|
Harlingen, 2 februari. Het Nederlands kofschip JACOB EN WILLEM, kapt. W. van Duin, met eikenhout van Dantzig naar Amsterdam, is door de mist op de Buitengronden van Terschelling gestrand en door de opvarenden verlaten, die eerst op Terschelling en heden hier aankwamen in een schilschuit (opm: schelpenschuit). Naar wij per gerucht vernemen, is hun vaartuig weer vlot geraakt en geborgen. LC 040272 Harlingen, 2 februari. Deze middag is hier door de sleepboot MAGNET binnengehaald het galjootschip GEZINA, kapt. A. de Boer, met haver van Stockholm naar Londen. Het schip was lek en had meer andere schade, en zal moeten lossen om te repareren. (opm: zie NRC 050272)
|