|
Veendam, 23 november. Aangaande het verongelukken in de Noordzee van het Wildervankster schip HEINRICH MARTIN, kapt. L.J. van Peer, wordt nader door de geredden gemeld, dat de stuurman, twee matrozen en de kok niet door het barkschip STROMMEN, kapt. Olsen, zijn gered, doch zichzelven in zee hebben gered door zich vast te hechten aan het reeds overboord zijnde tuig van genoemde schepen, waarna zij bij de bark STROMMEN opklauterden. Dat de kapitein, diens vrouw en 1 matroos van de HEINRICH MARTIN omgekomen zijn, blijkt nog niet zeker, daar men het schip niet heeft zien zinken en het nog wel 3 a 4 uren met licht in de kajuit in het gezicht had. Volgens het oordeel van het geredde volk, kan waarschijnlijk de nog aan boord zijnde equipage gered zijn, door een daar voorbijvarend schip, doch niet door haar eigen boot. Het was de equipage van de STROMMEN onmogelijk hulp te verlenen, daar zij geheel in ontredderde staat met haar schip voor weer en wind ronddreven, naar de kust van Helgoland, waar zij opgenomen werden door het stoomschip VICTORIA, dat hen behouden te Cuxhaven aan wal zette.
|