|
De 13e oktober zijn door toedoen van Z.H. de Sultan van Tidore ter hoofdplaats Ternate aangebracht vijf Javanen en één Javaanse vrouw, volgens door hen afgelegde verklaring alle van Soerabaija geboortig en behoord hebbende tot de equipage van de onder Engelse vlag varende en te Hongkong thuis behorende brik HARWAY, gevoerd door kapt. Smit. Dat vaartuig, bemand met 22 koppen, bestaande uit de kapitein, 2 Engelse stuurlieden en 19 Javaanse matrozen, was ongeveer 7 maanden geleden van Newcastle (Australië), alwaar het een lading steenkolen voor Shanghai had ingenomen, vertrokken, doch had na 13 dagen reis met gunstige wind en goed weer op een boven het water uitstekende klip (vermoedelijk in de Torres straat) gestoten. Na 10 dagen verblijf op de klip, had de bemanning op last van de kapitein het vaartuig verlaten en wel de kapitein en diens echtgenoot benevens 7 matrozen in één sloep, de twee stuurlieden en 6 matrozen op een van rondhout vervaardigd vlot, en de hier bedoelde Javanen in een andere sloep. Deze laatsten waren echter drie dagen daarna van de anderen afgeraakt, zonder verder iets van hun lot te hebben vernomen. Na ongeveer 3 maanden op zee te hebben rondgezworven, zonder ander voedsel dan enig beschuit, waren zij op een zekere plaats, Amborpon genaamd, (Papoesche Eilanden of Nieuw Guinea) aangedreven, vanwaar zij door bemiddeling en met behulp van de hoofden van Omka, Gebé Patani en Weda naar Tidore overgevoerd en eindelijk, na een paar dagen verblijf aldaar, naar Ternate waren opgezonden. JB 061262 Batavia. Van het Engels schip LADY ALICE, kapt. Mickleburgh, dat op de 1e dezer alhier van Japan is aangekomen, hebben wij bericht ontvangen, dat de Nederlandse brik GUINEA, kapt. L. Crevecoeur, op de 16e oktober ll. in de baai van Jedo totaal is verongelukt. De equipage is echter gered en een gedeelte van de lading en inventaris geborgen geworden.
|