Inloggen
IBERIA - ID 2969


Kroniekberichten

Datum 13 juni 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Aan het verslag van de directeur van de Koninklijke Maatschappij De Schelde over het jaar 1883 is het volgende ontleend:
Hadden wij het voorrecht, gedurende de laatste vier jaren 1879 – 1882 steeds te kunnen mededelen dat een dividend van 5, 5½ of 6 pct. beschikbaar was, dit jaar kan daarvan niet alleen geen sprake zijn, doch moesten wij een winst- en verliesrekening aanbieden met een nadelig saldo van NLG 151.410,69.
Het slechte resultaat is het gevolg van een samenloop van verschillende omstandigheden:
1e. In de aanneming van de boten voor de Rotterdamsche Lloyd, uit gebrek aan andere voordeliger orders;
2e. in het uitblijven van bestellingen van de Departementen van Marine en Koloniën;
3e. in de toevallige omstandigheid, dat in 1883 belangrijk minder dan in de laatste 3 jaren reparaties van enige betekenis aan de Maatschappij ter uitvoering werden opgedragen;
4e. in de aanneming van nieuwe grote machines, waarvoor nieuwe modellen moesten vervaardigd worden;
5e. in het feit, dat op het tijdstip van aanneming van de beide grote schepen de Maatschappij niet daarvoor was ingericht en tijdens de aanbouw van de schepen die inrichting moest worden tot stand gebracht, hetgeen nog meer nadeel veroorzaakte, omdat de fabrikanten de nieuwe machinerieën en gereedschappen veel te laat leverden.
Dat de stoomschepen BATAVIA en SOERABAJA geen directe winsten zouden afwerpen, werd van den beginne verondersteld. Toch werd het noodzakelijk geacht, de aangeboden gelegenheid, om te tonen dat deze fabriek voor zulke belangrijke werken niet behoefde terug te deinzen, niet te laten voorbijgaan, ten einde onze reputatie te vestigen en tegenover de regering en bij particulieren. Deze voldoening hebben we althans, dat dit doel volkomen bereikt is.
Er is ons over de wijze waarop deze schepen zijn afgeleverd en over hun deugdelijkheid bij het gebruik ondervonden, de meest vleiende getuigenis verleend, zo van de kant van de heren besteders als van de andere zijde. Dit neemt niet weg, dat wij dit contract wellicht niet afgesloten hadden, ware ons niet het vooruitzicht geopend op marineorders en wij er op gerekend hadden die werken gelijktijdig en onder dezelfde algemene onkosten te kunnen uitvoeren.
Het verslag herinnert voorts aan de uitgifte van de obligatielening van NLG 600.000, krachtens besluit van de algemene vergadering van 13 december 1883 en vermeldt dat daarvan NLG 550.000 is geplaatst, terwijl 50 obligaties ad. NLG 1.000 in portefeuille zijn gehouden.
De plaatsing van die lening is niet in 1883 op de balans verantwoord, omdat de storting daarvan eerst in januari tot maart 1884 geschiedde.
Gedurende het jaar 1883 waren ongeveer 700 werklieden aan de Maatschappij geëmployeerd.
De post gebouwen: Getimmerten en vaste inrichtingen werd ten gevolge van aanschaffing en plaatsing van verschillende werktuigen met NLG 68.623,81 verhoogd, terwijl ook de losse machinerieën en gereedschappen om dezelfde reden met NLG 20.508,40, is verhoogd geworden.
