|
Rotterdam, 27 maart. Het te Schiedam thuis behorende barkschip JAN MELCHERS, groot 1500 register tonnen, gevoerd door kapt. Adriaan Hemmes, de 26 dezer de Nieuwe Waterweg binnengekomen met 69 decimeter diepgang, vertrok 17 februari laatsleden van Delaware Breakwater. Op de 25e werd het schip door een orkaan belopen waarin de lading petroleum overgeworpen werd en het schip zulk een zware slagzijde kreeg, dat de nok van de grote ra dikwerf te water sleepte en het dek onder de golven bedolven lag. Tot behoud van schip en lading werd besloten de fokkemast te kappen, die gelukkig over boord ging zonder de bemanning enig letsel te veroorzaken, doch de top van de grote mast met ra’s en de kluiverboom met het gehele daaraan bevestigde tuig mee nam. Het schip richtte zich op en kon voor de wind en zee worden gebracht. Bij het peilen van de pompen werd over de 8 voet water in het ruim bevonden en moest 2 dagen aanhoudend worden gepompt om het schip lens te krijgen. Nadat het weer een paar dagen daarna bedaarde, werd de bezaansteng aan dek gehaald en tot noodmast opgericht, in plaats van de over boord gekapte fokkemast, waarmee de reis vervolgd werd totdat men de 21e maart Lezard passeerde. Aangeboden assistentie uit Falmouth werd geweigerd, doch toen voorbij het eiland Wight de wind minder gunstig werd en er gekruist moest worden, hetwelk bij het moeilijk manoeuvreren van het schip en de vele tegenkomende stoom- en zeilschepen hoogst gevaarlijk was en niet langer de verantwoordelijkheid durvende dragen, besloot de gezagvoerder 15 Engelse mijlen west van Beachy Head de Engelse sleepboot UNIVERSE aan te nemen om het schip naar Rotterdam te slepen; er werd na lang loven en bieden tot GBP 150 akkoord gemaakt. Toen men besloot de mast te kappen was de bemanning reeds zo afgemat door koude en vermoeienis, dat slechts de kapitein en nog twee van de bemanning de moed en de kracht bezaten er gevolg aan te geven. Gedurende het grootste gedeelte van de reis lag het schip als het ware onder de golven bedolven, die van af het bezaanswant tot over de bak liepen en is dit zeker een van de moeilijkste reizen die onder de bestaande omstandigheden tot een goed einde gebracht werd. Assuradeuren van schip en lading zullen zeker het betoonde beleid van de gezagvoerder, waaraan de betrekkelijk gunstige afloop van deze zeeramp te danken is, naar waarde weten te schatten en te belonen.
|