|
Rotterdam, 7 juni. De 5e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis INDIAAN, kapt. H. Peters, WILLEM, kapt. A. Plug, NEDERLANDSCHE NIJVERHEID, kapt. F.H. von Lindern en PRINS VAN ORANJE, kapt. T. Versluys, van Batavia, laatst van Portsmouth, de laatste is met het naar binnen zeilen op het Pampus aan de grond vastgeraakt en heeft de stoomboot DE BATAVIER, de loodsboot n.º 5 en poonschuiten tot assistentie; FORTUNA, kapt. J.C. Bartels, van Londen. De 6e, des morgens, arriveerde MINERVA, kapt. N. Aukens, van Liverpool. De 5e dezer, na posttijd, arriveerden in de Maas CATHARINA, kapt. A.J. Hogen, van Londen; DE DRIE GEBROEDERS, kapt. H.W. Alkes, van Eckernförde; JONGE JOHANN, kapt. J.F. Muis, van Jersey; HENDRIKUS EVERARDUS, kapt. A. Kremer, van Cardiff, de 6e, des morgens, DAS VERGNÜGEN, kapt. L. Noordzij, van St. Ubes en zeilden NANTINA, kapt. G.J. Schudde, naar Leer; CAROLINA, kapt. A.F. Voss, naar Sunderland; DIANA, kapt. A.K. Jongbloed, naar ….. ; ZWEI GEBRÜDER, kapt. S.A. Speelman, naar Hamburg en JUNGE ROSE, kapt. R. Reinders, naar Duinkerken. De 5e dezer, na posttijd, arriveerden te Maassluis DE VROUW MARIA, kapt. B.J. Koths, van Wangerooge. De 6e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis SOPHIE, kapt. M. Sleur, van Greifswald. De 7e, des morgens, zeilden DE BATAVIER, luitenant Galup; AUGUSTA, kapt. J.J. Kok, naar Nantes. De 6e dezer, des avonds, arriveerden in de Maas JULIANA, kapt. J.J. Boomgaarden, van Bordeaux; MARIA ENGELINA, kapt. H.J. Linge, van Cardiff. De 7e, des morgens, zeilden VICTORIE, kapt. C. Valander, naar St. Ubes; MERCURIUS, kapt. J. van Duyn, naar Liverpool; MINERVA, kapt. J.J. Kopcke, naar de Oost Zee. Kapt. N. Aukens bovengemeld rapporteert, dat hij de 4e dezer in goede staat gezien heeft het brikschip JOHANNA, kapt. E. Bergman, tonende Rotterdamse nommervlag 79, hebbende toen Zuid-Voorland W. per kompas in pijl 5 mijlen. De 4e dezer is, van het embargo ontslagen, uit Portsmouth te Middelburg ter rede gekomen het schip DE ZEEUW, kapt. J.J. ter Hofstede, van Batavia.
|