De scheepsnaam JEUNE EMILIE wordt ook wel als JONGE EMILIE geschreven, de naam EMILIE zelfs op meerdere manieren.
Waar en wanneer het schip werd gebouwd kon door Marhisdata niet worden achterhaald.
1814
OHC 170914
Bij Zoutlandt (opm: Zoutelande), twee uren van Vlissingen heeft gestoten la JEUNE EMILIE, kapt. U.W. Klein van Marennes naar Antwerpen gedistineerd; hetzelve is daardoor zoodanig lek geworden, dat men het niet boven water heeft kunnen houden, waarom de kapitein het op strand heeft moeten zetten en ligters aangenomen heeft om zoo veel mogelijk van de lading te bergen.
1815
LCO 201015
Amsterdam, 18 oktober. Sedert onze laatste is in Texel binnengekomen de EMILIA (opm: brik JEUNE EMILIE), kapt. F. Kleijn, van Archangel.
1816
MCO 260316
Vlissingen, 23 maart. Uitgezeild de JONGE EMILIA (opm: brik JEUNE EMILIE), kapt. Kleyn, naar New York.
1817
Op 30 januari 1817 werd door De Meurs in Antwerpen een nieuwe zeebrief aangevraagd voor de JEUNE EMELIE. De kapitein werd niet vermeld, maar dat was M. Kleyn. De vorige zeebrief is door Marhisdata niet gevonden.
LCO 180417
Amsterdam, 16 april. In het Vlie is binnengekomen H.A. Smelde ANNA MARGARETA (opm: kof), van Fahrsund. Gemelde schipper Smelde heeft aan boord vier man, behoord hebbende tot de equipage van het brikschip de JONGE EMILIE, gevoerd door kapt. M. Kleyn, van Antwerpen naar de Oostzee, tussen 7 en 8 dezer onder de Noordse kust gebleven.
Op 10 juni 1817 werd de laatste zeebrief in Den Haag vervallen verklaard wegens ‘aan de grond in Noorwegen’.