Inloggen
DINA - ID 1701


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1898-02-18 / 1916-06-15 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1898
Nat. Official Number: 5348 GRON 1898
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Schoener
Masten: Two masts
Material Hull: Steel
Construction Data

Scheepsbouwer: Niestern & te Velde, Martenshoek, Groningen, Netherlands
Launch Date: 1898-00-00
Delivery Date: 1898-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 165.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 134.00 Net tonnage
Deadweight: 285.00 tonnes deadweight (1000 kg)
 
Length 1: 32.55 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 29.60 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 6.85 Meters Breadth, moulded
Depth: 3.10 Meters Depth, moulded
Draught: 2.79 Meters Draught, maximum
Ship History Data

Date/Name Ship 1898-02-18 DINA
Manager: Harmannus Huizinga, Uithuizen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Harmannus Huizinga, Uithuizen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: NMDQ

Date/Name Ship 1906-05-18 DINA
Manager: Geert Duut, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Geert Duut, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: NMDQ
Additional info: Aankoopprijs HFl. 12.700,--

Date/Name Ship 1916-02-12 DINA
Manager: Jan Jacob Onnes, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Jan Jacob Onnes, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: NMDQ
Additional info: Aankoopprijs HFl. 12.000,--

Ship Events Data

1898-02-19: Dagregister deel 14, nummer 322, den negentienden Februari 1800 acht en negentig. De ondergeteekende Harmannus Huizinga, koopvaardij kapitein, gedomicilieerd te Uithuizen, verklaart te zijn de eenige eigenaar van het stalen schoenerschip genaamd “Dina” , groot ongeveer een honderd zestig register tonnen, gebouwd op de werf van de firma Niestern en te Velde te Martenshoek, gemeente Hoogezand in het jaar achttien honderd zeven en negentig en thans nog aan genoemde werf. Groningen, den achttiende Februari achttienhonderd acht en negentig. H. Huizinga. In de kantlijn staat bijgeschreven: 5348
1908-05-00: PGC 05.05.1908:
(Geen datum) Volgens telegram uit Kiel is de Ned. gaffelschoener “Dina,” kapt. Duit, van Norrköping met hout naar Londen, aldaar binnengelopen met beschadigde boeg en verlies van boegspriet, zijnde bij Föhr in aanvaring geweest te zijn met een Duits stoomschip.
NRC 06.05.1908: Holtenau, 4 mei.
De boegschade aan de Nederlandse schoener “Dina” is boven water. Het ligt hier op de rede de aankomst van de Nederlandse expert af te wachten. De “Föhr” is ogenschijnlijk onbeschadigd.
NRC 12.05.1908: Kiel, 8 mei.
De Nederlandse schoener “Dina”, gesleept wordende, is hier aangekomen om te repareren.
PGC 06.06.1908: Flensburg, 3 juni.
Op 3 mei zijn in de nabijheid van het Fehmarnbelt-vuurschip de Nederlandse schoener “Dina” en het stoomschip” Foehr” met elkander in aanvaring geweest. Het Seeamt dat deze zaak behandelde oordeelde, dat de schuld bij het stoomschip lag.
Op 18.11.1910 bij Karlshamn (Zuid Zweden) op een klip gelopen en daar vijf uur vastgezeten.
NRC 09.12.1910: Hamburg, 07.12.1910.
De Nederlandse schoener “Dina” heeft de lading gelost en is hedenmiddag naar Groningen vertrokken om aldaar te repareren.
NRC 14.01.1911:
De Raad voor de Scheepvaart behandelde gisteren het ongeval van het ijzeren schoenerschip “Dina”, schipper G. Duut te Groningen, op 18 november 1910. De “Dina” was in ballast gegaan naar het Carlshamndistrict (Zuid-Zweden) om op enige plaatsen straatstenen te laden bestemd voor Hamburg.
