Inloggen
HOLLANDER - ID 2872


Kroniekberichten

Datum 14 augustus 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Heden ochtend werd van het etablissement van de Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij te Fijenoord met het beste gevolg te water gelaten het ijzeren schroefstoomschip HOLLANDER, gebouwd voor rekening van de heren Smith & Co., bestemd voor de vaart tussen Rotterdam en Bordeaux en gevoerd zullende worden door de in die vaart gunstig bekende gezagvoerder E.P.J. van Emmerik. Het schip, dat door sierlijkheid van vorm en solide afwerking uitmunt en voornamelijk op grote snelheid gebouwd is, heeft de volgende afmetingen. Het schip is lang 200’, breed binnenwerks 27’6” en hol 17’. De compound-machine, mede te Fijenoord aan het etablissement vervaardigd, heeft twee cilinders van 23” en 43” diameter, met een slaglengte van 30”. De stoomketel is berekend op een stoomdruk van 95 pond per duim².
Het schip is geklasseerd bij Veritas + I 3/3 I.I.

Afbeelding
Datum 22 augustus 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Slikkerveer, 21 augustus. Aan de Oosterkade te Rotterdam lag heden de geheel met vlaggen versierde stoomboot OUDERKERK AAN DEN IJSSEL II gereed, om naar hier te vervoeren een aantal belangstellenden die wensten tegenwoordig te zijn bij het te water laten van het op de werf van de heer P. Smit Jzn. gebouwde stoomschip BURGEMEESTER VAN VOLLENHOVEN.
Groot was het aantal dergenen, die aan de uitnodiging ter bijwoning van het aflopen gevolg hadden gegeven. Onder dezen waren ook de oud burgemeester Van Vollenhoven en familie, de burgemeester van Schiedam, de heer Loos (officieel als expert van Lloyds), en vele oud- gezagvoerders, aandeelhouders en belangstellenden met hun dames.
Onder begunstiging van het fraaiste zomerweer en een frisse noordelijke wind vertrok de boot te 4 uur 20 minuten namiddags van het Oosterhoofd, en stoomde weldra het uitgebreide etablissement der Nederlandsche Stoombootmaatschappij te Feijenoord voorbij, dat met zijn lege hellingen geen opwekkend gezicht opleverde, en waar het onlangs te water gelaten stoomschip HOLLANDER, dat bij de kraan lag om de zware machinedelen in te nemen, het enige vaartuig van betekenis was, waaraan op dit ogenblik werkzaamheden verricht worden. Achtereenvolgens stoomde men langs de werf van de heren Gebr. Pot te Bolnes, waar enige grote Rijnschepen en baggermolens op stapel stonden, en langs de fraaie buitenplaats Den Donk van de heren Groeninx van Zoelen, en kreeg spoedig daarna in het gezicht het met vlaggen versierde stoomschip BURGEMEESTER VAN VOLLENHOVEN, dat bij het opzwaaien van de boot in alle delen, van achteren en op zijde, kon gezien worden, en de gunstigste indruk maakte. Te 4 uur 55 minuten kwam men op de werf, en spoedig werd het stoomschip door vele belangstellenden, onder welke tal van dames, bezichtigd, ja ook beklommen door hen die daar niet tegen op zagen. Te 5 uur 20 werd de eerste stut weggeslagen, en het stoomschip liep na een kleine aansporing te 5 uur 25 minuten met het beste gevolg te water. Dewijl het vaarwater daar zeer ruim is, en het stoomschip slechts geringe diepgang heeft, liet men het ongehinderd en geheel zonder enige verbinding met de wal doorlopen, en dreef het, dewijl het nog vloed was, even de rivier op, waar het spoedig door een sleepbootje werd waargenomen en weer aan de werf gesleept. Na het aflopen verenigden zich de heren aandeelhouders en enige genodigden in de kajuit van de OUDERKERK AAN DEN IJSSEL II, en bracht, onder de schuimende champagne, de heer Oudshoorn een toost uit op de oud- burgemeester Van Vollenhoven, die op zijn beurt de heren gelukwenste met hun onderneming, en hoopte dat deze nieuwe zaak zou gelukken en aan de aandeelhouders voordeel aanbrengen, terwijl hij voorts de heren reders complimenteerde voor de energie door hen betoond in het tot stand brengen dezer nieuwe onderneming.
De heer Torley Duwel bedankte de aanwezige aandeelhouders voor het in hem gestelde vertrouwen, en dronk op het welvaren van Nederland en de Nederlandse scheepvaart, waarna de bouwmeester, de heer P. Smit Jr., de reders zoveel voorspoed toewenste, dat het schip spoedig door grotere mocht worden gevolgd, terwijl ten laatste de heer Bladergroen een dronk wijdde aan de gezagvoerder, en er op wees, dat van diens voortvarendheid en energie voor een groot deel het welgelukken van de onderneming afhing.
Te 6 uur 15 vertrok de boot weer naar Rotterdam.
Aan boord werd nog menig glas geledigd en heerste onder de talrijke aanwezigen de opgewektste stemming.
Bij aankomst aan het Oosterhoofd te Rotterdam, verliet men, ten hoogste voldaan en met de aangenaamste herinnering aan deze helaas thans zo zeldzaam voorkomende gebeurtenis, de OUDERKERK AAN DEN IJSSEL II.
Het te water gelaten schroefstoomschip is lang 120’, breed 19’ en 8’10” hol, metende ruim 200 register ton. Het zal varen voor rekening van de Duinkerksche Stoombootreederij, onder boekhouderschap van de heren G. Oudshoorn en C. L. Torley Duwel, en is bestemd voor een geregelde dienst tussen Rotterdam en Duinkerken. De machine van 40 paardenkracht, van het surface condensing systeem, en de ketels worden mede aan de fabriek van de heer P. Smit Jr. vervaardigd. Het stoomschip, dat door vorm en soliditeit de gunstigste indruk maakt, heeft vier waterdichte schotten, en is bij de Engelse Lloyds in de hoogste klasse 100 A. 1. geregistreerd.

Afbeelding
Datum 11 september 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 10 september. Heden had met de beste uitslag de proeftocht plaats van het stoomschip HOLLANDER, op het etablissement van de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij op Fijenoord gebouwd voor rekening van de heren Smith & Co. alhier. Het vermogen van de werktuigen, de vaart en het stuurvermogen van het schip en het geringe cijfer van het kolenverbruik overtroffen de verwachting.

Afbeelding
Datum 18 september 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 17 september. Heden vertrok uit de Nieuwe Waterweg naar Bordeaux het stoomschip HOLLANDER (opm: eerste reis).

Afbeelding
Datum 29 september 1885
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Bordeaux, 25 september. Het Nederlandse stoomschip HOLLANDER, heeft door sterk springtij enige lichte schade bekomen.

Afbeelding
Datum 14 november 1886
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Cowes, 14 november. Het Nederlandse stoomschip HOLLANDER, van Rotterdam naar Bordeaux, is heden namiddag alhier aangekomen met defecte machine. Men zal trachten met eigen hulp de schade te herstellen

Afbeelding
Datum 16 november 1886
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Cowes, 12 november. Heden is van hier vertrokken het stoomschip HOLLANDER, van Rotterdam naar Bordeaux, na volbrachte reparatie aan de machine.

