|
Terschelling, 28 januari. De sleepboot ADSISTENT is heden middag weder teruggekomen; met veel moeite heeft zij de 3/m. schooner FRIESLAND, gevoerd door kapt. de Haas, kunnen bereiken; het schip zit in het Zuiderrak bij het tweede kopbaken aan de grond. Toen de sleepboot bovengenoemd schip bereikt had, bevond zich niemand aan boord, doch een ogenblik later kwam een schroefbootje van Harlingen aanstomen, waarop de kapitein, een assuradeur en enige andere heren zich bevonden. Men vernam, dat het schip door twee sleepboten van Harlingen met hoogwater op strand was gezet, ten einde het een veilige plaats te geven, tot behoud der lading. De gezagvoerder der sleepboot stelde voor het schip er af te werken, hetgeen hem werd toegestaan, mits hij het een veiliger plaats gaf, tot behoud van schip en lading, zodat hij aansprakelijk was voor alle verdere schade. Doch daar de gezagvoerder wel kans zag om het schip er af te brengen, maar niet om het met een diepgang van 15 voet in de haven van Harlingen of die van Terschelling te slepen, door de grote hoeveelheid drijfijs, durfde hij dit niet te ondernemen en zette vervolgens weder koers naar Terschelling. Het dek, op de hoogte van de grote mast, is uit elkaar gewerkt en de voorsteven geheel ontzet, zodat het schip, wanneer het afgebracht werd, gedeeltelijk vol water zou lopen; de boegpoorten komen boven water, zodat het lossen een aanvang genomen heeft.
|