Behalve de beide stoomschepen BATAVIA en SOERABAJA, die gezamenlijk – niettegenstaande de korte leveringstijd en de onvolledige inrichting bij de aanvang van dit werk – slechts 6 weken na de gecontracteerde tijd werden opgeleverd, werd de Maatschappij de levering opgedragen van een passagiersboot, twee havenstoombootjes, alsmede het vervaardigen van 3 stoommachines met stoomketels voor de zeestoomboten ARY SCHEFFER, ERASMUS en IBERIA.
Tegen het einde van het jaar werden door ons contracten afgesloten voor 3 general traders voor Engelse rekening.
De orders van de departementen van Marine en Koloniën werden ons in 1883 evenals in 1882 en dit jaar onthouden, niettegenstaande de vleiende berichten betreffende de reeds geleverde werken. Slechts een stoomstuurinrichting voor Zr.Ms. monitor DE STIER werd ons in 1883 opgedragen.
Het spreekt van zelf dat het contract voor de exploitatie van de havens in het eerste jaar van exploitatie nog geen winsten kon opleveren. Toch heeft dit contract reeds thans zijn gunstige invloed doen gevoelen in de vorm van verschillende schepen, die daardoor van ons droogdok hebben gebruik gemaakt.
Wij mogen echter niet achterhouden, dat een vruchtdragende exploitatie van de havenwerken wordt tegengehouden door de weinige medewerking, die wij ondervinden van de zijde van de Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen, die Vlissingen bij andere havens blijft achterstellen. Komt daarin geen verandering, dan is de tussen die Maatschappij en de onze gesloten overeenkomst voor ons van geen de minste waarde. Wij blijven echter de hoop koesteren, dat zij haar zienswijze zal willen wijzigen en de Vlissingse zeehaven tot haar recht zal doen komen.
Aan arbeidslonen en salarissen werd in 1883 uitbetaald een som van NLG 364.545,46. Wat in het algemeen de stand van onze vennootschap betreft, zo kunnen en wij in de eerste plaats wijzen op de waarborg, vervat in het erfpachtcontract goedgekeurd bij de Wet van 8 september 1875 (Staatsblad No. 151).
Zoals bekend is heeft de Maatschappij de bevoegdheid tot opzegging van dat erfpachtcontract na verloop van iedere 5 jaar. Deze bepaling van het erfpachtcontract geeft aan de obligatiehouders volkomen zekerheid dat zelfs – indien wij in de toekomst werden teleurgesteld, hun belang tegen alle gevaar gevrijwaard is.
Ook de aandeelhouders kunnen in het contract zelf en in de uitvoering daarvan hun grootste waarborg vinden. Doch wij gaan niettegenstaande de minder voordelige uitkomsten van het afgelopen jaar, met volkomen vertrouwen op de levensvatbaarheid van onze onderneming de toekomst tegemoet.
Dit vertrouwen is vooral gegrond op de goede reputatie die de Maatschappij met het door haar afgeleverd werk heeft verworven. Volledig uitgerust, geheel ingericht naar de eisen des tijds, zijn we in staat (de stoomschepen van de Rotterdamsche Lloyd hebben dit bewezen), de grootste orders in de kortste tijd uit te voeren.
Het verslag eindigt met een woord van warme dank aan heren commissarissen voor de door hen aan de directie bewezen hulp. Zij gaven daarmede het beste bewijs, dat ook bij hen een ongeschokt vertrouwen voorzit in de soliditeit en de bloei van de vennootschap.

