werd per mei 1879 met vlagnummer H86 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Zuiderzee”, boekhouders Zeilmaker & Co. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Aletta Helena Eisma. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 1 kind.

Hij was van 1879-1912 lid van het College “Zeemansvoorzorg”034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In augustus 1906 werd vanuit “Zeemansvoorzorg” aan R.Bleeker toegestaan ¦500,- te ontvangen in 10 halfjaarlijkse termijnen 028-fol.160.

 

De schepen van de kapitein

Kapitein R.Bleeker was in 1886 de eerste kapitein van de ijzeren bark “Anna Aleida”, (1102 ton), gebouwd op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek. Hij was ook de eerste gezagvoerder van de 4/mast bark “Jeanette Françoise” (2231 ton), gebouwd op werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek. “Zijnde het grootste schip waarvoor tot op dien datum op een Nederlandsche werf de kiel is gelegd”026(39/312).

 

Lid van het Harlinger college Zeemansvoorzorg036

vlagnummer     periode                type       naam van het schip             boekhouder/reder

        H86              1880                  brik         Zuiderzee                              Zeilmaker & Co, Harlingen

                                                            op 71o NB gezonken op reis van Archangel naar Harlingen

                            1881-1883            cl.bark     Thorbecke III                      A.H.Meursing, Amsterdam

                            1887-1890            bark(ijz)  Anna Aleida                         P.van der Hoog, Krimpen a/d Lek

                            1891                    bark(ijz)  Martina Johanna                 P.van der Hoog, Krimpen a/d Lek

                            1893-1902            4/m staal Jeannette Francoise            P.van der Hoog, Krimpen a/d Lek

                            1917-1919                              ss           Flores                                     Stoomv.Maatsch.Nederl., Amsterdam

 

R.Bleeker was in 1877 korte tijd de vervanger van J.Appel als gezagvoerder van de bark “Amstelstroom”, in 1857 gebouwd als houten fregat wellicht in St.John, N.Br., 701 ton, onder de naam “Acadia” en varend voor de reder F.A.Jas te Amsterdam052

R.Bleeker was van 1877-1880 (moet waarschijnlijk zijn vanaf 1879) kapitein op de houten brik “Zuiderzee”, in 1845 gebouwd door D.& L.Alta te Harlingen, 180/200 tom, varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip is in de Barentszee op 71on.Br., 22o o.l. gezonken waarbij de bemanning werd gered052.

R.Bleeker was van 1881-1882 kapitein op de clipperbark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 door A.H.Meursing te Nieuwendam-Amsterdam, 915 ton, varend voor A.H.Meursing te Amsterdam052.

R.Bleeker was van 1887-1891 kapitein van de ijzeren bark “Anna Aleida”, gebouwd in 1886/87 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de IJssel, laadvermogen c. 1700 ton, varend voor reder P.van der Hoog te Krimpen aan de IJssel052.

R.Bleeker was van 1891-1892 kapitein van de stalen bark “Martina Johanna”, gebouwd in 1890/91 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, 1360 nrt, , varend voor P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek052.

Hij was van 1893-1896 en 1898-1901 kapitein van de stalen 4-mast bark “Jeannette Françoise”, gebouwd in 1891/93 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, 3250 ton, varend voor P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek052

 

Bouma025 vermeldt R.Bleeker als gezagvoerder gedurende:

*       1878 van het fregat “Amstelstroom” ex Acadia, gebouwd in 1857 te St.John, 724 ton o.m., varend voor P.H.Kaars Sijpestein te Krommenie;

*       1875 t/m 1879 van de brik “Zuiderzee”, gebouwd in 1845 te Harlingen, 196 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip is gezonken op weg van Archangel naar Harlingen;

*       1882 op de bark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 te Nieuwendam, 990 ton o.m., varend voor A.H.Meursing te Amsterdam;

