Inloggen
THORBECKE III - ID 17787


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1878-07-03 / 1894-04-00 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 1878
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Construction Data

Scheepsbouwer: A.H. Meursing, Nieuwendam, Noord-Holland, Netherlands
Werfnummer:
Launch Date: 1878-04-27
Delivery Date: 1878-07-00
Technical Data

Net Tonnage: 914.82 Net tonnage
 
Length 1: 181.4 Feet (British) Registered
Beam: 35.1 Feet (British) Registered
Depth: 20.7 Feet (British) Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1878
Datum agenda: 1878-07-03
Register nr: 0
Scheepsnaam: THORBECKE III
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Oolgaard & Bruinier
Plaats: Amsterdam
Opmerkingen: nieuwe zeebrief
1878-07-03, gunstige beschikking uitreiking zb181-1878-07-02

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1878-07-00 THORBECKE III
Manager: Aalrik Hooite Meursing (1824-1904), Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PTQS

Date/Name Ship 1894-04-00 LOUIS
Manager: Louis Vauvert, Porsgrund, Norway
Eigenaar: Louis Vauvert, Porsgrund, Norway
Shareholder:
Homeport / Flag: Porsgrund / Norway
Callsign: HPWT

Date/Name Ship 1900-00-00 LOUIS
Manager: Russia
Eigenaar:
Shareholder:
Homeport / Flag: Onbekend / Onbekend

Ship Events Data

1883-02-00: Grounded
Amsterdam, 12 februari 1883. Volgens een bij de rederij ontvangen telegram uit Batavia, was de THORBECKE III lek op de rede terug gekomen na te hebben gestoten.
1889-02-28: Damaged
Amsterdam, 28 februari 1889. Volgens van de rederij ontvangen bericht is het Nederlandse schip THORBECKE III, kapt. Koster, van Java, laatst van Lissabon, heden met verlies van zeilen te Marseille aangekomen.
1890-02-00: Damaged
Amsterdam, 28 februari 1890. Het schip (opm: bark) THORBECKE III, kapt. T. Koster, van Passaroeang naar Sydney, is lek uit zee naar Banjoewangie teruggekeerd. Volgens een van de rederij ontvangen bericht is het schip THORBECKE III lek uit zee naar Banjoewangie teruggekeerd na een orkaan te hebben doorstaan, waarin het zeilen verloor en van de lading overboord heeft moeten werpen.
1894-04-00: Sold to foreign country
Amsterdam,11 april 1894. Het Nederlandse barkschip THORBECKE III, dat hier reeds geruime tijd in het Oosterdok ligt, is naar Noorwegen verkocht voor NLG 28.000.
1901-10-15: Final Fate: Collision

DS 171001. De Finse bark LOUIS (kapitein Jansson) is op 15 oktober in positie 28 mijl van Texel, in positie 53º24’ N.B. 4º13’ O.L., zwaar lek verlaten na aanvaring met de Russische bark CONCORDIA. Het schip was onderweg van Brake naar Mobile met een lading cokes. De opvarenden zijn gered door het Deense schip J.C. LA COUR en op 16 oktober geland te Esbjerg. Het diep in het water liggende verlaten schip is op 17 oktober gezien in pos. 26 mijl Westnoordwest van Terschelling Bank Lichtschip door het Nederlandse schip PROFESSOR BUYS.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Johann Gottfried Appel werd geboren te Leer/Oost-Friesland op 01 november 1816. Hij krijgt in 1845 te Alblasserdam de Nederlandse nationaliteit.

Johann Gotfried Appel was gehuwd met Wilhelmina Alta. In Tresoar staat een huwelijksakte vermeld dd.22 juli 1864 te Harlingen van Wilhelmina Alta met Jacob Appel.