Toen het schip van een van deze laadplaatsen ter hoogte van Carlshamn was gekomen is het daar op een blinde klip gelopen, waarop het 5 uur heeft vastgezeten. Op de noodsignalen kwamen enige sleepboten ter assistentie, en een lichter, waarin de lading gedeeltelijk gelost werd. Met een lek in de piek werd de “Dina” in de haven gesleept, en daarna naar Hamburg ter reparatie.
Kapitein Duut deelde mede, dat hij tevens eigenaar van de “Dina” is, die hij voor NLG 16000 heeft verzekerd. Hij had geen loods aan boord en heeft niet het lood gebruikt. Langs de oostkant was het vaarwater op de plaats der stranding niet betond. Het schip is, nadat het lek met cement gedicht was, naar Hamburg gesleept zonder hernieuwd attest van zeewaardigheid, alleen op advies der assuradeurs, omdat in Zweden de reparatie duurder zoude zijn. De kapitein werd op het roekeloze hiervan gewezen. Op een desbetreffende vraag antwoordde hij dat hij aan de wal geen inlichtingen omtrent het vaarwater heeft ingewonnen.
De stuurman, H.J. Drust, werd daarna gehoord. Hij kan niet op de kaart lezen. Later heeft hij van de kapitein gehoord dat het vaarwater om de west beter ware geweest. Wat hij doen moet als de kapitein in volle zee bijvoorbeeld plotseling ziek wordt, weet hij niet. De kapitein zei hierop dat de stuurman zich dommer houdt dan hij is. Op de vraag van de president of hij misschien deze winter wat zeevaartkunde gaat studeren antwoordde de stuurman ontkennend; hij gaat maar een betrekking aan de wal zoeken.
De kapitein zei nog, dat het bijna een onmogelijkheid is in het noorden van het land een goede stuurman op de kleine zeilvaart te krijgen.
De uitspraak volgt later. (opm: bekort)
NRC 17.01.1911:
De Raad voor de Scheepvaart heeft heden uitspraak gedaan in de zaak van het schoenerschip DINA, schipper en eigenaar G. Duut te Groningen, welk schip op 18 november 1910 aan de zuidkust van Zweden op een blinde klip gelopen is en met een lek in de haven van Carlsham was binnengesleept.
De Raad is van oordeel, dat het ongeval hieraan te wijten is, dat de schipper het Westelijke, in plaats van het Oostelijke vaarwater gekozen heeft, hoewel hij wist dat alleen het Westelijke vaarwater betond was, en hij zich niet eerst bij een loods vergewist heeft welk vaarwater veilig was. Meerdere voorzorg van de zijde des schippers had het ongeval kunnen voorkomen. (wordt vervolgd)
1910-03-02: NRC 04.03.1910: Cuxhaven, 2 maart;
De met een lading oliezaadkoeken van Harburg naar Engeland bestemde Nederlandse tjalk “Dina”, kapitein Duut, is op de Benede Elbe in het voorschip lek gesprongen. De tjalk is heden onderzocht en zal voorlopig repareren voor het de reis kan voortzetten.
1916-06-15: Final Fate:
Op 15-07-1916 (Gez. J.R. Boerma) beladen met mijnstutten van Lolberstön, Christianafjord (nu Oslofjord) voor West-Hartlepool , op ongeveer 60 mijl O.t.N. van deze haven door een Duitse U-Boot aangehouden en door middel van het plaatsen van explosieven tot zinken gebracht. Nadat zij eerst nog een Noorse schoener tot zinken had gebracht, nam de U-boot de redding sloepen van beide schepen op sleeptouw en bracht ze in de nabijheid van het Zweedse s.s. “Onsala”(854brt/1886). Dit schip bracht de schipbreukelingen naar Nyborg.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Harmannus Huizinga werd geboren 13 novenber 1863 te Borger als zoon van de schipper Kornelis Huizinga en Henderika Bruins.

