Inloggen
Gezagvoerder

Bleeker, Rein

Naam: Bleeker, Rein
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 6
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
MARTINA JOHANNA 1891 Bark Sailing Vessel 4124 Bekijk schip
ANNA ALEIDA 1886 Bark Sailing Vessel 468 Bekijk schip
JEANNETTE FRANÇOISE 1893 Bark Sailing Vessel 3213 Bekijk schip
JEANNETTE FRANÇOISE 1893 Bark Sailing Vessel 3213 Bekijk schip
THORBECKE III 1878 Bark Sailing Vessel 17787 Bekijk schip
ZUIDERZEE 1845 Brik Sailing Vessel 13732 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Onderweg van de USA naar Het Kanaal, werd op 8 Maart 1890, in 46o15’N.Br en 31o12”W.L. aan boord van de “Anna Aleida”voorspoedig geboren Reina, dochter van de 46-jarige Kapt.Rein Bleeker en zijn 37-jarige vrouw Aletta Helena Eisma052.

 

Kapitein Rein Bleeker was in 1844 te Harlingen geboren. “Hij was als 13-jarige jongen gaan varen op de Oostzeevaart en had in de winter 1859-’60 de Zeevaartschool te Harlingen bezocht en was beide keren “weer naar zee gegaan als ligtmatroos”, in het Register van die school staat hij te boek als een leerling met een “levendig en werkzaam gedrag”en met een “zeer vlugge vatbaarheid”, kortom het kapiteinschap wenkte aan zijn horizon; van het halen van diploma’s wordt verder niet gerept; wellicht was hij een der genen die ook zonder diploma’s stuurman en kapitein op grote schepen werden; en in dit geval een heel goede ook. Wanneer hij stuurman werd, weten we niet, maar in 1877 moet hij eerste stuurman op de 703 tons houten bark “Amstelstroom” zijn geweest, want in dat jaar verving hij op dit schip Kapt.J.Appel … In 1879 wordt Bleeker kapitein op de, 34 jaar oude, Harlinger 180 tons brik “Zuiderzee”. Met dit schip leed hij op 2 September 1880 schipbreuk in de Barentszee; Komende van Archangel met een lading teer en pek voor Harlingen, zonk (oorzaak?) het schip beNW Hammerfest. Kapt. Bleeker, zijn vrouw Aletta Helena Eisma, hun 1½-jarige zoontje Douwe Rein en de zes man equipage werden gered door het Engelsche schip “Margret”, Capt. Parsons, en 4 October te Newcastle on Tyne aan land gebracht. Waarschijnlijk is hij daarna 1ste stuurman geworden op de 915 tons Amsterdamsche clipperbark “Thorbecke III”, want in 1881 zien we hem vermeld als waarnemend gezagvoerder op dat schip. Tenslotte komt hij in dienst bij reeder van der Hoog en voert diens barken “Anna Aleida” (1887-’91; zijn dochter Reina werd in 1890 aan boord van de “Anna Aleida” op de Atlantische Oceaan geboren in 46’15 N.B. en 31’12 W.L.) en Martina Johanna” ((1891-’92) om dan vanaf de nieuwbouw in 1893 tot 1902 (toen hij in New York werd afgelost door Kapt.H.Duit Dzn.), het gezag op Nederlandsch grootste zeilschip, de viermastbark “Jeannette Francoise” te voeren. Kapt. Bleeker had zijn leven lang in Harlingen gewoond …Het gezin verhuisde 1 Mei 1899 naar Haarlem en 5 November 1900 naar Amsterdam (beide malen toen Kapt. Bleeker op zee was). Bij zijn terugkomst uit New York in September 1902 schijnt hij bij W.Bus’ Stoomboot Maatschappij in dienst te zijn getreden. Of hij daar minder goed functioneerde, dan wel niet met de oude heer Bus overweg kon, vermeldt de historie niet. Om de heer Bus (in 1907) als directeur op te volgen, zal wel niet in de bedoeling hebben gelegen; daarvoor was Kapt. Bleekr met 58 jaar al te oud. Om bij die maatschappij de hem wel bekende, maar zoveel jongere, Kapt. Pronker boven zich te zien komen, moet voor Rein Bleeker moeilijk zijn geweest. Echter … vertrok Bleeker al spoedig nadat Kapt. Pronker bij Bus tot tweede directeur benoemd was.   “.52

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

R.Bleeker werd per mei 1879 met vlagnummer H86 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Zuiderzee”, boekhouders Zeilmaker & Co. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Aletta Helena Eisma. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 1 kind.