Johann woonde later te Amsterdam. In 1855 wordt hij met nummer 383 lid van de vrijmetselarijloge La Flamboyante te Dordrecht, dan wonende te Alblasserdam064.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Appel werd per augustus 1864 als gewoon lid ingeschreven en op 13 februari 1865 overgeschreven als gewoon lid 1e klasse bij het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg" met vlagnummer H24. Zijn schip was de "Engel", boekhouders Zeilmaker & Co. De contributie werd voldaan door de boekhouders. Hij was gehuwd met Wilhelmina Alta028-fol.109 en 111.

Hij was van 1864-1905 lid van dit College034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Alamank voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer      periode      type            naam van het schip                      boekhouder/reder

     H24              1864-1867 brik            Engel                                               B.W.Kaars Sijpesteijn, Krommenie

                           1868-1869 brik            Engel                                               P.H.Kaars Sijpesteijn, Krommenie

                           1870-1876 3/m            Amstelstroom (ex Arcadia)         P.H.Kaars Sijpesteijn, Krommenie

                           1877-1882 cl.bark       Thorbecke III                                A.H.Meursing, Nieuwendam.

 

Bouma025 vermeldt J.Appel als gezagvoerder gedurende:

*    1865 t/m 1870 op de brik de “Engel”, gebouwd in 1864 te Harlingen, 238 ton o.m., varend voor B.W.Kaars Sijpesteyn te Krommenie. Het schip werd in 1870 verkocht naar Engeland. (Is het schip aanvankelijk gebouwd in opdracht van Zeilmaker & Co te Harlingen en direkt doorverkocht naar Kaars Sijpesteyn te Krommenie?);

*    1871 t/m 1877 op het fregat “Amstelstroom” ex Acadia, gebouwd in 1857 te St.John, 724 ton o.m., varend voor P.H.Kaars Sijpesteyn te Krommenie;

*    1878 t/m 1880 op de bark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 te Nieuwendam, 990 ton n.m., varend voor A.H.Meursing te Nieuwendam;

*    1881 op hetzelfde schip en voor dezelfde reeder maar nu varend vanuit Amsterdam;

*    1883 op hetzelfde schip en voor dezelfde reeder.

 

Kapitein J.Appel was van 1870-1877 gezagvoerder van het houten fregat (later bark) “Amstelstroom”, gebouwd in 1857 wellicht te St.John, N.Br. als “Acadia”. 702 ton, varend voor P.H.Kaars Sijpesteijn te Krommenie. Deze rederij reduceerde in 1876 het fregattuig tot dat van een bark052

J.Appel was van 1878-1881 en 1882-1883 kapitein op de clipperbark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 door A.H.Meursing te Nieuwendam-Amsterdam, 915 ton, varend voor A.H.Meursing te Amsterdam052.

 

Van Blokland064 noemt hem in 1856 gezagvoerder van de bark “Catharina Maria”, volgens Bouma025 gebouwd in 1846 bij de gebr. Pot te Elshout, 659 ton o.m., varend voor J. van Vollenhoven te Rotterdam. Bouma noemt hem echter niet als gezagvoerder. Wellicht is hij dat slechts voor een korte reis geweest.

 

Overige bijzonderheden

J.Appel vertrok op 06 juli 1872 van Nieuwediep met de “Amstelstroom” en 1 landmachtofficier naar Indië. De aankomstdatum te Batavia is niet vermeld065*.

 

 

Datum vanaf: 1878
Kapitein: Appel, Johan Gottfried

Familiegegevens en opleiding

Onderweg van de USA naar Het Kanaal, werd op 8 Maart 1890, in 46o15’N.Br en 31o12”W.L. aan boord van de “Anna Aleida”voorspoedig geboren Reina, dochter van de 46-jarige Kapt.Rein Bleeker en zijn 37-jarige vrouw Aletta Helena Eisma052.

