|
Rendsburg, 11 mei. Volgens bericht uit Holtenau zijn gisteren de Nederlandse schepen WILHELMINA, kapt. Meijer, van Hartlepool met steenkolen naar Koningsbergen, JONGE DIRK, kapt. Matroos, van Amsterdam met stukgoederen naar Rostock, BROEDERLIEFDE, kapt. Van Sluis, van Hartlepool met steenkolen naar Koningsbergen, GOEDE VERWACHTING, kapt. Riensema, van Amsterdam met stukgoederen naar Dantzig, VROUW RENSKE, kapt. Konterman, van Hamburg, en JONGE JAN, kapt. Gnodde, van Groningen, beide met ballast naar Hadersleben bestemd, van Holtenau in zee gegaan, doch door het bij Bulk liggende Deense oorlogsschip aangehouden, en hun is aangezegd, dat zij wel konden passeren, maar bijaldien de havens hunner bestemming geblokkeerd waren, zij er alsdan niet konden inkomen, waarop bovengenoemde schepen weder naar Holtenau zijn teruggekeerd. De schepen ELSINA, kapt. Van Sluis, en CATHARINA CORNELIA, kapt. De Jonge, beide van Londen met suiker naar Koningsbergen bestemd, zijn desgelijks van Holtenau uitgezeild en hebben hun reis voortgezet. Gisteren morgen kruiste in de nabijheid van Bulk een tjalk, welke vermoedelijk het voor enige dagen uitgezeilde schip FOKKINA, kapt. Waterborg, van Hamburg naar Hadersleben, zal zijn; hetzelve heeft waarschijnlijk in Hadersleben niet kunnen binnenkomen en kan nu ook naar Holtenau niet weder terugkeren.
|