*       1887 t/m 1891 van de ijzeren bark “Anna Aleida”, gebouwd in 1886 te Krimpen aan de IJssel, 1100 ton o.m., varend voor P.v/d Hoog te Krimpen aan de Lek;

*       1892 van de stalen bark “Martina Johanna”, gebouwd in 1891 te Krimpen aan de Lek, 1360 ton n.m., varend voor P. v/d Hoog te Krimpen aan de Lek;

*       1893 t/m 1896 van de 4/m bark “Jeannette Françoise”, gebouwd in 1893 te Krimpen aan de Lek, 2250 ton o.m., varend voor P.v/d Hoog te Krimpen aan de Lek;

*       1899 en later op hetzelfde schip en voor dezlefde reeder. Bouma gaat niet verder dan 1900!

 

 

Overige bijzonderheden

In “Bron Privaat” 102 staat op p. 045/048 een brief dd november 1894 vanuit Banjo Wangi van kapitein Bron aan zijn vrouw, waarin de passage:

“De 22 November na 3 volle dagen voor straat Balie op de loods gewacht te hebben, zijn wij hier aangekomen. Van der Laag is hier niet geweest, heeft zeker Lombok gekozen om de kogels te horen fluiten. Van de loods verneem ik dat Bleeker een 116 dagen reis had, dus ook niet vrij bijzonder. … “

In maart 2003 verspreidde Ton F.J.Pronker te Vlieland een manuscript getiteld “De laatste Kaap Hoorn reizen van schepen van de Nederlandse Groote Zeilvaart” waaraan een bijlage met nadere bijzonderheden over de schepen. Het laatste schip dat hij behandelde was de “Jeannette Françoise”, een stalen viermastbark, in 1893 voltooid op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek. Reeder tot 1906 was P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek, daana C.J.Lels, Rotterdam en vanaf 1910 J.A.Vroege. Bij 2231 netto register ton had zij een laadvermogen van 3250 ton. Haar Nederlandsche kapiteins waren R.Bleeker (1893-1896 en 1898-1901), R.H.Vil (1897), H.Duit Dz (1902-1903), G.Visser (1904-1910) en J.Bosma (1910-1913).

De 4-mast bark “jeanette Francoise” onder kapitein R.Bleeker vertrok op 19 oktober 1899 te Sydney en werd vermeld op 28 januari 1900 op 01o105’Z/03oW. Het schip was op 17 maart te Londen “(a 5-months voyage but departure from Sydney still suggests route via Cape Horn and so does position on 18/1”)

Zelfde schip en kapitein op 03 januari 1902 te Sydney. “departure from e-coast suggests via Cape Horn”. Schip was op 12 mei te Falmouth

“Hoe het ook zij V.d.Hoog zou als apotheose van zijn carriére een daad stellen waarmee hij niet alleen de geschiedenis van Krimpen zou verrijken, hij zou bovendien een unica in de maritieme historie van Nederland worden. Want in 1891 gaf hij de opdracht tot de bouw van een stalen viermastbark welke een draagvermogen zou krijgen van 3250 ton en een bruto registertonnemaat van 2231. Op dat moment zou het niet alleen de enige viermaster van ons land worden, het werd tevens het grootste schip. Op 30 november 1892 werd de bark “Jeannette Françoise” gedoopt en te water gelaten. In 1893 kwam zij in de vaart onder gezag van kapitein Bleeker.

Willem Eerland “Rederijen A. van Santen en P.v/d/Hoog te Krimpen a.d. Lek. Van 1863 tot 1906”. Spiegel der Zeilvaart 10, december 1986 , p.8-12

Harlinger Courant dd 07 maart 1878, Scheepvaartberichten096 Uitgegaan:

“Passaroeang 11 Jan. Amstelstroom, R.Bleeker, Amsterdam.”

