Inloggen
EDAM - ID 1882


Kroniekberichten

Datum 02 januari 1883
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Schepen in aanbouw per 1 januari 1883:
- Amsterdam: Scheepsbouwmeester J.C. Ceuvel een ijzeren schroefstoomscheepje (bestemd voor de postvaart tussen Harlingen Terschelling en Vlieland) voor passagiers en goederen, een ijzeren plezierstoomjacht en een idem dekschuit groot 40 ton.
Scheepsbouwmeesters Huygens & Van Gelder het composite barkschip CATHARINA groot plm. 1.000 ton wordt gebouwd voor rekening van de heer J. Veth en zal 3 januari te water lopen.
Koninklijke Fabriek van Stoom- en Andere Werktuigen een stoomboot voor de havenstoombootdienst te Amsterdam; een schroefsleepboot voor het Tjuniaveer in Oost-Indië; twee schroefstoomsleepboten voor het Belgische gouvernement; twee raderstoomponten voor de havendienst op Curaçao; een schroefsleepboot voor genoemde dienst; een schroefstoomjacht voor de havenpolitie te Amsterdam; een schroefsleepboot voor de stadsreinigingsdienst te Amsterdam; een idem voor de Prauw-Maatschappij van het eiland Amsterdam te Batavia; een idem voor het Bataviasche Prauwenveer te Batavia en twee schroefstoomschepen voor de vaart op Java, voor rekening van de Stoomvaart-Maatschappij Insulinde alhier, namelijk de KONING WILLEM III en de NEDERLAND EN ORANJE, beide groot ca. 2.500 ton. (bovenstaande opgave bevat al de schepen in 1882 door gemelde fabriek gebouwd en nog in aanbouw zijnde).
J. von Lindern een ijzeren barkschip, genaamd zullende worden F.H. VON LINDERN, groot ca. 1.000 registertonnen, boekhouder de heer F.H. von Lindern Jr., te Alblasserdam.
Jan F. Meursing een composite clipper barkschip TJERIMAI, groot pl.m. 1.000 gemeten tonnen, voor rekening der heren A. Hendrichs & Co., zal in het begin van dit jaar te water lopen, waarna onmiddellijk de kiel zal gelegd worden voor een dergelijk schip van dezelfde grootte, dat zal varen onder boekhouderschap van de bouwmeester, en voorts een ijzeren vaartuig bestemd voor de Wester-Suiker-Raffinaderij.
- Nieuwendam: Scheepsbouwmeester A.H. Meursing een barkschip groot pl.m. 800 registertonnen, gebouwd wordende voor rekening van de bouwmeester, kiel gelegd oktober 1882.
- Fijenoord: Etablissement Fijenoord een driedeks stalen schroefstoomschip EDAM, lengte 330 Engelse voeten, breedte 39 Engelse voeten, holte 31 Engelse voeten, bruto tonnenmaat plm 3.000 ton, ingericht voor 50 kajuits- en 1.000 tussendekspassagiers, met compound machine van plm. 1.800 I.P.K. cilinders van 76”en 43” diameter met 48” zuigerslag voor rekening van de Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij te Rotterdam.
- Vlissingen: Koninklijke Maatschappij De Schelde de stoomschepen BATAVIA en SOERABAJA, beide groot ca. 2.260 ton, gebouwd voor rekening van Rotterdamsche Lloyd.
- Middelsbro: Scheepsbouwmeesters Raylton Dixon & Co., de stoomschepen PADANG en MACASSAR, groot ca. 2.500 ton, voor rekening van de Stoomvaart Maatschappij Insulinde te Amsterdam en het stoomschip SAMARANG, groot ca. 2.260 ton, voor rekening van de Rotterdamsche Lloyd.
- Glasgow: Scheepsbouwmeesters Murdoch & Murray, stoomschip BRINIO, laadt ruim 700 ton, gebouwd voor rekening van D. Burger en Zoon, te Rotterdam.

Afbeelding
Datum 21 april 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Het verslag van commissarissen aan heren aandeelhouders in de Nederlandsche-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij over het jaar 1882 luidt als volgt:
Ten einde u op de hoogte te brengen van de toestand onzer Maatschappij, menen wij niet beter te kunnen doen, dan u het verslag, dat door de directie aan ons is gedaan, in zijn geheel over te leggen. Met de directeuren betreuren wij het, dat er over het afgelopen jaar geen dividend kan worden uitgekeerd, al is het dan ook mogelijk geweest op het materieel een matige afschrijving te doen; ook wij zijn van mening, dat door de zeer ruime afschrijvingen, die in de beide laatste jaren hebben plaats gehad, de balanswaarde van onze stoomschepen niet hoog is te noemen. De oorzaken van de weinig bevredigende uitkomst worden door de directie omstandig medegedeeld, en wij geloven gerustelijk te kunnen zeggen, dat het nog steeds gebrekkige vaarwater van Rotterdam naar zee daarvan wel de voornaamste is. Daardoor toch zijn wij genoodzaakt onze grootste stoomschepen, die dus de grootste kwantiteit goederen aanbrengen, altijd op Amsterdam te dirigeren. En dit nadeel is zeer belangrijk. Immers, afgescheiden van de vele goederen die voor Rotterdam bestemd zijn en hierheen moeten vervoerd worden, blijft onze stad ook de aangewezen plaats van in- en uitvoer voor die goederen, die per scheepsgelegenheid naar of van de Rijn moeten worden verzonden. Voor onze Maatschappij is het vervoer van die goederen, naar of van Amsterdam, een zuiver verlies; en aan de ontvangers dier goederen wordt door dat vervoer groot tijdverlies veroorzaakt. De hoeveelheid van de goederen die in deze categorie vallen, is overwegend groot. Want zeer vele artikelen kunnen alleen te water van of naar de Rijn vervoerd worden, hetzij omdat de spoorvracht daarop te zwaar zou drukken, hetzij omdat zij uit hun aard beter te water dan te land kunnen vervoerd worden. Wij achten ons dan ook gelukkig er op te mogen wijzen dat de vooruitzichten voor de verbetering van onze Waterweg naar zee gunstig staan. De Vertegenwoordiging heeft de gevraagde gelden toegestaan en de ingenieurs, die met de uitvoering belast zijn, hebben een bepaald gunstige mening van de uitwerking, die de onderhanden zijnde werken op de verdieping van het vaarwater zullen hebben. Ofschoon wij vast besloten hebben, om van Amsterdam evenveel afvaarten te behouden als van Rotterdam, zal dan later niet de diepgang der schepen, maar de kwantiteit goederen de doorslag geven bij de vraag, van welke plaats de grote schepen moeten varen.
Wij kunnen u ten slotte de verzekering geven, dat bij onze bekwame directie uw belangen aan goede handen zijn toevertrouwd. Maar hoe moeilijker de omstandigheden zijn, des te meer steun moet de directie vinden, niet alleen bij het college van commissarissen, maar ook bij u en bij alle belanghebbenden bij onze, voor het gehele land zo nuttige, onderneming.
Het verslag van de directie luidt als volgt:
Aan het slot van onze mededelingen, u ten vorige jaar gedaan, wezen wij reeds op de hoogst ongunstige toestand der vrachten van New York naar Nederland. De toen uitgesproken hoop, dat verbetering daarin niet lang kon uitblijven, heeft zich helaas niet verwezenlijkt, en zo als de hieronder opgegeven cijfers kunnen aantonen, waren de retourvrachten het gehele jaar zo laag, dat onze onderneming geen winst heeft opgeleverd. Die lage retourvrachten waren hoofdzakelijk het gevolg van de weinige levendigheid van de graanhandel van Noord-Amerika met ons land en Zuid-Duitsland, en van het grote aanbod van scheepsruimte te New York voor de havens van het continent, dat het gehele jaar aanhield. Maar ook de scherpe concurrentie met de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij te Amsterdam, die ons tot aanzienlijke verlaging in vrachten en passageprijzen dwong, was van hoogst nadelige invloed op onze ontvangsten. Eindelijk bleven ook de grote kosten, die veroorzaakt worden door de nog altijd zo gebrekkige communicatie van Rotterdam met de zee, zeer zwaar op onze exploitatie drukken. Het ten vorige jare genomen besluit, om de helft van onze afvaarten van Amsterdam te doen plaats hebben en daartoe de grootste en meest diepgaande van onze stoomschepen te bezigen, heeft dan ook ten gevolge gehad, dat de resultaten van het jaar niet nog belangrijk nadeliger geweest zijn, zoals u uit de lager daaromtrent medegedeelde bijzonderheden kan blijken.
Materieel. Bij de Mededelingen omtrent de toestand van onze stoomschepen, wensen wij in de eerste plaats in herinnering te brengen, de noodlottige ramp die ons trof, door het vergaan op 21 september ll. van het stoomschip EDAM. In de avond van die dag werd die bodem, bij mist, door het Engelse stoomschip LEPANTO midden in de zijde aangevaren en tot ver beneden de waterlijn doorgesneden. Daar terstond bleek dat zinken onvermijdelijk was, werden de boten die niet verbrijzeld waren, in volmaakte orde uitgezet en passagiers en bemanning daarin over overgescheept; bijna onmiddellijk daarop, 25 minuten na de aanvaring, verdween het prachtige schip in de diepte. De geredden werden opgenomen aan boord van de LEPANTO, die ook belangrijke schade had geleden. Slechts twee man van de equipage, machinisten, die op het ogenblik van de aanvaring in de machinekamer waren, kwamen bij de ramp om het leven. Hoe gevoelig ons het verlies ook trof, het was een troostende gedachte dat het niet meer mensenlevens had gekost, en dat het niet was veroorzaakt door enig gebrek aan het schip of enig verzuim van commandant of officieren.
De schade voor onze Maatschappij was aanzienlijk. Wel was het schip voor de volle waarde verzekerd, doch ons assurantiefonds was daarbij betrokken voor NLG 25.000,- eigen risico, en daar wij nimmer vracht verzekeren, lieten de uitrusting voor de reis en gemaakte kosten te New York mede een belangrijk verlies. Zoals u bekend is hebben wij, na daartoe door u te zijn gemachtigd, voor rekening van de gezamenlijke belanghebbenden, een vordering tot schadevergoeding ingesteld tegen het stoomschip LEPANTO en de eigenaars van dat schip, waartoe volgens het gevoelen van onze rechtsgeleerde raadsman te New York alleszins aanleiding bestond. Omtrent de uitslag van dat geding kunnen wij nog een mededelingen doen.
De deelhebbers in het verongelukte schip hebben zich bereid verklaard om deel te nemen in een nieuw aan te bouwen stomer, op dezelfde voorwaarden door ons in huur te nemen. Wij hebben dan ook reeds in oktober ll. voor die aanbouw gecontracteerd met de Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij alhier. Het zal een schip zijn van gelijke grootte en draagvermogen als de vorige EDAM, zal dezelfde naam dragen, doch thans van staal worden gebouwd, zoals vele van de grote trans-atlantische stoomschepen van de laatste tijd, Door staal te bezigen in stede van ijzer, kan de vorm zodanig worden gewijzigd, dat meerdere snelheid wordt verkregen, zonder dat daarom het draagvermogen vermindert.
Het stoomschip ZAANDAM, geheel voor rekening van onze Maatschappij gebouwd, werd in juli ll. aan ons afgeleverd. Het voldoet zeer goed, in alle opzichten, en wij geven aan de Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij gaarne de eer, het contract tot onze volkomen tevredenheid te hebben uitgevoerd. De ROTTERDAM heeft in het afgelopen jaar nieuwe stoomketels gekregen en verder, zowel wat het schip als de werktuigen aangaat, belangrijke vernieuwingen en herstellingen ondergaan. In de loop van 1883 zal het stoomschip MAAS een soortgelijke reparatie moeten hebben. De nieuwe stoomketels voor die bodem, ook door de Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij vervaardigd, staan gereed. De stoomschepen AMSTERDAM en SCHIEDAM zijn beide in zeer goede orde, evenals de W.A. SCHOLTEN en P. CALAND; en hoewel het jaar 1882 zeker onder de meest stormachtige van de laatste tijd moet gerangschikt worden, bleven wij van belangrijke averijen verschoond.
Ten einde onze wekelijkse dienst geregeld vol te kunnen houden, ook dan als een van de stoomschepen in reparatie ligt, deed zich reeds ten vorige jaren de behoefte gevoelen aan een negende schip. Om daarin te voorzien werd, met uw goedkeuring, het stoomschip NEDERLAND van de Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij aangekocht, in rederij gebracht en, na tot een vol spardekschip te zijn omgebouwd, in onze lijn opgenomen. Ook dat schip, nu LEERDAM genaamd, voldoet zeer goed aan de verwachtingen.
Exploitatie. In het boekjaar 1882 werden door onze stoomschepen gedaan 48 reizen, tegen 35 in het vorige. De bruto ontvangsten bedroegen:
Aan uitvrachten NLG 579.660,- gemiddeld per reis NLG 12.076,-
Aan retourvrachten NLG 1.180.968,- gemiddeld per reis NLG 23.130,-
Aan passagegelden NLG 781.140,- gemiddeld per reis NLG 16.274,-
Alzo een gemiddelde ontvangst per reis van NLG 51.453,-
Over 1881 was dat gemiddelde per reis NLG 59.976,-
Zodat in 1882 per reis minder werd ontvangen NLG 8.523,-
Indien de ontvangsten derhalve maar hadden gelijk gestaan met het vorige jaar, dan zou in 1882 meer bevaren zijn 48 x NLG 8.523,-, dat is NLG 409.104,-.
Bedenkt men daarbij, dat door de toevoeging van de EDAM en ZAANDAM de gemiddelde grootte van de schepen, waarmede de dienst is verricht, aanzienlijk meer was dan vroeger, dan springt in het oog, tot welk laag standpunt de vrachten zijn gedaald. De hoeveelheid goederen, in 1882 vervoerd, bedroeg: naar New York plus/minus 68.000 tonnen, van New York plus/minus 102.000, tegen 37.000 en 76.000 respectievelijk in 1881.
Wat het personenvervoer betreft, zo bedroeg in 1882 het aantal kajuitspassagiers 765 en tussendekspassagiers 18.917, tegen 784 en 16.716 in het vorige jaar. (Uit een statistiek over de tien jaren van het bestaan der Maatschappij, hierbij gevoegd, blijkt o.a. dat de goederenvrachten per reis veel minder opbrachten dan tien jaar geleden, schoon toen slechts met 2 schepen werd gevaren en de gemiddelde bruto inhoud der schepen 50 procent is vooruitgegaan.)
Afvaarten van Amsterdam. Ten opzichte van de invloed, welke de vaart van Amsterdam op onze exploitatie heeft gehad, kunnen wij het volgende mededelen. In april daarmede aangevangen, vielen er in 1882 16 afvaarten van Amsterdam, waarbij de stoomschepen een gemiddelde diepgang hadden van 64 decimeters. Indien die stoomschepen van Rotterdam waren geëxpedieerd, zouden ze gemiddeld slechts tot een diepgang van 54 decimeters kunnen beladen geworden zijn. Dat verschil in diepgang vertegenwoordigt ruim 1.000 ton lading, of tegen het lage cijfer van NLG 6,- vracht per ton, een verschil van NLG 6.000,- per reis, meerder uitvracht van Amsterdam. Terugkomende bereikten die schepen Amsterdam met ongebroken last, en een gemiddelde diepgang van 66 decimeters. Naar Rotterdam bestemd, zouden ze te Vlissingen of Brouwershaven tot 52 of 53 decimeters diepgang hebben moeten lichten, om naar Rotterdam te kunnen opkomen. De meerdere kosten van het binnenkomen en lichten in een van de bovengenoemde voorhavens, vergeleken met het binnenkomen te IJmuiden en direct opvaren naar Amsterdam, kunnen, volgens een zeer matig gemiddelde van enige reizen, op NLG 3.000,- per reis worden gesteld. Maar behalve die nadelen van geheel directe aard, zijn er voor het varen op Rotterdam met die grote schepen nog vele andere, die niet zo dadelijk in het oog springen of zo gemakkelijk onder cijfers te brengen zijn, al is hun bestaan daarom niet minder waar. Vooreerst het belangrijke oponthoud of tijdverlies te Vlissingen of Brouwershaven; dan het risico om weder naar zee te gaan, rond te stomen en opnieuw in een van onze gebrekkige zeegaten binnen te komen; verder het gevaar van op onze rivieren aan de grond te geraken, een veelvuldig voorkomend geval dat dikwerf aan hulplonen en sleeplonen hoogst belangrijke extra uitgaven veroorzaakt; en eindelijk zijn de slechts gedeeltelijk beladen schepen zoals ze van Rotterdam uitgaan, veel minder geschikt om wederstand te bieden aan de westelijke stormen en zeeën van de Atlantische Oceaan zodat ze dooreen veel langer reizen maken.
De feitelijke ondervinding raadplegende, kunnen wij al die indirecte nadelen voor het varen van Rotterdam met tamelijke zekerheid op NLG 3.000,- stellen, zodat wij een en ander samengevoegd, een gunstig verschil hebben, voor elke reis van Amsterdam gemaakt, van minstens NLG 12.000,-, of over de 16 reizen van NLG 192.000,-. Daarentegenover staat alleen, dat wij wat meer te betalen hebben voor vervoer van goederen tussen Amsterdam en Rotterdam, als ook de kosten van onze vestiging te Amsterdam, wat in het jaar 1882 gezamenlijk ongeveer NLG 20.000,- heeft bedragen. Indien wij niet van Amsterdam hadden gevaren zou derhalve het resultaat van ons boekjaar nog plus/minus NLG 172.000,- ongunstiger zijn geweest. Het voordeel van het varen van Amsterdam ligt dan ook, tot nog toe, uitsluitend in de betere communicatie met de zee.
Toelichting winst- en verliesrekening. Zoals uit de winst- en verliesrekening blijkt, was het voordeling saldo van onze exploitatie over het afgelopen jaar NLG 213.012,97, waarvan, na aftrek van algemene en publiciteitskosten en van interest der geldlening, een som van NLG 78.000,- overbleef, die met uw goedkeuring is aangewend tot afschrijving op de stoomschepen. Indien de resultaten van de dienst 1882 niet zo ongunstig waren geweest, zouden wij u zeker ruimer afschrijvingen en versterking van het reparatie- en ketelfonds hebben voorgesteld. Toch menen wij er op te mogen wijzen, dat in de beide voorafgaande jaren zeer belangrijke afschrijvingen op het materiaal hebben plaats gehad; dat de waarden waarvoor de schepen thans op de balans staan, niet hoog zijn te achten, en dat een reparatie- en ketelfonds van ruim NLG 368.000,-, in verhouding tot ons materieel, nog vrij aanzienlijk mag geacht worden. Dat onze steeds klimmende zorgen en werkzaamheden over het afgelopen jaar geen betere uitslag hebben gehad en wij geen dividend voor onze aandeelhouders hebben kunnen verdienen, kan door niemand meer dan door ons worden betreurd.
Het lopende jaar. Omtrent de loop der zaken in dit jaar laat zich nog weinig zeggen. De vrachten van de Verenigde Staten naar Nederland blijven nog altijd zeer laag, terwijl het personenvervoer zeker minder levendig zal zijn dan de beide voorafgaande jaren. Wel durven we ons echter vleien met een merkbare verbetering in de uitvrachten, waartoe in de eerste plaats zal medewerken de in januari jl., onder uw goedkeuring met de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij te Amsterdam gesloten overeenkomst. Daarbij is bepaald, dat wij zowel van Amsterdam als van hier zullen blijven varen, twee van haar stoomschepen gedurende twee jaren in onze lijn zullen opnemen, en dat de verdere exploitatie van de stoomvaart van de beide Nederlandse havens op New York geheel onder ons beheer zal plaats hebben zodat de voor beide ondernemingen zo nadelige concurrentie heeft opgehouden. Hoe weinig verblijdend de tegenwoordige toestand dan ook nog wezen moge, wij voor ons vinden daarin geen redenen tot ernstige bezorgdheid. Onze Maatschappij heeft zich thans, zonder enige staatshulp, onder de stoomvaartondernemingen van Nederland een krachtige positie verworven, en voorziet in een behoefte voor de Nederlandse handel zó onmisbaar en zó gestadig toenemende dat zij, wij twijfelen er niet aan in de toekomst meer geregeld een rente voor de deelhebbers zal opleveren. Naar dat doel zullen wij bij voortduring blijven streven, gesterkt door uw steun en uw vertrouwen.
Er moet voorzien worden in 3 vacatures in de raad van commissarissen, nl. in die der heren F.A. Müller, L.A.E. Suermondt en C. Rueb Cz., die aan de beurt van aftreding zijn, terwijl eerstgenoemde de stad heeft verlaten.

