Inloggen
CHESTER - ID 1363


Kroniekberichten

Datum 19 april 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

De Staats Courant (No. 91) bevat de statuten van de alhier gevestigde N.V. American Petroleum Company (Amerikaansche Petroleum Maatschappij). Doel: het uitoefenen van de petroleumhandel in de meest uitgebreide zin, het redersbedrijf en andere handelszaken, waartoe door de directie en commissarissen besloten wordt.
Aangegaan tot 31 december 1920. Hoofdzetel alhier, met een kantoor te Antwerpen, en met bevoegdheid ook buiten Nederland bijkantoren of filialen te vestigen. Kapitaal NLG 5.000.000, in 100 aandelen (opm: bedoeld zal zijn 200 aandelen) op naam van NLG 25.000 ieder, alle geplaatst.
Het beheer van de zaken is, onder toezicht van de commissarissen, opgedragen aan vijf directeuren, waartoe benoemd zijn de heren O. Randebrock, F.W. Randebrock, O. Horstmann, F. Speth en A. Maquinay.
Tot commissarissen zijn voor de eerste maal benoemd de heren Ch.F. Ackermann, Th.C. Bushnell, G.F. Gregory, W.H. Libby, en A.J. Pouch. Als volledige storting op de aandelen, waarvoor in deze vennootschap wordt deelgenomen door de heren H. Stursberg, O. Randebrock, F.W. Randebrock, F. Speth, Ch. Good, F.W.O. Horstmann en H.F. Korhammer, worden door hen respectievelijk ingebracht en aan haar in eigendom overgedragen de navolgende zaken, te weten:
Door de heren H. Stursberg, O. Randebrock en F.W. Randebrock: het ijzeren schroefstoomschip genaamd: BREMERHAVEN, gemeten op netto tweeduizend eenhonderd negen en zeventig tonnen; het ijzeren schroefstoomschip genaamd: CHARLOIS, gemeten op netto eenduizend achthonderd een en vijftig tonnen; het ijzeren schroefstoomschip genaamd: CHESTER, gemeten op netto eenduizend achthonderd twee en zeventig tonnen; het ijzeren schroefstoomschip genaamd: OCEAN, gemeten op netto eenduizend achthonderd twee en zeventig tonnen, en zulks met al de tot die schepen behorende ankers, zeilen, sloepen, boten, gehele inventaris en verdere toebehoren.
Deze schepen zijn nimmer op een van de openbare registers hier te lande te boek gesteld. Door dezelfde voor hun firma Hermann Stursberg & Co; tien twintigste aandelen in de Tank-Rijnschip-reederij, gevestigd alhier, aan welke rederij toebehoort het onder Nederlandse vlag varende petroleum-tankschip genaamd: PETROLEA I; de helft in een voor gezamenlijke rekening met de firma Horstmann & Co te Charlois, als roerend goed opgerichte tankinrichting met al hetgeen daartoe behoort; door de heer F.W.O. Horstmann; het overdekte ijzeren schroefstoombootje genaamd: MIGNON, gemeten op vijftien tonnen, met de gehele inventaris en verder toebehoren, welk schip nimmer op een van de openbare registers alhier te lande is te boek gesteld.
Door de heren F.W.O. Horstmann en H.F. Korhammer voor hun firma Horstmann & Co; tien twintigste aandelen in de Tank-Rijnschip-reederij gevestigd te Rotterdam, aan welke rederij toebehoort het onder Nederlandse vlag varende petroleum-tankschip genaamd: PETROLEA I; de helft in een voor gezamenlijke rekening met de firma Hermann Stursberg & Co, te Charlois, als roerend goed opgerichte tankinrichting met al hetgeen daartoe behoort; twintig tankwagons; diverse tanklichters, petroleumwagens en verdere zaken tot de detailhandel te Amsterdam behorende; de kantoorinrichtingen alhier te Amsterdam.
Door de heren F. Speth en Ch. Good voor hun firma Fr. Speth & Co: het stalen zeilschip genaamd: HAINAUT, gemeten op eenduizend zevenhonderd achttien en drie en twintig honderdste tonnen; het stalen stoomschip genaamd: LA FLANDRE, gemeten op eenduizend vijfhonderd negen en acht en tachtig honderdste tonnen; het stalen stoomschip genaamd LA CAMPINE, gemeten op tweeduizend zeven en tachtig en een en dertig honderdste tonnen, en zulks met al de tot die schepen behorende ankers, zeilen, sloepen, boten, gehele inventaris en verder toebehoren. Deze schepen zijn nimmer op een van de openbare registers hier te lande te boek gesteld. Voorts drie spoorwegwagons en de te Antwerpen door hen als roerend goed opgerichte tankinrichting, met al hetgeen daartoe behoort.