 

Kapitein Rein Bleeker was in 1844 te Harlingen geboren. “Hij was als 13-jarige jongen gaan varen op de Oostzeevaart en had in de winter 1859-’60 de Zeevaartschool te Harlingen bezocht en was beide keren “weer naar zee gegaan als ligtmatroos”, in het Register van die school staat hij te boek als een leerling met een “levendig en werkzaam gedrag”en met een “zeer vlugge vatbaarheid”, kortom het kapiteinschap wenkte aan zijn horizon; van het halen van diploma’s wordt verder niet gerept; wellicht was hij een der genen die ook zonder diploma’s stuurman en kapitein op grote schepen werden; en in dit geval een heel goede ook. Wanneer hij stuurman werd, weten we niet, maar in 1877 moet hij eerste stuurman op de 703 tons houten bark “Amstelstroom” zijn geweest, want in dat jaar verving hij op dit schip Kapt.J.Appel … In 1879 wordt Bleeker kapitein op de, 34 jaar oude, Harlinger 180 tons brik “Zuiderzee”. Met dit schip leed hij op 2 September 1880 schipbreuk in de Barentszee; Komende van Archangel met een lading teer en pek voor Harlingen, zonk (oorzaak?) het schip beNW Hammerfest. Kapt. Bleeker, zijn vrouw Aletta Helena Eisma, hun 1½-jarige zoontje Douwe Rein en de zes man equipage werden gered door het Engelsche schip “Margret”, Capt. Parsons, en 4 October te Newcastle on Tyne aan land gebracht. Waarschijnlijk is hij daarna 1ste stuurman geworden op de 915 tons Amsterdamsche clipperbark “Thorbecke III”, want in 1881 zien we hem vermeld als waarnemend gezagvoerder op dat schip. Tenslotte komt hij in dienst bij reeder van der Hoog en voert diens barken “Anna Aleida” (1887-’91; zijn dochter Reina werd in 1890 aan boord van de “Anna Aleida” op de Atlantische Oceaan geboren in 46’15 N.B. en 31’12 W.L.) en Martina Johanna” ((1891-’92) om dan vanaf de nieuwbouw in 1893 tot 1902 (toen hij in New York werd afgelost door Kapt.H.Duit Dzn.), het gezag op Nederlandsch grootste zeilschip, de viermastbark “Jeannette Francoise” te voeren. Kapt. Bleeker had zijn leven lang in Harlingen gewoond …Het gezin verhuisde 1 Mei 1899 naar Haarlem en 5 November 1900 naar Amsterdam (beide malen toen Kapt. Bleeker op zee was). Bij zijn terugkomst uit New York in September 1902 schijnt hij bij W.Bus’ Stoomboot Maatschappij in dienst te zijn getreden. Of hij daar minder goed functioneerde, dan wel niet met de oude heer Bus overweg kon, vermeldt de historie niet. Om de heer Bus (in 1907) als directeur op te volgen, zal wel niet in de bedoeling hebben gelegen; daarvoor was Kapt. Bleekr met 58 jaar al te oud. Om bij die maatschappij de hem wel bekende, maar zoveel jongere, Kapt. Pronker boven zich te zien komen, moet voor Rein Bleeker moeilijk zijn geweest. Echter … vertrok Bleeker al spoedig nadat Kapt. Pronker bij Bus tot tweede directeur benoemd was.   “.52

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

R.Bleeker werd per mei 1879 met vlagnummer H86 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”. Zijn schip was de “Zuiderzee”, boekhouders Zeilmaker & Co. De contributie werd voldaan door zijn vrouw Aletta Helena Eisma. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 1 kind.

Hij was van 1879-1912 lid van het College “Zeemansvoorzorg”034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In augustus 1906 werd vanuit “Zeemansvoorzorg” aan R.Bleeker toegestaan ¦500,- te ontvangen in 10 halfjaarlijkse termijnen 028-fol.160.

 

De schepen van de kapitein

Kapitein R.Bleeker was in 1886 de eerste kapitein van de ijzeren bark “Anna Aleida”, (1102 ton), gebouwd op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek. Hij was ook de eerste gezagvoerder van de 4/mast bark “Jeanette Françoise” (2231 ton), gebouwd op werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek. “Zijnde het grootste schip waarvoor tot op dien datum op een Nederlandsche werf de kiel is gelegd”026(39/312).