Afbeelding
Datum 29 maart 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Dover, 27 maart. Kapt. van Emmerik en equipage van het stoomschip HOLLANDER werden hier hedenochtend geland door het stoomschip TUDOR PRINCE, dat hen 4 mijlen buiten de Goodwin Sands opnam uit de boten en van de ROYAL SOVEREIGN. Zij hadden hun schip na de aanvaring des nachts om 11 uur met het van Chittagong naar Dundee bestemde schip ROYAL SOVEREIGN in zinkende toestand verlaten. De ROYAL SOVEREIGN had de boeg ingedrukt en de voorste afdeling vol water. Dit vaartuig werd in de mist door de TUDOR PRINCE uit het oog verloren. Volgens telegram aan de reder ligt het schip ROYAL SOVEREIGN bij North Foreland ten anker.

Afbeelding
Datum 29 maart 1890
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 27 maart. Volgens van de reder ontvangen bericht is het stoomschip HOLLANDER, gisteren vertrokken van Rotterdam naar Bordeaux met gemengde lading, in de nacht van 26 op 27 maart in de Noordzee door het schip ROYAL SOVEREIGN, van Chittagong naar Dundee, aangevaren en daardoor zo zwaar beschadigd, dat het in zinkenden toestand bij de Goodwin Sands door de equipage werd verlaten. Deze werd gered en te Dover geland. De ROYAL SOVEREIGN leed belangrijke schade. Het ijzeren stoomschip HOLLANDER, groot 804 ton, werd in 1884 gebouwd aan het etablissement te Fijenoord van de Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij te Rotterdam.

Afbeelding
Datum 29 maart 1890
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 27 maart. Volgens nader bericht, van de reder ontvangen, is het stoomschip HOLLANDER op zee verlaten aangetroffen, op sleeptouw genomen en te Duinkerken binnengebracht. Bijzonderheden ontbreken.

Afbeelding
Datum 01 april 1890
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Londen, 27 maart. Omtrent de aanvaring van het Rotterdamse stoomschip HOLLANDER in den afgelopen nacht door het schip ROYAL SOVEREIGN, geeft roerganger De Jong het volgende relaas: Hij stond aan het roer, het was zeer mistig, toen omstreeks elf uur De Jong aan bakboordzijde een rood licht waarnam. De stuurman beval het roer bakboord te leggen, hetgeen De Jong deed. Ogenblikkelijk daarna zag deze van het op de HOLLANDER losvarende schip een groen licht, zodat het blijkbaar van koers veranderd was en de aanvaring volgde bliksemsnel. De ROYAL SOVEREIGN maakte midscheeps een groot gat in de HOLLANDER. De stoommachine werd verbrijzeld, zodat deze stil stond en de HOLLANDER begon vol water te loopen. De kapitein beval de boten neer te laten, waarin vijftien manschappen, meest Rotterdammers, de toevlucht zochten, terwijl vier op de ROYAL SOVEREIGN overklauterden. Al de opvarenden werden vervolgens door het stoomschip TUDOR PRINCE opgenomen, die nog enige uren nabij de aanvaringsplek bleef, alvorens de opvarenden te Dover te landen. De Jong prijst zeer de opname en handelwijze van den gezagvoerder en de bemanning van de TUDOR PRINCE.
Bij de rederij van dit stoomschip is omtrent deze aanvaring het volgende verslag binnengekomen: Het stoomschip HOLLANDER, van Rotterdam naar Bordeaux, was des avonds van 26 op 27 maart bij de vuren van Goodwin Sands met enigszins dikke lucht, toen er een rood vuur werd gezien op de stuurboordboeg. Onmiddellijk werd door de gezagvoerder, die op de brug was, het roer bakboord gekommandeerd en liet men de stoomfluit blazen en liep de stuurman van de brug naar het rad om te helpen, doch binnen twee minuten nadat het eerste licht gezien werd, volgde de aanvaring op de hoogte van de machinekamer en schoorsteen aan bakboord. De boeg van het schip, dat de ROYAL SOVEREIGN bleek te zijn, van Chittagong naar Dundee, stak over en greep de gezagvoerder, die met de brug omhoog werd geslagen, het boegstag van de ROYAL SOVEREIGN en verdween zijn schip onder hem in de duisternis. Na met alle krachtsinspanning aan boord van het aanvarende schip te zijn geklauterd, vond hij daar de stuurman, de eerste machinist en een jongen van de HOLLANDER. Kapt. Van Emmerik verzocht de kapitein van de ROYAL SOVEREIGN om een boot uit te zetten, ten einde de equipage van het zinkende stoomschip te redden, doch deze was daartoe ongenegen, omdat hij die zelf noodig had, dewijl de boeg geheel open lag en het schip vol water liep. Hij liet echter vuurpijlen ontsteken, waarop enigen tijd daarna het stoomschip TUDOR PRINCE langs zijde kwam, die vroeg wat men verlangde. Deze had de equipage van de HOLLANDER in de boten aangetroffen en aan boord opgenomen en nam nu ook de vier overgekomene van de HOLLANDER aan boord. Het was in die tijd zeer mistig geworden en verloor men spoedig de ROYAL SOVEREIGN uit het gezicht. De schipbreukelingen, die letterlijk niets gered hebben als wat zij aan het lijf hadden, werden door de TUDOR PRINCE geland en in het Sailors Home opgenomen en daar van het nodige voorzien. De HOLLANDER werd op zee verlaten aangetroffen door een vissersvaartuig, welke een sleepboot aannam, die het zinkende stoomschip te Duinkerken binnenbracht. Een expert der Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren is naar Duinkerken vertrokken om de staat van het stoomschip op te nemen, met het voornemen om het naar Rotterdam te doen slepen. Ook aan de gezagvoerder is naar Dover geseind om zich naar Duinkerken te begeven.

Afbeelding
Datum 02 april 1890
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 20 maart. Volgens bericht van de rederij, wordt de lading van het stoomschip HOLLANDER uit het achterruim in lichters gelost. De gezagvoerder is te Duinkerken aangekomen.

Afbeelding
Datum 03 april 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 2 april. Volgens bij de reder ontvangen bericht uit Duinkerken is het stoomschip HOLLANDER geheel gereed om op de sleephelling gebracht te worden, teneinde het stoomschip te kunnen onderzoeken. Dewijl deze echter bezet is, veroorzaakt dit enig oponthoud. Over een paar dagen zal het echter op de helling gehaald kunnen worden.

Afbeelding
Datum 03 april 1890
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 1 april. Volgens bij de rederij ontvangen telegram uit Duinkerken, is het stoomschip HOLLANDER thans vlot en maakt het geen water meer. De lading is grotendeels gelost en zal het stoomschip nu onderzocht worden of het in staat zal zijn naar Rotterdam te kunnen worden gesleept.