Afbeelding
Datum 30 augustus 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Rotterdam, 29 augustus. Heden namiddag is aan de werf van het etablissement Fijenoord der Nederlandsche Stoomboot Maatschappij het stalen schroefstoomschip EDAM, gebouwd voor de Nederlandsch- Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij, te water gelaten. Ofschoon het weder zich tegen de bepaalde tijd niet gunstig liet aanzien, waren er toch honderden belangstellenden, waaronder een aantal dames, opgekomen om van het altoos aantrekkelijk schouwspel getuige te zijn. Na de gewone werkzaamheden om het schip los te maken, werd ten 14.30 u de laatste klink weggeslagen. Met gespannen aandacht zag men de eerste beweging van het aflopen tegemoet. Maar neen, de kolossus scheen volstrekt niet geneigd om zijn behaaglijke rustplaats te verlaten en kennis te maken met zijn nieuw element. Voor de gebruikelijke aansporing, het heen en weer overlopen van jongens en mannen op het dek, was hij ten enenmale gevoelloos. Men begon hem dus met balken in de ribben te schudden, en het was of ook dit middel op zijn onwil zou afstuiten. Maar eindelijk, nadat een paar balken onder het zware wiegelen waren afgekraakt, ging er eensklaps onder de omstanders een zachte kreet op, en daar liet de reus zich dood bedaard, statig als in het volle gevoel zijner waardigheid, in de Maas glijden, een bruisende golfslag voor zich uit opstuwende. Onder het daverend gejuich der duizenden op het terrein, in de omtrek en op de vaartuigen, bij het schrille geluid van de stoomfluiten der talrijke stoomschepen, dreef hij, altoos even kalm, naar de overzijde, waar zijn eerste watertocht door de toeschouwers in de Oude Plantage niet minder werd toegejuicht.
Het schip heeft dezelfde afmetingen als van het verleden jaar op dezelfde werf gebouwde stoomschip ZAANDAM. Het is lang 100 meter, wijd 12 en hol 9,6 meter. Het heeft een laadvermogen van omstreeks 3.000 ton, heeft drie dekken, briktuig en elegante inrichting voor 48 passagiers eerste klasse, terwijl het ruime en hoge tussendek gelegenheid aanbiedt voor 1.000 landverhuizers.
De machine heeft 1.700 paardenkrachten. De afmetingen der cilinders zijn hoge druk middellijn 43, lage druk middellijn 76, slaglengte 48, alles Engelsche duim, terwijl de twee cilindrische stoomketels stoom zullen voortbrengen tot een stoomdruk van 85 Engelsche pond per vierkante duim. Met deze gegevens en machine was het echter de vraag, het schip meer vaart te doen lopen dan de ZAANDAM, hetgeen natuurlijk grotendeels te verkrijgen was door het wat lichter te maken.
Daartoe werd het van staal gebouwd en het daardoor uitgewonnen gewicht benuttigd om het schip onder water meer bij te snijden, waardoor het een fijnere vorm heeft verkregen en men verwachten kan dat het aanmerkelijk meer vaart dan de ZAANDAM zal maken.
De ankers, lieren en het stuurtoestel worden met stoom bewerkt, evenals de verwarming en het koken door stoom geschiedt. De schroef- en de krukassen zijn alle van staal.

Afbeelding
Datum 01 oktober 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Rotterdam, 30 september. Het stoomschip EDAM van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, gebouwd op het etablissement van de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, en 29 augustus l.l. te water gelaten, is gisteren met uitmuntend gevolg onder stoom beproefd.

Afbeelding
Datum 18 oktober 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Blijkens een advertentie in dit blad zal het stoomschip EDAM, voor de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij te Fijenoord gebouwd, voor het publiek te bezichtigen zijn van donderdag 18 tot en met zondag 21 oktober.

Afbeelding
Datum 19 oktober 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 18 oktober. Het op de werf van het etablissement Fijenoord der Nederlandsche Stoomboot Maatschappij voor rekening der Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij gebouwde stalen schroefstoomschip EDAM, ligt thans in de Noorderhaven te Feijenoord geheel afgewerkt en gereed om de 27e oktober via Amsterdam naar New-York te vertrekken. Dit sierlijke product der Nederlandse scheepsbouw munt in alle delen uit door solide en nette bewerking, zowel in- als uitwendig en kan gerust met de beste in het buitenland gebouwde schepen wedijveren. In de prachtige kajuit, waartoe men toegang heeft door een ruime overkapping, is ruimte voor 52 eerste klasse- passagiers, terwijl in elk der hutten een wastoestel en sofa aanwezig zijn en de grond met een fraai tapijt bedekt is. Voor elk der opvarenden ligt een life preserver [zwemvest] in de kooi.
De prachtige, met een fraai donkerbruin tapijt belegen salon ontvangt licht en ook lucht door een fraaie kap met matglas, waarin het wapen van Edam is gegraveerd. Des avonds verlichten 6 kolossale en prachtige nikkellampen het salon, 4 fraaie tafels, waar rondom vastgeschroefde, draaiende stoelen, geven gelegenheid tot dineren voor ongeveer 60 personen, en 2 dwarsscheeps lopende ruime en gemakkelijke sofa’s nodigen onwillekeurig tot rusten uit. Een fraaie pianino bevindt zich aan de achterkant, terwijl aan de voorkant van het salon een sierlijk bewerkt buffet met marmeren blad en Berlijns zilveren tafelgereedschap het gezellige van dit inderdaad comfortabele salon verhoogt.
Het fijn bewerkte beschotwerk is vervaardigd van satijn- en peppelhout, met teakhout afgezet.
Achter het salon bevindt zich de hut van de hofmeester, waarin gelegenheid om de dranken en spijzen met stoom warm te houden, zodat geen vuur aldaar behoeft aanwezig te zijn en het gevaar voor brand zeer vermindert. Ter meerdere veiligheid is aldaar nog een extincteur en een branddeur, die gelegenheid geeft om uit het salon naar het tussendek te komen.
Twee badkamers, waarvan een voor dames, bevinden zich achter in het schip. In de bekapping boven de ingang van het salon, die een grote ruime hut vormt op dek, is aan de voorkant een buitengewoon comfortabele hut voor dames met mollige sofa’s, spiegels en fraaie tafel, en aan de achterkant een goed ingerichte rookkamer voor de heren, waarin sofa’s, tafel met marmeren blad en andere gemakken.
Op het dek en onder de brug bevinden zich de ruime en flink ingerichte hutten van de gezagvoerder, dokter, stuurlieden en machinisten, kombuis en ijskamer, terwijl boven op de brug zich een verblijf voor de gezagvoerder met de kaartenhut bevindt; ook is in die hut een manometer aanwezig zodat de gezagvoerder steeds op de hoogte is van de stoomkracht en van daar uit gelegenheid heeft om met de machinekamer gemeenschap te hebben. Op de onder- en bovenbrug wordt met stoom gestuurd, terwijl tevens van beide plaatsen getelegrafeerd kan worden, zowel naar de machinekamer als naar het roer, als met de hand gestuurd mocht worden, waartoe in een flinke hut met fraai stuurtoestel en dubbel rad met schroef gelegenheid bestaat.
Op de brug kan men zien hoe het roer ligt. De vierbladige schroef, zowel als de fraaie compound machine en de ketels zijn te Feijenoord vervaardigd, evenals het stoomstuurtoestel. De telegraaf voor de machine is vervaardigd door de firma Chadburn & Son te Liverpool, terwijl de kompasrozen naar het systeem van Sir Wm. Thompson zijn gemaakt. De verwarming door het gehele schip, zowel van het salon als op het dek en voor in het logies geschiedt met door stoom verwarmde pijpen.
Tot veiligheid der opvarenden zijn vier kolossale ijzeren, van buiten met hout beklede reddingboten op de brug, en achter vier grote sloepen in de davits aanwezig. De bewerking der ankers en het laden geschiedt met stoom. Ook een lood, vervaardigd om op grote diepgang grond te loden, vervaardigd naar het systeem van Sir Wm. Thompson, bevindt zich aan boord. Voor in de boeg onderdeks is aan bakboord het verblijf der stokers en aan stuurboord dat der equipage. In het ruime en hoge tussendek, geheel ingericht voor passagiers derde klasse, bevindt zich voor aan bakboord de ziekenboeg voor vrouwen, en aan stuurboord voor mannen, terwijl overvloedig licht en lucht door het gehele schip is aangebracht en alle verbeteringen en uitvindingen op dat gebied in de ruimste mate op dit fraaie stoomschip zijn toegepast. Het is getuigd als brik en zal varen onder het bevel van de in die vaart gunstig bekende gezagvoerder de heer Taat.
Zoals in ons blad van 18 oktober werd vermeld is gemeld stoomschip te bezichtigen vanaf heden (donderdag) tot zondag aanstaande. Men verzuime niet dit fraaie schip, te zien en het welwillende en beleefde personeel van dat stoomschip zal zeker ieder gaarne de nodige inlichtingen, die men zou willen verlangen, verschaffen. Het schip is de wandeling naar Fijenoord overwaardig.
Een beschrijving van het technische deel van schip en machine gaven wij reeds in ons blad van 30 augustus l.l.