Afbeelding
Datum 09 juli 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 7 juli. Volgens telegram uit New York d.d. 6 juli werd het stoomschip SERVIA, van New York naar Liverpool, circa 160 mijl oost van Sandy Hook gepasseerd door het stoomschip EIDER. De SERVIA had een defecte machine (gebroken hogedrukpen) en keerde terug naar New York, gesleept wordende door de Nederlandse tankstomer CHESTER, van New York naar Rotterdam bestemd. In het geheel bevonden zich aan boord van de SERVIA 470 passagiers 1e klasse, 110 passagiers 2e klasse en 155 tussendeks- passagiers. Onder de passagiers aan boord van de SERVIA bevindt zich ook Prins Georg van Griekenland.

Afbeelding
Datum 10 juli 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

New York, 8 juli. Het alhier met machineschade uit zee teruggekeerde stoomschip SERVIA heeft een pen van de krukas gebroken en zal het vervaardigen van een nieuwe pen een oponthoud van twee à drie weken vergen. Het ongeval gebeurde de 4e juli des avonds te half zeven op 217 mijlen ten oosten van Sandy Hook. De CHESTER trof het stoomschip des anderen daags 9.30 v.m. aan en nam het op sleeptouw tot het door een sleepboot werd afgelost. De CHESTER heeft bij het slepen schade geleden aan de stuurboord-beting.

Afbeelding
Datum 14 juli 1891
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

New York, 10 juli. Door de rederij van de Nederlandse tankstomer CHESTER, van New York naar Rotterdam, die het stoomschip SERVIA, naar Liverpool bestemd, met defecte machine aantrof en tot voor de haven van New York terugsleepte, werd USD 75.000 gevraagd voor de verleende assistentie. De Cunard Company is van mening, dat USD 15.000 voldoende vergoeding is.

Afbeelding
Datum 03 januari 1893
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

IJmuiden, 31 december. Het Nederlandse stoomschip CHESTER, heden hier van New York binnengekomen, had aan boord de gehele bemanning, zijnde 19 personen, van het Engelse fregat VANCOUVER, kapt. Purdy, van St. Johns met een lading hout naar Penarth Roads voor orders bestemd. Genoemd schip was ten gevolge van hevig stormweder lek gesprongen en dreef tijdens zwaar stormweder geheel ontramponeerd, toen het op 47º42’ N.B. en 35º13’ W.L. door de CHESTER werd aangetroffen. Door van de CHESTER olie te werpen heeft men met veel moeite de zee zodanig gekalmeerd, dat de bemanning van de VANCOUVER, met eigen boot op de CHESTER kon overkomen, ofschoon dit met groot levensgevaar gepaard ging. Het schip had toen reeds vier dagen rondgedreven. De schipbreukelingen zijn met de CHESTER naar Amsterdam opgevaren. Het schip VANCOUVER, groot 1403 ton, werd in 1876 van hout gebouwd te Groscoque.

Afbeelding
Datum 20 februari 1893
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 17 februari. Het Nederlandse stoomschip CHESTER, van Rotterdam naar New York, is met defecte machine en schade aan de schroef Halifax binnengelopen.

Afbeelding
Datum 06 maart 1893
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Halifax, 17 februari. Het Nederlandse stoomschip CHESTER, van Rotterdam naar New York, heeft een schroefblad verloren. De reparatie zal in circa een week geëindigd zijn. Het stoomschip is in het droogdok geplaatst.

Afbeelding
Datum 30 maart 1893
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 29 maart. Het uitgaande stoomschip CHESTER wordt alhier opgehouden wegens een defect aan de machine.

Afbeelding
Datum 11 maart 1894
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 10 maart. Volgens telegram uit Baltimore, is het Nederlandse stoomschip CHESTER van Amsterdam naar Baltimore, te Cobb Island benoorden Kaap Charles gestrand, assistentie is derwaarts gezonden (opm: zie NRC 130494).

Afbeelding
Datum 13 maart 1894
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Rotterdam 12 maart. Volgens van Lloyd's ontvangen telegram is het stoomschip CHESTER van Amsterdam naar Baltimore, dat op Cobb's eiland aan de grond zat, vlot gekomen en te Kaap Henry binnengekomen.

