Inloggen
WIBO - ID 16682


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1917-00-00 / 1919-03-18 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1914
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: Vrachtlogger
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Gebr. van der Windt, Vlaardingen, Zuid-Holland, Netherlands
Delivery Date: 1914-00-00
Technical Data

 
Gross Tonnage: 108.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 86.00 Net tonnage
 
Length 1: 25.53 Meters Length overall (Loa)
Beam: 6.36 Meters Breadth, moulded
Depth: 3.31 Meters Depth, moulded
Ship History Data

Date/Name Ship 1914-00-00 WIBO
Manager: Algemene Scheepvaart & Agentuur Maatschappij, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Van der Windt & Bolderhey, Vlaardingen, Zuid-Holland
Shareholder:
Homeport / Flag: Vlaardingen / Netherlands
Callsign: QCDG

Ship Events Data

1914-00-00: In 1914 gebouwd voor de visserij. In 1917 omgebouwd als vrachtlogger.
1919-03-18: Final Fate:
Het schip werd door de bevrachter ingezet in een reguliere dienst van Rotterdam op Gothenburg, Kopenhagen range. 14-02-1918 te Rotterdam in belading voor Gothenburg 14-01-1919 vertokken onder commando van schipper J. Broek met bestemming Kopenhagen (gedroogde groenten) en vervolgens in ballast naar Grimstad, vandaar met een lading mijnstutten (vertrokken op 18-03-1919) met bestemming Hull. Sindsdien is er niets meer van schip en of bemanning vernomen.
De namen der opvarenden zijn: Joh. Broek, kapitein, gehuwd, geen kinderen; L. Schenk,stuurman, gehuwd, 3 kinderen; C. Starrenburg, matroos, ongehuwd; A. de Ligt,- matroos, ongehuwd, zwager van den kapitein G. Broek, lichtmatroos, broeder van den kapitein; J. Poot, kok. Allen zijn te Vlaardingen woonachtig.
Bijvoegsel tot de Nederlandsche Staatscourant van Vrijdag 20 Juni 1919, n° 138. No. 48. Uitspraak van den Raad voor de Scheepvaart betreffende het vermist worden van het zeilschip Wibo. Het uitblijven van het zeilschip Wibo deed het vermoeden rijzen, dat dit vaartuig door een scheepsramp zou zijn getroffen. Overeenkomstig het voorstel van den hoofdinspecteur voor de scheepvaart besloot een commissie uit den Raad voor de Scheepvaart, dat deze een onderzoek zou instellen naar de vermoedelijke scheepsramp en haar oorzaak, welk onderzoek plaats had in 's raads openbare zitting van 12 Mei 1919. De raad nam kennis van de gegevens door de scheepvaart-inspectie verstrekt omtrent het schip en omtrent het vertrek en het uitblijven van het vaartuig, waarbij het proces-verbaal van verhoor van J. van der Windt, reeder, wonende te Vlaardingen, vertegenwoordiger van de firma van der Windt en Bolderhey aldaar, eigenaresse van de Wibo. Uit een en ander is den raad het navolgende gebleken: De stalen vraohtlogger Wibo, onderscheidingsseinen Q. C. D. G., groot 86,56 netto reg. ton, werd in 1917 tot vrachtschip omgebouwd en behoorde in eigendom aan de firma van der Windt & Bolderhey te Vlaardingen. 14 Januari 1919 vertrok het schip onder bevel van schipper J. Broek, bemand met 6 koppen, met een lading gedroogde groenten naar Kopenhagen en vervolgens in ballast naar Grimstad. Na aldaar mijnstutten te hebben geladen vertrok de Wibo 18 Maart 1919 van Grimstad met bestemming Hull. Sinds dit vertrek is niets meer omtrent het, schip of de opvarenden vernomen. Op grond van de ten dienste staande gegevens neemt de raad aan, dat de vrachtlogger Wibo op of na 18 Maart 1919 op de Noordzee is vergaan en dat alle 6 opvarenden daarbijhet leven hebben verloren. Of de Wibo ten gevolge van een zee evenement is gebleven, dan wel het slachtoffer van een mijnontploffing is geworden, vermag de raad niet vast te stellen.