|
Bij onderscheidene vonnissen van de correctionele kamer ven de Arrondissement Rechtbank te Rotterdam zijn wegens overtreding van de wet van 7 mei 1856 (Staatsblad nº. 32) houdende bepaling omtrent de huishouding en tucht op de koopvaardijschepen, ter zake van het na de aanmonstering en voor de aanvang der reis zich niet op de bepaalde tijd aan boord bevinden of zich daarvan verwijderen of ter zake van desertie van boord gedurende de reis, de navolgende zeelieden veroordeeld, als : Op de 19e augustus.1856 F. S. V, .. matroos aan boord van het Nederlandse schroef stoomschip HOLLANDER, bestemd naar Sint Petersburg, tot een gevangenisstraf van 2 maanden, geldboete van NLG 10, en in de kosten, boeten en kosten desnoods bij lijfsdwang op hem te verhalen. De 29e augustus J. P, . matroos op bovengenoemd schip, tot een gevangenisstraf van 2 maanden, geldboete van NLG 10 c.e. De 16e oktober 1856 J. S, matroos op het Nederlandse fregatschip DELFT, kapt. L. van Geelkerken, tot een gevangenisstraf van 2 maanden, geldboete van NLG 10 c.e. De 6e november 1856 J. van D, matroos aan boord van het fregatschip HOLLANDIA, kapt. P. Wap, tot een gevangenisstraf van 3 maanden c.e. De 11e november 1856 S. v.d. V, lichtmatroos aan boord van het Nederlandse barkschip HENDRICA, kapt. W. van Aalburg, tot een gevangenisstraf van 3 maanden c.e De 18e november 1856 H. D, matroos aan boord van het Nederlandse fregatschip VAN OLDENBARNEVELD, kapt. A. Meiboom, tot een gevangenisstraf van 2 maanden, een geldboete van NLG 10 c.e. De 6e december 1856 C. V, matroos op het Nederlandse barkschip FERDINANDINA EMMA, kapt. R.A. Tange, tot een gevangenisstraf van 2 maanden, geldboete van NLG 10 c.e. De 3e maart 1857 A.V…., lichtmatroos op het barkschip M. VAN ROSSUM, kapt. P. F. Rijken, tot een gevangenisstraf van maanden, geldboete van NLG 10 c.e. De 17e maart 1857 P.J. N, matroos op het Nederlandse barkschip ODILIA MARGARETHA, kapt. C.P. Hazelhof, tot een gevangenisstraf van 3 maanden c.e. De 18e april 1857 C. de H, lichtmatroos op het barkschip VERTROUWEN, kapt. H.O. Piccardt, tot een gevangenisstraf van 3 maanden c.e. De 5e mei 1857 J. B. Konstabel op het Nederlandse fregatschip TERNATE, kapt. T. Carst Tzn, tot een gevangenisstraf van 2 maanden, geldboete van NLG 10 c.e; N.V. G, matroos op het Nederlandse schip HOOP VAN CAPELLE, kapt. J.N. Bok, tot een gevangenisstraf van 14 dagen c.e; C. P, matroos op het fregatschip MARIA ELISABETH MARGARETHA, kapt. P. Bondix, tot een gevangenisstraf van 3 maanden c.e. en J. v. B, matroos op het barkschip ALBLASSERDAM, kapt. E. van Lintern, tot een gevangenisstraf van 3 maanden c.e. De 6e juni 1857 J. B, lichtmatroos op het barkschip ALLEGONDA JACOBA, kapt. B.C. Deurholt, tot een gevangenisstraf van 2 maanden, geldboete van NLG10 c.e. De 20e juni 1857 J.W. B, hofmeester op het Nederlandse barkschip ARLEQUIN, tot een gevangenisstraf van 14 dagen c.e. De 10e juli 1857 C. S, matroos op het Nederlandse brikschip HENRICA, tot een gevangenisstraf van 3 maanden c.e.
|