Afbeelding
Datum 07 april 1890
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Duinkerken, 1 april. Het stoomschip HOLLANDER, van Rotterdam naar Bordeaux, alhier binnengesleept, is bij laag water aan stuurboordzijde sterk overgeheld, waardoor het water van alle zijden binnendrong. Niettegenstaande alle pogingen mocht men er na de vloed niet in slagen het schip te rechten en is men bezig het water uit het ruim te pompen. Een later ontvangen bericht meldt dat het schip is gerecht en morgen op de helling zal worden gehaald.

Afbeelding
Datum 09 april 1890
Krant HND - Het Nieuws van den Dag

Het Nederlandse stoomschip HOLLANDER, dat na zijn aanvaring met het Engelse schip ROYAL SOVEREIGN verlaten in zee gevonden en naar Duinkerken gesleept werd, is niet, zoals men allicht na de eerste berichten vermoeden zou, verlaten door zijn kapitein, die evenals de bemanning veilig te Dover aankwam, zonder dat deze al wat hij kon gedaan had tot behoud van zijn schip.
In een brief aan een vriend te Bordeaux verhaalt de gezagvoerder, kapitein van Emmerik, de toedracht der zaak. Toen de aanvaring met het Engelse schip, dat men eerst op het uiterste ogenblik merkte, plaats had, was de kapitein op de brug en door de schok werd hij daarvan afgeworpen. Hij verloor het bewustzijn, maar instinctmatig rolde hij een binnen zijn bereik zijnde ketting om zijn rechterhand. Toen hij weer tot zichzelve kwam, hing hij boven het water aan een gedeelte van de boegspriet van de ROYAL SOVEREIGN. Met veel moeite gelukte het hem op het dek te klimmen, waar hij de eerste officier, een machinist en een scheepsjongen van de HOLLANDER vond, die bij de aanvaring op het Engelse schip waren overgesprongen. Hij vroeg toen een boot, om daarmee de bemanning van zijn schip, dat hij verloren waande, te hulp te gaan, maar men kon niet aan zijn verzoek voldoen. Enige ogenblikken later vernam hij, dat een voorbijvarend schip, TUDOR PRINCE, zijn bemanning had opgenomen en hij ging daarop met de drie anderen van de HOLLANDER aan boord van dat schip over.

Afbeelding
Datum 10 april 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 9 april. Volgens bij de rederij uit Duinkerken ontvangen bericht vorderen de werkzaamheden om het stoomschip HOLLANDER in staat te stellen naar Rotterdam gesleept te worden, zeer goed. Tegen het laatst der week zal het stoomschip herwaarts gesleept worden.

Afbeelding
Datum 11 april 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Duinkerken, 7 april. Het bergloon voor het binnenbrengen van het verlaten Nederlandse stoomschip HOLLANDER is vastgesteld op 1/3e der waarde van het stoomschip in beschadigde staat, alsmede 1/3e van de opbrengst der in veiling verkocht wordende lading. Voor het binnenslepen in de haven wordt NLG 5000 geëeist.

Afbeelding
Datum 13 april 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Duinkerken, 9 april. Het Nederlandse stoomschip HOLLANDER is in de toestand, waarin het zich bevond toen het binnengesleept werd, getaxeerd op FFrs. 91.000.

Afbeelding
Datum 14 april 1890
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Duinkerken, 10 april. Het stoomschip HOLLANDER wordt per sleepboot ZUID-HOLLAND naar Rotterdam gesleept. De machine is niet in staat dienst te doen.

Afbeelding
Datum 16 april 1890
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Duinkerken 9 april. Het Nederlandse stoomschip HOLLANDER, is in de staat waarin het zich bevond, toen het alhier werd binnengesleept, getaxeerd op FFRS. 91.000.

Afbeelding
Datum 18 april 1890
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Duinkerken, 9 april. De lading bier en kaas van het in averij binnengekomen stoomschip HOLLANDER werd in publieke veiling verkocht, Het overige zal naar de bestemming Bordeaux verzonden worden. Genoemd stoomschip arriveerde zondag l.l. gesleept te Rotterdam.

Afbeelding
Datum 30 mei 1890
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Amsterdam, 27 mei. De Raad van Tucht, zitting houdende in het paleis van justitie alhier, heeft in de eindzitting van de 23e dezer na onderzoek kapt. E.P.J. van Emmerik, van het stoomschip HOLLANDER, van alle schuld aan de aanvaring met het schip ROYAL SOVEREIGN op de 26e maart l.l. bij de Goodwin Sands vrijgesproken.

Afbeelding
Datum 05 mei 1897
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 4 mei. Volgens telegram van Lloyd’s heeft het Nederlandse stoomschip HOLLANDER, van hier naar Bordeaux, schade aan de machine. Het stoomschip heeft, gesleept door een sleepboot, de reis naar Bordeaux voortgezet. (opm: zie NRC 070597)

Afbeelding
Datum 07 mei 1897
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Pauillac, 4 mei. Het Nederlandse stoomschip HOLLANDER, van Rotterdam naar Bordeaux, heeft bij het opstomen der rivier schade gekregen aan de machine. Het werd door een sleepboot naar Bordeaux gesleept.

Afbeelding
Datum 08 november 1897
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 5 november. Naar De Scheepvaart verneemt, is de stoomvaartdienst Rotterdam-Bordeaux met de beide schepen HOLLANDER en GIRONDE aangekocht door de heer B.C. de Jong te ‘s-Gravenhage.

Afbeelding
Datum 23 december 1902
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Maassluis, 22 december. Hedenmorgen, tijdens mist, heeft er in de Nieuwe Waterweg, bij rood 3, een aanvaring plaats gehad tussen het uit zee komende Nederlandse stoomschip HOLLANDER en het naar zee vertrekkende Engelse stoomschip CYMBELINE. Eerstgenoemde kreeg een gat aan stuurboordboeg en werd de steven ingedrukt en het anker gebroken. Omtrent schade aan laatstgenoemde is voor zover nog niets bekend.

Afbeelding
Datum 11 juli 1905
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 10 juli. Volgens een telegram uit Pauillac is het Ned. s.s. HOLLANDER 9 juli tijdens mist (opm: ter hoogte van ?) Raz de Sein in aanvaring geweest met de Franse schoener ELEGANTE, waardoor eerstgenoemd stoomschip licht beschadigd werd. Hoe groot de schade van de ELEGANTE is, is niet bekend. (De HOLLANDER is sedert te Bordeaux aan gekomen)

Afbeelding
Datum 06 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Londen, 5 januari. Volgens telegram uit Bordeaux is aldaar gerapporteerd dat het Nederlandse stoomschip HOLLANDER aan de ingang van de rivier gestrand is, en het schade heeft aan de achtersteven. Het stoomschip maakt weinig water. Een stoomschip is ter assistentie vertrokken.

Afbeelding
Datum 06 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 6 januari. Wij vernemen dat het stoomschip HOLLANDER 6 januari weer vlot is en dat het bij Point de Grave ( River Gironde) geankerd ligt. Verder deelde men ons mee dat de roersteven gebroken is en dat een sleepboot van Bordeaux naar de HOLLANDER is vertrokken om het van de ankerplaats naar Bordeaux te slepen. De lading zal onmiddellijk worden gelost en een expert is van hier naar Bordeaux vertrokken om de schade op te nemen. Het is nog niet zeker of het daar zal worden gerepareerd of dat het naar hier zal worden gesleept.

Afbeelding
Datum 08 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 8 januari. Het stoomschip HOLLANDER is gesleept wordende, in het dok te Bordeaux aangekomen.

Afbeelding
Datum 10 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 10 januari. Uit Bordeaux wordt geseind dat het stoomschip HOLLANDER, voor onderzoek in het droogdok daar is opgenomen.

Afbeelding
Datum 11 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 11 januari. De Nederlandse sleepboot THAMES is heden van Tonnay Charente naar Bordeaux vertrokken om vandaar het beschadigde stoomschip HOLLANDER naar Rotterdam te slepen.

Afbeelding
Datum 11 januari 1910
Krant NNO - Nieuwsblad van het Noorden
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Stadskanaal, 9 januari. Volgens hier ontvangen bericht is het stoomschip HOLLANDER, kapt. Karssies, 3 januari nabij Bordeaux door de zware mist op een zandbank geraakt, waar het zeer gehavend werd. Toen het schip na acht uren weer vlot werd, is het per sleepboot naar Bordeaux gesleept, waar het gisteren met verlies van reddingboten, roer, schroef, enz., binnenkwam. Alle opvarenden zijn behouden. Een expert uit Londen zal de schade opnemen.

Afbeelding
Datum 14 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 14 januari. Gisteren arriveerde de Nederlandse sleepboot THAMES, van Tornay Charente te Bordeaux om het Nederlandse stoomschip HOLLANDER van daar naar hier te slepen.

Afbeelding
Datum 15 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 15 januari. Het stoomschip HOLLANDER, gesleept door de sleepboot THAMES, vertrok heden van Bordeaux naar Rotterdam.

Afbeelding
Datum 22 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 21 januari. Het Nederlandse stoomschip HOLLANDER is om zinken te voorkomen op strand gezet.

Afbeelding
Datum 22 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Plymouth, 21 januari. De pompen van de sleepboot waren erin geslaagd een grote hoeveelheid water uit het stoomschip HOLLANDER te pompen. Echter moest men om de stabiliteit te bewaren het pompen staken en men besloot om het in het Cottewater aan de grond te zetten. Een speciale expert is van Rotterdam naar Plymouth vertrokken om een onderzoek in te stellen.

Afbeelding
Datum 23 januari 1910
Krant NNO - Nieuwsblad van het Noorden
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 21 januari. Het Nederlandse stoomschip HOLLANDER is per sleepboot THAMES te Plymouth binnengelopen, lek en vol water. Men wacht op orders. In het zware stormweer van de laatste dagen Is de 16-duims sleeptros van de THAMES gebroken en verloren gegaan. Later bericht: Het stoomschip HOLLANDER is om zinken te voorkomen, aan de grond gezet.

Afbeelding
Datum 25 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 25 januari. Wij vernemen dat het water, aangetroffen bij aankomst te Plymouth, in het stoomschip HOLLANDER, grotendeels afkomstig is uit de stukgeslagen vaten water, die als ballast in het stoomschip waren geladen. Het stoomschip is nu lens gepompt en men is bezig met schoon schip te maken. Nadat de nodige voorzieningen zijn gedaan vertrekt het nog deze week naar Rotterdam.

Afbeelding
Datum 27 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 27 januari. Uit Plymouth wordt geseind dat het stoomschip HOLLANDER gisteravond weer is vlot gebracht en dat aanstaande zaterdag de reis naar Rotterdam zal worden voortgezet.

Afbeelding
Datum 02 februari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 2 februari. Heden vertrok het stoomschip HOLLANDER, gesleept door de sleepboot THAMES, van Plymouth naar Rotterdam.

Afbeelding
Datum 05 februari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Maassluis, 5 februari. Het aan de grond geraakte stoomschip HOLLANDER, is niet vlot gekomen. De sleepboten hebben tevergeefs getrokken.

Afbeelding
Datum 07 februari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Maassluis, 7 februari. Het stoomschip HOLLANDER is zaterdagnacht door de sleepboot MAAS, na eerst ongeveer 45 ton ballast (stenen) in een lichter te hebben gelost, vlot gekomen, doch kwam daarna in aanvaring met de dukdalf Nº 7 wit, waardoor laatstgenoemde werd beschadigd en het licht werd gedoofd. Het stoomschip is gistermiddag, nadat de mist was opgetrokken, opgesleept naar Rotterdam.

Afbeelding
Datum 03 maart 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. In de gisteravond te Amsterdam gehouden zitting van de Raad werd onderzocht het ongeval overkomen op 4 januari jl. aan het stoomschip HOLLANDER, op de Gironde bij Bordeaux. Het raakte daar aan de grond en bekwam schade aan de achtersteven.
Uit het verhoor van kapt. Karsjes valt mee te delen, dat het schip in geregelde vaart was tussen Rotterdam en Bordeaux, voor de rederij voorheen Smit & Co. te Rotterdam. Het wat 464,48 netto register ton en was 25 jaar oud. Getuige had de reis meermalen gemaakt. Op 3 januari was men aan de ingang van de Gironde gekomen. De loods Chapeau was aan boord. Er was tamelijk zicht. Op aanraden van de loods werd verder gestoomd. Het werd echter mistig, Getuige zag het vuur van Bint de Grave en had gedacht daarachter te ankeren. Hij had dat de loods meegedeeld. Tussen de twee boeien kwam men door, maar de stroom dreef het schip naar de andere baai. Aan stuurboord werd land gezien; toen werd geprobeerd bakboord; maar het was te laat. Het schip raakte aan de grond. Er werd gestopt en achteruit geslagen. Te 9 uur voormiddag kwam het schip door hoog water vlot en werd het in stil water voor anker gelegd. De kapitein, het ongeval wijtende aan de loods, die zei dat wat de kapitein voor land hield mist was, vroeg een andere. Het schip werd gesleept naar Bordeaux, waar het de 8e januari aankwam.
Na de kapitein werden gehoord Van Heukelom en Fenenga, 1e en 2e stuurman, Moerman en Walkerhorst, 1e en 2e machinist en de matroos Nagelkerk. De Raad zal later uitspraak doen.

Afbeelding
Datum 06 maart 1910
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. Gistermiddag heeft de Raad voor de Scheepvaart uitspraak gedaan inzake de scheepsramp, d.d. 4 januari jl. overkomen aan het Nederlandse stoomschip HOLLANDER, gezagvoerder A. Karssies en toebehorende aan de Scheepvaartmaatschappij voorheen Smit & Co. te Rotterdam. Dit vaartuig strandde in de mond van de Gironde op het plateau de Grave, naar het oordeel van de gezagvoerder door een verkeerd commando van de loods. De Raad oordeelde dat het ongeluk is te wijten aan mist- en stroomverleiding. De kapitein had eigen peiling boven die van de loods moeten stellen en het foutieve commando van de loods (stuurboord roer) niet moeten toestaan. Maar de Raad begrijpt dat de gezagvoerder in de gegeven omstandigheden zwichtte voor het overwicht van de loods, die hij vooronderstelde beter op de hoogte te zijn van de plaatselijke omstandigheden.

Afbeelding
Datum 18 oktober 1910
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 17 oktober. Het van Bordeaux naar hier bestemde Nederlandsche stoomschip HOLLANDER, is volgens telegram uit Dungeness aldaar gepasseerd met machineschade, op sleeptouw van een Nederlands stoomschip.

Afbeelding
Datum 18 oktober 1910
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 17 oktober. Het stoomschip HOLLANDER heeft de cilinderdeksel gebroken en wordt gesleept door het stoomschip RHENANIA.

Afbeelding
Datum 19 oktober 1910
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 18 oktober. Het stoomschip HOLLANDER (zie Avondblad 17 okt.) werd van Cherbourg tot Dungeness gesleept door het stoomschip RHENANIA. Deze sleep duurde 19 uren. In die tussentijd heeft de machinist de machine afgekoppeld en toen kon men van af Dungeness alleen met hogedruk cilinder de reis naar de Nieuwe Waterweg voortzetten.

Afbeelding
Datum 01 mei 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Rechtbank te Rotterdam. Hulp loon?
Voor de derde kamer werd gisteren in de volgende zaak gepleit. Het stoomschip RHENANIA, op weg van Bilbao naar Rotterdam, trof in het begin van Het Kanaal het stoomschip HOLLANDER aan, op weg van Bordeaux naar Rotterdam, dat stil lag met defecte machine. Daar voor de herstelling geruime tijd nodig zou zijn en de nacht begon te naderen, werd overeengekomen, dat de RHENANIA de HOLLANDER zou slepen. Dit geschiedde over een afstand van plm. 125 mijlen, tot in de nabijheid van Dover. In die tijd was de machine gerepareerd, zodat de HOLLANDER van daar met eigen kracht zijn reis voortzette, terwijl de RHENANIA te Dover moest binnenlopen, om haar sterk verminderde kolenvoorraad aan te vullen. Voor de RHENANIA werd nu als hulp loon geëist NLG 6.000, terwijl door de HOLLANDER als beloning voor verleende diensten, werd aangeboden NLG 2.500.
Mr. K.A. Rombach, voor eiser optredende, behandelt eerst de vraag, of hier al dan niet van hulp loon sprake kon zijn. Door gedaagde is beweerd, dat dit geen onderscheid maakt, daar het te betalen bedrag moet worden bepaald naar wat er gepresteerd is. Pleiter echter is van oordeel, dat er wel degelijk verschil bestaat, daar bij de bepaling van hulp loon een andere, een ruimere maatstaf wordt aangelegd. Deze regel is niet te vinden in een uitdrukkelijke wetsbepaling, doch spruit voort uit de gegevens, door de wet voor de berekening van het hulp loon opgesomd (spoed, tijd, gevaar, enz.). Dit is dan ook de algemene opvatting in onze jurisprudentie.
In gevallen van hulp loon wordt de hulp verleend onder abnormale omstandigheden, dat wil zeggen omstandigheden, waarbij hulp groter waarde heeft. De wetsbepalingen omtrent hulp loon dienen juist, om het verlenen van hulp meer wenselijk te maken. Anders zou ook een vrachtboot, als de RHENANIA, die hulp niet hebben verleend.
Pleiter komt thans tot de vereisten voor hulp loon: Dat het schip verkeerde in gevaar en dat het gebracht is naar een veilige plaats in zee. Dat de HOLLANDER inderdaad in gevaar verkeerde, tracht pleiter uit verschillende feiten aan te tonen. En wat betreft de veilige plaats: Het schip werd aangetroffen in hoge ruwe zee, en gesleept naar een beschut gedeelte, dicht bij veilige havens. Doch naar pleiters mening is dit de hoofdzaak: Het schip, dat werd gevonden met defecte machine, is gebracht in een toestand dat het weer met eigen kracht kon verder stomen. Pleiter is van oordeel, dat het brengen van een schip op een "veilige plaats in zee", (art. 581 Wetboek van Koophandel) hierin kan bestaan, dat men, het latende op dezelfde plek, het van onmanoeuvrabel maakt manoeuvrabel. De Rotterdamse rechtbank (2e kamer) gaf 3 januari jl. in beginsel deze beslissing. Doordat de HOLLANDER, gesleept wordende, zijn machine weer aan de gang kon krijgen, kwam zij op een veilige plaats.
Bovendien was de RHENANIA bereid, de HOLLANDER naar Dover te slepen, doch deze gaf er de voorkeur aan, met eigen kracht naar Rotterdam te varen; terwijl men zich vroeger achtte in gevaar, beschouwde men zich nu als veilig.
Pleiter meent dus, dat al de elementen voor hulp loon vaststaan en dat eiser dus het volste recht heeft dit te vorderen. Hij geeft tenslotte nog een opsomming van de gemaakte kosten, tijdverlies, enz.
Mr. H.J. Knottenbelt, voor gedaagde optreden, is van mening dat hier een hulp loon, zoals onze wet dat toestaat, geen sprake kan zijn, doch dat men in alle geval zich moet stellen op het standpunt, dat een dienst op zee verleend, ruim betaald moet worden: Een soort hulp loon dus in ruime zin, gebaseerd zelfs op de maatstaf, door onze wet voor hulp loon gesteld.
Over de feiten is men het eens, slechts over de juridische kwalificatie verschilt men. Pleiter acht deze van weinig belang, maar wil toch antwoorden op het zo juist omtrent "gevaar" en "veilige plaats" aangevoerde. Uit de feiten tracht hij aan te wijzen, dat een toestand van nood, zoals de wet die voor hulp loon eist, hier niet aanwezig was.
Hiervoor toch is nodig een zich in de onmiddellijke nabijheid bevindende gevaar. Men kan hulp van anderen nodig hebben, zonder dat men in gevaar verkeert. (Rechtbank Rotterdam 22 februari 1911). Ook had de HOLLANDER geen noodsignalen gegeven, slechts: "Ik kan niet manoeuvreren"
Wat betreft de "veilige plaats in zee": Dit geval kan in het enge kader van de wet niet gewrongen worden. De plaats waar de HOLLANDER gebracht werd, was niets veiliger dan die waar zij werd aangetroffen. Nu is gezegd: Een schip kan, op dezelfde plek blijvende, op een veilige plaats in zee gebracht worden: Slechts de toestand van het schip beslist. Doch dit is zeker niet de bedoeling van onze wet. Het aan boord brengen van een benodigd stuk materiaal zou dan al voldoende kunnen zijn! De enige verandering, die hier plaats vond, was, dat eerst de machine van de HOLLANDER niet werkte, later wel.
Pleiter is dus van oordeel, dat hier juridisch geen hulp loon verschuldigd is. Toch heeft gedaagde, billijkheidshalve, zijn aanbod naar de maatstaf van hulp loon berekend. Dat het inderdaad hoog genoeg is, tracht pleiter tenslotte door een opsomming van de door eiser gemaakte kosten aan te tonen. Na re- en dupliek bepaalde de rechtbank de uitspraak op donderdag 30 mei a.s. (opm: zie ook NRC 300512)