Hij trouwde op 22 februari 1895 te Groningen als schipper met Dina Groenewold, geboren op 09 november 1865 te Sappemeer als dochter van de binnenschipper Jan Groenewold en Elsien van der Laan. Dina overleed op 13 juni 1944, 78 jaar

Harmannus overrleed op 16 augustus 1913 te Groningen, 49 jaar, stuurman

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Huizinga was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “ De Groninger Eendraccht”  met vlagnummer 19 in de periode 1896 t/m 1906.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt H.Huizinga als gezagvoerder gedurende:

*    1895 t/m 1896 van de stalen koftjalk “Dina”, gebouwd in 1895 bij; bouwlocatie niet vermeld, 100 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Uithuizen. Aan de monsing van de Tees verongelukt. Het schip was vernoemd naar de vrouw van de kapitein

*    1899 t/m 1911 van de stalen 2/msch “Dina”, gebouwd in 1898 bij Niestern & te Velde te Martenshoek, 165 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip is in 1816 op een mijn gelopen.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1897
Kapitein: Huizinga, Harmannus

Familiegegevens en opleiding

Geert werd geboren te Amsterdam op 23 oktober 1859 als zoon van de schipper Derk Duut en Geertje Kramer.

Hij trouwde op 06 februari 1890 te Groningen als schipper met Alberdina Margaretha Miljoen, geboren 09 juni 1861 te Groningen als dochter van de verwersknecht, later verwer Theodorus Pieter Miljoen en Johanna Maria Poelman. Alberdina Margaretha overleed op 15 november 1935 te Groningen, 74 jaar.

Geert overleed op 28 juni 1932 te Rotterdam, 72 jaar,

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.Duut was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 27 in de periode 1889 t/m 1909 en met vlgnummer 19 in de periode 1910 t/m 1917.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt G.Duut als gezagvoerder gedurende:

*    1890 tot nà 1900 van de koftjalk “Willemina” ex Adriana Cornelia, gqbouwd in 1883, bouwplaats niet vermeld, 61 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.

Bouma025 vermeldt G.Duut als gezagvoerder gedurende:

*    1899 t/m 1911 van de stalen 2/msch “Dina”, gebouwd in 1898 te Martenshoek, 165 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen.

 

In de ledenlijsten van “De Groninger Eendracht” van 1913-1917 in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart staat de “Dina” als schip van kapitein G.Duut vermeld.

 

Overige bijzonderheden

Provinciale Groninger Courant 05 mei 1808114

(Geen datum) Volgens telegram uit Kiel is de Ned. gaffelschoener “Dina,” kapt. Duit, van Norrköping met hout naar Londen, aldaar binnengelopen met beschadigde boeg en verlies van boegspriet, zijnde bij Föhr in aanvaring geweest te zijn met een Duits stoomschip

 

NRC 06 mei 1808114

Holtenau, 4 mei De boegschade aan de Nederlandse schoener “Dina” is boven water. Het ligt hier op de rede de aankomst van de Nederlandse expert af te wachten. De “Föhr” is ogenschijnlijk onbeschadigd.
 

NRC 12 mei 1908114

Kiel, 8 meiDe Nederlandse schoener “Dina”, gesleept wordende, is hier aangekomen om te repareren.
 

Provinciale Groninger Courant 06 juni 1908114

Flensburg, 3 juniOp 3 mei zijn in de nabijheid van het Fehmarnbelt-vuurschip de Nederlandse schoener “Dina” en het stoomschip” Foehr” met elkander in aanvaring geweest. Het Seeamt dat deze zaak behandelde oordeelde, dat de schuld bij het stoomschip lag.

Op 18.11.1910 bij Karlshamn (Zuid Zweden) op een klip gelopen en daar vijf uur vastgezeten.
 

NRC 09 december.1910114

Hamburg, 07.12.1910. De Nederlandse schoener “Dina” heeft de lading gelost en is hedenmiddag naar Groningen vertrokken om aldaar te repareren.

