Inloggen
VOLHARDING - ID 18211


Kroniekberichten

Datum 23 oktober 1873
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Reval, 21 oktober. Het Nederlandse schip VOLHARDING, kapt. (F.C.) Swart, van Fernambucq met katoen herwaarts, is alhier in de nabijheid aan de grond geraakt. Het schip is dicht gebleven. Adsistentie vertrekt derwaarts.

Afbeelding
Datum 24 oktober 1873
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Reval, 22 oktober. (Per telegram). Het Nederlandse schip VOLHARDING, kapt. (F.C.) Swart, van Fernambuck herwaarts, alhier in de nabijheid aan de grond geraakt, is zonder assistentie en ogenschijnlijk zonder schade weder vlot geworden en alhier op de rede geankerd.

Afbeelding
Datum 09 mei 1875
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Falmouth, 8 mei. Heden alhier aangekomen het schip VOLHARDING, kapt. Swart, van Rio Janeiro met gebroken grote ra, marsera en fokkemast gekraakt, benevens schade aan zeilen.

Afbeelding
Datum 15 mei 1875
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Falmouth, 13 mei. De Nederlandse brik VOLHARDING, kapt. Swart, 8 dezer van Rio Janeiro alhier gearriveerd met schade aan schip en tuig, is onderzocht en aanbevolen om te lossen en te repareren.

Afbeelding
Datum 26 oktober 1875
Krant AH - Algemeen Handelsblad

Uittreksel van een bericht van de Nederlandse consul op het eiland Martinique van 27 september j.l.
Ofschoon tussen Nederland en deze kolonie bijna geen handelsbetrekkingen bestaan, vertoont zich hier toch nu en dan de Nederlandse handelsvlag. Den 23ste juli jl. kwam hier de brik NIEUWENDAM, kapt. Jaski, uit Havre met een lading Franse goederen, welke de 26e augustus met een lading koloniale producten naar dezelfde haven vertrok. Op dit ogenblik liggen ter rede van Fort de France de bark ENTREPRISE, kapt. Mulder, om een lading steenkolen voor de Franse transatlantische stoombootmaatschappij (opm: mogelijk dus de Cie. Générale Transatlantique) te lossen; en ter rede van St.- Pierre de brik VOLHARDING, kapt. Swart, naar Havre gekomen met een lading Franse goederen. Ongelukkig zullen deze schepen genoodzaakt zijn, in ballast naar elders te verzeilen, daar onze oogst in een maand afgelopen is en zij dus hier geen terugvracht kunnen verkrijgen. Het ware te wensen, dat meer Nederlandsche schepen te gelegener tijd de havens van Martinique en Guadeloupe bezochten; van februari tot juli zouden zij altijd zeker van ladingen koloniale producten voor Frankrijk te vinden. Uithoofde van het gevorderde seizoen staat de handel thans geheel stil.

Afbeelding
Datum 01 juni 1877
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Triëst, 26 mei. De schepen GEERTINA, kapt. De Grooth, en VOLHARDING, kapt. Swart, zijn hier bevracht naar Fernambuck tot 40 schillingen met 5% per ton.

Afbeelding
Datum 17 oktober 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Schepen in lading

Rio Janeiro, 22 september. Het schip VOLHARDING ligt alhier in lading naar Lissabon voor order.

Afbeelding
Datum 06 november 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Dordrecht, 5 november. Volgens ontvangen telegram uit Lissabon was het brikschip VOLHARDING, kapt. Swart, gisteren aldaar gearriveerd van Rio Janeiro om orders. Aan boord was alles wel.

Afbeelding
Datum 17 november 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Rotterdam, 16 november. De lading van het schip VOLHARDING, kapt. Swart, van Rio Janeiro te Lissabon voor order binnen, is voor Triëst verkocht, zodat het schip derwaarts zal vertrekken.

Afbeelding
Datum 20 augustus 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Dordrecht, 18 augustus. Het Nederlandse schip VOLHARDING, kapt. Swart, van Marseille naar Amsterdam, was volgens brief van de kapitein d.d. 7 dezer toen kruisende bij Gibraltar.

Afbeelding
Datum 11 november 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 10 november. Het Nederlandse schip VOLHARDING, kapt. Swart, van hier naar Suriname, is lek met verlies van zeilen en meer andere schade te Vigo binnengelopen; moet lossen om te repareren.