Afbeelding
Datum 23 oktober 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 22 oktober. De stad Rotterdam lag grotendeels nog in diepe rust, toen het prachtige stalen schroefstoomschip EDAM, gevoerd door kapt. Taat, en gebouwd door de
Nederlandsche Stoomboot Maatschappij te Fijenoord, de Noorderhaven verliet met bestemming naar Amsterdam. Aan boord bevonden zich de president der
Nederlandsche Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij, de heer Van der Hoeven; de directeur, de heer Wiersma; de bouwmeester der boot, de heer Lakerveld Bisdom; de vervaardiger der machine, de heer Rijnberck; de ingenieur der maatschappij, de heer Hohn; de heren Dutilh en Roosing, kapt. Hus, expert der Nederlandsche vereniging van assuradeuren, kapt. Deddens, directeur van het zeemanshuis, kapt. Lucas van de AMSTERDAM, de oud- machinist de heer Meyer, benevens nog enige belangstellenden, die door het vroege morgenuur niet afgeschrikt waren de reis mede te maken. De heer Visser, directeur van het etablissement te Feijenoord, was door ongesteldheid verhinderd om van de partij te zijn.
Des ochtends juist zes ure werd het jachtclubgebouw gepasseerd, en werd de machine toen op fullspeed gezet. Het weder was fraai; er woei een matige westelijke koelte. Het was opmerkelijk hoe gemakkelijk het kolossale stoomschip naar het roer luisterde, dat met stoom werd bestuurd. Als een bootje passeerde het tussen de op stroom liggende schepen door, en de voortreffelijke stoomstuurtoestel werkte zeer gemakkelijk. Op de rivier deed de machine 57 à 58 slagen per minuut.
Te 6 uur 40 werd Vlaardingen voorbij gestoomd, en te 6 uur 45 het wrak van het bij de punt van Rozenburg gezonken stoomschip ETHELWIN, waaromheen een kistdam geplaatst is, en hetwelk men geheel aan stukken uit de weg ruimt. Verscheidene ijzeren platen, balken en machinedelen lagen reeds op de punt van het eiland.
De seinpaal van de Nieuwen Waterweg werd te 7 uur 55 gepasseerd. Deze gaf 62 palm water aan ongeveer 1 uur 55 minuten na hoog water. Er was volgens de loods vijf en zestig palm geweest, hetgeen een grote verbetering bij het vorige jaar aanwijst.
Te 8 uur 5 minuten werd de GASTON gepasseerd, waarvan het licht, hoewel het dag en helder weder was, nog zeer goed zichtbaar was.
De zee op het droge van de Waterweg was niet hoog, slechts enige deining; en behalve een lichte regenbui, die niet veel te betekenen had, was het fraai weder. De diepgang van het stoomschip was achter ongeveer vijftig en voor 48 decimeter.
Te 8 uur 10 werd de koers noordelijk gezet naar IJmuiden. De machine werkte voortdurend zeer gemakkelijk, en kapt. Deddes, die verscheidene malen aan boord van op de Clyde gebouwde schepen bij het doen van proeftochten was, verzekerde dat deze machine een zeer gunstige uitzondering maakte, en hij zelden een nieuwe machine zo gemakkelijk en zonder stoten had zien werken.
Te 8 uur 30 verenigde het gezelschap zich in het prachtige salon aan een smaakvol ontbijt, waar, behalve andere goede zaken, verscheidene soorten keurig, aan boord gebakken brood, zo smakelijk als men zelden in Nederland eet, werd voorgediend.
Scheveningen werd te 8 ure 45 op een afstand van ongeveer vier Engelse mijl gepasseerd, het strand zag er verlaten uit, de toren van Den Haag, steeds een voortreffelijk zeemerk, stak hoog boven al het laagliggend land uit, het patentlood van sir William Thomson, ingericht om met vaart grond te loden, gaf 8¾ vadem water aan te 9 ure 45, bij een vaart van ongeveer dertien mijl.
Achtereenvolgens werden nu Katwijk, Noordwijk aan Zee en Zandvoort gepasseerd, en te 10 ure 20 waren de havenhoofden van IJmuiden met het blote oog duidelijk te onderscheiden, en te 10 ure 40 bevond het stoomschip zich bij de geluidgevende ton, dwars van de ingang van het Noordzee- kanaal, met de beide vuurtorens in één lijn. De machine had voortdurend op zee ruim zestig slagen per minuut gemaakt. Van het lopen der machinedelen had men niet de minste last, terwijl het luchtledige in de condensor 27 à 27½ Engelse duim was. De afstand van de Nieuwe Waterweg tot aan de boei voor IJmuiden bedraagt vier en dertig Engelse mijl, welke in twee uren dertig minuten werden afgelegd, hetgeen een vaart aangeeft van ruim dertien mijl in het uur. Buiten voor de hoofden werden nog enige proefnemingen gedaan met schip en machine, en werd bevonden dat van fullspeed het schip in anderhalve minuut geheel stil werd gelegd, en juist in vijf minuten werd in de rondte gestoomd. Na nog vele proeven genomen te hebben, die de grootste voldoening gaven, werden te 11 ure 25 minuten de havenhoofden van IJmuiden gepasseerd, en lag het stoomschip te 11 ure 30 in de grote Noordzeesluis, van waar het na geschut te zijn naar Amsterdam opstoomde.
Bij aankomst aan de Noordzeesluis werd de pomp gepeild, en bevonden dat het stoomschip geen water gemaakt had en volmaakt dicht was.
De Nederlandsche Stoombootmaatschappij te Feijenoord heeft door de resultaten van deze proeftocht weder het bewijs geleverd, dat zij in geen geval voor andere natiën op het gebied van scheeps- en machinebouw behoeft onder te doen, en wij wensen de Nederlandsch-
Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij geluk met het prachtige en solide eerste stalen stoomschip EDAM.

Afbeelding
Datum 24 oktober 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

Rotterdam ,23 oktober. In het verslag der reis van het stoomschip EDAM is een drukfout geslopen. In plaats van: “van het lopen der machinedelen had men niet de minste last” leze men: “van het heetlopen der machinedelen had men niet de minste last”.

Afbeelding
Datum 28 oktober 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Het stoomschip EDAM, kapt. Taat, vertrok de 27e oktober van Amsterdam naar New York met 16 passagiers in de eerste klasse, en 198 volwassenen en 44 kinderen in de derde klasse. (opm: eerste reis)

Afbeelding
Datum 06 december 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 5 december. Bij de secretaris van de Vereeniging van Assuradeuren zijn vertrouwelijke mededelingen ontvangen betreffende de lading van het stoomschip EDAM, de 10de november laatstleden van hier te New York aangekomen. Belanghebbende assuradeuren gelieven zich bij genoemde secretaris aan te melden.

Afbeelding
Datum 18 december 1883
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij ontvangen wij de volgende mededeling:
Door de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren te Amsterdam werd voor enige dagen in de dagbladen bekend gemaakt, dat bij haar voor belanghebbenden ter inzage lagen "vertrouwelijke mededelingen" betreffende de lading van het stoomschip EDAM.
Daar zodanig geheimzinnig en veelomvattend bericht aanleiding moet geven tot onjuiste gevolgtrekkingen, achten wij het wenselijk, publiek te maken waarin die "vertrouwelijke mededelingen" bestaan. Zij behelzen, dat van een partij van 800 balen koffie 35 stuks beschadigd werden gelost en dat die beschadiging vermoedelijk niet was veroorzaakt door zee-evenement, doch zou zijn ontstaan door het lekken van een waterpijp.
De lading van de EDAM bestond uit ruim 2.000 ton diverse koopmansgoederen waaronder ruim 4.000 balen koffie. De schade aan de hierboven vermelde 35 balen werd door deskundigen te New York in haar geheel getaxeerd op USD 50, of p.m. NLG 3,60 per baal.
In hoeverre deze feiten een annonce kunnen rechtvaardigen, die de goede naam van een uitstekend schip en de zaken van een Nederlandse stoomvaartonderneming in hoge mate moet benadelen, laten wij met gerustheid aan de beoordeling van een onpartijdig handelspubliek over.

Afbeelding
Datum 18 april 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Het verslag van de directie van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij aan heren commissarissen, over het jaar 1883, luidt als volgt:
Tot ons leedwezen moeten wij al dadelijk verklaren, dat de verbetering, die wij meenden te mogen verwachten, geheel is uitgebleven, zodat ook over 1883 geen dividend aan de deelhebbers kan worden uitgekeerd. Wel gaven de resultaten van de eerste 8 of 9 maanden ons de hoop, dat er tenminste een matige uitkering zou worden verdiend, doch vooral in de laatste 3 maanden van 1883 liepen de vrachten terug tot zulke ongekend lage cijfers, dat de meeste reizen belangrijke verliezen lieten.
De hoofdzaak van die toestand is wel te zoeken in het ontzettend aantal zeer grote stoomschepen, dat voortdurend in de Trans-Atlantische vaart wordt gebezigd en waarvan vele door hun snelheid tien reizen of meer per jaar kunnen maken. De aangeboden scheepsruimte vermeerdert daardoor niet enkel met de steeds nieuw in de vaart komende stomers, doch ook door het groter aantal reizen, dat ieder van die schepen doet. Bedenkt men daarbij, dat de uitvoeren van de Verenigde Staten in 1883 zeer afnamen, vooral van de stapelartikelen graan en spek, dan is het niet te verwonderen, dat de vrachtgoederen, zowel van als naar Amerika, alleen door steeds voortgaande verlaging van de vrachtprijzen waren te bekomen. De ene stoomvaartonderneming biedt voortdurend goedkoper aan dan de andere en zo laag konden wij in de laatste maanden de vrachten niet stellen, of Antwerpen, Hull, Londen, enz., waren altijd bereid nog lager aan te nemen; alles een gevolg van het feit, dat er meer scheepsruimte wordt aangeboden, dan er goederen te vervoeren zijn. Wij waren dan ook in de laatste tijd dikwijls genoodzaakt, goederen aan te nemen tot vrachtcijfers, waaruit ternauwernood de kosten van laden en lossen konden worden bestreden, of om ballast in te nemen, ten einde de schepen op de vereiste diepgang te brengen. Ook bij het personenvervoer hadden wij met dezelfde vernielende constructie te worstelen, vooral van de gesubsidieerde Belgische Lijnen en alleen door aanzienlijke verlaging van de passageprijzen was het ons mogelijk, daarin ons aandeel te behouden. Dat onder die omstandigheden, trots ons voortdurend streven naar de meest mogelijke zuinigheid in de dienst, de uitkomst niet gunstiger was, zal u niet verwonderen. Onze Maatschappij staat dan ook trouwens hierin niet alleen. Op zeer enkele uitzonderingen na, die aan bijzondere omstandigheden zijn toe te schrijven, hebben alle stoomvaartlijnen op de Verenigde Staten in het afgelopen jaar met belangrijk verlies gevaren; zo zelfs dat de oudste en meest gerenommeerde Maatschappijen in Engeland, als de Cunard-, National-, Inman- en andere lijnen, ook geen uitdeling geven en de waarde van hun aandelen tot op de helft en minder hebben zien teruggaan. Wij zullen wel niet behoeven te zeggen, dat wij de ongunstige uitslag van onze exploitatie over 1883 zeer betreuren en het is voor ons hoogst ontmoedigend, ook nu weer de verwachting van deelhebbers te moeten teleurstellen; te meer daar wij ons bewust zijn, niets te hebben verzuimd, wat tot een betere uitslag had kunnen toebrengen.
Materieel. Ook in het jaar 1883 hadden wij, evenals in het vorige, het totaal verlies van een van onze stoomschepen te betreuren. De pionier van onze vloot, het stoomschip ROTTERDAM, voor de 65e maal van New York naar Nederland terugkomende, strandde op de 26e september laatstleden op de Zeehondenplaat, het zuidelijkst gedeelte van de Banjaard. De passagiers en bemanning werden gered, doch alle pogingen om het schip af te brengen, bleven vruchteloos. Van de lading werd een groot deel geborgen en het wrak de 29e oktober laatstleden in publieke veiling voor NLG 293,50 verkocht. Van de vracht kwam een groot deel terecht. Ons assurantiefonds was bij deze ramp betrokken voor ongeveer NLG 25.000. De vernieuwing van de ketels, dekken, kajuiten en verdere reparaties aan het schip, nog geen jaar te voren plaats gevonden, hadden ruim NLG 110.000 gekost. Het nieuwgebouwde stoomschip EDAM werd in oktober laatstleden afgeleverd en doet sedert dienst in de lijn. Onze Maatschappij is voor 62/140 aandeel in de rederij van dit schip geïnteresseerd. De ZAANDAM, AMSTERDAM, SCHIEDAM, W.A. SCHOLTEN en P. CALAND zijn in goede staat.
De MAASDAM (vroeger de MAAS) kreeg in 1883 nieuwe stoomketels en dek, de kajuitsinrichting werd vernieuwd en verbeterd en onderging verder een algemene voorziening en vernieuwing van al wat zulks nodig had. Een en ander heeft ongeveer NLG 115.000 gekost. Het schip kwam in augustus laatstleden in de vaart terug en voldoet weer zeer goed. De LEERDAM, die onder ons boekhouderschap voor een rederij vaart, in welke onze Maatschappij voor 59/120 deel heeft, had op de eerste reis, in 1883 gedaan, uitgaande enige schade aan de machine, waardoor men genoodzaakt was naar Falmouth terug te keren. Voor het overige bleef het schip goed voldoen en in goede orde. Sedert, in februari van dit jaar, trof de LEERDAM het ongeluk, op de terugreis het achterste gedeelte van het schroefraam en het roer te verliezen.
Exploitatie. Onze stoomschepen maakten in het afgelopen jaar 50 reizen, waarvan 26 op deze haven en 24 op Amsterdam. Bovendien werden door de stoomschepen JASON en STELLA, krachtens onze overeenkomst met de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, 9 reizen in onze lijn gedaan, waarvan 2 naar New York en 7 naar Baltimore. De vaart op die laatste haven was door een nog ongunstiger dan die op New York, doordien uitvracht van Nederland naar Baltimore bijna geheel ontbrak. In de laatste maanden van 1883 heeft de vaart op Baltimore geheel stilgestaan, doordien de JASON, met schade aan de machine uit zee teruggekeerd, een langdurige reparatie moest ondergaan, de STELLA door de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij was teruggenomen en ons stoomschip ROTTERDAM, dat de STELLA in de Baltimorevaart zou vervangen, helaas was verongelukt.
De bruto ontvangsten van de 50 reizen van onze stoomschepen bedroegen in 1883:
Aan uitvrachten NLG 625.200, gemiddeld per reis NLG 12.504
Aan retourvrachten NLG 1.378,272, gemiddeld per reis NLG 27.565
Aan passagegelden NLG 740.796, gemiddeld per reis NLG 14.816
Alzo een gemiddelde bruto-ontvangst per reis van NLG 54.885
tegenover 1882 NLG 51.453
tegenover 1881 NLG 59.976
In het geheel werden in 1883 vervoerd 963 kajuit- en 19.951 tussendekspassagiers of gemiddeld per reis 19 en 399. De bruto ontvangsten van de 9 reizen door de stoomschepen van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij gedaan, bedroegen tezamen NLG 204.201, of per reis NLG 22.689. Gedurende het afgelopen jaar werden langs onze lijn vervoerd: Naar New York plm. 82.000 ton; van New York plm. 126.000 ton; naar Baltimore plm. 3.200 ton; van Baltimore plm. 7.900 ton.
Lening. Aangezien de bestaande obligatielening van onze Maatschappij, groot een miljoen gulden, op 15 februari van het nu lopende jaar moest worden afbetaald, vroegen en verkregen wij uwe machtiging, om zo mogelijk zelf een lening tot gelijk bedrag uit te geven. Door de welwillende hulp van de Nederlandsche Handelmaatschappij, de Rotterdamsche Bank, de heren R. Mees & Zoonen en de heren Jan Havelaar & Zoon, mochten wij er in slagen de gehele lening te plaatsen tot een rente van 5 pct. en verder op de u bekende voorwaarden. De terugbetaling van de vroegere lening heeft op 15 februari jl. plaats gehad.
Toelichting winst- en verliesrekening. Het bruto voorschot van de exploitatie, verminderd met het aandeel aan de Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij komende in de door onze stoomschepen bevaren vrachten, bedraagt zoals uit de winst- en verliesrekening blijkt NLG 390.219,90½, tegen in het vorig jaar NLG 213.012,97. Na aftrek van de algemene onkosten, zo hier als te New York, de kosten van publicatie, van interest van de geldlening, afschrijving op de kosten van de vernieuwing van die lening, van de gehele aan de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij verschuldigde schadeloosstelling en van een post voor insolvente debiteuren, blijft er een bedrag ter beschikking van NLG 175.327,33.
In overleg met U werd besloten daarvan te bestemmen NLG 80.291,98 voor afschrijving op de stoomschepen, NLG 712,85 op het mobilair en de overblijvende som van NLG 94.322,50 aan te wenden tot versterking van het ketel- en reparatiefonds. Dat de ongunstige resultaten niet toelieten laatstgenoemde fonds weer op het vroeger bedrag terug te brengen of meer op de schepen af te schrijven, betreuren wij in hoge mate, doch menen er toch nog op te mogen wijzen, dat de dienst van 1883, vooral tengevolge van onze overeenkomst met de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, belast is met zeer belangrijke uitgaven die op volgende diensten niet zullen terugkeren. Ook de kosten van publicatie waren in 1883 exceptioneel hoog en zullen in volgende jaren aanzienlijk minder zijn.
Het lopende jaar. Wij mogen niet verhelen, dat ook de eerste maanden van 1884, ongunstig voor onze vaart bleven. De hierboven opgegeven oorzaken, die tot het treurige resultaat van 1883 bijdroegen, bestaan op het ogenblik nog en onmogelijk is het te zeggen of er spoedig verbetering is te wachten. De overwegingen die ons echter ook nu de moed nog niet doen verliezen, zijn de volgende. Vooreerst dat de ondervinding heeft geleerd, dat de toestanden in de Verenigde Staten snel veranderen en een verlevendiging in de handel tussen de oude en nieuwe wereld zeer waarschijnlijk is. Ten andere, dat nu alle Trans-Atlantische stoomvaart-ondernemingen met verlies varen, de toestand zo kan niet voortdurend en daarin wel verandering komen moet. Eindelijk het feit dat er maar een betrekkelijk geringe verbetering nodig is om onze vaart winstgevend te maken. Varen met voortdurend verlies, kan de een wat langer uithouden dan de ander, maar daaraan komt toch voor elke onderneming, zelfs voor de rijkste, een einde. Reeds nu is dan ook al een aanzienlijke vermindering in de aanbouw van stoomschepen, vooral van de grotere, merkbaar; tal van stoomschepen zijn opgelegd; en voor velen die tot nu toe in de Trans-Atlantische vaart werden gebezigd, zocht men een ander emplooi. Wie derhalve in het veld blijft, zal daarvan zeker spoedig de gunstige gevolgen ondervinden, wie zich thans terugtrekt, verliest positie en relaties en bevordert de belangen van zijn concurrenten. Wij voorzien zeker voor het lopende jaar ook geen grote winsten voor onze Maatschappij, doch vrezen aan de andere kant, ook geen zo belangrijke verliezen, dat onze onderneming er door in gevaar zou komen. Voorzichtig voortgaande, geloven wij ook deze crisis in de stoomvaart op de Verenigde Staten te boven te kunnen komen. Daaraan willen wij, met uwe hulp, gaarne opnieuw onze beste krachten wijden.
In de balans wordt de waarde van de schepen als volgt opgegeven: stoomschip ZAANDAM NLG 575.000, W.A. SCHOLTEN NLG 472.000, P. CALAND NLG 472.000, AMSTERDAM NLG 438.000, SCHIEDAM NLG 438.000, MAASDAM NLG 292.000; en aandelen stoomschip LEERDAM NLG 275.825, dito EDAM NLG 313.000.
De commissarissen voegen hier nog bij:
Het strekt tot ons genoegen, u te kunnen mededelen, dat de in uwe vorige vergadering benoemde commissarissen, de heren A.J.F. Burger en P. Havelaar Jzn., zich bereid verklaard hebben die benoeming aan te nemen en sedert met ons werkzaam geweest te zijn. Aan de beurt van aftreding zijn thans de heren mr. M. Mees, H. Molenaar en A. de Monchy, die herkiesbaar zijn. Moesten wij in ons vorig verslag mededelen, dat de uitslag van onze onderneming niet van dien aard was geweest, dat de uitkering van een dividend gerechtvaardigd was, ook thans kunnen wij niet op gunstige resultaten wijzen.
Zoals u uit het verslag, dat door de directie aan ons is gedaan, zal blijken, is vooral de tweede helft van het jaar 1883 ongunstig geweest, waardoor wij bedrogen werden in onze verwachting, gebaseerd op de eerste helft van het jaar, dat wij over 1883 althans een klein dividend zouden kunnen uitkeren.
Betreuren wij met de directie dat resultaat, toch mogen wij niet nalaten u er op te wijzen dat, niettegenstaande de belangrijke uitgaven, ten gevolge van het contract met de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, geheel op dit jaar geboekt zijn, er nog een som is overgebleven, die veroorloofd heeft een, zij het ook kleine, afschrijving op de waarde van de stoomschepen te bewerkstelligen.
De directie verklaard aan het slot van haar rapport, dat zij bij voortduring zal blijven streven, om voor de aandeelhouders betere uitkomsten te verkrijgen. Wij zullen haar daarin met alle kracht die in ons is bijstaan, maar vragen daartoe ook uw steun, die wij juist in omstandigheden, als waarin wij thans verkeren, minder dan ooit kunnen missen.

Afbeelding
Datum 28 juni 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 27 juni. Het stoomschip ROSAMUND, gebouwd aan het etablissement te Fijenoord van de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, deed maandag jl., in tegenwoordigheid van de heren Robert Thomson, Fred. A. Tamplin en George Walker, allen van Londen en van de heer W.F.D. van Ollefen, engineer surveyor to Lloyds Register, te Rotterdam zijn proeftocht, die uitmuntend geslaagd is; vaart en vermogen overtroffen de verwachting; het schip werd dan ook na afloop direct en onvoorwaardelijk overgenomen en vertrok nog de volgende nacht naar zee met bestemming naar Londen.
Het stoomschip ALPHA, in de namiddag van zaterdag 21 dezer te water gelaten, werd heden met gemeerd schip onder stoom beproefd; ook hierbij werkte alles uitstekend. Binnenkort zal ook hiermede een proeftocht worden gedaan en dit schip, bij welslagen naar Engeland worden overgebracht.
De herstellingen aan de stoomschepen LEERDAM en EDAM van de Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij zijn mede ten einde gebracht. Nieuwe bestellingen laten zich alsnog wachten.

Afbeelding
Datum 21 augustus 1884
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 20 augustus. De van Amerika gekomen passagiers van het stoomschip EDAM zijn hier per sleepboot aangebracht. Het stoomschip moet een gedeelte van de lading lossen om weer vlot te komen; het wordt morgen hier verwacht op zijn gewone ligplaats aan de Suezsteiger. Het oponthoud is ook zeer ongewenst voor een partij goederen, welke voor de tentoonstelling van landbouw zijn bestemd.

Afbeelding
Datum 21 augustus 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 20 augustus. Het stoomschip EDAM, hedenmorgen van New York te IJmuiden aangekomen, is bij het opvaren naar hier bij de Zaandammer spoorbrug op dezelfde plaats waar het stoomschip PRINSES WILHELMINA heeft vast gezeten, aan de grond gevaren met een diepgang van 65 dm, sleepboten zijn ter assistentie vertrokken, en is men bezig het schip te lichten.

Afbeelding
Datum 24 augustus 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Omtrent het aan de grond lopen van de PRINSES WILHELMINA en de EDAM in het Noordzeekanaal schrijft men aan de Amsterdammer uit Zaandam:
Ongeveer een week geleden raakte een groot driemastschip, dat door het Noordzeekanaal naar Amsterdam kwam, even voorbij de spoorbrug bij Zaandam aan de grond, en werd er met veel moeite afgehaald.
Op dezelfde plaats gebeurde dinsdagmorgen hetzelfde met het stoomschip PRINSES WILHELMINA; het schip zat zo vast, dat, hoewel vier sleepboten de ganse dag en de volgende nacht al hare krachten inspanden om het af te brengen, zulks eerst de volgende morgen gelukte. De passagiers, de mail en een gedeelte van de lading hadden het schip reeds vroeger verlaten. Nauwelijks had deze stoomboot zijn bestemming bereikt, of de EDAM van de Nederlandsch- Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij, uit zee komende, onderging hetzelfde lot.
De oorzaak van een en ander is, naar men zegt, dat het kanaal ter verbinding van de Voorzaan met het Noordzeekanaal op dit ogenblik dieper is, dan het laatstgenoemde kanaal. Komt nu een schip, dat langzaam opstoomt, voor de mond van het verbindingskanaal, dan krijgt het op eens dieper water, en wordt, daar het door zijn trage gang weinig naar het roer luistert, met de voorsteven naar de ondiepte gedrongen.
Het is onbegrijpelijk, dat de loodsen op dat punt niet meer voorzorgen gebruiken.
Zijn wij toch wel ingelicht, dan worden er iedere week 6 loodsen naar Zaandam gezonden, om de nodige peilingen te doen, en kan dus onbekendheid met het vaarwater niet als verontschuldiging dienen.

Afbeelding
Datum 21 januari 1885
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 20 januari. Het Nederlandse stoomschip EDAM, van New York naar Amsterdam, passeerde Catharina’s Point met een defecte machine.

Afbeelding
Datum 22 januari 1885
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 21 januari. Heden is alhier aangekomen van New York het stoomschip EDAM, met gebroken lagedruk-zuiger. Het wordt opgesleept (opm: naar Amsterdam). Het heeft binnenkomende de schroef verloren.

Afbeelding
Datum 15 april 1885
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