Hij was van 1879-1912 lid van het College “Zeemansvoorzorg”034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In augustus 1906 werd vanuit “Zeemansvoorzorg” aan R.Bleeker toegestaan ¦500,- te ontvangen in 10 halfjaarlijkse termijnen 028-fol.160.

 

De schepen van de kapitein

Kapitein R.Bleeker was in 1886 de eerste kapitein van de ijzeren bark “Anna Aleida”, (1102 ton), gebouwd op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek. Hij was ook de eerste gezagvoerder van de 4/mast bark “Jeanette Françoise” (2231 ton), gebouwd op werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek. “Zijnde het grootste schip waarvoor tot op dien datum op een Nederlandsche werf de kiel is gelegd”026(39/312).

 

Lid van het Harlinger college Zeemansvoorzorg036

vlagnummer     periode                type       naam van het schip             boekhouder/reder

        H86              1880                  brik         Zuiderzee                              Zeilmaker & Co, Harlingen

                                                            op 71o NB gezonken op reis van Archangel naar Harlingen

                            1881-1883            cl.bark     Thorbecke III                      A.H.Meursing, Amsterdam

                            1887-1890            bark(ijz)  Anna Aleida                         P.van der Hoog, Krimpen a/d Lek

                            1891                    bark(ijz)  Martina Johanna                 P.van der Hoog, Krimpen a/d Lek

                            1893-1902            4/m staal Jeannette Francoise            P.van der Hoog, Krimpen a/d Lek

                            1917-1919                              ss           Flores                                     Stoomv.Maatsch.Nederl., Amsterdam

 

R.Bleeker was in 1877 korte tijd de vervanger van J.Appel als gezagvoerder van de bark “Amstelstroom”, in 1857 gebouwd als houten fregat wellicht in St.John, N.Br., 701 ton, onder de naam “Acadia” en varend voor de reder F.A.Jas te Amsterdam052

R.Bleeker was van 1877-1880 (moet waarschijnlijk zijn vanaf 1879) kapitein op de houten brik “Zuiderzee”, in 1845 gebouwd door D.& L.Alta te Harlingen, 180/200 tom, varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip is in de Barentszee op 71on.Br., 22o o.l. gezonken waarbij de bemanning werd gered052.

R.Bleeker was van 1881-1882 kapitein op de clipperbark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 door A.H.Meursing te Nieuwendam-Amsterdam, 915 ton, varend voor A.H.Meursing te Amsterdam052.

R.Bleeker was van 1887-1891 kapitein van de ijzeren bark “Anna Aleida”, gebouwd in 1886/87 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de IJssel, laadvermogen c. 1700 ton, varend voor reder P.van der Hoog te Krimpen aan de IJssel052.

R.Bleeker was van 1891-1892 kapitein van de stalen bark “Martina Johanna”, gebouwd in 1890/91 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, 1360 nrt, , varend voor P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek052.

Hij was van 1893-1896 en 1898-1901 kapitein van de stalen 4-mast bark “Jeannette Françoise”, gebouwd in 1891/93 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, 3250 ton, varend voor P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek052

 

Bouma025 vermeldt R.Bleeker als gezagvoerder gedurende:

*       1878 van het fregat “Amstelstroom” ex Acadia, gebouwd in 1857 te St.John, 724 ton o.m., varend voor P.H.Kaars Sijpestein te Krommenie;

*       1875 t/m 1879 van de brik “Zuiderzee”, gebouwd in 1845 te Harlingen, 196 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip is gezonken op weg van Archangel naar Harlingen;

*       1882 op de bark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 te Nieuwendam, 990 ton o.m., varend voor A.H.Meursing te Amsterdam;