 

NRC 14 januari 1911114

De Raad voor de Scheepvaart behandelde gisteren het ongeval van het ijzeren schoenerschip “Dina”, schipper G. Duut te Groningen, op 18 november 1910. De “Dina” was in ballast gegaan naar het Carlshamndistrict (Zuid-Zweden) om op enige plaatsen straatstenen te laden bestemd voor Hamburg.
Toen het schip van een van deze laadplaatsen ter hoogte van Carlshamn was gekomen is het daar op een blinde klip gelopen, waarop het 5 uur heeft vastgezeten. Op de noodsignalen kwamen enige sleepboten ter assistentie, en een lichter, waarin de lading gedeeltelijk gelost werd. Met een lek in de piek werd de “Dina” in de haven gesleept, en daarna naar Hamburg ter reparatie

Kapitein Duut deelde mede, dat hij tevens eigenaar van de “Dina” is, die hij voor NLG 16000 heeft verzekerd. Hij had geen loods aan boord en heeft niet het lood gebruikt. Langs de oostkant was het vaarwater op de plaats der stranding niet betond. Het schip is, nadat het lek met cement gedicht was, naar Hamburg gesleept zonder hernieuwd attest van zeewaardigheid, alleen op advies der assuradeurs, omdat in Zweden de reparatie duurder zoude zijn. De kapitein werd op het roekeloze hiervan gewezen. Op een desbetreffende vraag antwoordde hij dat hij aan de wal geen inlichtingen omtrent het vaarwater heeft ingewonnen

De stuurman, H.J. Drust, werd daarna gehoord. Hij kan niet op de kaart lezen. Later heeft hij van de kapitein gehoord dat het vaarwater om de west beter ware geweest. Wat hij doen moet als de kapitein in volle zee bijvoorbeeld plotseling ziek wordt, weet hij niet. De kapitein zei hierop dat de stuurman zich dommer houdt dan hij is. Op de vraag van de president of hij misschien deze winter wat zeevaartkunde gaat studeren antwoordde de stuurman ontkennend; hij gaat maar een betrekking aan de wal zoeken

De kapitein zei nog, dat het bijna een onmogelijkheid is in het noorden van het land een goede stuurman op de kleine zeilvaart te krijgen.

De uitspraak volgt later. (opm: bekort)

 

NRC 17 januari 1911114

De Raad voor de Scheepvaart heeft heden uitspraak gedaan in de zaak van het schoenerschip DINA, schipper en eigenaar G. Duut te Groningen, welk schip op 18 november 1910 aan de zuidkust van Zweden op een blinde klip gelopen is en met een lek in de haven van Carlsham was binnengesleept

De Raad is van oordeel, dat het ongeval hieraan te wijten is, dat de schipper het Westelijke, in plaats van het Oostelijke vaarwater gekozen heeft, hoewel hij wist dat alleen het Westelijke vaarwater betond was, en hij zich niet eerst bij een loods vergewist heeft welk vaarwater veilig was. Meerdere voorzorg van de zijde des schippers had het ongeval kunnen voorkomen. (wordt vervolgd)

 

NRC 04 maart 1910: Cuxhaven, 2 maart;114

De met een lading oliezaadkoeken van Harburg naar Engeland bestemde Nederlandse tjalk “Dina”, kapitein Duut, is op de Benede Elbe in het voorschip lek gesprongen. De tjalk is heden onderzocht en zal voorlopig repareren voor het de reis kan voortzetten.

 

Op 15.06.1916, op reis van Christianiafjord naar West Hartlepool met lading mijnstutten, door een Duitse duikboot aangehouden en door bommen tot zinken gebracht. De bemanning werd opgepikt uit de reddingsboot door een Zweeds stoomschip.

 

 

Datum vanaf: 1906
Kapitein: Duut, Geert

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt R.D.Kajuiter als gezagvoerder gedurende:

*    1915 t/m 1916 van de stalen 2/msch “Dina”, gebouwd in 1898 te Martenshoek, 165 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip is in 1916 op een mijn gelopen.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1915
Kapitein: Kajuiter, R.D.

Afbeeldingen


Omschrijving: De DINA op de helling tijdens de eerste wereldoorlog
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Oorlogsschildering

Omschrijving: De DINA, gefotografeerd omstreeks 1908, waarschijnlijk te Great Yarmouth
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: De DINA in het Reitdiep (prov. Groningen). Foto genomen omstreeks 1913
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten