|
Veendam 29 december. Aan een particulier schrijven, nopens de stranding van het schip de JONGE HERMAN, gezagvoerder Boiten uit Veendam, komende van Landscrona, bij Kopenhagen, met een lading gerst naar Amsterdam bestemd is in de nacht van 22 op 23 dezer op de Mecklenburger kust, bij Nienhagen (opm: beW Warnemünde) gestrand, ontleent men het volgende. Het schip is geheel aan stukken en de lading is eruit gespoeld. Bij het stranden sloeg een stortzee de stuurman J. Boiten, matroos Koetse en de kok E. Kappen over boord. De stuurman had het geluk weder op het schip te komen, doch de matroos en de kok kwamen in de golven om. De kapitein die juist achterin was gegaan om op de kaart te zien of er nog uitkomst was, werd bewusteloos op het strand gebracht, doch is thans aan de beter hand. Aldaar waren dichtbij een vijftal schepen gestrand, van sommige is geen mens gered kunnen worden.
|