Kennelijk aangetrokken door de hoge zeevrachten van begin vijftiger jaren werd na ruim 20 jaren binnenvaart door Strickaert voor de ONDERNEMING op 16 april 1852 een eerste zeebrief  aangevraagd en op 21 mei verkregen. Ongetwijfeld zal Strickaert als scheepsbouwer tevoren extra voorzieningen aan het schip hebben aangebracht. Als zeeschip was het gaffelschip nu aanlokkelijk geworden voor Borghmans en Benier om het op 2 april 1853 te kopen. Reeds op 28 augustus 1853 vond de ONDERNEMING haar Waterloo.

1852

Op 16-04-1852 wordt voor de ONDERNEMING door J. Strickaert en Zoon uit Zierikzee een zeebrief aangevraagd. Den Haag verlangde het eigendomsbewijs, een Cedule. Nadat aan de formaliteiten was voldaan werd op 21-05-1852 aan de ONDERNEMING onder kapt. J. van Gelder een zeebrief toegekend.

Op 17-07-1852 wordt voor de ONDERNEMING door J. Strickaert en Zoon uit Zierikzee een zeebrief aangevraagd voor kapt. J.D. Launsbach.

NRC 250952
Vlie, 22 september. Het schip ONDERNEMING, kapt. Launsbach, van Sunderland naar … (opm: niet vermeld), is alhier lek, met verlies van zeilen en meer andere schade binnengelopen. Het ligt in de haven van Terschelling en moet lossen om te repareren.
RC 280952
De ONDERNEMING, kapt. J.D. Lambach (opm: gaffelschip, ook wel pleit, kapt. J.D. Launsbach), van Sunderland, is den 22 dezer met verlies van zeilen en meer andere schade in het Vlie binnengelopen; ligt in de haven van Terschelling om te repareren.

1853

Op 23-04-1853 wordt voor de ONDERNEMING door J.F Borghmans en Benier uit Zierikzee een zeebrief aangevraagd voor kapt. J.D. Launsbach.

NRC 300853
Amsterdam, 29 augustus. Het pleijtschip ONDERNEMING, kapt. J.D. Laansbach (opm: ook wel gaffelschip, bouwjaar 1831 of eerder; kapt. Johannes Daniël Launsbach), van Sunderland met steenkolen naar Vlissingen, is de 27e dezer bij Wijk aan Zee gestrand en zal weg zijn. De kapitein en de stuurman hebben zich gered, de twee overige manschappen zijn verdronken. (opm: zie DC 010953)
DC 010953
Castricum, 28 augustus. Gisteren middag is onder deze banne gestrand een scheepje, genaamd de ONDERNEMING, van Vlissingen. Men vermoedt dat het een beurtschip is van Vlissingen op Londen. De schepelingen, vier in getal, hebben getracht men hun eigen boot, hun leven te redden, nadat de reddingboot van Egmond aan Zee, daartoe vergeefs alle pogingen had aangewend. De kapitein en stuurman hebben, nadat de boot herhaalde malen was omgeslagen, eindelijk het strand bereikt, en zijn naar Egmond overgebracht; maar de twee matrozen hebben in de golven hun graf gevonden.