In het verslag over het boekjaar 1884 van de directie van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij wordt het volgende medegedeeld :
De verwachting in ons vorig verslag uitgesproken, dat het toen aangevangen boekjaar voor onze onderneming geen voordeel zou opleveren, heeft zich helaas, bewaarheid.
Zoals trouwens bij de ongekend lagen stand van de vrachten moest worden voorzien, lieten de reizen tot in mei nagenoeg allen kasverlies.
Daarna, hoofdzakelijk door het enigermate stijgen van de thuisvrachten, werd op de meeste reizen een zeker bedrag overgehouden, waardoor het eindresultaat onzer exploitatie rekening nog een voordelig saldo aanwijst van ruim honderd duizend gulden, een uitkomst welke wij menen te mogen vertrouwen dat, vergeleken met die van vele onzer zusterlijnen, onze deelhebbers niet zal teleurstellen, zij het dan ook dat daarmede onze kosten niet kunnen worden gedekt. Dat onze winst- en verliesrekening als gevolg van die met een nadelig saldo sluit, kan wel niemand meer leed doen dan ons.
Bij de vermelding van het verloren gaan van de stoomschepen AMSTERDAM en MAASDAM, brengt de directie haren oprechte dank aan kapt. Jüngst, de verdere officieren en bemanning van het stoomschip RHEIN, voor hetgeen hunnerzijds aan de passagiers en bemanning is bewezen, en tevens aan de eerste officier H. C. van der Zee, toenmaals waarnemend gezagvoerder van het stoomschip MAASDAM, voor zijn bedaarde en beleidvolle houding gedurende het ganse ongeval.
In het vorig verslag, heet het verder, werd bereids mededeling gedaan van het ongeval, het stoomschip LEERDAM in de loop van 1884 overkomen. Tot het vernieuwen van de gebroken achtersteven met roer, werd dit stoomschip gedurende ongeveer twee maanden aan de dienst onttrokken. Het stoomschip EDAM moest, in navolging van vele stalen schepen, versterking ondergaan en was verplicht gedurende 2½ maand daarvoor stil te liggen. Behoudens voorzieningen van betrekkelijk minderen omvang, viel met de verdere stoomschepen niets voor.
Ten aanzien van de exploitatie wordt gemeld, dat gedurende het afgelopen boekjaar door de stoomschepen werden gemaakt 50 reizen, terwijl het stoomschip JASON van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij nog drie reizen in de dienst van de maatschappij deed, waarvan twee op Baltimore en één op Baltimore via New- York. De bruto ontvangsten van de 50 reizen onzer stoomschepen bedroegen in 1884:
Aan uitvrachten NLG 641.400, gemiddeld per reis NLG 12.828;
aan retourvrachten NLG 1.139.640, gemiddeld per reis NLG 22.793;
aan passagegelden NLG 470.808, gemiddeld per reis NLG 9416.
Alzo een gemiddelde bruto ontvangst per reis van NLG 45.037. In het geheel werden in 1884 vervoerd 741 kajuit- en 13.973 tussendekspassagiers, of gemiddeld per reis 15 en 279. De bruto- ontvangsten van de reizen met het stoomschip JASON bedroegen te samen
NLG 54.266, of per reis NLG 18.086.
Gedurende 1884 werden vervoerd: naar New- York plus minus 68.000 ton ; van New- York plus minus 102.000 ton; naar Baltimore plus minus 2.100 ton; van Baltimore plus minus 4.000 ton. Bij de winst en verliesrekening wordt opgemerkt dat de vermeerdering van de administratie- en bureaukosten te Rotterdam, Amsterdam en New- York grotendeels een gevolg is van het oprichten van een afzonderlijk passagebureau te Amsterdam, zomede van het aanstellen van een walmachinist.
De kosten, aan de maatregelen verbonden, kwamen de maatschappij ruimschoots op indirecte wijze ten goede. De publiciteitskosten zijn over 1884 belangrijk minder dan over 1883. De directie vertrouwt dat, ook door een wijziging gebracht in het systeem van publiciteit, deze kosten over 1885 nog minder zullen wezen.
Ofschoon zulks niet uit het overschot van de exploitatie kan gevonden worden, heeft de directie toch gemeend, de afschrijving op het materieel niet beneden het cijfer van 5 procent te moeten stellen, en het ketel- en reparatiefonds aan te vullen in verhouding tot het aanwezig materieel.
Voor het bedrag van de kosten van versterking van het stoomschip EDAM werden, na overleg met de medereders, aandelen in de rederij van dat stoomschip uitgegeven ; die aandelen werden door de vennootschap genomen. Met het oog op die gemaakte kosten, meende de directie een meer dan gewone afschrijving te moeten voorstellen op de aandelen.
Over het lopende jaar maakt de directie de volgende opmerking over de vooruitzichten van de vaart:
Het valt niet te ontkennen, dat de retourvrachten in de laatste tijd, na een korte verheffing, wederom zijn gedaald tot cijfers, die wel is waar beter zijn dan die van het vorig jaar, maar nochtans weinig of niets overlaten. Wel bestaat in handelskringen in Amerika de overtuiging dat deze verlaging, als zijnde veroorzaakt door tijdelijke stagnatie in het spoorwegvervoer, niet van lange duur zal wezen, doch wij menen een afdoende verbetering onzer vaart te moeten betwijfelen, zolang de algemene vrachtvaart zulk een treurig aanzien geeft.
Onder deze omstandigheden hebben wij dan ook gemeend, vooralsnog geen voorstellen te moeten doen voor de aanvulling van ons gedund materieel. De bezwaren daardoor ontstaan, zijn wel is waar verre van gering te achten, wij menen echter dat het ogenblik tot aanvulling thans nog niet daar is.
Meer dan ooit zijn wij evenwel overtuigd, dat bij de stoomvaart het zwaartepunt moet worden gezocht in oordeelkundig beheer en gepaste bezuiniging in elk onderdeel van dienst. Wij trachten zelve dat doel steeds voor ogen te houden en ons ganse personeel daarvan te doordringen. Ook in de stoomvaart geldt met de dag meer en meer de spreuk:
small profits, quick returns. Elke maatregel, welke strekken kan om dit doel bij onze exploitatie te bereiken, wordt met kracht toegepast. Wordt onze taak daardoor niet gemakkelijker, het is niet alleen de enig aangewezen weg om te kunnen mededingen, maar het geeft ons ook recht om met zelfvertrouwen te mogen verklaren, dat wij niet ten achter staan bij enige zusterlijn, waar het de vraag geldt, het ons toevertrouwde materieel nog zo productief te doen wezen als mogelijk is, in de moeilijke tijden welke wij beleven.
Die overtuiging geeft ons moed voor de toekomst en vertrouwen op uw steeds hooggewaardeerde steun.
Uit het verslag van de commissarissen blijkt, dat deze in overleg met de overblijvende directeuren hebben gemeend, met het oog op de minder gunstige omstandigheden, vooralsnog geen voorstel te moeten doen, om wederom een derde directeur aan te stellen, in plaats van de heer W. v. d. Hoeven, die sedert de oprichting van de Maatschappij als naamloze vennootschap, de betrekking van president- directeur vervulde en tegen het einde van het afgelopen jaar zijn ontslag heeft gevraagd, hetgeen hem op de meest eervolle wijze verleend is.
Uit de winst en verliesrekening blijkt dat de administratie en bureaukosten te Rotterdam, Amsterdam en New- York bedroegen NLG 84.399,01 en de publiciteitskosten in Europa en Amerika NLG 46.356,09, terwijl werd afgeschreven op de W. A. SCHOLTEN NLG 24.000, de P. CALAND NLG 24.000, de SCHIEDAM NLG 22.000, de ZAANDAM NLG 29.000, aandelen LEERDAM NLG 16.225 en aandelen EDAM NLG 45.500, totaal NLG 160.725.
De reserve ketel- en reparatiefonds bedraagt NLG 48.417,64 en het saldo verlies
NLG 273.346,78½ .

Afbeelding
Datum 16 juni 1885
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Kapitein Taat, gezagvoerder van het stoomschip EDAM, te New York van Amsterdam aangekomen, rapporteert op de 10e juni op 54º WL te zijn gepasseerd het stoomschip ZAANDAM, kapt. Chevalier, wegens gebroken lagedruk zuiger werkende met één cilinder. De reis naar Nederland, die werd voortgezet, zal daardoor vermoedelijk een paar dagen vertraging ondervinden.

Afbeelding
Datum 02 juli 1885
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Volgens de passagierslijsten voerden de stoomschepen van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij meer dan ooit een aantal kajuitspassagiers van New York naar onze havens. Ons wordt van wel onderrichte zijde bericht, dat de kajuitsplaatsen van die stoomschepen in de laatste weken niet alleen geheel vervuld waren, maar dat bovendien nog minstens hetzelfde aantal aanvragen moest worden afgewezen; terwijl de kajuitsplaatsen reeds 3 à 4 weken vooruit geheel besproken zijn. Dat deze stoomschepen een goeder reputatie genieten wordt bevestigd door het gehalte van de passagiers; onder de passagiers die per EDAM verwacht worden, bevinden zich onder andere de neven van de president van de Verenigde Staten, de heren Harland Cleveland.

Afbeelding
Datum 13 januari 1886
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Plymouth, 11 januari. Alhier is heden binnengekomen het stoomschip EDAM, kapt. Taat, met schade aan schip en defecte machine. De EDAM was de 2e januari van Amsterdam naar New York vertrokken.

Afbeelding
Datum 14 januari 1886
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 12 januari. Het stoomschip EDAM, kapt. Taat, van hier naar New York, met schade aan schip en machine gisteren te Plymouth binnengelopen, heeft met zeer zware storm te kampen gehad.

Afbeelding
Datum 15 januari 1886
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Amsterdam 14 januari. Volgens bericht ontvangen bij de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij bepaalt het lek van het te Plymouth binnengelopen stoomschip EDAM, van Amsterdam naar New York, zich tot het voorruim. Het stoomschip moet lossen en dokken; de passagiers zullen de reis voortzetten met het stoomschip DONAU.

Afbeelding
Datum 29 januari 1886
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Plymouth, 26 januari. Volgens rapport van de Salvage Association worden in het hier binnengelopen stoomschip EDAM de volgende reparaties vereist: ongeveer 60 dubbelingen aan de einden der platen in de kimmen moeten worden afgenomen en door zwaardere vervangen worden, en verscheidene andere in de zijden. Twee steunbalken moeten in het voorruim aangebracht worden en het aanvaringsschot en de roerpost moeten gerepareerd en versterkt worden, het roer moet afgenomen en met nieuwe bussen voorzien worden, en alle ontzette klinknagels vernieuwd worden. De lage-drukstang van de machine is gebroken. De reparaties kunnen in 14 dagen volbracht zijn. De lading is gelost en het schip gisteren in het Gouvernementsdok te Devonport geplaatst, waartoe de Admiraliteit welwillend de vergunning heeft gegeven.

Afbeelding
Datum 15 april 1886
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

In het verslag van de directie van de Nederlandsch Amerkaansche Stoomvaart-Maatschappij over 1885 wordt het volgende gezegd:
Zoals in ons vorig jaarverslag, bij de beschouwing over het toen aangevangen jaar door ons werd opgemerkt, meenden wij aan een afdoende verbetering van onze vaart te moeten twijfelen zolang de algemene vrachtvaart zulk een treurig aanzien gaf. Het behoeft hier wel niet gezegd te worden dat die toestand over het afgelopen jaar in algemene zin genomen, nog weinig is verbeterd. Ligt reeds daarin dan ook voldoende verklaring van het feit, dat wij op geen schitterende uitkomsten kunnen wijzen, het is ons nochtans aangenaam te mogen constateren dat het boekjaar 1885 beduidend betere resultaten heeft opgeleverd dan 1884. Was in 1884 het avans van onze exploitatierekening slechts NLG 111.353,78 zodat afschrijving en dotatie van ketel- en reparatiefonds niet anders konden gevonden worden dan door te sluiten met een verliessaldo van NLG 273.846,73½, die exploitatierekening toont thans avans aan van NLG 286.942,96 terwijl ook het avans op de reizen van het stoomschip LEERDAM een gunstig verschil van NLG 14.750 tegenover 1884 oplevert. Het is ons daardoor mogelijk de afschrijving en dotatie van ketel- en reparatiefonds uit de exploitatierekening te bestrijden en tevens ons verliescijfer van verleden jaar nog enigermate te verminderen. De pogingen om de administratie- en bureaukosten zoveel mogelijk te verminderen, werden met gunstige uitslag bekroond; terwijl ook de verwachting van een nieuw stelsel van publiciteit en ten aanzien van de daarmee verkregen uitkomsten en wat aangaat de kosten verre werd overtroffen. De uitgaven toch op dat hoofd bedragen nog niet de helft van het daarvoor in 1884 uitgetrokken bedrag. Dank zij de ruime geldmiddelen waarover gedurende het ganse jaar kon worden beschikt, werd vrij aanzienlijk bedrag aan rente gekweekt. De effecten, op de balans voorkomende, bestaan uit: 200 stuks 4% pandbrieven Rotterdamsche Hypotheekbank; 1 stuk 5% dito; 160 stuks 4 % certificaten Nederlandsche Werkelijke Schuld 1884; 41 stuks 5% obligaties Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-maatschappij en 8 stuks aandelen stoombootmaatschappij Maas en IJssel. Door de afschrijving op het materiaal en dotatie van het ketel- en reparatiefonds heeft dit laatste het cijfer van NLG 300/m bereikt. De in het vorige jaar noodzakelijke extra-afschrijving van NLG 30.000 op aandelen stoomschip EDAM in aanmerking nemende, is de over dit boekjaar voorgestelde afschrijving op het materiaal nog iets hoger dan in 1884. Gedurende het afgelopen jaar werden door onze stoomschepen 47 reizen volbracht. Bovendien deed het stoomschip PRINZ ALBRECHT één thuisreis (enkel met goederen) in onze dienst. De bruto-ontvangsten van de 47 reizen van onze stoomschepen bedroegen in 1885:
Aan uitvrachten NLG 663.264 gemiddeld per reis NLG 14.112
Aan retourvrachten NLG 1.111.128 gemiddeld per reis NLG 23.641
Aan passagegelden NLG 380.268 gemiddeld per reis NLG 8.089
Alzo een gemiddelde bruto-ontvangst per reis van NLG 45.842
Tegenover 1884 ,, ,, ,, ,, NLG 45.037
Tegenover 1883 ,, ,, ,, ,, NLG 54.885
In het geheel werden in 1885 vervoerd 1.669 kajuits- en 9.594 tussendekspassagiers, of gemiddeld per reis 36 en 204, tegen 15 en 279 passagiers in 1884. Gedurende 1885 werden door ons vervoerd: naar New York plus minus 54.000 tonnen; van New York plus minus 97.000 tonnen. De afneming van het passagiersvervoer vindt haar natuurlijke verklaring in de vermindering van de emigratie in het algemeen, doch ook voor een belangrijk deel in het feit, dat toen in het voorjaar de passageprijzen daalden tot een cijfer dat ternauwernood de kosten van voeding dekte, wij ons vervoer beperkten tot hetgeen wij niet konden afwijzen. Van de andere kant wijzen wij met voldoening op de grote toeneming van ons kajuitsvervoer. Wij vertrouwen dat verschillende maatregelen, in het belang daarvan genomen, ons te zullen in staat stellen, nog gunstiger resultaten te bereiken. Na de ondervinding van de laatste jaren schijnt het gewaagd, ons te begeven in beschouwingen over de toekomst en zulks nog te meer, omdat inderdaad in ons oog feitelijk geen redenen zijn aan te geven, waarom de tegenwoordige min gunstige toestand zich plotseling ten goede zou keren. Werd ons gevraagd, of zich niet een enkel gunstig verschijnsel openbaart, dan zouden wij wijzen op de meerdere vraag naar zwaar goed, met name van ijzer, voor de Verenigde Staten. Ook in vroegere tijdperken van malaise was dit een voorbode van algemene herleving van de handel en daarmee gepaard gaande verbetering van de vrachtvaart.

Afbeelding
Datum 16 juli 1886
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

De bemoeiingen der commissie werden door geen gevallen van buitengewone aard gekenmerkt. De inspectie der vertrekkende stoomschepen geschiedde steeds overeenkomstig de wettelijke voorschriften. Slechts een enkele maal werd een directe inmenging der commissie vereist. Enige leden vonden n.l. in het tussendek van de ZAANDAM een aantal pakken gezouten huiden, die een ondragelijke stank verspreidden, zodat de commissie op grond van art. 20 van het Koninklijk Besluit van 27 november 1865/30 september 1869 – Staatsblad no. 130/135 – gemeend heeft de verwijdering dier huiden te moeten gelasten. Hieraan is ook terstond voldaan.
Het transport geschiedde (opm: vanaf Amsterdam),evenals het vorig jaar, uitsluitend met stoomschepen van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij en niet anders dan rechtstreeks naar New York. Nagenoeg geregeld om de veertien dagen vertrok een der boten ZAANDAM, EDAM of SCHIEDAM, terwijl de gemiddelde duur der reis 15 dagen bedroeg. (opm: verslag over 1885 van de commisie van toezicht op het vervoer van landverhuizers)

Afbeelding
Datum 01 maart 1887
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 28 februari. Het Nederlandse stoomschip EDAM, van New York alhier binnen, is door ijs beschadigd. Het heeft een plaat en twee spanten in de boeg gebroken en 100 ton lading overboord geworpen.

Afbeelding
Datum 03 april 1887
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verslagen van rederijen etc..