*       1887 t/m 1891 van de ijzeren bark “Anna Aleida”, gebouwd in 1886 te Krimpen aan de IJssel, 1100 ton o.m., varend voor P.v/d Hoog te Krimpen aan de Lek;

*       1892 van de stalen bark “Martina Johanna”, gebouwd in 1891 te Krimpen aan de Lek, 1360 ton n.m., varend voor P. v/d Hoog te Krimpen aan de Lek;

*       1893 t/m 1896 van de 4/m bark “Jeannette Françoise”, gebouwd in 1893 te Krimpen aan de Lek, 2250 ton o.m., varend voor P.v/d Hoog te Krimpen aan de Lek;

*       1899 en later op hetzelfde schip en voor dezlefde reeder. Bouma gaat niet verder dan 1900!

 

 

Overige bijzonderheden

In “Bron Privaat” 102 staat op p. 045/048 een brief dd november 1894 vanuit Banjo Wangi van kapitein Bron aan zijn vrouw, waarin de passage:

“De 22 November na 3 volle dagen voor straat Balie op de loods gewacht te hebben, zijn wij hier aangekomen. Van der Laag is hier niet geweest, heeft zeker Lombok gekozen om de kogels te horen fluiten. Van de loods verneem ik dat Bleeker een 116 dagen reis had, dus ook niet vrij bijzonder. … “

In maart 2003 verspreidde Ton F.J.Pronker te Vlieland een manuscript getiteld “De laatste Kaap Hoorn reizen van schepen van de Nederlandse Groote Zeilvaart” waaraan een bijlage met nadere bijzonderheden over de schepen. Het laatste schip dat hij behandelde was de “Jeannette Françoise”, een stalen viermastbark, in 1893 voltooid op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek. Reeder tot 1906 was P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek, daana C.J.Lels, Rotterdam en vanaf 1910 J.A.Vroege. Bij 2231 netto register ton had zij een laadvermogen van 3250 ton. Haar Nederlandsche kapiteins waren R.Bleeker (1893-1896 en 1898-1901), R.H.Vil (1897), H.Duit Dz (1902-1903), G.Visser (1904-1910) en J.Bosma (1910-1913).

De 4-mast bark “jeanette Francoise” onder kapitein R.Bleeker vertrok op 19 oktober 1899 te Sydney en werd vermeld op 28 januari 1900 op 01o105’Z/03oW. Het schip was op 17 maart te Londen “(a 5-months voyage but departure from Sydney still suggests route via Cape Horn and so does position on 18/1”)

Zelfde schip en kapitein op 03 januari 1902 te Sydney. “departure from e-coast suggests via Cape Horn”. Schip was op 12 mei te Falmouth

“Hoe het ook zij V.d.Hoog zou als apotheose van zijn carriére een daad stellen waarmee hij niet alleen de geschiedenis van Krimpen zou verrijken, hij zou bovendien een unica in de maritieme historie van Nederland worden. Want in 1891 gaf hij de opdracht tot de bouw van een stalen viermastbark welke een draagvermogen zou krijgen van 3250 ton en een bruto registertonnemaat van 2231. Op dat moment zou het niet alleen de enige viermaster van ons land worden, het werd tevens het grootste schip. Op 30 november 1892 werd de bark “Jeannette Françoise” gedoopt en te water gelaten. In 1893 kwam zij in de vaart onder gezag van kapitein Bleeker.

Willem Eerland “Rederijen A. van Santen en P.v/d/Hoog te Krimpen a.d. Lek. Van 1863 tot 1906”. Spiegel der Zeilvaart 10, december 1986 , p.8-12

Harlinger Courant dd 07 maart 1878, Scheepvaartberichten096 Uitgegaan:

“Passaroeang 11 Jan. Amstelstroom, R.Bleeker, Amsterdam.”

In het boek van E.W.Petrejus “Het schip vaart uit”, De Boer Maritiem, 1975, p,101 staat een afbeelding van de tewaterlating van de “Jeannette Francoise” in 1893 bij P. van der Hoog te Krimpen aan de Lek met de vlag van het Harlinger College “Zeemansvoorzorg” met nummer H86.