Afbeelding
Datum 15 november 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 14 november. Volgens brief van kapt. Swart, voerende het Nederlands schip VOLHARDING, van hier naar Suriname, lek te Vigo binnen, had hij het 6e etmaal na zijn vertrek uit IJmuiden zwaar stormweer gekregen, waarin het schip geweldig werkte, opgeslagen dek kreeg en de boten stuk sloegen. De presennings sloegen van de luiken zodat er veel water naar binnen drong, terwijl het schip buitendien lek werd, en men 6 voet water bij de pomp peilde. Met veel inspanning gelukte het om het schip lens te krijgen en besloot hij naar Vigo af te houden om de geleden schade te herstellen. Een man is over boord geslagen en 2 werden ernstig gewond. De lading zal zwaar beschadigd wezen, daar het opgepompte water met rijst, cement en kalk vermengd was.

Afbeelding
Datum 01 mei 1881
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

St.Thomas, 14 april. De Nederlandse brik VOLHARDING, kapt. Swart, is bevracht om te Aquadilia suiker in zakken te laden naar Falmouth voor order, tegen 30 shilling 9 pence per ton.

Afbeelding
Datum 02 oktober 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

St. Thomas, 14 september. Het Nederlandse schip VOLHARDING, kapt. F.C. Swart, is bevracht van Monte Christi naar Falmouth.

Afbeelding
Datum 23 november 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

New York, 10 november. Het Nederlandse schip VOLHARDING, kapt. F.C. Swart, van Monte Christo met verfhout naar Falmouth bestemd, is 15 oktober op de Caicos Bank verongelukt. Schip en lading zijn totaal verloren. De gezagvoerder en equipage hebben Inagua met hun eigen boot bereikt.
Het schip VOLHARDING was 1 september te Barbados aangekomen.

Afbeelding
Datum 01 december 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Omtrent het vergaan van de Nederlandse brik VOLHARDING, kapt. Swart, op reis van Monte Christo naar Falmouth voor order, wordt aan de Veendammer Courant het volgende geschreven uit New York van 12 november:
Met de stoomboot JASON, kapt. Hinloopen, vertrokken heden van hier naar Costi, kapt. Swart en 4 man van de equipage, behoord hebbende tot de Nederlandse brik VOLHARDING, die in de nacht van de 17e op de 18e oktober op de Caicosbank schipbreuk leed. In een onderhoud met kapt. Swart deelde deze mij de volgende bijzonderheid mee.
De VOLHARDING vertrok deze zomer in ballast van Hamburg naar Pernambuque, kon echter aldaar geen vracht vinden. Na de eilanden Barbados, St. Vincent, St. Lucia en St. Thomas aangedaan te hebben, sloot kapt. Swart op laatstgenoemde plaats een charter af, om in Monte Christo een lading verfhout te laden, Falmouth voor order, tegen Sh.42/6 per ton.
De VOLHARDING vertrok in de eerste helft van de maand oktober van Monte Christo, met 227½ ton lading aan boord. In de nacht van de 17e oktober, toen men zich naar gissing op 22° NB 72°30’ WL lengte bevond, stootte het schip op een blinde klip, en had in 20 minuten tijd een voet water in het ruim. Men loodde 6 vaam, een ogenblik later 4 vaam en bom, daar slierde het schip langs de banken. Een onderzoek bracht aan het licht, dat er een gat in de bodem van het schip was en er aan stoppen niet te denken viel. Onmiddellijk werden alle hands aan de pompen geordonneerd en besloten zo mogelijk langs de kust van het onbekende eiland een schuilplaats te zoeken. Het schip werd met ondertopzeil en brikzeil bij de wind gelegd en door voortdurend pompen getracht boven water te houden. Binnen een half etmaal stond er echter 8 voet water in het ruim en was er aan boven water houden niet meer te denken, zodat men na gehouden scheepsraad besloot het schip te verlaten. De grote boot en de kleine sloep werden daartoe uitgebracht, en een weinig levensmiddelen, brak drinkwater, de scheepsinstrumenten, de zeebrief, meetbrief en monsterrol, verder alles achterlatende, ging men in de boten. Aan verder redden was geen denken, het schip begon zo ras te zinken dat men, bevreesd om in het zog van het schip te komen, zo snel mogelijk zocht weg te komen. Na ongeveer 2 uur begon men het schip uit het oog te verliezen. Het was buiig, diezig (opm: heiig) weer, en men zette koers naar een van de vele eilanden die zich daar in de buurt bevinden. Het weer nam in ruwheid toe, de instrumenten werden onbruikbaar, door het vele water dat er in de boten kwam, de levensmiddelen waren op, het water schaars en niet drinkbaar, men was de grootste ellende en wanhoop ter prooi, toen men eindelijk, na 3½ etmaal rondgezwalkt te hebben, doornat en geheel uitgeput land bereikte, dat tot overmaat van smart onbewoond bleek te zijn. Geen spoor van een levend wezen was te bekennen, en evenmin was er voedsel of drinken te vinden. Men kwam overeen de kust langs te gaan en vond eindelijk aan de zuidzijde van het eiland een huisje staan, dat door een negerfamilie bewoond werd en welks bewoners gelukkig Engels spraken. Zij werden allerliefst ontvangen en op de hartelijkste wijze onthaald en verzorgd. Men vernam nu, dat men zich op het eilandje Inagua bevond, behorende tot de Bahama-Eilanden, en dat er op ongeveer 32 Engelse mijlen afstand, aan de zuidwestkust van het eiland, een dorpje was, met name Matthew Town, dat als station voor de handel in zout en pannen, nu en dan door de boten, die tussen West Indië en Noord-Amerika varen, werd aangelopen. Zij brachten nu een nacht ten huize van de negerfamilie door, en bood zich het hoofd van het gezin aan om, als loods, met de schipbreukelingen mee te gaan naar Matthew Town). Dit aanbod werd natuurlijk dankbaar aangenomen, en na enige tijd bereikte men gezegd dorpje, dat uit een honderdtal houten hutten bestond, doch waar men gelukkigerwijze een Amerikaanse consul vond, die zich het lot van de arme schipbreukelingen verder wilde aantrekken. Na ongeveer 14 dagen met de beperkte middelen die in zulk een plaatsje gevonden worden, verzorgd te zijn, kwam de stoomboot ALPHO, van de Atlas-lijn, op reis van Jamaica naar New York, de 3e november te Matthew Town en stopte ongeveer één uur tot het landen en ontvangen van brieven en koopwaren. Men embarkeerde, nadat kapt. Swart voor de onkosten een wissel op de Nederlandse consul te New York had afgegeven en kwam gelukkig donderdag de 6e november alhier aan. De geredden bestonden uit de kapitein en 6 man equipage. Eén was in Monte Christo gedeserteerd en niet meer terug te vinden. Een van de matrozen wenste hier te blijven en heeft hier zijn afrekening ontvangen, terwijl de overigen, 5 man met de kapitein, aan boord van de JASON de terugtocht naar het vaderland aanvaardden. Ofschoon veel doorstaan, waren ze allen in tamelijk goede welstand, de kapitein alleen klaagde zeer over reumatiek, als gevolg van de doornatte toestand, waarin men enige dagen heeft doorgebracht. De geredden hebben alles verloren.
Kapitein Swart heeft 45 jaar de zee bevaren en nog nooit een schip verloren. Op zijn leeftijd valt hem het verlies dus dubbel zwaar. De VOLHARDING behoorde aan de rederij van de heren Klerk en Voogd te Dordrecht en was in de laatste 6 jaren niet in het vaderland geweest. Als reden van de schipbreuk geeft de kapitein op, dat de stromen, die op de hoogte van de Bahama-eilanden oostelijk zouden lopen, vermoedelijk westelijk waren, althans na de ramp was het duidelijk, dat men een beetje te hoog was gelopen. Door het voortdurend buiige en diezige weer konden er geen waarnemingen gedaan worden, zodat men geen bestek kon maken.

Afbeelding
Datum 19 december 1882
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Amsterdam, 16 december. Gedurende de maand november verongelukten de volgende Nederlandse schepen: ALIDA ELIZABETH, kapt. G.H. Dubben; DATSTAR, kapt. Potjewijd; EDSKE SMIT, kapt. O.C. Blok; ELISABETH, kapt. J.H. Boompaal; JOHANNA MARGRIETHA, kapt. W. de Haan; MARIA AGNIETA, kapt. W. van der Meer en VOLHARDING, kapt. F.C. Swart.

Afbeelding