|
Batavia, 4 augustus. De 31e juli zijn alhier aangekomen de Nederlandse bark JOHAN JACOB, kapt. L. van Geelkerken, met een passagier, vertrokken van Brouwershaven de 24e april, de dito bark ALBATROS, kapt. R.P. Haasnoot, met drie passagiers, vertrokken van Amsterdam de 15e april, de dito bark J.C.J. VAN SPEIJK, kapt. H. Nolte, vertrokken van Rotterdam de 23e april en de dito bark ANTONETTA MARIA, kapt. J.J. Day, met een passagier, vertrokken van Rotterdam de 18e april. De 1e augustus is alhier aangekomen het Nederlandse schip AERT VAN NES, kapt. J. Naback, met twee passagiers, vertrokken van Amsterdam de 18e april. De 2e augustus zijn alhier aangekomen het Nederlandse schip PALEMBANG, kapt. B.M. Corbière, met Zr.Ms. troepen, vertrokken van Amsterdam de 15e april, dito schip GEZINA, kapt. P. Burggraaff, vertrokken van Amsterdam de 7e april, dito schip OOST INDIA PAKKET, kapt. B. Bakker, vertrokken van Amsterdam de 5e mei, dito bark CATHARINA JOHANNA, kapt. C. Tjebbes, met een passager, vertrokken van Amsterdam de 9e april, dito bark NIEUW LEKKERLAND, kapt. W.A. Kramer, vertrokken van Rotterdam de 7e mei. De 4e augustus zijn alhier aangekomen het Nederlandse schip JACOBA MAURINA, kapt. G. van Meedevoort, met enige passagiers, vertrokken van Amsterdam de 15e april, dito schip LUCIA MARIA, kapt. B. Barends, met enige passagiers en Zr.Ms. troepen, vertrokken van Amsterdam de 15e april, dito schip DELFT, kapt. B.J. Muller, met een passagier, vertrokken van Rotterdam de 11e mei.
|