 

Lid van het Harlinger college Zeemansvoorzorg036

vlagnummer     periode                type       naam van het schip             boekhouder/reder

        H86              1880                  brik         Zuiderzee                              Zeilmaker & Co, Harlingen

                                                            op 71o NB gezonken op reis van Archangel naar Harlingen

                            1881-1883            cl.bark     Thorbecke III                      A.H.Meursing, Amsterdam

                            1887-1890            bark(ijz)  Anna Aleida                         P.van der Hoog, Krimpen a/d Lek

                            1891                    bark(ijz)  Martina Johanna                 P.van der Hoog, Krimpen a/d Lek

                            1893-1902            4/m staal Jeannette Francoise            P.van der Hoog, Krimpen a/d Lek

                            1917-1919                              ss           Flores                                     Stoomv.Maatsch.Nederl., Amsterdam

 

R.Bleeker was in 1877 korte tijd de vervanger van J.Appel als gezagvoerder van de bark “Amstelstroom”, in 1857 gebouwd als houten fregat wellicht in St.John, N.Br., 701 ton, onder de naam “Acadia” en varend voor de reder F.A.Jas te Amsterdam052

R.Bleeker was van 1877-1880 (moet waarschijnlijk zijn vanaf 1879) kapitein op de houten brik “Zuiderzee”, in 1845 gebouwd door D.& L.Alta te Harlingen, 180/200 tom, varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip is in de Barentszee op 71on.Br., 22o o.l. gezonken waarbij de bemanning werd gered052.

R.Bleeker was van 1881-1882 kapitein op de clipperbark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 door A.H.Meursing te Nieuwendam-Amsterdam, 915 ton, varend voor A.H.Meursing te Amsterdam052.

R.Bleeker was van 1887-1891 kapitein van de ijzeren bark “Anna Aleida”, gebouwd in 1886/87 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de IJssel, laadvermogen c. 1700 ton, varend voor reder P.van der Hoog te Krimpen aan de IJssel052.

R.Bleeker was van 1891-1892 kapitein van de stalen bark “Martina Johanna”, gebouwd in 1890/91 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, 1360 nrt, , varend voor P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek052.

Hij was van 1893-1896 en 1898-1901 kapitein van de stalen 4-mast bark “Jeannette Françoise”, gebouwd in 1891/93 op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek, 3250 ton, varend voor P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek052

 

Bouma025 vermeldt R.Bleeker als gezagvoerder gedurende:

*       1878 van het fregat “Amstelstroom” ex Acadia, gebouwd in 1857 te St.John, 724 ton o.m., varend voor P.H.Kaars Sijpestein te Krommenie;

*       1875 t/m 1879 van de brik “Zuiderzee”, gebouwd in 1845 te Harlingen, 196 ton o.m., varend voor Zeilmaker & Co te Harlingen. Het schip is gezonken op weg van Archangel naar Harlingen;

*       1882 op de bark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 te Nieuwendam, 990 ton o.m., varend voor A.H.Meursing te Amsterdam;

*       1887 t/m 1891 van de ijzeren bark “Anna Aleida”, gebouwd in 1886 te Krimpen aan de IJssel, 1100 ton o.m., varend voor P.v/d Hoog te Krimpen aan de Lek;

*       1892 van de stalen bark “Martina Johanna”, gebouwd in 1891 te Krimpen aan de Lek, 1360 ton n.m., varend voor P. v/d Hoog te Krimpen aan de Lek;

*       1893 t/m 1896 van de 4/m bark “Jeannette Françoise”, gebouwd in 1893 te Krimpen aan de Lek, 2250 ton o.m., varend voor P.v/d Hoog te Krimpen aan de Lek;

*       1899 en later op hetzelfde schip en voor dezlefde reeder. Bouma gaat niet verder dan 1900!