Afbeelding
Datum 22 juni 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Vlissingen, 21 juni. Het stoomschip IBERIA is hier heden aangekomen om de aan de fabriek De Schelde vervaardigde machines in te nemen.

Afbeelding
Datum 10 september 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 9 september. Gisteren had de proeftocht plaats van het voor rekening van de heren Wm. H. Müller & Co. gebouwde schroefstoomschip IBERIA, gevoerd door kapt. A. Oepkes. Genoemd stoomschip is van staal en door de heren L. Smit & Zoon te Kinderdijk gebouwd, terwijl de machine geleverd werd door de Maatschappij De Schelde te Vlissingen.
De zeer gunstig geslaagde proeftocht deed de uitstekende eigenschappen van schip en machine blijken, en bouwmeesters zowel als machinefabrikanten hebben daardoor opnieuw het bewijs geleverd, dat ook op dit terrein de Nederlandse nijverheid niet bij die van het buitenland achterstaat.

Afbeelding
Datum 14 september 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 14 september. Heden is uit de Nieuwe Waterweg naar Bilbao vertrokken het stoomschip IBERIA. (opm: eerste reis)

Afbeelding
Datum 10 maart 1886
Krant JB - Javabode

De PRINSES WILHELMINA, door de wereldberoemde John Elder & Co. te Glasgow gebouwd, had een machinefundatie, die zo zwak geconstrueerd bleek te zijn, dat men verplicht was de gehele machine uit het schip te nemen en deze fundatie te vernieuwen.
Het schroefstoomschip 1e klasse DE RUYTER, na in alle opzichten op de proeftochten te hebben voldaan, heeft op de reis naar Indië averij aan de machine gehad en zal nu te Soerabaija een, zo men zegt, vrij belangrijke reparatie ondergaan.
Daarentegen zijn lichtpunten, dat de LEERDAM en de ZAANDAM reeds jarenlang een zware dienst verrichten tot volle tevredenheid van de reders, en dat de SMIT zelfs zonder afdoende proeftocht naar Java werd gezonden en zonder oponthoud de reis in 42 dagen volbracht. De K.A. NIEMANN doet nu reeds bijna twee jaar dienst op de Westkust van Afrika zonder dat men de minste klacht verneemt. De stoomschepen STELLA, JUPITER, ALBLASSERDAM, ECHO INO, SATURNUS, HOLLANDIA, ERASMUS, ARY SCHEFFER, IBERIA, BILLITON en AMSTELSTROOM hebben alle gedurende de jaren, dat zij in dienst zijn, geen aanleiding gegeven tot een ernstige klacht. Ook de BATAVIA, SOERABAIJA, NEDERLAND EN ORANJE, KONING WILLEM III, geregeld in de vaart of geweest zijn op Oost-Indië, en de ORANJE NASSAU, PRINS WILLEM I en PRINS MAURITS, in de vaart op West-Indië, geven evenmin aanleiding tot klachten. (opm: passage uit een ingezonden brief, waarin een industrieel opkomt voor de aanbouw van schepen voor de Koninklijke Marine op particuliere Nederlandse werven)

Afbeelding
Datum 19 november 1886
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Greenock, 16 november. Het stoomschip IBERIA, hedenochtend van Huelva aangekomen, heeft stormweer op de reis gehad. De 12e november in de Golf van Biscaje werden 10 schipbreukelingen opgenomen van het barkschip ANNA BELLA, dat in zinkende staat verkeerde. De kapitein van de IBERIA rapporteert nog dat bij de redding van de schipbreukelingen de reddingboot verloren ging, stuurman en timmerman zwaar gekwetst werden en eerstgenoemde overboord geslagen doch weer gered werd.

Afbeelding
Datum 27 april 1906
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Ontleend aan het jaarverslag over 1905 van Wm. H. Müller & Co’s Algemeene Scheepvaart Maatschappij N.V, Rotterdam: De stoomschepen MAUD CASSEL, SKANDIA en GRÄNGESBERG vonden, evenals in 1904, geregeld emplooi in de Zweedse ertsvaart. Verkocht werd het stoomschip SKANDIA onder verlenging voor een reeks van jaren van de overeenkomst voor het vervoer van erts van Zweden naar Rotterdam. Het stoomschip TEUTONIA vond emplooi in de algemene vrachtvaart, evenals de stoomschepen HISPANIA en RHENANIA in de vaart op Noord Spanje. Het stoomschip IBERIA voer in de geregelde vaart Rotterdam – St. Petersburg, terwijl het stoomschip CALEDONIA de dienst op Aberdeen en Middlesbrough onderhield. De stoomschepen BATAVIER IV en BATAVIER V voeren, met de aan de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij toebehorende stoomschepen BATAVIER I, BATAVIER II en BATAVIER III op Londen en de BATAVIER VI op Hamburg. In de loop van 1905 werd aan de firma Rijkee & Co alhier de bouw opgedragen van een motortankschoener, groot 500 ton, voor het vervoer van petroleum van Hamburg naar Oostzee-havens. De bruto winst bedraagt NLG 529.806,61 (1904: NLG 449.486,61) Voorgesteld wordt om over 1905 een dividend van 7% (1904: ook 7%) uit te keren.