In het boek van E.W.Petrejus “Het schip vaart uit”, De Boer Maritiem, 1975, p,101 staat een afbeelding van de tewaterlating van de “Jeannette Francoise” in 1893 bij P. van der Hoog te Krimpen aan de Lek met de vlag van het Harlinger College “Zeemansvoorzorg” met nummer H86.

 

Datum vanaf: 1899
Kapitein: Bleeker, Rein
Overige informatie: 0

Afbeeldingen


Omschrijving: Algemeen plan van de JEANNETTE FRANÇOISE
Collectie: Klootwijk, Jan
Vervaardiger: Builders photographer
Onderwerp: Bouwtekening

Omschrijving: De tewaterlating van de JEANNETTE FRANÇOISE op 30 november 1892
Collectie: Onbekend
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Tewaterlating

Omschrijving: JEANNETTE FRANÇOISE nieuw van de werf
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Werf

Omschrijving: JEANNETTE FRANÇOISE
Collectie: Bruinzeel, Wout
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Zeeopname

Omschrijving: JEANNETTE FRANÇOISE op sleeptouw
Collectie: Klootwijk, Jan
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: JEANNETTE FRANÇOISE
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Storm

Omschrijving: De JEANNETTE FRANÇOISE, geladen liggende in een buitenlandse haven.
Collectie: Onbekend
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: JEANNETTE FRANÇOISE, Het schip ligt op de foto in 1911 te Wallaroo (Spencer Gulf, Zuid Australie.) Ze vertrok van daar op 21 juli 1911 onder kapt. Gool P.J. Visser met een lading graan naar Falmouth voor orders. (kapt. Visser werd tijdens die reis ernstig ziek en overleed in de aanloophaven Rio de Janeiro)
Collectie: Lous, C.
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Kade

Omschrijving: De CARL, Het vertrek van de CARL in 1914 van Newcastle N.S.W. (Zuidoost Australie), geladen met steenkolen met bestemming Antofagasta (Chili). Te Antofagasta werd het schip wegens het uitbreken van de eerste wereldoorlog geinterneerd en lag daar zes jaar.
Collectie: Lous, C.
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: SOUVENIR
Collectie: Klootwijk, Jan
Vervaardiger: Onbekend
Algemene informatie

ZZN 031292 Rotterdam, 30 november. Het van staal vervaardigde viermastschip JEANNETTE FRANÇOISE, gebouwd te Krimpen aan de Lek door de heren J. & K. Smit voor rekening van de rederij onder directie van de reder P. van der Hoog te Krimpen aan de Lek, werd heden met het beste gevolg te water gelaten. Vele belanghebbenden en genodigden hadden van de gelegenheid, hun door reder en bouwmeesters aangeboden om per salonboot van Rotterdam te vertrekken, gebruik gemaakt, en talrijk waren de toeschouwers op de werf en in de nabijheid, die samengevloeid waren om het te water lopen van het kolossale schip bij te wonen. Dit schip dat als viermaster zal worden getuigd, is het grootste zeilschip, dat ooit op een der scheepswerven in Nederland werd gebouwd. Het is lang 263, breed 44 en 27 Eng. Voeten hol, metende ongeveer 2.250 register ton en heeft een laadvermogen van 3.500 ton dood gewicht. Over de halve lengte van het schip is het bovendek van staal, waarover een houten dek is aangebracht. In het schip is een tussendek en daaronder een getal koebrugbalken en het geheel gesteund door drie rijen stutten. Het verblijf van de gezagvoerder en stuurlieden bevindt zich in de campagne, terwijl het volkslogies zich voor onder de bak bevindt. Boven op de bak bevindt zich het patent-ankerspil en twee torens om de seinlichten te vertonen. Voor het bewerken van het schip, verhalen, lossen en laden, zijn zes spillen op het dek aangebracht. De ondermasten en stengen, van staal vervaardigd, vormen een geheel. De ankers zijn gepatenteerde (Davis). Het schip zal gevoerd worden door kapt. R. Bleeker.

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Bronnen
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk