|
Het tot zinken brengen van de koftjalk FREDERIKA. Wij hebben gemeld, dat de Nederlandse koftjalk FREDERIKA, die maandagmorgen van Rotterdam vertrok met een lading glas en mat, bestemd naar Havre via Yarmouth, WNW 21 mijlen van de Waterweg door een Duitse duikboot in brand is geschoten en de bemanning in de Scheveningse haven werd aangebracht door de schokker SCH-114. Hoe de koftjalk FREDERIKA tot zinken werd gebracht, vertelt ons de kapitein, de heer J. Londema, van hier, als volgt: Zodra door ons een schot werd gehoord dat ons schip niet raakte, gingen wij, gezamenlijk, dus met ons vieren, in de reddingboot en roeiden naar de U-boot heen. Daar aangekomen kreeg ik op alles wat ik aan de duikbootcommandant wilde zeggen het stereotype antwoord: „Halten Sie Ihren Schnabel" Wij kregen vier man van de duikboot mee en moesten naar de FREDERIKA terug roeien, de vier Duitsers waren allen van een geladen revolver voorzien, zeker om ons ‘weerlozen’, het nodige ontzag in te boezemen! Niet zodra waren die vier mensen aan boord, of er begon een wilde plundering, alles wat los en vast was, hebben zij meegenomen: Schoenen, laarzen, kleding, waaronder de oliejassen van de bemanning, alles, wat maar enigszins bruikbaar was, werd weggehaald, tot zelfs het touwwerk werd bij de nagelbanken afgesneden en als ‘oorlogs’-buit meegevoerd, ja zelfs het zilveren horloge van onze stuurman werd uit de kajuit weggenomen en zo ons hele schip in het kort leeggeroofd! Toen werd de FREDERIKA met bommen tot zinken gebracht en wij aan ons lot overgelaten, moesten nog circa 3 uur ronddobberen, voor de SCH-114 ons opmerkte en behouden te Scheveningen aan land bracht. De kapitein merkte nog op, dat hij door dit optreden nu niet bepaald een vriend van de Duitsers was geworden. Bovenstaande verklaring werd ook door de kapitein voor de militaire autoriteiten te Scheveningen afgelegd en aldaar door hem beëdigd.
|