Afbeelding
Datum 01 september 1894
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 31 augustus. Bij het in de sluis komen liep het Nederlandse tankstoomschip CHESTER tegen de remming en bracht daaraan schade toe. Het anker drong door de huid van het schip, juist boven de waterlijn en beide handen van het anker zijn bij de schacht afgebroken.

Afbeelding
Datum 09 september 1894
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 8 september. Het stoomschip CHESTER, heden van hier naar New York vertrokken, is in het Noordzeekanaal in aanvaring geweest met het van de Zwarte Zee komende stoomschip TEUTONIA. Van de CHESTER werden enige boegplaten aan bakboord ingedrukt, terwijl de TEUTONIA slechts geringe schade bekwam. De CHESTER heeft inmiddels heden weer zee gekozen.

Afbeelding
Datum 12 december 1897
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 11 december. Het stoomschip CHESTER, van Lapvik naar Zaandam, is hier hedenochtend aangekomen, het werd in de Noordzee door een zware stortzee getroffen, waardoor één van de stuurboord boten werd verbrijzeld.

Afbeelding
Datum 14 februari 1899
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 13 februari. Het Nederlandse stoomschip CHESTER, van Philadelphia hier aangekomen, heeft zwaar stormweder doorstaan. Een sloep werd verbrijzeld, de achterstuurkast is overboord geslagen, het achterstuurrad beschadigd, terwijl ook enige kajuitsdeuren weggeslagen of beschadigd zijn.

Afbeelding
Datum 05 april 1899
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Maassluis, 4 april. Het Nederlandse tankstoomschip CHESTER geraakte gisterenochtend door mist op de Maasvlakte aan de grond, dicht bij het oude Brielsche Gat. Reddingboten gingen derwaarts. Met de Nieuwe Bergingmaatschappij werd een overeenkomst aangegaan, op arbitrage te Rotterdam.
De sleepboten OCEAAN, VLAARDINGEN, PERNIS en LAUWERZEE trokken om 7 uur het schip vlot na uitpompen van 150.000 gallons petroleum. Schade werd niet geconstateerd, behalve aan dek. Het stoomschip stoomde later onder eigen kracht naar Rotterdam.

Afbeelding
Datum 20 september 1901
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Antwerpen, 17 september. De gezagvoerder van het stoomschip CHESTER, van Baltimore hier aangekomen, rapporteert dat tijdens stormweder één van de schroefbladen werd verloren en een deel der machine defect werd.

Afbeelding
Datum 20 september 1901
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Antwerpen, 17 september. De Belgische stoomboot L’ AVENIR kwam hier in het dok in botsing met het Nederlandse stoomschip CHESTER en beliep dien tengevolge enige schade.

Afbeelding
Datum 14 maart 1904
Krant DS - Dagblad Scheepvaart
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Dardanellen, 11 maart. Het Nederlandse stoomschip CHESTER op reis van Batoum naar Rotterdam is gestrand bij Genishehr Bank. De bergingstomers DALHOUSIE, WARREN HASTINGS en KNIGHT OF ST PATRICK verlenen assistentie.

Afbeelding
Datum 15 maart 1904
Krant DS - Dagblad Scheepvaart

Het stoomschip CHESTER is zonder lossen van de lading door de bergingsstomers vlot gesleept.

