|
(Geen datum) De Raad van Tucht voor de Koopvaardij behandelde gisteravond de stranding van het Nederlandse tjalkschip HOOGHAMMEN, gezagvoerder Albert van der Wal, in de nacht van 1 op 2 april bij het dorpje Craster in Schotland. Het scheepje was 21 maart met kartonpapier van Delfzijl naar Londen uitgevaren. Aan boord waren behalve de gezagvoerder een stuurman en twee broers, een 16-jarige jongen die als matroos en een 14-jarige knaap die als kok dienst deed. Het schip had op de reis met storm te kampen, doch behouden bereikte men Londen. Daar werd oud ijzer ingenomen hetwelk naar Bo’ness in Schotland gebracht moest worden. Toen men Londen verliet was het goed weer, doch in de nacht van 1 op 2 april ging ’t zwaar misten. Terwijl men langs de kust voer stootte het schip plotseling en bleek het op de rotsen te zitten, vlak bij het dorpje Craster, niet ver van New-Castle. Visserslieden haalden de opvarenden van boord. De matroos en de kok, de gebroeders Postma uit Leeuwarden, werden eerst te Craster verzorgd en daarna te New-Castle in het hospitaal opgenomen waar ze tot mei en juni verpleegd werden. De een had bevroren voeten en de ander bevroren handen en voeten ten gevolge de inwerking van het zeewater gedurende de reis van Delfzijl naar Londen. De jongste verloor alle tenen op een na van beide voeten. Het schip zelf ging verloren. De gezagvoerder schreef de stranding toe aan de invloed die het ijzer oefende op het kompas. De gebroeders Postma werden als getuigen gehoord. Een kwartier voor de stranding had een visser nog gewaarschuwd – tenminste de 16-jarige begreep dit uit de gebaren – dat de HOOGHAMMEN meer stuurboord moest houden. Bij de stranding zei de gezagvoerder “laat de visserman naar de hel lopen”. De stuurman, iemand zonder geld en zonder kleren, die als hij aan de wal moest van de jongens kleren leende, werd door een der jongens later op de Leeuwarder kermis gezien, waar hij in een caroussel werkte. Die ex-stuurman waarschuwde de jongens, die hun kleren bij het geval verspeeld hadden, dat de broer van de kapitein met hun nieuwe laarzen liep. Waar de gezagvoerder is gebleven is niet bekend. Wellicht vaart hij op een Engels schip. Er is op de reis van Londen naar Schotland niet gelood. De Raad van Tucht zal later uitspraak doen.
|