Afbeelding
Datum 11 januari 1908
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Middlesbrough, 8 januari. Terwijl het stoomschip GLENDUN de Tees afvoer, moest het het anker laten vallen omdat het Nederlandse stoomschip IBERIA van Dent’s Wharf zwaaide. De GLENDUN liep toen tegen de brik GERMANIA en maakte enige schade aan de kraanbalk van dat schip. De IBERIA dreef daarna tegen de stuurboordzijde van de GERMANIA en maakte averij aan de beplanking en enige balken, alles boven de waterlijn.

Afbeelding
Datum 22 februari 1915
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 22 februari. Het Nederlandse stoomschip IBERIA, dat verschenen zaterdag (opm: 20 februari) in plaats van een van de nationale Batavierboten naar Londen zou vertrekken, ligt in de haven tot vertrek gereed. Het geheel oranjekleurig overgeschilderde schip voert ook in de brambras (??) twee schilden, aan ene zijde nationale kleuren tonende en aan de andere zijde de naam Wm. H.M. & Co. voerende.

Afbeelding
Datum 10 juli 1915
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Maassluis, 8 juli. Het gisteren naar Cardiff vertrokken Nederlandse stoomschip IBERIA is hedenmiddag 2 uur met machineschade uit zee teruggekeerd en naar Rotterdam opgestoomd om te repareren.

Afbeelding
Datum 12 juli 1915
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 10 juli. Het stoomschip IBERIA, 8 juli met machineschade uit zee teruggekeerd, heeft heden de reis naar Swansea voortgezet.

Afbeelding
Datum 31 oktober 1916
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Amsterdam, 30 oktober. Het op de 10e oktober van Huelva herwaarts vertrokken Nederlandse stoomschip IBERIA, dat 17 oktober reeds in de Duins arriveerde, is heden, nadat het nog geruime tijd op de Theems had gelegen, met ongebroken lading hier aangekomen.

Afbeelding
Datum 23 december 1916
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Plymouth, 16 december. De te Liverpool thuis behorende viermastbark HOLT HILL, kapt. Campbell, van Nantes naar Gulfport, werd 10 december tijdens een hevige NW storm, op de hoogte van Finistère ontmast en het schip sprong ook lek. Enige tijd later kwam het Rotterdamse stoomschip IBERIA, dat op reis was van Sevilla naar Amsterdam, ter plaatse, nam de bark op sleeptouw en begon 11 december ‘s middags te slepen, maar de sleeptros brak en het schip werd toen verlaten op 45°-45’ N en 07°-20’ W. De gehele bemanning werd gered door het stoomschip IBERIA en op de hoogte van de Start overgegeven aan de stoomdrifter TEST, die de schipbreukelingen hier landde.
De HOLT HILL was vol water toen zij verlaten werd. Het schip is 2.393 ton groot en werd in 1890 gebouwd.

Afbeelding
Datum 13 januari 1917
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 11 januari. Het Nederlandse stoomschip IBERIA uit Rotterdam, dat op reis van Sevilla met een lading erts voor Amsterdam heden hier binnenkwam, rapporteerde op de Atlantische Oceaan de equipage van een groot zeilschip gered en te Plymouth geland te hebben. Deze bemanning was afkomstig van het te Liverpool thuis behorende 4-mast schip HOLT HILL, dat op weg was van Nantes naar Gulfport. In de Atlantische Oceaan werd het schip door een storm overvallen en zwaar beschadigd zelfs gedeeltelijk ontmast. Het stoomschip IBERIA ontdekte het ronddrijvende schip en poogde verscheidene malen het op sleeptouw te nemen en in een Engelse haven binnen te brengen, doch zonder succes. Tenslotte was men genoodzaakt de bemanning van het zwaar geteisterde zeilschip af te halen en dit verder aan zijn lot over te laten. Van het verlaten schip is dan ook later niets meer gezien.

Afbeelding
Datum 28 november 1917
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 27 november. Het stoomschip IBERIA, van Rotterdam naar Huelva, is 22 november te Stavanger binnengelopen met lichte schade aan de stuurinrichting.

Afbeelding