Afbeelding
Datum 04 juni 1904
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rechtszaken. Raad van Tucht.
De raad van Tucht voor de Koopvaardij, zitting houdende in het Paleis van Justitie alhier, behandelde gisteravond de zaak van kapitein G.A. Ocken, uit Oldenburg, die met het Nederlandse stoomschip CHESTER de 8ste maart in de Dardanellen bij Kaap Hellos aan de uit grof zand bestaande grond geraakte. De 15de maart d.a.v. kwam het vaartuig vlot, waarna de volgende dag door de Middellandse Zee naar Rotterdam gestoomd werd, waar men de 30ste arriveerde en waar de 2de april een scheepsverklaring werd afgelegd. In die scheepsverklaring wordt gezegd, dat het schip bij vertrek hecht, dicht en sterk was, en dat de oorzaak van het vastraken geweten moet worden aan de omstandigheid, dat de zuidelijke boei bij Kaap Hellos een mijl uit haar positie was geraakt. Het schip had geen schade, wel heeft de machine veel geleden.
Uit het onderzoek bleek dat de rederij het de kapitein kwalijk genomen had, dat hij te veel op de boei vertrouwd en geen peilingen naar de vuurtorens genomen had.
Als getuigen werden gehoord de 1ste stuurman L. van Aalst en de 3de stuurman J. Sijter.
Vervolgens werd voortgezet de behandeling der zaak van kapitein Harke Smits. Zoals men zich herinneren zal, verliet deze de 10de oktober achter Terschelling zijn met lijnkoeken geladen stalen schoener JANTINA AGATHA, nadat de overige drie manschappen reeds vroeger op een vistrawler waren overgegaan. Het vaartuig had de vorige dag een orkanische storm doorstaan en kreeg drie zware brekers over, waardoor het zeewater het ruim binnenstroomde. Het vaartuig werd door een logger half vol water te IJmuiden binnengebracht, met verlies van kluiverboom, grote boot en ingeslagen groot luik.
De kapitein, die bij de vorige behandeling der zaak buitenslands was, werd thans gehoord.
Uit het verhoor van de kapitein bleek, dat de kapitein met volle zeilen Hȃvre verlaten had; toen de storm opzette, werd doorgevaren met klein zeil. Het schip werd verlaten, omdat de kapitein bevreesd was, dat het binnen twee uur zou zinken.
Hij tekende het journaal, dat door de stuurman werd gehouden, niet elke dag af, zo nu en dan. Waar dit journaal gebleven is, kan de kapitein niet ophelderen. De kapitein was niet in het bezit van een diploma, en vaart sedert 1898 als stuurman.
Tenslotte diende de zaak van de gezagvoerder S. Postma uit Harlingen, van het Nederlandse driemast-stoomschip (opm: driemast schoener) LAURA, tegen wie door de stuurman H. Bok, en een deel der overige bemanning een klacht werd ingediend. De rederij, de Noord-Nederlandse Stoomvaart-Maatschappij (opm: Noord-Nederlandsche Scheepvaart Maatschappij), wilde geen gevolg geven aan de klacht. De klacht houdt in, dat de bejaarde kapitein elke dag ruzie maakte, wat geweten werd aan ‘oom alcohol’. Den 30ste april geraakte het schip volgens de klacht, in de Bocht van Brevick eerst voor den boeg van den Russische schoener en toen voor die van een Noorse stoomboot, wat de klagers wijten aan de dronkenschap van de kapitein.
Vanwege de kapitein werden brieven overgelegd waarin hij er over klaagt, dat hij ten zeerste in de bekwaamheid van de stuurman Bok teleurgesteld is. Voorts een 3-tal Noorse brieven van consuls, die verklaarden dat ze de kapitein niet onbekwaam gezien hadden. Daaronder een van de consul te Larwich, Falck geheten.
De klager, de eerste stuurman H. Bok, heeft een diploma voor tweede stuurman voor gedane dienst, dus niet krachtens examen; hij vaart van zijn elfde jaar af. Hij heeft met de kapitein van april tot het laatst van mei een reis gemaakt van hier naar Noorwegen. Volgens lang verhaal was de kapitein herhaaldelijk beschonken, onder alle omstandigheden. Hij gedroeg zich dan onbehoorlijk.
De kapitein verklaarde dat er van het verhaal dat de stuurman deed, niets aan is. De stuurman bleek niet voorzien van instrumenten en boeken, en toen hij hem daarover onderhield, bekende hij dat hij 17 maanden in een gesticht was verpleegd. Met instrumenten en kaarten kon de stuurman niet omgaan en het journaal kon hij niet invullen. Sterke drank gebruikt hij zelden en hij maakt er geen misbruik van.
De matroos J. Kleyn, daarna gehoord, heeft de kapitein meer boven zijn bier gezien. Twee reizen heeft hij met hem meegemaakt. Dat de kapitein de gehele reis beschonken was, kon hij niet bevestigen, maar het gebeurde in de bocht van Brevick was hij z.i. dronken, stond te waggelen op zijn benen en wartaal uit te slaan. Den loods had de kapitein van boord gestuurd. Evenals de vorige getuige, weet hij het verkeerd manoeuvreren, waardoor de bemanning in levensgevaar verkeerde, aan de dronkenschap van de kapitein. Tegen getuige was de kapitein niet nors of onheus, maar wel menigmaal tegen de stuurman.
De matroos J.J. Smits verklaarde dat de kapitein gedurende deze reis aan boord meermalen misbruik maakte. Zijn verhaal over het gebeurde in de Bocht van Brevick was eensluidend met dat van matroos Kleyn en de stuurman Bok. Persoonlijk had hij over onheusheid van de kapitein niet te klagen. Eigener beweging zou de getuige niet geklaagd hebben.
De kapitein ontkende dat er levensgevaar in de Bocht van Brevick bestaan heeft, en ook dat hij dronken was, hoogstens twee glaasjes had hij gebruikt.
De kapitein legde een verklaring zijner rederij over, waarin gezegd wordt dat de kapitein van 1900 af in dienst der rederij is, steeds zich als een bekwaam gezagvoerder heeft doen kennen en nimmer reden heeft gegeven tot klachten over misbruik van sterken drank.
Plotseling kwam er uit de aanwezigen iemand naar voren. Het was de 26 jarige J.C. Groendijk, die van 7 oktober 1901 tot 14 januari 1902 als stuurman een reis op de LAURA onder deze kapitein maakte. Gedurende die reis heeft de kapitein zich verscheidene malen te buiten gegaan. Ook met de equipage kon de kapitein het destijds niet vinden. Over een en ander is bij de rederij indertijd geklaagd. Deze onverwachte getuige beëdigde zijn verklaringen.
In deze zaak zal waarschijnlijk nog een nader getuigenverhoor volgen.
Deze zitting duurde 4½ uur.