Afbeelding
Datum 30 mei 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Rechtbank te Rotterdam. – Hulp loon ?
Heden heeft de rechtbank uitspraak gedaan in de zaak, waarvan de pleidooien door mrs. K.A. Rombach en H.J. Knottenbelt zijn opgenomen in het Avondblad D van 1 dezer.
Het stoomschip RHENANIA, op weg van Bilbao naar Rotterdam, trof in het begin van Het Kanaal het stoomschip HOLLANDER aan, op weg van Bordeaux naar Rotterdam, dat stil lag met defecte machine. Daar voor de herstelling geruime tijd nodig zou zijn en de nacht begon te naderen, werd overeengekomen, dat de RHENANIA de HOLLANDER zou slepen. Dit geschiedde over een afstand van plm. 125 mijlen, tot in de nabijheid van Dover. In die tijd was de machine hersteld, zodat de HOLLANDER van daar met eigen kracht zijn reis voortzette, terwijl de RHENANIA te Dover moest binnenlopen om haar kolenvoorraad aan te vullen.
Voor de RHENANIA werd geëist hulp loon en wel NLG 6.000, terwijl voor de HOLLANDER werd ontkend, dat hier hulp loon zou verschuldigd zijn, doch werd aangeboden, als een voor de verleende diensten ruim voldoende beloning NLG 2.500.
De rechtbank besliste, dat hier hulp loon moet worden betaald; dat toch de HOLLANDER, toen zij door de RHENANIA werd aangetroffen, niet kon manoeuvreren of stomen en dat wel op een woelige zee, bij dalende barometer en weldra naderende nacht; dat dus de HOLLANDER toen verkeerde in een toestand van nood en daarmee voldeed aan de omschrijving van art. 580 Wetboek van Koophandel; dat ten gevolge van het slepen de schroef van de HOLLANDER weer is gaan werken en dat het schip, dat eerst verkeerde in nood, is gebracht op een plaats, vanwaar het zelfstandig de reis kon voortzetten; dat het dus wel niet volgens de letterlijke woorden van art. 561 Wetboek van Koophandel is gebracht "in een veilige plaats op zee of in een behouden haven", maar dat toch hebben plaats gehad handelingen, waardoor het schip uit een toestand van nood is gered.
De rechtbank besliste voorts dat, in aanmerking genomen de tijd, het getal van de behulpzame personen, de aard van de dienst, enz., alle feiten waaromtrent tussen partijen geen verschil bestaat, terwijl het slepen voor de RHENANIA wel bijzondere moeilijkheden doch geen bepaald gevaar had opgeleverd, een hulp loon van NLG 2.500 hier voldoende geacht moest worden. (opm: zie ook NRC 010512)

Afbeelding
Datum 12 augustus 1914
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

De firma Müller & Co. heeft haar stoomvaart verbinding tussen Rotterdam en Londen alleen voor goederenvervoer gedeeltelijk hervat. Vanavond vertrekt het stoomschip CALEDONIA en morgenavond het stoomschip HOLLANDER.

Afbeelding
Datum 03 november 1915
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Verkoop schepen

Rotterdam, 2 november. Het in 1884 alhier gebouwde stoomschip HOLLANDER, groot bruto 759 en netto 464 reg. ton, van de Scheepvaart Maatschappij voorheen Smith & Co. alhier, is aan de firma L. & L. Pieters alhier verkocht. Het stoomschip zal, nadat het aan Wilton’s werf van 2 andere ketels is voorzien en na enige ombouw in de ruimen te hebben ondergaan, over 3 à 4 weken onder de naam OTIS TARDA van hier op Engeland gaan varen.

Afbeelding
Datum 23 november 1915
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad

Het op de werf van Wilton geheel verbouwde en verbeterde stoomschip OTIS TARDA (ex. HOLLANDER), eigenares firma Hudig en Pieters, heeft zaterdagmiddag met gunstig gevolg op de rivier proef gestoomd. De eerste reis gaat 23 november naar Hull en Goole.

Afbeelding
Datum 07 januari 1916
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Verkoop schepen