In het verslag over het boekjaar 1886 van de directie van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaartmaatschappij, wordt het volgende gezegd:
De exploitatierekening, inbegrepen het aandeel in de Reederij s.s. LEERDAM, toont een avans aan van NLG 415.835,56.
Na aftrek van de gewone uitgaven voor administratie, publiciteit en interest, blijft ter beschikking een cijfer van NLG 305.725,59.
Na afschrijving en dotatie van het ketel- en reparatiefonds tot een gezamenlijk bedrag van NLG 179.902,94 zal er NLG 125.822,65 overblijven, welk bedrag moet strekken tot vermindering van het verliescijfer van NLG 254.235,21, waarmede de balans van 1885 sloot. Dat verliescijfer wordt dus, voor het boekjaar 1887, teruggebracht op NLG 128.412,56.
Uit het ketel- en reparatiefonds zijn in 1886 bestreden twee ketelvernieuwingen, (stoomschepen W.A. SCHOLTEN en P. CALAND), terwijl de volgende eerst over enige jaren behoeft plaats te vinden. Een matige levensduur voor de ketels van de stoomschepen aannemende, zal een jaarlijkse dotatie, als thans in de winst- en verliesrekening opgenomen, het fonds genoegzaam versterken, om te voldoen aan alle eisen, die in de loop van de tijden daaraan vermoedelijk zullen worden gesteld.
Gedurende het afgelopen jaar werden door de stoomschepen van de Maatschappij 46 reizen volbracht. Bovendien maakten in haar dienst het stoomschip POLLUX 2 reizen; de STELLA 1 reis en de CASTOR 1 reis, terwijl het stoomschip MARCH één thuisreis maakte.
Deze gecharterde schepen vervoerden alleen goederen.
De bruto ontvangsten van de 46 reizen van de stoomschepen van de Maatschappij bedroegen in 1886:
Aan uitvrachten NLG 710.970, gemiddeld per reis NLG 15.456; aan retourvrachten NLG 1.062.600, gemiddeld per reis NLG 23.100; aan passagegelden NLG 666.830, gemiddeld per reis NLG 14.496.
Alzo een gemiddelde bruto ontvangst per reis van NLG 53.052, NLG 45.842 in 1885 en NLG 45.037 in 1884.
In het geheel werden in 1886 vervoerd 4.046 kajuit- en 13.769 tussendekspassagiers, of gemiddeld per reis 88 en 300, tegen 36 en 204 passagiers in 1885.
Gedurende 1886 werden vervoerd: Naar New York plm. 72.600 tonnen en van New York plm. 103.000 tonnen.
In september jl. had de directie gelegenheid, het stoomschip BRITISH EMPIRE aan te kopen, dat, na voor de dienst in gereedheid te zijn gebracht, onder de naam van ROTTERDAM in de vaart kwam en uitmuntend voldoet. Deze toevoeging van een zevende stoomschip aan onze vloot heeft voor onze wekelijkse dienst grote waarde.
Met uitzondering van een averij in het begin van 1886 door het stoomschip EDAM bekomen en waarvoor het schip naar Plymouth, als noodhaven, moest terugkeren en aldaar repareren, bleef de Maatschappij gedurende 1886 van belangrijke schade verschoond.
Uit de winst- en verliesrekening blijkt dat de Mij., wanneer er geen verliespost van vroegere jaren had bestaan, dit jaar in staat zou zijn geweest tot betaling van een dividend van ruim 5 procent. "Dat daarvan thans nog geen sprake kon wezen", zegt de directie, "kan zeker door niemand meer worden betreurd, dan door ons". Wij menen intussen met enig vertrouwen te mogen wijzen op de veel betere positie, waarin wij gaandeweg zijn gekomen, in vergelijk tot een drietal jaren geleden en zulks niettegenstaande de algemene handelstoestand en daarmede de vrachtenmarkt verre van gunstig mochten heten. Wij behoeven toch slechts de aandacht te vestigen op het feit dat wij twee stoomschepen van nieuwe ketels voorzagen, de kajuitinrichtingen op al onze stomers belangrijk uitbreidden en verbeterden en een zevende stoomschip aankochten, terwijl de beschikbare middelen geenszins in die verhouding teruggingen, maar veeleer voor ons bedrijf ruim genoemd mogen worden.
"Blijven wij bewaard voor grote tegenspoeden, dan bestaat naar onze overtuiging gegronde hoop, dat de thans nog aanwezige verliespost in 1887 van onze balans zal verdwijnen en is de kans op een dividend o.i. niet uitgesloten".

Afbeelding
Datum 18 januari 1888
Krant JB - Javabode
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

In memoriam kapt. Taat, van de W.A. SCHOLTEN. Ere wie ere toekomt. Vergun mij daarom met een enkel woord de man te herdenken, die ik enige jaren geleden in het barnen (opm: bedoeld zal zijn: bannen) der gevaren heb werkzaam gezien. Toenmaals, gelijk nu, vervulde hij zijn plicht met de dood voor ogen, maar toenmaals werd het schip als door een wonder gered. Wij verlieten de 1e januari 1882 Rotterdam per stoomschip EDAM, dat toen zijn tweede uitreis deed. Na de eerste twaalf uur prachtig helder vriezend weer te hebben gehad, volgde gedurende de eerste twaalf dagen een onafgebroken reeks van zware stormen, hevige westenwinden en hoge zeeën, waardoor de EDAM zodanig geteisterd werd dat wij de 13e één schroefblad en de 14e januari de overige verloren. Wij waren toen op de 43º NB 58º WL. Kapt. Taat bracht ons tot de 20e januari, steeds zeilende, op 40º NB en 67º WL en hadden wij nog slechts enkele dagen gunstig weer mogen behouden, hij zou de EDAM met behulp van haar zeilen te New York binnengebracht hebben. Maar het was anders beschikt; het weer belette hem zulk een grote triomf te behalen. De 20e januari werden wij “opgepikt” door de PERSIAN MONARCH, doch de hoge zee veroorzaakte voortdurend het breken van de kabel die de beide schepen verbond, zodat wij in de vroege morgen van 23 januari die boot uit het gezicht verloren. Verblindende sneeuwvlagen sloegen bijna onophoudelijk over het schip en dit was van voor tot achter met een korst ijs van 1 decimeter dikte bekleed. Wij dreven naar het noorden. Taat trachtte met meer zeil weer zuidwaarts te komen, maar de hevige storm sloeg de zeilen weg. Met de weinige overgebleven zeilen dreven wij zuidoost tot over drieën. Kort te voren was gelood en werd bevonden dat wij noordwaarts dreven en in allerijl het land naderden. Taat trachtte daarom het schip in zee te houden. Ten 9 uur kregen wij de Nantucket banken in het gezicht. Welk een vreselijke tijding, maar hoe werden wij als het ware gemagnetiseerd door kapt. Taats kalme moed. Welk een vastheid had die man in zijn stem en houding, toen hij ons slechts even het hachelijke van de toestand kwam mededelen, toen hij ons om zo te zeggen op de naderende dood kwam voorbereiden. “Mijne heren!” zei hij, “het spijt mij dat ik u zulk een slechte tijding moet mededelen, maar ik mag het u niet langer verbergen, wij verkeren in groot gevaar. Mijn officieren, mijn bemanning en ik zelf hebben alles in het werk gesteld om het schip te redden, niets is onbeproefd gebleven, wij hebben allen onze plicht gedaan, maar het heeft niet mogen baten, wij verkeren in groot gevaar; maar laten wij de moed niet verliezen, wie weet hoe wij nog terecht komen” en toen zich wendende toe een van de passagiers die zijn tranen niet kon bedwingen: “ik heb meer te verliezen dan gij, ik laat een vrouw met drie kinderen en een oude moeder achter”. Daarna zich weer op zijn post begevende in het voorbijgaan tot een groep matrozen, die met de koppen bij elkaar gestoken en met enigszins bedrukte gezichten elkander hun mening over de toestand toefluisterden: “Kom, vooruit jelui, naar voren, je staat net te kijken of je naar de kerk moet”, en toen nog even tot een officier die te lang naar zijn zin op het achterdek bleef: “Hoor eens, hier is op het ogenblik je plaats niet”, en verder enige woorden die voor mij onverstaanbaar waren. Evenals ons had hij de landverhuizers toegesproken en hen aangemaand in hun lot te berusten en daarna werden de deuren en luiken van het tussendek gesloten ten einde een paniek te voorkomen en opdat niemand door de zware zeeën overboord zou slaan. Wij dreven juist voorbij de gevaarlijkste banken te twee uur ’s namiddags en stootten inderdaad nog even op een rots, hetgeen een klein lek veroorzaakte. Het was een vreselijk imposant gezicht, die bergen van wild opspattend schuim, het gehele schip wit van ijs, dat door de zeeën gebeukt werd. De flarden van de zeilen en de rafelende touwen, die door de wind steeds meer vernield werden, leverden vooral een ontredderd en akelig schouwspel op en te midden van al dat geweld stond Taat zelf met de hand aan het roer, kalm als altijd, zonder in het minst enige ontroering te laten blijken, geheel het beeld van de onverschrokken zeeman. Gehuld in een zware jas van buffelhuid met hoge laarzen en een pelsmuts op trotseerde hij alle koude, maar van de bemanning waren er enigen, die door bevroren oren, handen of voeten buiten gevecht gesteld waren. Zodra het grootste gevaar geweken was, kwam Taat het ons berichten en ieder ademde weer vrijer en bewonderde de man die man met zoveel zelfbeheersing eerst de vreselijkste tijding kwam meedelen en daarna met evenveel kalmte: “dat wij als door een wonder gered waren”. Na een stukje brood gebruikt te hebben begaf Taat zich weer op zijn post. Van 23 januari tot het einde van de reis deed hij geen poging om zich ook maar enige rust van betekenis te gunnen. Bijna onafgebroken gedurende de laatste dagen op zijn post, kwam hij de 27e januari te New York toch nog in zulk een flinke toestand aan, dat de reporters van de New Yorkse bladen, die in allerijl aan boord kwamen, in hun rapport vermeldden: “kapt. Taat ziet er flink en goed uit, ofschoon hij een tijd van vreselijke angst heeft doorleefd”. Na het gebeurde op 23 januari werden wij achtereenvolgens door een paar stoomschepen, aan welke wij om assistentie seinden aan ons lot overgelaten. Kapt. Taat, die meer dan één geschenk van de Engelse regering had ontvangen voor diensten aan Engelse schipbreukelingen bewezen, werd in de steek gelaten door Engelse schepen! Eindelijk de 25e januari ontmoetten wij de NAPIER, die aanbood ons naar Halifax te slepen, waarvan wij ruim 400 mijlen verwijderd waren, terwijl wij slechts 180 mijlen van Sandy Hook verwijderd waren. Onmiddellijk nadat de NAPIER ons dit geseind had, begaf Taat zich in een sloep naar dat schip en zoals hij zelf zei: “ik heb de man op zijn gemoed gewerkt, gelijk een dominee het niet beter had kunnen doen”, en met het gewenste gevolg. De NAPIER bracht ons de 27e januari, ongeveer om 12 uur behouden bij Sandy Hook. De landverhuizers, mensen zonder enige middelen, brachten kapt. Taat brieven van dankbetuiging voor de uitnemende zeemanschap en de ware moed die hij had betoond, door hen veilig door de vreselijke gevaren te brengen, welke zij op reis hadden ontmoet. Het Handelsblad van 11 februari 1882 schreef naar aanleiding van deze reis: “Wij wensen de directie van de Rotterdamsche Maatschappij geluk met de redding van haar schip en met bezit van een gezagvoerder als kapt. Taat, die wederom getoond heeft over welke uitnemende mannen de Nederlandse koopvaardijvloot mag beschikken.” Taat was hier de redder van ongeveer 280 personen. Zonder zijn moed en beleid hadden wij het niet zover gebracht. Het was echter alsof hij geen geluk mocht hebben, want hetzelfde najaar boorde een Engelse stomer de EDAM, die slechts halve dag van New York op de thuisreis was, in de grond. Taat redde wederom allen die zich aan boord bevonden; slechts twee stokers, die waarschijnlijk op hun post gedood waren, kwamen bij deze ramp om. Geen zweem van plichtverzuim van zijn zijde was hier de oorzaak van de ramp. Taat bleef als zeer gewaardeerd gezagvoerder bij de Rotterdamsche Maatschappij. Een nieuwe EDAM was dra voor hem en onder zijn toezicht gebouwd en met dit schip maakte hij verscheidenen gelukkige reizen. En nu, eigenlijk het bevel van een ander overnemende, om die enige rust te gunnen, vindt hij zijn graf, op zulk een onverwacht tijdstip in de golven. De man die zich door de grootste gevaren een weg gebaand had, zinkt bij een vrij kalme zee met zijn schip in de diepte. Treurig einde voor zulk een held, maar toch ook een schitterend einde, want hij sneefde bij het vervullen van zijn plicht; allen die aan deze ramp ontkomen zijn, hebben evenals schrijver dezes hun leven te danken aan kapt. Taat. Met de revolver in de vuist, wist hij nu toch zoveel orde te doen bewaren, dat ten minste enkele mensenlevens gered werden, niet denkende om zichzelf of om zijn vrouw, zijn vijf kinderen en zijn oude moeder, geheel gewijd aan zijn plicht. Hij is niet de eerste van zijn familie, die de dood in de golven vond. Stammende uit een echt zeemansgezin, kozen al zijn broeders hetzelfde vak. Hij is de tweede van hen, die aldus sneuvelt op het veld van eer van de zeeman. Taat was een oprecht, humaan mens, een sieraad van de Nederlandse koopvaardijvloot, maar zeer bescheiden en die zichzelf ten zeerste tegen elk huldebetoon hem bewezen zou verzetten. Ik rekende het mij echter een plicht hem openlijk te herdenken en betreur het slechts voor u, brave kapt. Taat, dat geen bevoegder hand u recht deed wedervaren.

Afbeelding
Datum 18 september 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 16 september. Het stoomschip EDAM, van New York naar Amsterdam, is in het Noordzeekanaal in aanvaring geweest met het Engelse stoomschip GOLDENHORN, waarbij laatst genoemde enige schade bekwam. Is echter naar zee vertrokken.

Afbeelding
Datum 18 september 1888
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 16 september. Het stoomschip EDAM, kapt. Taat, van New York naar Amsterdam, is in het Noordzeekanaal in aanvaring geweest met het stoomschip GOLDEN HORN, waarbij laatstgenoemde enige schade bekwam. Het is echter naar zee vertrokken.

Afbeelding
Datum 25 september 1888
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 22 september. Het stoomschip EDAM, kapt. Taat, van hier naar New York vertrokken, is zaterdagmiddag bij de Hembrug aan de grond gevaren, doch volgens een later bericht vlot geworden en opgestoomd.

Afbeelding
Datum 05 oktober 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Advertentie. Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij. Lijn Zuid Amerika, voor passagiers 1e, 2e en 3e klasse en voor goederen.
Eerste afvaarten naar Montevideo en Buenos Aires, met vrijheid tussenliggende havens aan te doen:
5 december… van Amsterdam s.s. ZAANDAM.
5 januari……. van Rotterdam s.s. EDAM.
Men vervoege zich te Rotterdam en Amsterdam aan de kantoren van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, of bij de vrachtagenten Wambersie & Zoon.

Afbeelding
Datum 12 december 1888
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

New York, 1 december. De reis van het stoomschip EDAM van de Nederlandsch- Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, hier de 28e november van Amsterdam aangekomen, werd door buitengewoon zwaar stormweder enige dagen vertraagd. Vooral op de 14e november woei de wind uit het westen en noordwesten met de kracht van een orkaan en stromende regen, tijdens welke het schip door een vreselijk korte en hoge zee getroffen werd, die enige schade aan de brug veroorzaakte. Verscheidenen der equipage werden door de zee langs het dek medegesleurd en sommigen bekwamen wonden.

Afbeelding
Datum 20 december 1888
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 18 december. Kapt. Bakker, gezagvoerder van het stoomschip EDAM, gisteren van New York hier aangekomen, rapporteert de 13e december, des avonds ten 10 ure, op 49º30' NB 13º30' WL (opm: plm 300 mijl ten westen van Lands End), een verlaten bark te zijn gepasseerd. Naar het scheen was het schip vol water. Alle stengen waren overboord. Alleen de ondermasten met de onderra's waren aanwezig. Het schip drijft zeer gevaarlijk voor de scheepvaart.