DS 040604
Dartmouth, 3 juni. Het stoomschip HELIOS, hier gisteren aangekomen, is op 22 mei bij de Scilly’s in aanvaring geweest met het Nederlandse tankstoomschip OCEAN op reis van Rotterdam naar Batoum.

Afbeelding
Datum 05 april 1909
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 5 april. Volgens bericht uit Kustenje (opm: = Constantza) heeft het van Antwerpen komende Nederlandse stoomschip CHESTER tegen de kade aldaar gestoten, waardoor schroefas en schroef verloren gingen.

Afbeelding
Datum 08 april 1909
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 7 april. De Nederlandse sleepboot THAMES vertrok 6 april van Port Said naar Constanta om het aldaar met verlies van schroef liggende tankstoomschip CHESTER van daar naar Antwerpen te slepen.

Afbeelding
Datum 04 mei 1909
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 3 mei. De sleepboot THAMES met het tankstoomschip CHESTER op sleeptouw van Kustendje naar Antwerpen, passeerde 30 april/1 mei Gibraltar.

Afbeelding
Datum 13 mei 1909
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 12 mei. De Nederlandse sleepboot THAMES arriveerde 12 mei met het tankstoomschip CHESTER van de Zwarte Zee te Antwerpen,

Afbeelding
Datum 18 februari 1913
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 18 februari. Men seint ons uit Londen: Volgens een telegram uit Halifax is het van Antwerpen naar New York bestemde Nederlandse stoomschip CHESTER met gesprongen hoofdleibuis aldaar aangekomen. De averij wordt gerepareerd en waarschijnlijk wordt morgen de reis naar New York voortgezet.

Afbeelding
Datum 31 oktober 1914
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 30 oktober. Het Nederlandse stoomschip CHESTER van New Orleans naar hier bestemd, thans bij het eiland Wight geankerd, moet de lading in Engeland lossen.

Afbeelding
Datum 06 februari 1915
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

New York, 5 februari. (Reuter) Er wordt gemeld dat de tankboot CHESTER, van de American Petroleum Co. te Rotterdam, die zich op weg bevond van New York naar Rotterdam, de 23e januari schipbreuk heeft geleden en op zee is achtergelaten. De bemanning is gered door het stoomschip PHILADELPHIA. De CHESTER was groot 2.568 ton bruto en 1.637 ton netto, en werd in 1888 te Greenock gebouwd.

Afbeelding
Datum 12 februari 1915
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 10 februari. De bemanning van het verlaten Nederlandse stoomschip CHESTER (zie avondblad 6 febr.) is te New York geland.

