Inloggen
MARIA ELIZABETH MARGARETHA - ID 14969


Kroniekberichten

Datum 20 februari 1856
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 19 februari. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 24 schepen, als:
Voor Rotterdam: AKYAB, kapt. J.J. Klein; GENERAAL MICHIELS, kapt. P.G. Visser; HENDRIK JAN, kapt. J. van der Meyden; MAARTEN VAN ROSSUM, kapt. G.F. Rijken; MARIA ELISABETH MARGARETHA, kapt. F.C. Bouditz; SAMUEL HENDRICUS, kapt. A. Pronk; JOHANNES ANTHONIUS, kapt. W. van Hees.
Voor Dordrecht: BOMMELERWAARD, kapt. F.A.H. Loos.
Voor Schiedam: BROUWERSHAVEN, kapt. P.Janzen; PER ASPERA AD ASTRA, kapt. P. Admiraal Jz. (beiden van Rotterdam).
Voor Amsterdam: VAN GALEN, kapt. J.R. Smit; STRAAT BALY, kapt. G. Mulder; ALDEBARAN, kapt. B.G. Meyboom; BELLATRIX, kapt. A.P. Sandberg Jr; ZEEVAART, kapt. A. Legel; STAD AMSTERDAM, kapt. M. van Gijsel; HENRICA, kapt. M.C. Löschen; OOSTERGO, kapt. D.C. Claus; HERMAN DE RUITER, kapt. P.J. Feynt; MINISTER VAN Hall, kapt. O. de Haas; HENRIËTTE MARIA, kapt. N.D. de Boer; CORNELIA, kapt. N.N. (van Rotterdam); TAGAL, kapt. J.F.H. Göbel; EERSTELING, kapt. A.F. Giesse (beiden van Dordrecht).

Afbeelding
Datum 28 juni 1856
Krant JB - Javabode
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 27 juni. Gisteren zijn hier aangekomen de Nederlandse bark BELLATRIX, kapt. A.P. Sandberg, de 19e maart vertrokken van Amsterdam, en het dito schip MARIA ELISABETH MARGARETHA, kapt. F.C. Bauditz, de 25e maart vertrokken van Rotterdam.
Heden zijn hier aangekomen de dito bark HENDRIK JAN, kapt. Van der Meyden, van Rotterdam, en het dito schip HENRIETTE MARIA, kapt. De Boer, van Melbourne.

Afbeelding
Datum 13 juli 1857
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Bij onderscheidene vonnissen van de correctionele kamer ven de Arrondissement Rechtbank te Rotterdam zijn wegens overtreding van de wet van 7 mei 1856 (Staatsblad nº. 32) houdende bepaling omtrent de huishouding en tucht op de koopvaardijschepen, ter zake van het na de aanmonstering en voor de aanvang der reis zich niet op de bepaalde tijd aan boord bevinden of zich daarvan verwijderen of ter zake van desertie van boord gedurende de reis, de navolgende zeelieden veroordeeld, als :
Op de 19e augustus.1856 F. S. V, .. matroos aan boord van het Nederlandse schroef stoomschip HOLLANDER, bestemd naar Sint Petersburg, tot een gevangenisstraf van 2 maanden, geldboete van NLG 10, en in de kosten, boeten en kosten desnoods bij lijfsdwang op hem te verhalen.
De 29e augustus J. P, . matroos op bovengenoemd schip, tot een gevangenisstraf van 2 maanden, geldboete van NLG 10 c.e.
De 16e oktober 1856 J. S, matroos op het Nederlandse fregatschip DELFT, kapt. L. van Geelkerken, tot een gevangenisstraf van 2 maanden, geldboete van NLG 10 c.e.
De 6e november 1856 J. van D, matroos aan boord van het fregatschip HOLLANDIA, kapt. P. Wap, tot een gevangenisstraf van 3 maanden c.e.
De 11e november 1856 S. v.d. V, lichtmatroos aan boord van het Nederlandse barkschip HENDRICA, kapt. W. van Aalburg, tot een gevangenisstraf van 3 maanden c.e
De 18e november 1856 H. D, matroos aan boord van het Nederlandse fregatschip VAN OLDENBARNEVELD, kapt. A. Meiboom, tot een gevangenisstraf van 2 maanden, een geldboete van NLG 10 c.e.
De 6e december 1856 C. V, matroos op het Nederlandse barkschip FERDINANDINA EMMA, kapt. R.A. Tange, tot een gevangenisstraf van 2 maanden, geldboete van NLG 10 c.e.
De 3e maart 1857 A.V…., lichtmatroos op het barkschip M. VAN ROSSUM, kapt. P. F. Rijken, tot een gevangenisstraf van maanden, geldboete van NLG 10 c.e.
De 17e maart 1857 P.J. N, matroos op het Nederlandse barkschip ODILIA MARGARETHA, kapt. C.P. Hazelhof, tot een gevangenisstraf van 3 maanden c.e.
De 18e april 1857 C. de H, lichtmatroos op het barkschip VERTROUWEN, kapt. H.O. Piccardt, tot een gevangenisstraf van 3 maanden c.e.
De 5e mei 1857 J. B. Konstabel op het Nederlandse fregatschip TERNATE, kapt. T. Carst Tzn, tot een gevangenisstraf van 2 maanden, geldboete van NLG 10 c.e; N.V. G, matroos op het Nederlandse schip HOOP VAN CAPELLE, kapt. J.N. Bok, tot een gevangenisstraf van 14 dagen c.e; C. P, matroos op het fregatschip MARIA ELISABETH MARGARETHA, kapt. P. Bondix, tot een gevangenisstraf van 3 maanden c.e. en J. v. B, matroos op het barkschip ALBLASSERDAM, kapt. E. van Lintern, tot een gevangenisstraf van 3 maanden c.e.
De 6e juni 1857 J. B, lichtmatroos op het barkschip ALLEGONDA JACOBA, kapt. B.C. Deurholt, tot een gevangenisstraf van 2 maanden, geldboete van NLG10 c.e.
De 20e juni 1857 J.W. B, hofmeester op het Nederlandse barkschip ARLEQUIN, tot een gevangenisstraf van 14 dagen c.e.
De 10e juli 1857 C. S, matroos op het Nederlandse brikschip HENRICA, tot een gevangenisstraf van 3 maanden c.e.