Rotterdamse rederijen in 1915.
Aan het overzicht dat de Scheepvaart geeft van de staat van de rederijen in Nederland, ontlenen wij het volgende voor wat Rotterdam betreft: De Holland Amerika Lijn heeft een overeenkomst getroffen, waardoor een groot gedeelte van het kapitaal, dat zich in Duitse handen bevond, in Nederlandse terugkwam. Om te voorkomen, dat deze aandelen wederom in buitenlands bezit zouden geraken, werd opgericht de N.V. Gemeenschappelijk Eigendom van aandelen Holland Amerika Lijn met een kapitaal van NLG 7.125.000, waarvan geplaatst NLG 3.185.000. Van de in aanbouw zijnde schepen kwam er nog geen gereed. Aangekocht werden de vrachtboten EEMDIJK (6.180), MAASDIJK (6.065) en POELDIJK (4.226), waarvan eerstgenoemde op een mijn liep en verloren ging. Het stoomschip POTSDAM (12.522) werd naar het buitenland verkocht. Vele schepen werden gecharterd, terwijl een aantal schepen in de La Platavaart gebezigd werden.
Voor de Rotterdamsche Lloyd zijn thans in aanbouw een mailschip van 9.600 ton en 5 vrachtboten van 7.050 ton, waarvan de SITOBONDO (7.057) reeds te water is gelaten. Het stoomschip BENGALEN (2.676) werd verkocht. De in het vorig jaar opgerichte N.V. Algemeene Stoomvaart Mij. (Wambersie & Zoon) was niet gelukkig. Doordien haar schepen in time-charter voeren, profiteerde zij niet van de hoge vrachten, terwijl het derde stoomschip, dat in aanbouw was, de VAN STIRUM (3.284) nooit geleverd is, doch door het Engelse gouvernement is gerekwireerd terwijl het dezer dagen is getorpedeerd.
De Nederlandsche Stoomvaart Mij. Oceaan kocht de stoomschepen VEGHTSTROOM (1.339) en ELVE (899) aan.
De Nederlandsche Lloyd en Scheepvaart- en Steenkolen Mij. hadden het verlies van twee schepen te betreuren, die op mijnen liepen, nl. de SCHIELAND (1.106) en OLANDA (2.138).
In de vaart kwamen de GAASTERLAND (1.091), DIRKSLAND (1.858), MIDSLAND (1.085) en SCHOKLAND (1.113). In aanbouw zijn nog de OOSTERLAND (1.200), ST. JANSLAND (1.900), ST. PHILIPSLAND (2.000), HOOGLAND (1.300) en een stoomschip van 1.900 ton, waarvan de OOSTERLAND en HOOGLAND reeds te water zijn gelaten. Verkocht werd het stoomschip OTTOLAND (1.574).
De firma Phs. Van Ommeren bracht de tankstomer BARENDRECHT (3.704) in de vaart, kocht het stoomschip CONSTANCE CATHARINA (1.037) aan en verkocht de stoomschepen KATENDRECHT (2.155) en DORDRECHT (2.151). Thans is in aanbouw de tankmotor PENDRECHT (1.500).
De firma P.A. van Es & Co. bracht in de vaart het stoomschip BERNISSE (951) en bestelde de stoomschepen ELVE (950) en AMSTEL (800). Zij verkocht het stoomschip ELVE (899), terwijl de AMSTEL (853) op een mijn liep.
Het stoomschip BATAVIER I (1.013) van de Scheepvaart Mij. v/h Smith & Co. kwam gereed, terwijl zij het stoomschip HOLLANDER (759) verkocht. Dit schip werd onder de naam OTIS TARDA in de vaart gebracht door de nieuwe rederij L. & L. Pieters, die nog het stoomschip OTIS TETRAX (800) in aanbouw heeft.
De American Petroleum Company verloor het stoomschip CHESTER (2.568).
De Noord-Nederlandsche Scheepvaart Mij. verkocht haar stoomschip CONSTANCE CATHARINA (1.036) en liquideerde.
Evenzo de Stoomvaart Mij. Tromp, die haar stoomschepen HEEMSKERCK (2.183), KORTENAER (2.151) en TROMP (2.751) verkocht. De onder dezelfde directie staande N.V. Kolen- en Scheepvaart Kantoor verkocht haar enige schip, de JAN BLOCKX (1.366) en liquideerde eveneens.
Voorts liquideerde de Stoomvaart Mij. Sophie H, die haar stoomschip SOPHIE H (2.930) verkocht en werd het enige stoomschip van Karl Schroers Stoomvaart Mij. de KARL SCHROERS (1.871) verkocht.
De nieuw opgerichte Dordtsche Stoomschip Mij., waarbij de Rotterdamse firma P.W. Louwman geïnteresseerd is, kocht het stoomschip WOUDRICHEM (4.015) aan, terwijl genoemde firma haar stoomschip LOUISE (2.045) verkocht.
De rederijen onder directie van Wm. Ruys & Zonen verkochten de stoomschepen AMELAND (2.554), MARKEN (2.587) en WALCHEREN (3.531). De turbinestomer TURBINIA (3.164) kwam in de vaart, terwijl nog 2 stoomschepen van 3.550 en één van 4.200 ton in aanbouw zijn.
De N.V. Furness' Scheepvaart- en Agentuur Mij. verkocht de stoomschepen VRIJBERGEN (4.226), ZEVENBERGEN (3.121) en STEENBERGEN (3.735) terwijl haar stoomschip ALBERGEN (1.777) verloren ging. Zij bestelde 3 stoomschepen van 4.700 ton.
De rederijen onder directie van Jos. de Poorter verkochten de stoomschepen THEODORA (859), LAURA (3.154) en JOHANNA (1.120), terwijl het stoomschip JOSEPHINA (1.295) werd, verbeurd verklaard. De nieuwe stoomschepen LEONORA (1.155) en FOLMINA (1.158) kwamen in de vaart, waarvan laatstgenoemd echter weer verkocht werd. Thans zijn nog 4 stoomschepen in aanbouw.
De firma Gebr. Van Uden verkocht het stoomschip VEERHAVEN (2.509), doch kocht een ander, dat dezelfde naam ontving (3.003), aan. Thans zijn nog 11 stoomschepen in aanbouw, nl. 4 van 3.550 ton, 1 van 2.500 ton, 1 van 1.900 ton, 3 van 1.400 ton, 1 van 800 ton en 1 van 700 ton.
De N.V. Houtvaart verkocht haar stoomschip RIJN (1.285), terwijl het stoomschip NOORD (1.250) voor haar werd te water gelaten en een nieuw stoomschip RIJN (2.030) in aanbouw is.
De Mij. Zeevaart verkocht het stoomschip CALLISTO (3.521) en bestelde een stoomschip van 3.550 ton.
Van Nievelt, Goudriaan & Co's Stoomvaart Mij., die haar stoomschip POOLSTER (2.060) verkocht, bracht in de vaart de stoomschepen BELLATRIX (3.525), PROCYON, THUBAN (elk 3.566), ALCOR en ALGENIB (elk 3.551). Het stoomschip ALPHARD (3.550) werd te water gelaten en 2 schepen van resp. 3.550 en 4.700 ton zijn in aanbouw.
Solleveld, Van der Meer en T.H. van Hattum's Stoomvaart Mij. verkocht de stoomschepen KINDERDIJK (2.180) en POELDIJK (2.205), terwijl zij de stoomschepen RIJNDIJK (3.557) en MAASDIJK (3.556) in de vaart bracht. Dezer dagen zonk het stoomschip ELLEWOUTSDIJK (2.223) doordien het op een mijn liep.
Het stoomschip KATWIJK (2.040) van Erhardt en Dekkers werd getorpedeerd; het stoomschip NAALDWIJK (2.000) is in aanbouw.
De Overzeesche Vrachtvaart Mij. bestelde een stoomschip van 615 ton, terwijl het stoomschip HAMBORN (1.229) van de N.V. Handels- en Transport Mij. Vulcaan werd opgebracht. Een definitieve beslissing betreffende de verbeurdverklaring is nog niet genomen. De nieuwe zee-rederij van W. Van Driel's Stoomboot- en Transportondernemingen bestelde 6 schepen van verschillende afmetingen, waarvan de WILLEM VAN DRIEL SR. (2.521) reeds in de vaart kwam.

Afbeelding
Datum 21 mei 1916
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Wm. H. Müller & Co's Algemeene Scheepvaart Maatschappij te Rotterdam.
Aan het verslag over het jaar 1915 ontlenen wij het volgende:
Aangezien het gehele bedrijfsjaar onder de invloed van de oorlog stond, kwam in het algemeen geen verandering in de reeds in het vorig jaarverslag vermelde omstandigheden. De dienst op Londen bleef niet in volle omvang, doch zonder noemenswaardige onderbreking gehandhaafd. Wel werd, zoals reeds in ons vorig jaarverslag vermeld, het stoomschip BATAVIER V in maart naar Zeebrugge opgebracht, doch de door ons uitgesproken verwachting, dat vrijspraak door het Prisengericht te Hamburg zou volgen, werd bewaarheid. De dienst op Middlesbrough vond met tussenpozen plaats naar gelang van het aanbod van lading; naar Aberdeen staakten wij de dienst wegens gemis aan voldoende vracht; het stoomschip CALEDONIA, voor deze dienst bestemd, vond geregeld emplooi in de vaart op Hull.
Naar Noord-Spanje onderhielden wij geregelde afvaarten. Onze grote ertsstoomschepen bleven in de graanvaart van Noord- en Zuid-Amerika tegen zeer lonende vrachten. Daarentegen ligt het stoomschip ADMIRAAL DE RUIJTER nog steeds in Novorossisk opgesloten.
Onze dienst op Luik, die tot nog toe een afzonderlijke maatschappij vormde en zeer bevredigende resultaten opleverde, werd met het oog op de toestand in België, onder de vlag van onze vennootschap gebracht. Dit bedrijf leed echter buitengewoon onder de oorlog.
Het stoomschip BATAVIER I, gebouwd voor de Bordeaux-dienst, bij welke wij zijn geïnteresseerd, kwam in de loop van 1915 in de vaart en voldoet in alle opzichten aan de gestelde eisen. Het stoomschip HOLLANDER, dat tot nog toe deze dienst waarnam, werd tegen goede prijs verkocht. Onze deelneming bij derden omvat thans zo goed als het gehele aandelenkapitaal van de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, van wie de stoomschepen BATAVIER II en BATAVIER III met onze stoomschepen BATAVIER IV en BATAVIER V samen de Batavier-Lijn vormen. Ook is onze vennootschap sedert jaren sterk geïnteresseerd bij graanelevatoren in Nederland en Roemenië. Dit bedrijf was tot nog toe zeer lonend, doch stond in 1915 zo goed als geheel stil. In mindere mate, maar toch zeer belangrijk, leed het bedrijf aan de St. Jobshaven te Rotterdam, waarbij wij — zoals in het vorig jaarverslag vermeld — eveneens zijn geïnteresseerd. Heeft de veelzijdigheid van ons bedrijf ons in staat gesteld vanaf de oprichting van onze vennootschap in 1899 steeds een bevredigend dividend uit te keren naast behoorlijke afschrijvingen en reserveringen, zo heeft zij in het afgelopen jaar er toe geleid, dat niet zulke buitengewone winsten konden worden behaald als door andere stoomvaartmaatschappijen. Toch blijft het eindresultaat zeer bevredigend. Hoewel niet onder dit boekjaar vallende, mag niet onvermeld blijven, dat wij intussen aan de Holland-Amerika-Lijn onze stoomschepen GRANGESBERG en BLÖTBERG verkochten. Deze schepen waren speciaal voor de ertsvaart van Zweden gebouwd. Na afloop van de oorlog evenwel is verder emplooi in deze vaart twijfelachtig, aangezien de betrokken mijnmaatschappij eigen stomers heeft aangeschaft. Ter toelichting van de cijfers van de winst- en verliesrekening en van de balans dient het volgende: Afschrijvingen. Wij stellen voor op de eigen vaartuigen van de Vennootschap NLG 369.326 en op de deelneming bij derden NLG 77.001 af te schrijven.
Waar, met een enkele uitzondering, de maatschappijen bij welke wij geïnteresseerd zijn, zelf voor behoorlijke afschrijving zorgden, achten wij het voorgestelde bedrag ruim voldoende.
De bezittingen van de Vennootschap komen dan met NLG 4.700.000 te boek te staan. Het Buitengewone Reservefonds bedroeg per 1 januari1915 NLG 250.000, hierbij komt de rente ad NLG 10.000, wordt NLG 260.000. Uit dit fonds zijn te bestrijden de buitengewone reparaties ten bedrage van NLG 106.885, zodat een saldo blijft van NLG 153.114.
Met het oog op de vierjaarlijkse survey van enige van onze stoomschepen stellen wij voor uit het winstsaldo hieraan toe te voegen NLG 146.885, zodat dit fonds dan komt op NLG 300.000. Het Reservefonds bedroeg per 1 januari1915 NLG 290.000, hierbij komt de gekweekte rente NLG 11.486, wordt NLG 301.486.
Volgens art. 19 van de statuten moet minstens 10% van de overwinst, in dit geval NLG 133.926, in het Reservefonds worden gestort. Wij stellen voor dit bedrag te verhogen op NLG 148.513, waardoor dit fonds stijgt tot NLG 450.000. Het Assurantiefonds bedroeg per 1 januari1915 NLG 375.000, hierbij komen de in 1915 bijgeboekte premies en rente na aftrek van betaalde schadevergoeding NLG 52.741, wordt NLG 427.741. Wij geven in overweging uit het winstsaldo hieraan toe te voegen NLG 22.258, zodat dit fonds stijgt tot NLG 450.000.
Belegd Reservefonds. De belegging van het hiervoor in aanmerking komende bedrag geschiedde op de gewone wijze. Het gehele fonds is belegd in obligaties van de gemeenten Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage, div. staatsfondsen, spoorwegobligaties en pandbrieven. Rente. Het saldo ad NLG 22.290 vertegenwoordigt het bedrag van de tot 31 december 1915 verschuldigde min de gekweekte rente.
Vinden onze voorstellen instemming, dan zou dus van het totale winstcijfer NLG 2.638.963 in de eerste plaats in mindering komen: Saldo van de Renterekening NLG 22.290, saldo van de onkostenrekening NLG 19.772, blijft NLG 2.596.900, en hiervan worden afgevoerd: a. als directe afschrijving op de bezittingen NLG 446.327, b. koersverlies Belegd Reservefonds NLG 43.194, c. naar buitengewoon reservefonds NLG 146.885, d. naar Reservefonds NLG 148.513, e. naar Assurantiefonds NLG 22.258, f. naar Reserve voor Oorlogswinstbelasting NLG 400.000, NLG 1.207.179, zodat als beschikbaar winstsaldo overblijft NLG 1.389.721.
Wij geven verder in overweging aan de algemene vergadering van aandeelhouders voor te stellen het dividend over het jaar 1915 te bepalen op 20%. Hiervan ontvingen aandeelhouders reeds krachtens art. 18 van de statuten, als uitdeling op rekening, 8%, zodat een slotdividend van 12 % zou zijn uit te keren. Voor de voorgestelde uitkering, tantièmes aan directie en raad van commissarissen, uitkering aan houders van oprichtersaandelen en rijksinkomstenbelasting zijn nodig NLG 990.340. Er blijft alsdan een onverdeeld winstsaldo, op rekening van 1916 over te dragen, van NLG 399.380.
Op de balans per 1 januari 1916 komen voor onder de activa: Vaartuigen en deelnemingen NLG 4.700.000 (v. j. NLG 4.750.000); bedrijfsoverschotten en uitkeringen (nog te ontvangen) NLG 144.096 (NLG 156.271); beschikbare geldmiddelen NLG 2.912.269 (NLG 1.842.006); belegd reservefonds NLG 246.546 (NLG 259.709); rente belegd reservefonds (nog te ontvangen) NLG 2.311 (NLG 1.928); averijen (nog te verrekenen) NLG 13.945 (NLG 24.595); en bedrijfsrekening 1916 (vooruitbetaalde premies, voorschotten aan kapiteins, enz.) NLG 50.729 (NLG 71.452). En onder de passiva: maatschappelijk kapitaal NLG 4.000.000 (als v.j.); obligatielening NLG 1.392.000 (NLG 1.454.000); buitengewoon reservefonds NLG 300.000 (NLG 250.000); reservefonds NLG 450.000 (NLG 290.000); assurantiefonds NLG 450,00 (NLG 375.000); rente (nog te betalen) NLG 15.660 (NLG 16.357); dividendbewijzen en coupons (nog niet aangeboden) NLG 12.797 (NLG 3.725); uitgelote obligaties (nog niet aangeboden NLG 1.000 (—); rekening van uitdeling: aandeelhouders (slotdiv.) NLG 480.000; directie, commissarissen, oprichtersaandelen NLG 140.000 (v.j. tantièmes NLG 20.000); Rijksinkomstenbelasting NLG 29.060 (v.j. bedrijfsbelasting NLG 11.612); reserve voor oorlogswinstbelasting NLG 400.000 (—); winst en verlies, onverdeeld saldo NLG 399.380 (NLG 365.269).

Afbeelding