Afbeelding
Datum 06 juli 1889
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

New York, 24 juni. Kapt. Bakker, gezagvoerder van het stoomschip EDAM, hier gearriveerd, rapporteert op de reis veel westenwinden gehad te hebben. De 18e juni des avonds om 7 uur werd op 43º51’ NB 48º00’ WL een 80-voet hoge ijsberg gepasseerd.

Afbeelding
Datum 06 november 1890
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 4 november. Volgens een door de directie der Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij ontvangen bericht uit New-York is het stoomschip EDAM met een deklading vee naar Boulogne bestemd, donderdag de 30e oktober gepraaid door het stoomschip EDIN BRIDGE. Het stoomschip EDAM had enige slagzijde over bakboord, doch verlangde geen assistentie. Uit New-York wordt nog geseind dat dit van New-York naar Amsterdam bestemde stoomschip op de 29e oktober op de New-Foundlandsche banken is gepraaid met zware slagzijde en verlies van deklading.

Afbeelding
Datum 13 november 1890
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Boulogne, 10 november. De gezagvoerder van het stoomschip EDAM, hier van New-York aangekomen, rapporteert op de reis zwaar stormweder te hebben gehad. Tijdens een orkaan werden van de 200 stuks vee, die op dek waren geladen, 87 stuks, benevens de hokken, overboord geslagen. Een der scheepsboten werd door de zware zee stuk geslagen. Dit stoomschip arriveerde de 10e november te Amsterdam.

Afbeelding
Datum 15 maart 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 14 maart. Door de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij wordt op 1 april met het stoomschip EDAM een nieuwe lijn geopend naar Baltimore. Deze afvaart, alsmede de tweede per SCHIEDAM op 29 april, hebben plaats van hier, de derde op 27 mei met de ZAANDAM van Amsterdam, om dan vervolgens elke 14 dagen zo mogelijk beurtelings van hier en van Amsterdam te vertrekken. Op deze lijn worden alleen 1e en 3e klasse passagiers vervoerd.

Afbeelding
Datum 21 maart 1891
Krant LC - Leeuwarder Courant

Groter ellende dan gisteren te aanschouwen was bij de aankomst van het stoomschip EDAM van Buenos Ayres, is wel zelden gezien. De ongeveer 150 tussendekspassagiers waren slechts in enige lompen gehuld. De meesten waren niet in staat de kosten voor hunne verdere reis te betalen. Enige consuls, alsmede de directeur der N.A.S.M, voorzagen hen zoveel mogelijk van het nodige, en tevens van spoorwegkaarten. Aan boord der boot had het hun aan niets ontbroken. Over de toestanden in Zuid-Amerika werden de treurigste taferelen opgehangen. Duizenden smachten nog naar de gelegenheid om terug te kunnen komen.

Afbeelding
Datum 26 maart 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 25 maart. Voor de eerste reis naar Baltimore met het stoomschip EDAM van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij hebben zich reeds ruim 100 passagiers 3e klasse aangemeld.

Afbeelding
Datum 31 maart 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 30 maart. Het aantal passagiers voor de eerste reis naar Baltimore met het stoomschip EDAM van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij bedraagt thans reeds ver over de 200. Men verwacht dat er geen enkele plaats onbezet zal blijven.

Afbeelding
Datum 07 juni 1891
Krant VCO - Vlissingsche Courant

Vlissingen. Meer dan 600 Israëlieten, uit Rusland verdreven, zijn gisteren te Rotterdam aangekomen en zouden hedenmorgen direct per stoomschip SPAARNDAM van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij naar New York vertrekken. Het aantal tussendekpassagiers is zo groot, dat ongeveer 400 moeten achterblijven. De EDAM welke 10 juni naar Baltimore gaat, zal de achtergeblevenen meenemen en te New York aan wal zetten, om van daar naar Baltimore door te varen.

Afbeelding
Datum 21 oktober 1891
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 19 oktober. Het stoomschip EDAM, 3 oktober van Rotterdam naar New York vertrokken, werd op 15 oktober op 49º N.B. en 34º W.L. gepraaid met verlies van schroef.

Afbeelding
Datum 22 oktober 1891
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 20 oktober. Volgens bij de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij ontvangen bericht, passeerde het stoomschip BRITISH PRINCESS, van Philadelphia te Liverpool aangekomen, op de 16e dezer op ongeveer 900 mijl van Queenstown het stoomschip EDAM, gesleept wordende door het stoomschip SCYTHIA, welk schip bestemd is van Boston naar Liverpool. De schepen worden tegen de 22e dezer te Queenstown verwacht.

Afbeelding
Datum 23 oktober 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 22 oktober. Onze correspondent te Londen seint ons hedenmiddag:
De stoomboot der Cunard-lijn SCYTHIA heeft gisteren het stoomschip EDAM der Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij te Queenstown binnengesleept.
De passagiers dezer boot delen de volgende bijzonderheden mede. Zij verlieten Rotterdam de 3e oktober met 68 eerste, 490 tweede klasse-passagiers, hadden stormweer voorbij Wight, maar geen ongelukken tot de 13e, toen hevige zuidwestelijke orkaangolven alle schroefbladen afrukten, zodat voortstomen onmogelijk werd. De kapitein en de scheepsofficieren kalmeerden de verschrikte passagiers. Drie dagen werd er gezeild.
De 16e ontmoette de EDAM de herwaarts stomende SCYHIA op 49º23’ N.B. en 31º42’ W.L. Het aanbod van de kapitein om de EDAM te Queenstown binnen te slepen, werd aangenomen; zwaar weer vertraagde het vastmaken der sleepkabels, terwijl in het geheel de overtocht stormachtig was. De 17e maakte de SCYTHIA 142, de 18e 202, de 19e 204, de 20e 198 en de 21e 165 mijlen. Twee sleepbootjes sleepten de EDAM in het Victoria-dok, waar het reparaties ondergaat. De passagiers, die allen welvarend zijn, aanvaardden de reis naar Amerika op een Amerikaanse stoomboot.

Afbeelding
Datum 24 oktober 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 23 oktober. Het stoomschip ROTTERDAM, dat heden van hier naar New York is vertrokken, zal Queenstown aanlopen om de passagiers van het stoomschip EDAM over te nemen. De EDAM moet de lading lossen en zal daarna te Queenstown repareren.

Afbeelding
Datum 24 oktober 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Queenstown, 22 oktober. Het stoomschip EDAM van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, van Rotterdam naar New York, verloor door stormweer op 13 oktober al de schroefbladen op ongeveer 1200 mijlen bewesten deze haven. Toen de SCYTHIA de 16e oktober assistentie aanbood, had men door het onstuimige weer zeven uren werk om de trossen tot slepen in orde te brengen en begon men in de nacht van 16 op 17 oktober met het slepen, dat, hoewel het weer onstuinig was, door een bezeilde wind begunstigd werd. Het stoomschip is naar het Passage West-dock verhaald om nieuwe schroefbladen aan te brengen. Passagiers en equipage zijn allen wel, en behalve verlies van schroefbladen heeft het stoomschip geen schade.

Afbeelding
Datum 30 oktober 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 29 oktober. De lading van het stoomschip EDAM van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, te Queenstown binnen met verlies van schroefbladen, is zo ver gelost, dat het stoomschip heden in het dok zal gaan om onderzocht te worden en nieuwe schroefbladen aan te brengen. De geloste lading is onbeschadigd.

Afbeelding
Datum 17 november 1891
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 14 november. Het bericht aangaande het vertrek van het Nederlandse stoomschip EDAM van Queenstown, in ons vorig nummer, is gebleken abusief te zijn geweest. Het schip heeft het dok verlaten en zal de geloste lading weder innemen.

Afbeelding
Datum 06 december 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 5 december. Voor de verleende assistentie door het stoomschip SCYTHIA van de Cunard-Line aan het stoomschip EDAM, toen gemeld stoomschip de schroef had verloren en door de SCYTHIA op 21 oktober te Queenstown werd binnengesleept, is aan de SCYTHIA als bergloon GBP 4.500 toegekend.

Afbeelding
Datum 27 januari 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Zeetijdingen. Het stoomschip EDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Amsterdam, vertrok 23 dezer van New York; VEENDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, vertrok 23 dezer van Boulogne en passeerde 24 dezer Lezard; MAASDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 25 dezer Lezard; BATAVIA, vertrok 24 dezer van Rotterdam naar Batavia; ANCHISES, van Amsterdam naar Java, passeerde 23 dezer Port Said; MENELAUS, van Java naar Amsterdam, is op 24 dezer Prawlepoint gepasseerd; PRINS ALEXANDER, van Amsterdam naar Batavia, passeerde 23 dezer Kaap St. Vincent; PRINS FREDERIK HENDRIK, van Suriname naar Amsterdam, arriveerde 24 dezer te Havre; PRINS HENDRIK, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 24 dezer te Padang; CELEBES, van St. John, arriveerde 25 dezer te Londen; SCHIEDAM, van de N.A.S.M, arriveerde 25 dezer van Baltimore te Rotterdam.

Afbeelding
Datum 10 februari 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Het stoomschip EDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Amsterdam, vertrok 8 dezer van Boulogne; SPAARNDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, vertrok 8 dezer van Boulogne; BURGEMEESTER DEN TEX, van Amsterdam naar Batavia, passeerde 7 dezer Kaap St. Vincent; SOENDA, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 7 dezer van Suez; ZUID-HOLLAND, van Java naar Rotterdam, arriveerde 7 dezer te Marseille; MERAPI, van Rotterdam naar Java, arriveerde 8 dezer te Southampton; LAWANG, van Java naar Amsterdam, vertrok 5 dezer van Singapore; WERKENDAM, van de N.A.S.M, vertrok 7 dezer van New York naar Rotterdam.

Afbeelding
Datum 11 februari 1892
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 9 februari. De gezagvoerder van het stoomschip EDAM, rapporteert, dat hij het Engelse stoomschip BRACADAILE, van Penarth naar Delaware bestemd, dat de schroefas had gebroken, ruim 1000 mijlen op sleeptouw heeft gehad, doch dat men op 50º N.B. en 20º52’ W.L. door stormweder en het breken der trossen genoodzaakt werd het te verlaten.

Afbeelding
Datum 11 februari 1892
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 10 februari. Volgens mededeling van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij, bericht kapitein Bruinsma het volgende omtrent het slepen van het Engelse stoomschip BRACADAILE door het stoomschip EDAM, van New York te Amsterdam binnen:
Wij kregen de negentwintigste januari des ochtends te 10 uur, op 43º38’ N.B. en 43º51´ W.L. een stoomschip in gezicht met noodsein HB, hetgeen betekende: “Want assistence immediately”. Hoewel er een stijve NW bries woei met hoge zee, stuurden we er onmiddellijk op af en waren te 11 uur voormiddags bij bedoeld stoomschip, hetwelk bleek te zijn de BRACADAILE, van Cardiff in ballast naar Sandy Hook onderweg voor orders. Op onze vraag wat hij wenste, kregen we ten antwoord: "Will you take me in tow? Machine disabled". Beseffende, dat het voor de BRACADAILE, zoals het dwars in zee lag, hevig slingerde en overhaalde, onmogelijk was zelf een boot uit te zetten, zetten we een onzer reddingboten overboord en ging de eerste officier, W. de Boer, met 4 man onder haar lij oproeien. Hoewel met veel moeite en gevaar gepaard, mocht het na krachtige inspanning tenslotte gelukken het stoomschip te bereiken. De eerste officier, opdracht hebbende te onderzoeken, in hoeverre het stoomschip BRACADAILE werkelijk in gevaar verkeerde en het dus gewettigd was het stoomschip EDAM met zijn vele passagiers en kostbare lading wellicht zelf in gevaar te brengen, vernam van de kapitein, dat na 14 dagen reis, met hevig stormweder van het Westen, de schroefas totaal gebroken was en nu zijn schip sedert dertig uren aan wind en zee prijsgegeven was. Dat bovendien door het breken van die as, de ballasttank defect was geraakt, waardoor, als aan genoemde officier zelf bleek, het water zich met de zandballast vermengd had. Daar bijna al haar zeilen verloren waren gegaan, zag de kapitein geen mogelijkheid zich uit zijn benarde toestand te redden en verzocht dan ook dringend assistentie. Bij terugkeer van de boot werd na gehouden scheepsraad door de kapitein van de EDAM besloten te trachten het ontredderde schip zo mogelijk naar Queenstown of in alle gevalle meer in de lijn van de Atlantische stomers te brengen. Spoedig was door de equipage van de EDAM, de manillasleeptros van de BRACADAILE aan boord gehaald, die echter bleek verstikt te zijn en reeds dadelijk brak. Hierna een 5 duims staaldraadtros van de EDAM uitgebracht hebbende, werd te 6 uur namiddag de reis voortgezet. Het slepen ging, ondanks de nu en dan hoge zee uit het noordwesten en het daardoor sterk gieren van de BRACADAILE, vrij goed en werd een gemiddelde vaart van plusminus 8 mijl tot op de vierde februari behouden. In de nacht van die dag was een hevige storm van het westzuidwesten uitgebroken, waardoor de BRACADAILE dikwijls geheel dwarszee´s werd geworpen, hetgeen het breken der sleeptros tengevolge had. Hoewel herhaaldelijk getracht werd, door rond het stoomschip te stomen, een sleeplijn door de BRACADAILE te doen opvissen en waardoor enige onzer reddingboeien en gordels zelf verloren gingen, mocht dit door het hevige stormweder en de hoge zee niet gelukken. Bij de laatste poging te ongeveer 12 uur ‘s middags kwam een zware zee over ons achterschip, waardoor enige dekschade aan de EDAM ontstond, verscheidene manschappen van de been raakten en de bootsman overboord sloeg. De machine werd onmiddellijk gestopt en hoewel nog enige der overboord gespoelde voorwerpen in de nabijheid werden gezien, was van de bootsman niets meer te bespeuren. Daar de storm in hevigheid toenam, de barometer geen gunstige verandering deed verwachten en onze kolenvoorraad sterk verminderd was, werd na gehouden scheepsraad in het belang van eigen passagiers, opvarenden, schip en lading, besloten de reis te vervolgen. Daartoe gingen we te eerder over daar het stoomschip BRACADAILE zich alstoen in goede positie en op 50º N.B. en 20º52´ W.L, dus in de route van de Noord-Atlantische stoomschepen, bevond en de kapitein op ons sein: "Zijt gij in gevaar?", ontkennend antwoordde.
(Bedoeld stoomschip, thans gesleept door het ss PARKMORE, passeerde 9 februari Scilly, op weg naar Plymouth).

Afbeelding
Datum 11 februari 1892
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Plymouth, 10 februari. Door het stoomschip PARKMORE werd hier binnengesleept het stoomschip BRACADAILE, dat 28 januari de schroefas had gebroken. Nadat het door het stoomschip EDAM gesleept was geweest, werd het de zevende februari des ochtends door de PARKMORE op sleeptouw genomen.