Afbeelding
Datum 22 oktober 1857
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 21 oktober. Volgens brief in dato 12 augustus van kapt. F.C. Bauditz, voerende het schip (opm: fregat) MARIA ELISABETH MARGARETHA, van Liverpool de 28e juli te Melbourne gearriveerd, wordt bericht, dat men gedurende de reis met veel slecht weder had te kampen gehad, dat de 11e juni in de avond het schip door een zware stortzee werd belopen, waardoor de vaste hut van het dek verbrijzeld, en daarmede een passagier en twee man der equipage over boord geraakten, die hun dood in de golven vonden. Voorts werd het gehele stuurtoestel met het rad weggeslagen, waardoor men op dat ogenblik het schip niet kunnende sturen, hetzelve aan de wind liep en het voormarszeil en het voorstengslagzeil verloren gingen, de boten werden uit de klampen na lij gespoeld, kajuitskap ingeslagen, luik van de kettingkoker door de inmiddels losgerukte barring (opm: waarloze rondhouten) meegenomen, waardoor een grote hoeveelheid water in de kajuit, kerk (opm: ruimte voor de kajuit, die van de eigenlijke kajuit gescheiden was door een schot; men hield daar vroeger de kerkdiensten) en door de kettingkoker naar beneden stroomde, waar los rondhout van het dek wegdreef, ringbouten uit het dek gerukt, sjorringen gebroken en de grote boot zwaar beschadigd werden, behalve dat er nog meerdere goederen van het dek verloren gingen. Zo goed mogelijk werd er in het geleden voorzien en de reis gelukkig, daar het schip zo goed als dicht was gebleven, volbracht.

Afbeelding
Datum 28 april 1858
Krant ZZC - Zierikzeesche Courant

Brouwershaven. Den 23 april binnengekomen stoomboot BEATRICE, kapt. T. Francis, van Londen naar Dordrecht.
Den 24 dito MARIA ELISABETH MARGARETHA, kapt. F.C. Bauditz, van Batavia naar Rotterdam, ANN, kapt. J. Booth, van Shields naar Dordrecht, SOUBURG, kapt. H.B.L. Evers, van Batavia naar Rotterdam.
Den 24 dito uitgezeild stoomboot BEATRICE, kapt. T. Francis, van Dordrecht naar Londen.

Afbeelding
Datum 28 juli 1858
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Bristol, 25 juli. Het Nederlandse schip (opm: fregat) MARIA ELISABETH MARGARETHA, kapt. F.C. Bauditz, van Rotterdam naar Newport, is heden morgen met verlies van ankers en kettingen te Kingsroad binnengebracht.

Afbeelding
Datum 09 februari 1859
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 9 februari. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 32 schepen:
Voor Rotterdam: HENDRIKA, kapt. W. van Aalborg; HOOP VAN CAPELLE, kapt. J.R. Bok; COLUMBINE, kapt. C.A. Malbrone; ALBLASSERWAARD, kapt. E. von Lindern; LOUIS, kapt. P.A. Hövig; AUSTRALIE, kapt. F.A. Janzen; PORNO, kapt. N.N; MARIA ADRIANA, kapt. S. van der Held; ADMIRAAL DE WINTER, kapt. J.C. Jansen.
Voor Amsterdam: CELERITAS, kapt. G.A. Wagner; ADMIRAAL PIET HEIN, kapt. L. Hazewinkel; ANNA DIGNA, kapt. C. Ouman; JOHANNA CATHARINA, kapt. J.L. Besseling;
DRIE VRIENDEN, kapt. D.E. Nolting; WAALSTROOM, kapt. P.B.W. Millink; SIRIUS, kapt. H. Mulder; STAATSRAAD BAUD, kapt. T. de Jong; ZEELAND, kapt. H.P. Hazewinkel; HOLLAND, kapt. B. Auffmorth; ANTONIA PETRONELLA, kapt. A. Voorendijk; STAD GOUDA, kapt. K.D. Breuning; EUGENIE, kapt. E.J. Bargman, de 3 laatste van Rotterdam.
Voor Dordrecht: EERSTELING, kapt. A.P. Armstrong; CORNELIS GIPS, kapt. M. van Rijn van Alkemade.
Voor Schiedam: H. WILLEBRORDUS, kapt. J.D. Boer; PIETER CORNELISZ HOOFT, kapt. N. Koens; CORNELIS WERNARD EDOURD, kapt. D. Bakker; OTTO, kapt. W.G. Rotgans; MACAO, kapt. J. Krol, de 3 laatste van Rotterdam.
Voor Middelburg: TWEE CORNELISSEN, kapt. J.C. Kreije; BROUWERSHAVEN, kapt. P. Jansen; MARIA ELISABETH MARGARETHA, kapt. F.C. Bauditz.

Afbeelding
Datum 02 februari 1860
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 1 februari. Het alhier te huis behorende fregatschip MARIA ELISABETH MARGARETHA, kapt. F.C. Bauditz, van Cardiff naar Singapore, is volgens een op heden ontvangen particulier bericht, op de Franse kust gebleven. De kapitein en 9 andere der equipage zijn bij deze schipbreuk omgekomen. (opm: zie NRC 050260 en latere berichten)

Afbeelding
Datum 03 februari 1860
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

St. Agnes, 30 januari. Alhier zijn aan strand gedreven enige wrakstukken van masten, toebehoord hebbend aan een groot schip, alsmede enige scheepspapieren, toebehoord hebbende aan het Nederlandse schip MARIA ELISABETH MARGARETHA.

Afbeelding
Datum 08 februari 1860
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 7 februari. Omtrent het noodlottig vergaan van het Nederlandse fregatschip MARIA ELISABETH MARGARETHA, kapt. Bauditz, waarvan in de laatste nommers van dit blad onder de scheepstijdingen herhaaldelijk melding is gemaakt, verneemt men nog de treffende bijzonderheid, dat zich onder de opvarenden bevond een der zoons van de kapitein, een jongeling van 18 jaren. Nadat deze door zijn vader van boord was gezonden en, goed zwemmer als hij is, zich had gered, keerde hij naar het schip terug, om zijn vader, die niet zwemmen kon, zo mogelijk te redden. De kapitein echter wilde het leven zijns zoon aan zulk een wanhopige poging om hem te redden, niet blootstellen en zond hem weder terug. Nauwelijks was de jonge Bauditz weer op het droge, of het denkbeeld, dat zijn vader moest verdrinken, overmande hem en hij wierp zich weder in zee en trachtte, een tweede maal, op het wrak teruggekeerd, zijn vader te overreden zich aan zijn krachten toe te vertrouwen. Maar de kapitein wilde daarvan niet horen en beval zijn zoon, nu met gezag, het zinkende wrak te verlaten. De zoon bereikte daarop weer het strand, en, zoals bekend is, vond de kapitein zijn graf in de golven.
Men schrijft betreffende deze scheepsramp nog uit Camaret d.d. 2 februari, dat van de elf verdronken personen der equipage, zeven lijken zijn gevonden, waaronder dat van de dokter, van de twee stuurlieden, van de bootsman en van de hofmeester. De overige lijken had men, in weerwil van alle daartoe aangevende pogingen, niet kunnen vinden. Door de zorgen van de heer Falloy, commissaris der keizerlijke Franse marine, zijn de gevonden lijken op het kerkhof te Camaret ter aarde besteld. De gehele bevolking van dat zeeplaatsje betoonde de meeste deelneming in het lot der ongelukkige. De zeven lijkbaren, elk door vier man gedragen, voorafgegaan door de geestelijken dier gemeente, werden gevolgd door bovengemelde keizerlijke commissaris, door de 15 geredde schipbreukelingen, door het hele personeel der marine aldaar, door verscheidene beambten der douane, door het gemeentebestuur met de maire (opm: burgemeester), en een onafzienbare menigte volks. Dat alles vormde een treffend schouwspel. Nadat de kisten in het graf waren neergelaten, richtte de heer Falloy een roerend woord met betrekking tot deze droeve plechtigheid, tot de omstanders en dankte allen voor de betoonde deelneming. Daarna ging men diep getroffen uiteen.

Afbeelding
Datum 12 februari 1860
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Camaret, 7 februari. Men is steeds ijverig bezig om wat er van het wrak van het gestrande Nederlands schip MARIA ELISABETH MARGARETHA, nog te redden is, te bergen. De verkoop was tegen 13 dezer geannonceerd, maar schijnt uitgesteld te zijn.

Afbeelding
Datum 05 maart 1860
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Camaret, 28 februari. Het wrak van het op 30 januari alhier gestrande Nederlandse schip MARIA ELISABETH MARGARETHA (opm: zie o.a. NRC 050260), is bijna geheel verbrijzeld.

Afbeelding