Afbeelding
Datum 26 april 1915
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. De Raad stelde een onderzoek in naar het vergaan van het stoomschip CHESTER in de Noord-Atlantische Oceaan in het begin van februari 1915.
Het stoomschip bevond zich op reis naar Rotterdam en was de 23e januari van New York vertrokken, geladen met olie. De lading, volgens de kapitein H. Segebarth, die het eerst als getuige werd gehoord, niet groter dan anders, bestond uit olie. Het schip lag dan ook niet dieper dan gewoonlijk. Vroeger, in 1910 was de uitwatering van het schip veranderd van 137 cm in 122 cm. Het schip was in volkomen zeewaardige toestand met voltallige bemanning van New York vertrokken. Op reis had men al spoedig last van slecht weer. De storm ging over in een orkaan, die dan uit het NW dan uit het ZO, ja, van alle kanten op het schip losbeukte. Op 47º06’ NB en 32º53’ W.L. kreeg het schip hoge zeeën over, zodat het water aan alle kanten naar binnen stroomde. Er werd uit alle macht gepompt, doch het schip kreeg slagzij. De orkaan hield aan van 1 tot 3 februari. De brug was weggeslagen. Evenzo de reddingboten en de navigatiemiddelen. In de avond van 3 februari kon men seinen geven aan de PHILADELPHIA. Nog wilde getuige trachten het schip in veiligheid te brengen, doch de bemanning wilde wegens het ontbreken van reddingsmiddelen het schip verlaten. Met behulp van lijnen kwam men van boord af, hetgeen duurde van 's nachts 2 uur tot de volgende middag. Alvorens het, schip te verlaten werd het in brand gestoken.
De 2e machinist F. Meenhorst geeft alsnu nog een korte beschrijving van de ontredderde toestand waarin het schip door de orkaan was geraakt. Hoe langer hoe meer ging het schip slagzij. En, hoewel de machine nog wel werkte, wilde getuige heel graag het schip verlaten. Op het achterdek werd scheepsraad gehouden: Niet één van de bemanning wilde nog proberen het schip naar een haven te brengen. Omtrent de lading en de diepgang van het schip weet getuige niets mee te delen. De inspecteur van de scheepvaart de heer Bouman merkte op, dat de vermindering van de uitwatering had behoren gepaard te gaan met een versterking van het toch reeds oude schip. Nu is de lading verhoogd met 180 ton, zonder dat er enige versterking werd aangebracht. Het schip was dan ook naar sprekers mening niet ten volle zeewaardig en het is niet meer dan een gelukkig toeval, dat bij deze scheepsramp geen mensenlevens verloren zijn gegaan.
Spreker weet nog van een ander schip van 4.000 ton dat nu, doordat er een luik veranderd is, 1.400 ton meer laadt. Dat wordt in de hand gewerkt door de concurrentie van de bureaus. Er moet echter niet zozeer met formules als wel met het wezenlijke gevaar gerekend worden. Ten slotte zou spreker wensen dat van regeringswege een dankbetuiging werd gericht tot de bemanning van de PHILADELPHIA die, terwijl de zee te hoog stond om langszij te komen, de equipage van de CHESTER met de lijn redde en met dit reddingswerk bezig was van ‘s nachts 12 uur tot de volgenden morgen 8 uur.

Afbeelding
Datum 26 april 1915
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 24 april. Met het stoomschip AMERICAN is van New Orleans hier aangekomen de kapitein van het indertijd in de Atlantische Oceaan vergane stoomschip CHESTER, met een lading petroleum van New York naar Rotterdam bestemd.

Afbeelding
Datum 08 mei 1915
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. – Uitspraak CHESTER.
De uitspraak betreffende het verloren gaan van het stoomschip CHESTER was aldus:
Het is de Raad uit het onderzoek gebleken dat de CHESTER op 31 januari van achter in een orkaan gelopen is en in het centrum gekomen, ten gevolge waarvan het schip ontredderd en hulpeloos is geworden, zodat het op 4 februari, toen hulp opdaagde, moest worden verlaten. De gezagvoerder heeft alles gedaan, wat mogelijk was om zijn schip te behouden en was, naar ‘s Raads mening, gerechtigd het schip te verlaten in de hoogst precaire toestand, waarin het zich bevond, terwijl de bemanning weigerde langer aan boord te blijven. Bijzondere hulde behoort te worden gebracht aan de moedige redders onder de bemanning van de PHILADELPHIA, die met groot gevaar voor eigen leven hulp hebben verleend en er in geslaagd zijn, onder zo moeilijke omstandigheden de gehele bemanning van de CHESTER veilig bij zich aan boord te brengen.

Afbeelding
Datum 04 juni 1915
Krant AH - Algemeen Handelsblad

Beloning aan de redders van de CHESTER.
Bij Koninklijk Besluit van 31 mei is toegekend, als blijk van goedkeuring en tevredenheid:
De gouden erepenning voor menslievend hulpbetoon en een loffelijk getuigschrift aan A. Mils, kapitein van het Amerikaanse stoomschip PHILADELPHIA, wegens zijn leiding bij het redden van de opvarenden van het stoomschip CHESTER in de Noord-Atlantische Oceaan, op 4 februari 1915, de zilveren erepenning voor menslievend hulpbetoon en een loffelijk getuigschrift aan:
H. Candy, C. Croutier, W. Bordensen, C. Martine, J. O’ Shea, A. Templeton, C. WiIson, T. Lyons, R Chisholm, L’ Long, H. Quigley, L. Petersen, A. Perion, O. Van Gordon, leden van de bemanning van het Amerikaanse stoomschip PHILADELPHIA, wegens de door hen met levensgevaar volbrachte redding van de opvarenden van bovengenoemd stoomschip.

Afbeelding
Datum 07 januari 1916
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Verkoop schepen

Rotterdamse rederijen in 1915.
Aan het overzicht dat de Scheepvaart geeft van de staat van de rederijen in Nederland, ontlenen wij het volgende voor wat Rotterdam betreft: De Holland Amerika Lijn heeft een overeenkomst getroffen, waardoor een groot gedeelte van het kapitaal, dat zich in Duitse handen bevond, in Nederlandse terugkwam. Om te voorkomen, dat deze aandelen wederom in buitenlands bezit zouden geraken, werd opgericht de N.V. Gemeenschappelijk Eigendom van aandelen Holland Amerika Lijn met een kapitaal van NLG 7.125.000, waarvan geplaatst NLG 3.185.000. Van de in aanbouw zijnde schepen kwam er nog geen gereed. Aangekocht werden de vrachtboten EEMDIJK (6.180), MAASDIJK (6.065) en POELDIJK (4.226), waarvan eerstgenoemde op een mijn liep en verloren ging. Het stoomschip POTSDAM (12.522) werd naar het buitenland verkocht. Vele schepen werden gecharterd, terwijl een aantal schepen in de La Platavaart gebezigd werden.
Voor de Rotterdamsche Lloyd zijn thans in aanbouw een mailschip van 9.600 ton en 5 vrachtboten van 7.050 ton, waarvan de SITOBONDO (7.057) reeds te water is gelaten. Het stoomschip BENGALEN (2.676) werd verkocht. De in het vorig jaar opgerichte N.V. Algemeene Stoomvaart Mij. (Wambersie & Zoon) was niet gelukkig. Doordien haar schepen in time-charter voeren, profiteerde zij niet van de hoge vrachten, terwijl het derde stoomschip, dat in aanbouw was, de VAN STIRUM (3.284) nooit geleverd is, doch door het Engelse gouvernement is gerekwireerd terwijl het dezer dagen is getorpedeerd.
De Nederlandsche Stoomvaart Mij. Oceaan kocht de stoomschepen VEGHTSTROOM (1.339) en ELVE (899) aan.
De Nederlandsche Lloyd en Scheepvaart- en Steenkolen Mij. hadden het verlies van twee schepen te betreuren, die op mijnen liepen, nl. de SCHIELAND (1.106) en OLANDA (2.138).
In de vaart kwamen de GAASTERLAND (1.091), DIRKSLAND (1.858), MIDSLAND (1.085) en SCHOKLAND (1.113). In aanbouw zijn nog de OOSTERLAND (1.200), ST. JANSLAND (1.900), ST. PHILIPSLAND (2.000), HOOGLAND (1.300) en een stoomschip van 1.900 ton, waarvan de OOSTERLAND en HOOGLAND reeds te water zijn gelaten. Verkocht werd het stoomschip OTTOLAND (1.574).
De firma Phs. Van Ommeren bracht de tankstomer BARENDRECHT (3.704) in de vaart, kocht het stoomschip CONSTANCE CATHARINA (1.037) aan en verkocht de stoomschepen KATENDRECHT (2.155) en DORDRECHT (2.151). Thans is in aanbouw de tankmotor PENDRECHT (1.500).
De firma P.A. van Es & Co. bracht in de vaart het stoomschip BERNISSE (951) en bestelde de stoomschepen ELVE (950) en AMSTEL (800). Zij verkocht het stoomschip ELVE (899), terwijl de AMSTEL (853) op een mijn liep.
Het stoomschip BATAVIER I (1.013) van de Scheepvaart Mij. v/h Smith & Co. kwam gereed, terwijl zij het stoomschip HOLLANDER (759) verkocht. Dit schip werd onder de naam OTIS TARDA in de vaart gebracht door de nieuwe rederij L. & L. Pieters, die nog het stoomschip OTIS TETRAX (800) in aanbouw heeft.
De American Petroleum Company verloor het stoomschip CHESTER (2.568).
De Noord-Nederlandsche Scheepvaart Mij. verkocht haar stoomschip CONSTANCE CATHARINA (1.036) en liquideerde.
Evenzo de Stoomvaart Mij. Tromp, die haar stoomschepen HEEMSKERCK (2.183), KORTENAER (2.151) en TROMP (2.751) verkocht. De onder dezelfde directie staande N.V. Kolen- en Scheepvaart Kantoor verkocht haar enige schip, de JAN BLOCKX (1.366) en liquideerde eveneens.
Voorts liquideerde de Stoomvaart Mij. Sophie H, die haar stoomschip SOPHIE H (2.930) verkocht en werd het enige stoomschip van Karl Schroers Stoomvaart Mij. de KARL SCHROERS (1.871) verkocht.
De nieuw opgerichte Dordtsche Stoomschip Mij., waarbij de Rotterdamse firma P.W. Louwman geïnteresseerd is, kocht het stoomschip WOUDRICHEM (4.015) aan, terwijl genoemde firma haar stoomschip LOUISE (2.045) verkocht.
De rederijen onder directie van Wm. Ruys & Zonen verkochten de stoomschepen AMELAND (2.554), MARKEN (2.587) en WALCHEREN (3.531). De turbinestomer TURBINIA (3.164) kwam in de vaart, terwijl nog 2 stoomschepen van 3.550 en één van 4.200 ton in aanbouw zijn.
De N.V. Furness' Scheepvaart- en Agentuur Mij. verkocht de stoomschepen VRIJBERGEN (4.226), ZEVENBERGEN (3.121) en STEENBERGEN (3.735) terwijl haar stoomschip ALBERGEN (1.777) verloren ging. Zij bestelde 3 stoomschepen van 4.700 ton.
De rederijen onder directie van Jos. de Poorter verkochten de stoomschepen THEODORA (859), LAURA (3.154) en JOHANNA (1.120), terwijl het stoomschip JOSEPHINA (1.295) werd, verbeurd verklaard. De nieuwe stoomschepen LEONORA (1.155) en FOLMINA (1.158) kwamen in de vaart, waarvan laatstgenoemd echter weer verkocht werd. Thans zijn nog 4 stoomschepen in aanbouw.
De firma Gebr. Van Uden verkocht het stoomschip VEERHAVEN (2.509), doch kocht een ander, dat dezelfde naam ontving (3.003), aan. Thans zijn nog 11 stoomschepen in aanbouw, nl. 4 van 3.550 ton, 1 van 2.500 ton, 1 van 1.900 ton, 3 van 1.400 ton, 1 van 800 ton en 1 van 700 ton.
De N.V. Houtvaart verkocht haar stoomschip RIJN (1.285), terwijl het stoomschip NOORD (1.250) voor haar werd te water gelaten en een nieuw stoomschip RIJN (2.030) in aanbouw is.
De Mij. Zeevaart verkocht het stoomschip CALLISTO (3.521) en bestelde een stoomschip van 3.550 ton.
Van Nievelt, Goudriaan & Co's Stoomvaart Mij., die haar stoomschip POOLSTER (2.060) verkocht, bracht in de vaart de stoomschepen BELLATRIX (3.525), PROCYON, THUBAN (elk 3.566), ALCOR en ALGENIB (elk 3.551). Het stoomschip ALPHARD (3.550) werd te water gelaten en 2 schepen van resp. 3.550 en 4.700 ton zijn in aanbouw.
Solleveld, Van der Meer en T.H. van Hattum's Stoomvaart Mij. verkocht de stoomschepen KINDERDIJK (2.180) en POELDIJK (2.205), terwijl zij de stoomschepen RIJNDIJK (3.557) en MAASDIJK (3.556) in de vaart bracht. Dezer dagen zonk het stoomschip ELLEWOUTSDIJK (2.223) doordien het op een mijn liep.
Het stoomschip KATWIJK (2.040) van Erhardt en Dekkers werd getorpedeerd; het stoomschip NAALDWIJK (2.000) is in aanbouw.
De Overzeesche Vrachtvaart Mij. bestelde een stoomschip van 615 ton, terwijl het stoomschip HAMBORN (1.229) van de N.V. Handels- en Transport Mij. Vulcaan werd opgebracht. Een definitieve beslissing betreffende de verbeurdverklaring is nog niet genomen. De nieuwe zee-rederij van W. Van Driel's Stoomboot- en Transportondernemingen bestelde 6 schepen van verschillende afmetingen, waarvan de WILLEM VAN DRIEL SR. (2.521) reeds in de vaart kwam.

Afbeelding