Afbeelding
Datum 22 februari 1892
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 19 februari. Door de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij is een eis ingesteld tegen de reders van het Engelse stoomschip BRACADAILE, wegens hulploon terzake van het ruim 1000 mijlen slepen van genoemd stoomschip door het Nederlandse stoomschip EDAM.

Afbeelding
Datum 26 februari 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Het stoomschip VEENDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde den 24 februari, des ochtend 8 uur, Wight; P. CALAND, van de N.A.S.M, arriveerde den 22 februari van Amsterdam te New York; EDAM, van de N.A.S.M, vertrok 24 februari van Amsterdam naar Baltimore; BROMO, van Java naar Rotterdam, passeerde 24 februari Ouessant; PRINS WILLEM I, van Suriname naar Amsterdam, passeerde 24 februari, ten 8 uur 30 min. v.m, Ouessant; LAWANG, van Java naar Amsterdam en Hamburg, is 23 februari des morgens Suez gepasseerd; MERAPI, van Rotterdam naar Java, arriveerde 24 februari te Port Said; UTRECHT, van Rotterdam naar Java, vertrok 23 februari van Southampton; PRINS HENDRIK, vertrok 24 februari van Batavia naar Amsterdam.

Afbeelding
Datum 12 maart 1892
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Zeetijdingen. Het stoomschip SPAARNDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 10 dezer Prawlepoint; EDAM, van de N.A.S.M, van Amsterdam naar Baltimore via New York, arriveerde 9 dezer te New York; DIDAM, van de N.A.S.M, vertrok 9 dezer van New York naar Amsterdam; ZAANDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar Baltimore via New York, passeerde 10 dezer Beachy Head; SAMARANG, van Java naar Rotterdam, vertrok 10 dezer van Colombo; SOERABAJA, van Java naar Rotterdam, arriveerde 9 dezer te Suez; GELDERLAND, van Java naar Rotterdam, vertrok 10 dezer van Padang.

Afbeelding
Datum 27 september 1892
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Maassluis, 24 september. Het op het Zuiden vastgevaren stoomschip EDAM, heeft men vruchteloos getracht vlot te slepen. De lading wordt gelost.

Afbeelding
Datum 28 september 1892
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Maassluis, 25 september. Het stoomschip EDAM is hedenmorgen, na een gedeelte der lading gelost te hebben, met assistentie van de sleepboot NOORDZEE vlot gekomen en naar Rotterdam opgestoomd.

Afbeelding
Datum 13 oktober 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden. Het stoomschip SOERABAYA, van Rotterdam naar Java, arriveerde 11 dezer te Marseille; GEDEH vertrok 11 dezer van Batavia naar Rotterdam; PRINS MAURITS, vertrok 9 dezer van Parimaribo naar Amsterdam; ORANJE NASSAU, arriveerde 10 dezer te van Amsterdam te Parimaribo; SUMATRA, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 10 dezer van Southampton; CONRAD, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 11 dezer van Port Said; AMSTERDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 11 dezer Scilly; EDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, vertrok 11 dezer met 124 passagiers derde klasse.

Afbeelding
Datum 15 november 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 14 november. Het stoomschip OCEANIA, met Chinese en Indische mails, arriveerde 10 dezer nachts te Suez. De mails kunnen 16 dezer te Marseille verwacht worden; ZAANDAM, van de N.A.S.M, van Amsterdam naar New York, passeerde 19 dezer Lezard; MERAPI, van Rotterdam naar Java, arriveerde 12 dezer te Southampton; GEDEH, van Java, passeerde 13 dezer Dover, en wordt des nachts van 13 op 14 dezer te Rotterdam verwacht; EDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde de 13e dezer Prawle Point; ORANJE NASSAU, vertrok 11 dezer van New York naar West-Indië; SPAARNDAM, van de N.A.S.M, vertrok 11 dezer van New York naar Rotterdam.

Afbeelding
Datum 16 november 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 15 november. Het stoomschip GEDEH, arriveerde 14 dezer van Java via Marseille te Rotterdam; DUBBELDAM, van de N.A.S.M, vertrok 13 dezer van New York naar Rotterdam; EDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 14 dezer Dover; SOENDA, van Batavia naar Amsterdam, passeerde 13 dezer Carvoeira; SUMATRA, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 14 dezer te Padang.

Afbeelding
Datum 22 november 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 21 november. Het stoomschip EDAM, van de N.A.S.M, vertrok den 19 november met 152 passagiers derde klasse van Rotterdam naar New York en passeerde de 20e november, des voormiddag 9 uur 20 minuten, Wight; VEENDAM, van de N.A.S.M, vertrok den 18 november van New York naar Rotterdam; ARDJOENO, van Rotterdam naar Java, arriveerde 20 november te Batavia, 25 dagen reis van Marseille; PRINSES AMALIA, van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 19 november te Southampton; PRINS HENDRIK, van Batavia naar Amsterdam, vertrok 18 november van Padang.

Afbeelding
Datum 06 december 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 5 december. Het stoomschip DUBBELDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, passeerde 4 dezer des avond te 6 uur Lezard; P. CALAND, van de N.A.S.M, van New York, arriveerde 4 dezer te Rotterdam; EDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam, arriveerde 4 dezer te New York; CARLISLE, van de N.A.T.L, van Rotterdam, arriveerde 3 dezer te New York; MERAPI, van Rotterdam naar Java, vertrok 4 dezer van Perim.

Afbeelding
Datum 11 december 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 9 december. Het stoomschip OBDAM, van de N.A.S.M, arriveerde 8 december van New York te Rotterdam; BROMO, van Java naar Rotterdam, vertrok 7 december van Perim; DRENTHE, van Rotterdam naar Java, vertrok 7 december van Suez; PRINSES WILHELMINA, van Batavia naar Amsterdam, passeerde 7 december Dungeness; KONINGIN EMMA, van Batavia naar Amsterdam, vertrok 7 december van Marseille; EDAM, van de N.A.S.M, vertrok 7 december van New York naar Rotterdam; SPAARNDAM, van de N.A.S.M, van Rotterdam naar New York, passeerde 8 december Lezard; PRINS WILLEM II, van Suriname naar Amsterdam, arriveerde 8 december te Havre.

Afbeelding
Datum 23 december 1893
Krant LC - Leeuwarder Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Leeuwarden, 22 december. Het stoomschip BROMO, van Java naar Rotterdam, vertrok 21 dezer van Marseille; EDAM, van de N.A.S.M, van New York naar Rotterdam, passeerde 21 dezer Dover; CONRAD, van Batavia naar Amsterdam, vertrok 21 dezer van Port Said; PRINSES SOPHIE, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 20 dezer van Suez; PRINS FREDERIK HENDRIK arriveerde 20 dezer van West-Indië te New York; PRINSES MARIE, van Amsterdam naar Batavia, keerde 20 dezer uit zee terug te Southampton wegens stormweder, doch zette 21 dezer de reis weder voort; GEDEH, van Rotterdam naar Java, vertrok 21 dezer van Marseille.

Afbeelding
Datum 05 mei 1894
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Londen, 3 mei. Volgens telegram uit Londen passeerde het stoomschip EDAM, van New York naar Rotterdam, Lizard, en seinde van daar iets omtrent gebroken hogedruk zuiger. Het telegram is zeer onduidelijk en luidt aldus: Carried AJAX high pressure piston. Het stoomschip AJAX, dat ongeveer 14 april van de Clyde te Hongkong arriveerde, kan in het telegram niet bedoeld worden. Vermoedelijk zal het telegram moeten beduiden dat het stoomschip EDAM, van New York naar Rotterdam, Lizard passeerde, stomende met de hogedruk zuiger defect.

Afbeelding
Datum 25 januari 1895
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 22 januari. Volgens telegram uit New-York is het Nederlandse schip EDAM, heden aldaar aangekomen, aan de grond gelopen, maar met adsistentie en ogenschijnlijk zonder enige schade vlot gesleept.

Afbeelding
Datum 20 september 1895
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 19 september. Volgens telegram van Lloyd’s is het stoomschip EDAM (opm: kapt. B.G. Bruinsma) van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, van New York naar Amsterdam, bij Start Point gezonken. De passagiers en equipage zijn gered en te Plymouth geland.
Later bericht: Het Nederlandse stoomschip EDAM en het Engelse stoomschip TURKESTAN, van Londen naar Cardiff, zijn bij Start Point met elkander in aanvaring geweest, waardoor eerstgenoemde is gezonken. Van de schade, door laatstgenoemde geleden, is niets bekend. Het werd in de mist uit het oog verloren.

Afbeelding
Datum 21 september 1895
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 20 september. Onze Londense correspondent seint: Passagiers van de EDAM zijn vanochtend te Londen aangekomen om over Vlissingen naar Rotterdam te vertrekken. De gezagvoerder weigert zich uit te laten over de vraag wie de schuld van de ramp draagt. Hij verklaarde echter, dat hij en de tweede stuurman voor de aanvaring op de brug stonden. Het schip werd aan bakboord midscheeps ingelopen. De EDAM had alles gedaan om de botsing te voorkomen. Men stoomde wegens de dikke mist met halve kracht, terwijl de misthoorn bleef klinken. Het bericht, dat de TURKESTAN – die op reis naar de Perzische Golf was en Cardiff alleen zou aandoen – enige schipbreukelingen zou hebben opgenomen, is onjuist. Toen de opvarenden reeds aan boord van de treiler VULTARE (opm: VOLTAIRE?) waren, poogde kapt. Bruinsma nog vergeefs op de EDAM te komen. Het schip zonk achterover in de diepte weg. De schepelingen bereikten Plymouth in deerniswaardige toestand, maar vonden een gastvrij onderkomen in het matrozenhuis, werwaarts de Nederlandse vice consul hen geleidde. De passagiers van de EDAM waren voor het grootste deel Duitsers, Russen en Polen, landverhuizers die teleurgesteld uit Amerika terugkwamen.

Afbeelding
Datum 21 september 1895
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

De lading van het gezonken stoomschip EDAM bestaat uit: 78.295 bushels mais, 14.200 balen meel, 240 balen voeder, 644 balen koffie, 126 balen bedveren, 10 balen en 33 vaten schoenpennen, 111 balen, 185 kisten en 29 vaten tabak, 20 vaten siroop, 310 vaten gedroogde appelen, 6 vaten runderblazen, 727 bundels tinafval, 43 bundels balein, 100 kisten gedroogde vruchten, 173 kisten naaimachines, 66 kisten vernis en verf, 2 kisten zweepkokers, 144 kisten cederhout, 78 kisten schoolleien, 2 kisten sigaren, 1 kist leder, 178 kratten petroleumkachels, 2696 tonduigen, 3 stoomketels, 76 ijzeren pijpen, 47 bundels ijzeren en houten buizen, 3 kratten schoorstenen, 4 vaten en 17 kisten machinerie, 9 pakken ijzeren pijpen.

Afbeelding
Datum 21 september 1895
Krant ZZN - Zierikzeesch Nieuwsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 19 september. Volgens bij de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij ingekomen bericht is het stoomschip EDAM, van New York naar Amsterdam, in de afgelopen nacht nabij Eddystone door aanvaring met het Engelse stoomschip TURKISTAN, van Swansea, gezonken. Passagiers en bemanning zijn gered en door een vissersvaartuig te Plymouth aangebracht. Volgens Lloyd’s telegram had de aanvaring plaats bij mist. Daardoor ook werd de TURKISTAN spoedig uit het oog verloren, zodat haar schade niet bekend is. Het stoomschip EDAM werd in 1883 te Fijenoord gebouwd. Het aantal passagiers en manschappen der EDAM bedraagt 93.
De TURKISTAN bleef bij het zinkende schip tot allen gered waren. De zee was zeer kalm. De meeste passagiers hadden slechts de tijd hun leven te redden, daar de EDAM spoedig zonk. De orde aan boord was voorbeeldig. Zowel de gezagvoerders van beide stoomschepen als de visser, die de redding volbracht, verklaren dat er een dikke mist hing.

Afbeelding
Datum 22 september 1895
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 20 september. Het stoomschip EDAM werd aan bakboord achter de machinekamer aangevaren en bij het achteruit stomen van de TURKISTAN vloeide het water door de veroorzaakte opening met zulk een kracht, dat het blijkbaar spoedig moest zinken.

Afbeelding
Datum 08 oktober 1895
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Perranporth (opm: 50º20’ N.B. 05º09’ W.L.), 5 oktober. Hier op het strand werd het achterdeel van een scheepsboot gevonden, waarop met vergulde letters ss EDAM – Rotterdam.

Afbeelding
Datum 01 november 1895
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 30 oktober. Volgens bij de Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij binnengekomen bericht deed het Admiraliteitshof te Londen heden uitspraak inzake de aanvaring in het Kanaal tussen het Nederlandse stoomschip EDAM en het Engelse stoomschip TURKESTAN, en wel in dier voege dat de TURKESTAN alleen schuldig werd verklaard, dewijl deze nalatig was gebleven met het stoppen en achteruit werken der machine.

Afbeelding
Datum 16 maart 1896
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Londen, 12 maart. Voor het Hof van Appel werd heden behandeld de zaak der aanvaring van het stoomschip EDAM en het stoomschip TURKISTAN op 19 september 1895 tussen Eddystone en Start Point, ten gevolge waarvan de eerstgenoemde is gezonken. De president, die de zaak der aanvaring in oktober l.l. had behandeld, besliste, dat, toen de TURKISTAN drie stoten van de misthoorn van de EDAM hoorde, men onmiddellijk had moeten stoppen. De bewering, dat de EDAM te veel vaart liep, dat het roer verkeerd naar bakboord werd gelegd, miste volgens de president alle grond, weshalve de TURKISTAN de schuld van de aanvaring werd opgelegd. De reders van de TURKISTAN appelleerden tegen deze beslissing, bewerende dat volgens de daadzaken en de waarschijnlijkheden de EDAM alleen aan de aanvaring schuld zou hebben. Het Hof van Appel bevestigde het vonnis, indertijd gewezen inzake de aanvaring EDAM / TURKISTAN, waarbij uitsluitend de TURKISTAN aan de aanvaring werd schuldig verklaard.

Afbeelding
Datum 29 april 1896
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Londen, 27 april. Door de Admiralty Division werd heden bepaald, dat de vergoeding, te betalen door de Anglo Arabian & Persian Steam Ship Co, eigenaars van het stoomschip TURKISTAN, niet verder strekt, dan tot GBP 8 per register ton, op een tonnenmaat van 3,943.7 ton van dat schip, dat op de 12e september 1895 in het Engels Kanaal in aanvaring is geweest met het stoomschip EDAM van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, dat dientengevolge is gezonken. De schuld hiervan werd aan de TURKISTAN, zowel door de Admiralty Division als door de Court of Appeal toegeschreven. De vergoeding werd derhalve bepaald op GBP 31.479.

Afbeelding