 

 

Overige bijzonderheden

In “Bron Privaat” 102 staat op p. 045/048 een brief dd november 1894 vanuit Banjo Wangi van kapitein Bron aan zijn vrouw, waarin de passage:

“De 22 November na 3 volle dagen voor straat Balie op de loods gewacht te hebben, zijn wij hier aangekomen. Van der Laag is hier niet geweest, heeft zeker Lombok gekozen om de kogels te horen fluiten. Van de loods verneem ik dat Bleeker een 116 dagen reis had, dus ook niet vrij bijzonder. … “

In maart 2003 verspreidde Ton F.J.Pronker te Vlieland een manuscript getiteld “De laatste Kaap Hoorn reizen van schepen van de Nederlandse Groote Zeilvaart” waaraan een bijlage met nadere bijzonderheden over de schepen. Het laatste schip dat hij behandelde was de “Jeannette Françoise”, een stalen viermastbark, in 1893 voltooid op de werf van J.& K.Smit te Krimpen aan de Lek. Reeder tot 1906 was P.van der Hoog te Krimpen aan de Lek, daana C.J.Lels, Rotterdam en vanaf 1910 J.A.Vroege. Bij 2231 netto register ton had zij een laadvermogen van 3250 ton. Haar Nederlandsche kapiteins waren R.Bleeker (1893-1896 en 1898-1901), R.H.Vil (1897), H.Duit Dz (1902-1903), G.Visser (1904-1910) en J.Bosma (1910-1913).

De 4-mast bark “jeanette Francoise” onder kapitein R.Bleeker vertrok op 19 oktober 1899 te Sydney en werd vermeld op 28 januari 1900 op 01o105’Z/03oW. Het schip was op 17 maart te Londen “(a 5-months voyage but departure from Sydney still suggests route via Cape Horn and so does position on 18/1”)

Zelfde schip en kapitein op 03 januari 1902 te Sydney. “departure from e-coast suggests via Cape Horn”. Schip was op 12 mei te Falmouth

“Hoe het ook zij V.d.Hoog zou als apotheose van zijn carriére een daad stellen waarmee hij niet alleen de geschiedenis van Krimpen zou verrijken, hij zou bovendien een unica in de maritieme historie van Nederland worden. Want in 1891 gaf hij de opdracht tot de bouw van een stalen viermastbark welke een draagvermogen zou krijgen van 3250 ton en een bruto registertonnemaat van 2231. Op dat moment zou het niet alleen de enige viermaster van ons land worden, het werd tevens het grootste schip. Op 30 november 1892 werd de bark “Jeannette Françoise” gedoopt en te water gelaten. In 1893 kwam zij in de vaart onder gezag van kapitein Bleeker.

Willem Eerland “Rederijen A. van Santen en P.v/d/Hoog te Krimpen a.d. Lek. Van 1863 tot 1906”. Spiegel der Zeilvaart 10, december 1986 , p.8-12

Harlinger Courant dd 07 maart 1878, Scheepvaartberichten096 Uitgegaan:

“Passaroeang 11 Jan. Amstelstroom, R.Bleeker, Amsterdam.”

In het boek van E.W.Petrejus “Het schip vaart uit”, De Boer Maritiem, 1975, p,101 staat een afbeelding van de tewaterlating van de “Jeannette Francoise” in 1893 bij P. van der Hoog te Krimpen aan de Lek met de vlag van het Harlinger College “Zeemansvoorzorg” met nummer H86.

 

Datum vanaf: 1882
Kapitein: Bleeker, Rein

Familiegegevens en opleiding

Johann Gottfried Appel werd geboren te Leer/Oost-Friesland op 01 november 1816. Hij krijgt in 1845 te Alblasserdam de Nederlandse nationaliteit.

Johann Gotfried Appel was gehuwd met Wilhelmina Alta. In Tresoar staat een huwelijksakte vermeld dd.22 juli 1864 te Harlingen van Wilhelmina Alta met Jacob Appel.

Johann woonde later te Amsterdam. In 1855 wordt hij met nummer 383 lid van de vrijmetselarijloge La Flamboyante te Dordrecht, dan wonende te Alblasserdam064.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Appel werd per augustus 1864 als gewoon lid ingeschreven en op 13 februari 1865 overgeschreven als gewoon lid 1e klasse bij het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg" met vlagnummer H24. Zijn schip was de "Engel", boekhouders Zeilmaker & Co. De contributie werd voldaan door de boekhouders. Hij was gehuwd met Wilhelmina Alta028-fol.109 en 111.

Hij was van 1864-1905 lid van dit College034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Alamank voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer      periode      type            naam van het schip                      boekhouder/reder

     H24              1864-1867 brik            Engel                                               B.W.Kaars Sijpesteijn, Krommenie

                           1868-1869 brik            Engel                                               P.H.Kaars Sijpesteijn, Krommenie

                           1870-1876 3/m            Amstelstroom (ex Arcadia)         P.H.Kaars Sijpesteijn, Krommenie

                           1877-1882 cl.bark       Thorbecke III                                A.H.Meursing, Nieuwendam.

 

Bouma025 vermeldt J.Appel als gezagvoerder gedurende:

*    1865 t/m 1870 op de brik de “Engel”, gebouwd in 1864 te Harlingen, 238 ton o.m., varend voor B.W.Kaars Sijpesteyn te Krommenie. Het schip werd in 1870 verkocht naar Engeland. (Is het schip aanvankelijk gebouwd in opdracht van Zeilmaker & Co te Harlingen en direkt doorverkocht naar Kaars Sijpesteyn te Krommenie?);

*    1871 t/m 1877 op het fregat “Amstelstroom” ex Acadia, gebouwd in 1857 te St.John, 724 ton o.m., varend voor P.H.Kaars Sijpesteyn te Krommenie;

*    1878 t/m 1880 op de bark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 te Nieuwendam, 990 ton n.m., varend voor A.H.Meursing te Nieuwendam;

*    1881 op hetzelfde schip en voor dezelfde reeder maar nu varend vanuit Amsterdam;

*    1883 op hetzelfde schip en voor dezelfde reeder.

 

Kapitein J.Appel was van 1870-1877 gezagvoerder van het houten fregat (later bark) “Amstelstroom”, gebouwd in 1857 wellicht te St.John, N.Br. als “Acadia”. 702 ton, varend voor P.H.Kaars Sijpesteijn te Krommenie. Deze rederij reduceerde in 1876 het fregattuig tot dat van een bark052

J.Appel was van 1878-1881 en 1882-1883 kapitein op de clipperbark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 door A.H.Meursing te Nieuwendam-Amsterdam, 915 ton, varend voor A.H.Meursing te Amsterdam052.

 

Van Blokland064 noemt hem in 1856 gezagvoerder van de bark “Catharina Maria”, volgens Bouma025 gebouwd in 1846 bij de gebr. Pot te Elshout, 659 ton o.m., varend voor J. van Vollenhoven te Rotterdam. Bouma noemt hem echter niet als gezagvoerder. Wellicht is hij dat slechts voor een korte reis geweest.

 

Overige bijzonderheden

J.Appel vertrok op 06 juli 1872 van Nieuwediep met de “Amstelstroom” en 1 landmachtofficier naar Indië. De aankomstdatum te Batavia is niet vermeld065*.

 

 

Datum vanaf: 1883
Kapitein: Appel, Johan Gottfried

Familiegegevens en opleiding

Geen

De schepen van de kapitein

W.T.Buckert was van 1883-1885 kapitein op de clipperbark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 door A.H.Meursing te Nieuwendam-Amsterdam, 915 ton, varend voor A.H.Meursing te Amsterdam052.

Bouma025 vermeldt W.F. Buckert (is er sprake van verwisseling van de F. en de T?) als gezagvoerder gedurende:

  • 1884 t/m 1885 op de bark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 te Nieuwendam, 990 ton o.m., varend voor A.H.Meursing te Amsterdam;
  • 1887 van de bark “Czaar Peter”, ex Blaney Brothers, gebouwd in 1865 op de Prince Edward Islands, 308 ton o.m., varend voor P.H.Craandijk & Zn te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen.

 

Datum vanaf: 1884
Kapitein: Buckert, W.T.

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

T.Koster was van 1885-1889 kapitein op de clipperbark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 door A.H.Meursing te Nieuwendam-Amsterdam, 915 ton, varend voor A.H.Meursing te Amsterdam052.

 

Bouma025 vermeldt T.Koster als gezagvoerder gedurende:

*    1885 van het composiet fregat “Amstel”, gebouwd in 1873 te Amsterdam, 1420 ton o.m., varend voor van Eeghen & Co te Amsterdam;

*    1886 t/m 1894 op de bark “Thorbecke III”, gebouwd in 1878 te Nieuwendam, 990 ton o.m., varend voor A.H.Meursing te Amsterdam. Het schip werd in 1894 verkocht naar Noorwegen onder de naam van “Louise”.

 

Overige bijzonderheden

Bericht van Ton Pronker september 2009

Hallo Sikko,

In een 1921 tijdschrift (Het Schip) kwam ik een bericht tegen dat de goede oude bark “Amstel” op haar oude dag nog als tankschip op de Yangtze Kiang gevaren heeft. En dat voor een composiet schip (houten huid op ijzeren spanten)!! Het lijkt me dat je aan 3/m Comp “Amstel” 1873 onder Course/Verloop het volgende moet toevoegen:

Vanaf 1885 in de interinsulaire vaart in Nederlandsch Indië onder de naam “Barendine Osiria” (Ned. Indische vlag en reeders te Batavia, vandaar dat ze onder die naam niet in Bouma kwam) tot na 1903. Later in China onder de naam “Chin Pu”. In 1921 omgebouwd tot tankschip voor de vaart op de Yangtze Kiang rivier. Ze is dus meer dan 36 jaar oud geworden en dat voor een composietschip! (Overigens de beroemde “Cutty Sark” is ook een composiet schip en zij was 53 jaar op zee, voor ze een trainingship op een mooring en later een museumschip in droogdok werd).

Overigens kun je bij 3/m in Bouma een vraagteken zetten. Wel was ze gebouwd als fregat (3 mast schip), maar reeds na één reis werd zij gereduceerd tot bark en als bark was zij altijd bek

Bericht verzonden naar Lindenborn en ger Mulder

 

Dag Sikko,

Bedankt!

De BARENDINE OSIRIA, eigendom van Van Taalinger & Co, te Batavia, is later door haar kapitein J. Velthuis gekocht, en daarna nog door P. Landberg & Zoon, Batavia, bekende reders in Indie. Landberg had het schip in 1918 nog in bezit en toen voer ze dus nog onder Nederlandse vlag. Er was iets met dat schip gedurende de 1e wereldoorlog, maar kan het niet vinden in de Hoogendijk. Ze staat als BARENDINE OSIRIA nog steeds in Lloyds Register 1918/1919, daarna vind ik haar niet meer onder die naam. Ik moet dus daarvoor de lloyd’s Casualty Returns van 1918 en later doorlopen. Zal ik eens doen, maar mij ontbreekt daarvoor nu even de tijd.

Ik heb Het Schip 1921 ook, en zal proberen het artikel te vinden. Het zou mij niet verbazen, als ze pas in 1920/1921 tot Chinees tankschip is verbouwd en misschien zelfs wel met voortstuwing. Er werden in die jaren vreemde dingen met oude zeilschepen gedaan. Zie de ADRIANA, die in 1908 in Brazilie was afgekeurd, en in 1918/19 nog voortstuwing heeft gekregen en onder Braziliaanse vlag een reis naar Europa maakte (andere naam, uiteraard)

Het is jammer, dat Bouma de schepen in Ned.Indie niet heeft opgenomen. Menig Nederlands zeilschip, daar afgekeurd, heeft nog vele jaren onder dezelfde of andere naam in Indie gevaren, in bijv. de hout- of zoutvaart.

Groet,

Marien Lindenborn  oktober 2008

 

 

Datum vanaf: 1886
Kapitein: Koster, T.

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Bronnen
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk