|
Amsterdam, 20 november. Volgens brief van kapt. P van Duyvenboden, voerende het Nederlandse schip CAROLINA, van hier naar Porto uit Berneric, d.d. 16 dezer, zeilde hij, na van Dartmouth vertrokken te zijn, van 9 oktober tot 9 november met variabele wind tot 45°28’ NB 6°6’ WL, toen hij met geduchte stormen te kampen kreeg, waarna het schip plat op zijde geworpen werd, alles wat los op dek was overboord sloeg, het schip 3 voet water inkreeg en men genoodzaakt was boegspriet en kluiverboom met al het nodige te kappen, teneinde het schip te lichten. Men besloot naar Nantes als noodhaven af te houden. In de nacht van de 12e sloeg door een hevige zee het stuurrad weg, en werd het schip naar land gedreven en men bracht 2 ankers uit en besloot, daar er hoe langer zo meer water in het schip kwam, de boot uit te zetten en te trachten het land te bereiken. De kapitein zou in overleg met de Consul te Nantes trachten zoveel mogelijk van schip en lading te behouden. Sedert is het schip tijdens de kapitein aan wal was, door een Franse reddingboot in bezit genomen en naar Noirmontier gebracht.
|