|
Amsterdam, 5 september. Een Hollands schip is, volgens berigt, door de Nederlandse Vice-Consul te Caen aan het Consulaat te Rouaan ingezonden, in de nacht tussen den 22 en 23 augustus, te Colleville (opm: Colleville-sur-Mer; 49º21’ N.N. 00º50’ W.L.), nabij Port-en-Bessin, met al het volk verongelukt; in een aangespoelde doos met papieren is het schip gebleken te zijn genaamd MARIA CONSTANTIA, gevoerd door kapt. D.J. Mulder (opm: kapt. J.D. Mulder), van Amsterdam naar de Kanarische Eilanden, laatst van Havre, alwaar het onder averij gelegen heeft; hetzelve is geheel verbrijzeld en de lading vlas zwaar beschadigd. (opm: zie RC 020920 en 140920)
|